Gereformeerd onderwijs 3
De praktijk verplicht ertoe!
Mr. Alwyn Terpstra, FRCA
14-12-19
Dit is het laatste deel van een drietal artikelen dat geschreven is om de lezers te laten zien hoe belangrijk gereformeerd onderwijs is. Het doel ervan is om nieuwe generaties leden en ouders aan te sporen zich in te zetten voor een schoolvorm die zo’n 50 à 60 jaar geleden door een eerdere generatie gereformeerde gelovigen werd opgericht. Gereformeerd onderwijs functioneert het beste als er een sterke en actieve betrokkenheid is van degenen die er hun kinderen heen zenden. En deze artikelen zijn geschreven om onze huidige generatie leden en ouders inzicht te geven in de noodzakelijke betrokkenheid en de achtergrond ervan.
Het eerste artikel concludeerde dat de Schrift zélf verplicht tot het stichten van gereformeerde scholen (1). De Schrift wijst nadrukkelijk op de noodzaak om kennis van God, Gods Woord en Gods werken nauwgezet aan de volgende geslachten door te geven. Zij wijst er met klem op de verbondskinderen een vaste boodschap te leren.
Het tweede artikel in de reeks richtte zich op het verleden, toen steeds opnieuw ouders de noodzaak zagen om gereformeerde scholen te stichten en te onderhouden, soms in extreem moeilijke omstandigheden (2). Mogelijk is de geschiedenis niet zo stimulerend als de Schrift. Maar als de eeuwen door ouders toch in geloof kiezen voor een vorm van onderwijs die trouw is aan Gods Woord, kan dat u niet koud laten. Het is goed om vast te houden aan de lijn van trouwe gelovigen vóór ons.
In dit slotartikel wil ik uw aandacht vragen voor de praktijk van gereformeerd onderwijs. Het is noodzakelijk dat het gereformeerd onderwijs ook voor de praktijktest slaagt. Het moet voor ieder kind dat er heen gaat als waardevol en opbouwend kunnen worden ervaren omdat het hem of haar echt toerust voor een leven in dienen van God en de naaste. De gereformeerde school moet alles wat ze claimt als belangrijk waarmaken.
In het werk van de school kunnen drie categorieën worden onderscheiden: de cultuur, het lesgeven en het curriculum (3). Op ieder onderdeel hiervan zijn gereformeerde scholen geroepen waar te maken wat de Bijbel leert ten aanzien van leerlingen, docenten en vakken.
Wat betreft de leerlingen, we erkennen dat God een heel bijzondere relatie met hen is aangegaan en herkennen dat ook. In die relatie komen Gods liefde voor zijn kinderen en zijn rijke beloften om hen met zijn zorg te omringen tot uiting, evenals een krachtige oproep tot geloof in Hem en om Hem te gehoorzamen.
Het personeel moet allereerst op deze relatie zijn gefocust, en daarnaast de zorg voor alle leerlingen binnen de schoolcontext, in het oog houden. Zo’n relatie zal door respectvolle omgang worden gekenmerkt, waarbij vriendelijkheid, zachtmoedigheid en genade de toon aangeven. Ook door trouw in het zo goed mogelijk vervullen van de plichten verbonden aan lesgeven aan hun zorg toevertrouwde leerlingen. Het personeel moet de leerlingen oproepen tot een goed gedrag, veel ijver en het gebruiken en ontwikkelen van talenten en gaven die van de HEERE zijn ontvangen. Daartoe heeft het personeel gezag van God gekregen dat zij “tot opbouw en niet tot … afbraak” (2 Kor. 10:8) moeten weten uit te oefenen.
Het is duidelijk dat al het bovenstaande behoort tot het wezen van een gereformeerde school. Het zorgt ervoor dat leerlingen zich op de school die zij bezoeken veilig voelen, veilig binnen goede grenzen en hun verwachtingen. En veilig wat betreft de omgang van anderen, volwassenen en leeftijdgenoten met hen. Die veiligheid is buitengewoon belangrijk: als die er niet is, kunnen kinderen niet goed als leerlingen functioneren.
Het tot stand brengen en bewaren van een ondersteunende en veilige leeromgeving is één van de zeven eisen die aan het beroep van leraar in Australië gesteld worden. Uit deze eisen vloeit voort dat leraren de leerling ondersteunen door klassikale activiteiten te leiden, uitdagend gedrag te corrigeren, zijn veiligheid te handhaven en ook leren ICT veilig, verantwoord en ethisch te gebruiken (4).
Het zal niet verbazen dat een aanzienlijk aantal van de Australische ‘Professionele normen voor docenten’ (vier van de zeven) rechtstreeks betrekking hebben op de taak van het lesgeven. Deze normen vragen van de leraren dat ze hun studenten kennen en weten hoe ze leren, dat ze de stof zelf beheersen en weten hoe ze die moeten overbrengen. Ze moeten doelgericht lesgeven en stof doseren en plannen. En tenslotte de leerresultaten van de leerling goed bijhouden, terugkoppelen en rapporteren. (4)
Er zit veel meer aan vast dan je op het eerste gezicht denkt. Naast algemene kennis van leerlingen behoren de leraren ook heel persoonlijk kennis van iedere individuele leerling te hebben en hun positie in hun leeftijdsgroep.
