Synodeverslag week 20 - Appel Korf
D.J. Bolt
28-05-11
Br. J. Korf heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de kerkenraad van Ede-Noord uit juni 2005 om liturgisch drama in de eredienst toe te staan. Langs de kerkelijke weg gegaan, beroept hij zich nu op de generale synode.
Appel br. J. Korf
Het appel van br. Korf, zie bijlage 1, wordt behandeld in aanwezigheid van deputaten Appelzaken drs. L. Bezemer, dr. A. Bas en mr. J.P.A. Boersma. De deputaten hebben conceptbesluiten aangeleverd, zie bijlage 2.
De leden van de generale synode die op de ParticuliereSynodevan Gelderland bij deze zaak waren betrokken nemen geen deel aan de bespreking.
Deputaten - Dr. Bas
Voorafgaand aan de behandeling van appelzaken willen graag de laatste stand van zaken doorgeven.
In juni zullen nog twee laatste twee zaken aan de appellijst worden toegevoegd.
Het aantal appelzaken is minder dan bij vorige synodes. Bovendien komen er ook minder emotionele zaken aan de orde.
De voordracht voor nieuwe deputaten is bijna rond.
Preses
Eerst worden appelzaken behandeld, dan algemene zaken.
BESPREKING RONDE 1
Deputaten - Dr. Bas
Het punt in geding is of het gebruik van liturgisch drama gekoppeld mag worden aan de Woordverkondiging. Nu is de vraag: heeft br. Korf overtuigende argumenten daartegen ingebracht? Deputaten menen van niet. Daarom moet zijn appel worden afgewezen. Wel vinden deputaten dat de kerkenraad een helderder onderbouwing had moeten geven voor zijn beslissing drama in de eredienst toe te passen.
Br. Ziedses des Plantes
In de gronden wordt gesproken over Schriftuurlijke argumenten voor de centrale plaats van de Woordverkondiging in de eredienst. Dat staat op gespannen voet met het karakter van de eredienst. Want daarin is ook 'weerklank' heel belangrijk, zie het boekje 'Klank en Weerklank' van prof. Trimp. Daarom kan het woord 'centraal' beter vervangen worden door 'essentieel'.
Ds. Oostland
In besluit 4.2 wordt expliciet iets van de kerkenraad gevraagd. Maar mag deze het geven van een onderbouwing ook niet delegeren aan bijvoorbeeld een liturgiecommissie?
Br. Van Dixhoorn
Heeft de kerkenraad het niet voldoende onderbouwd? Waarom is dan het bezwaar van br. Korf afgewezen?
Ds. Gunnink
Ik sluit me aan bij Van Dixhoorn.
In besluit 4.2 staat "dat van de kerkenraad van Ede-Noord wel een heldere onderbouwing verwacht mag worden …". Waarom mag, en niet mocht?
Br. Grevink
Ik sluit me aan bij voorgaande sprekers.
Br. Korf voert allerlei argumenten aan waarom drama niet in eredienst hoort. Die bezwaren zijn niet gegrond verklaard. Maar tegelijk wordt er in de besluittekst een heldere onderbouwing van de kerkenraad gevraagd, zie grond 3. De kerkenraad heeft het kennelijk te gemakkelijk ingevoerd, had het beter moeten onderbouwen. Dat is tegenstrijdig.
Ds. Feenstra
Mijn compliment voor deputaten door zo naar de kern te gaan met een duidelijke besluittekst en daarbij naar twee kanten te kijken.
Kern van de zaak is de stelling uit de Romeinenbrief: het geloof is uit het gehoor. Maar wat betekent dit? Ik krijg de indruk van br. Korf, dat hij dit op een auditieve, biologische manier exegetiseert. Maar als dat zo zou zijn kunnen doven niet tot geloof komen, en zou je geen dovenpastor nodig hebben.
Echter in deze tekst gaat het om 'gehoor geven', 'gehoorzamen aan het Woord'. Zie de Romeinenbrief, die begint en eindigt met gehoorzaamheid aan het Woord.
Ds. Niemeijer
Vraag: de besluittekst 2 staat in de tegenwoordige tijd, zie ook grond 3. Is dat goed?
En hoe verhoudt dit voorgestelde besluit zich met de uitspraak van de classis Arnhem op 21 juni 2007 die ook kwam tot "niet bewezen"? Die tekst lijkt veel op de nu voorliggende besluittekst van de deputaten. Hoe kan het dat nu na vier jaar een bijna gelijkluidende besluittekst op tafel ligt?
Deputaten – Dr. Bas
Wat klank en weerklank betreft, 'klank' is primair. Als je dat 'centraal' zet betekent dat niet dat dat het enige is dat centraal staat.
In het kerkelijke bestuursmodel kan de kerkenraad delegeren maar blijft ook dan verantwoordelijk.
De kerkenraad nam een besluit. Br. Korf heeft daar bezwaar tegen. Dan rust bij hem nu de bewijslast. Maar hij heeft dat bewijs niet geleverd in de opinie van de deputaten. Br. Korf heeft onvoldoende aangetoond dat het kerkenraadbesluit in strijd met de Schrift is.
De kerkenraad had zijn besluit wel beter kunnen onderbouwen, dus 'mocht'. Maar dat mag nog steeds van de kerkenraad verwacht worden.
Wat het advies van de classis betreft, daar was voor de hoorzitting van de PS nog niets mee gedaan.
AMENDEMENTEN
Geen.
BESPREKING RONDE 2
Br. Greving
In grond 3 kan 'over' beter gelezen worden als 'alvorens'.
Ds. Gunnink
Ik kan me voorstellen dat het antwoord van de deputaten bij de kerkenraad overkomt als dat het zijn werk niet goed gedaan heeft. Als dat zo is, dan is het ook niet goed mogelijk daar tegen te opponeren. Dat blijft lastig.
Br. Ziedses des Plantes
Ik ben niet overtuigd door het argument van deputaten. Kunnen er tegelijk verschillende dingen centraal staan? Als het Woord centraal staat, dan staat het daar alléén. Dan is de kerkdienst alleen nog een luisterdienst en geen eredienst.
Ds. Niemeijer
De kerkenraad heeft het besluit genomen. Dan ligt de bewijslast bij appellant. Dus de kerkenraad hoeft niet het bewijs te leveren dat zijn besluit een goed besluit is. Waarom moet dan kerkenraad nog 'beter onderbouwen'? En, gaat het bezwaar van de deputaten tegen de kerkenraad of tegen PS Gelderland?
Deputaten – Dr. Bas
'Alvorens' i.p.v. 'over' is overbodig.
Br. Korf had gelijk kunnen krijgen als hij