Het is duidelijk dat leraren zich goed op de hoogte dienen te stellen van onderzoek dat laat zien hoe leerlingen het beste leren. John Hattie, voerde meta-analyses uit op duizenden researchartikelen over de resultaten van verschillende onderwijsstrategieën. Hij geeft aan dat de meeste strategieën weinig succes hebben. Zijn boodschap aan docenten is om op die strategieën te focussen die de grootste impact hebben. (5)
Het spreekt vanzelf dat de algemene eisen voor goed lesgeven net zo goed gelden voor het onderwijs op een gereformeerde school. Ook hier zijn leraren geroepen hun uiterste best te doen te beantwoorden aan Gods oproep zo goed mogelijk voor zijn verbondskinderen te zorgen.
In de gereformeerde school mogen we goede aandacht verwachten voor zaken die met verschillen tussen leerlingen hebben te maken. Dit raakt de kern hoe wij onze kinderen zien. God heeft naar zijn voornemen al zijn kinderen gaven gegeven en deze gaven verschillen van kind tot kind. Hij bouwt de samenleving en de kerk op met verschillende gaven. Dit vraagt nadrukkelijk aandacht bij het geven en ontvangen van onderwijs op een gereformeerde school. In de door de scholen aangenomen verklaring ‘Vision, Mission and Beliefs for Reformed Schools’ wordt het zo gezegd:
De gereformeerde school let er goed op dat haar onderwijs- en lesprogramma’s en haar praktijk zo worden vormgegeven dat alle leerlingen in staat zijn om redelijkerwijs het onderwijs te volgen en zij zich de leerstof eigen kunnen maken, en zo al lerend vooruitgang boeken. Daarbij moet rekening gehouden worden met verschillen tussen leerlingen door hun lesstof op diverse niveaus aan te bieden naar gelang hun bekwaamheden en interesses. (6)
Dit vraagt van leraren lessen en leerprogramma toe te spitsen op de individuele leerling. Het betekent niet een persoonlijk lesprogramma voor elke leerling, dat zou veel te zwaar voor de docenten zijn, maar het betekent wél dat zij zich na elke les moeten afvragen of de inhoud toegankelijk was voor en voldoende uitdaging gaf aan elke, aan hun zorg toevertrouwde leerling.
De John Calvin scholen maken meestal gebruik van curricula die onderwijscommissies van de overheid hebben opgesteld. Dat gebeurt niet klakkeloos maar na serieuze evaluatie en pas nadat geconcludeerd kan worden dat de curricula onze gereformeerde scholen voldoende ruimte bieden om Gods werk in schepping, geschiedenis en de ons omringende wereld aandacht te geven. In het overheidscurriculum ontbreekt onderwijs in Gods Woord en mist het (negende) leergebied dat wij voor onze scholen noodzakelijk achten: gereformeerde christelijke studie.
Op deze wijze hebben wij een goede mogelijkheid Gods Woord en werk de nodige aandacht te geven.
Dat is echter niet het eind van het verhaal. Momenteel zijn we bezig om een christelijke visie op het door het overheid voorgeschreven curriculum te ontwikkelen. We vragen van de docenten op basis daarvan te onderwijzen. Op die wijze voldoen we enerzijds aan de overheidsvoorschriften en kunnen anderzijds de leerlingen het ware en werkelijke doel van wat ze leren te laten zien in het licht van Gods Woord.
Hoe werkt dit op onze John Calvin scholen? Staan ze pal voor gereformeerd onderwijs? Als iemand die zelf op de John Calvin scholen werkt, beantwoord ik deze vraag graag bevestigend. Daarbij ben ik me goed bewust van de tekortkomingen en zonde in de dagelijkse uitvoering van de taak Gods verbondskinderen op te voeden. Tegelijk wordt er nauwgezet en plichtsgetrouw gewerkt aan gereformeerd onderwijs. Speciale onderwijsvoorzieningen moeten voor elke leerling tot een goed resultaat leiden. Er is veel inspanning en inzet om alle genoemde zaken te realiseren. Daarbij wordt op iedere school steeds om Gods leiding gebeden en vergeving gevraagd voor fouten die werden gemaakt.
Ik moedig leden en ouders aan ook voor de scholen te bidden, voor haar leidinggevenden en haar personeel, omdat wij in al dit werk volledig van de trouw en zegen van God afhankelijk zijn.
Br. Terpstra is lid van de FRCA – Armadale - en is directeur van het Bureau voor Gereformeerd Onderwijs.
Literatuur
- Terpstra. A., Reformed Education – Scripturally Compelling. Una Sancta, 2019. 66(1): p. 16, 17.
- Terpstra, A., Reformed Education – Historically Compelling. Una Sancta, 2019. 66(7): p. 198-200.
- Marzano, R.J., Warrick, P., Simms, J., A Handbook for High Reliability Schools … The Next Step in School Reform. 2014, Moorabin, Victoria, Australia: Hawker Brownlow Education.
- Australian Professional Standards for Teachers. 2011, Te vinden op: https://www.aitsl.edu.au/teach/standards
- Hattie, J., Visible Learning for Teachers – Maximizing Impact on Learning. 2012, New York, USA: Routledge.
- Terpstra, A., Vision, Mission and Beliefs for Reformed Schooling. 2019, Office of Reformed Education: Armadale, Western Australia.
Vertaling; R. Sollie-Sleijster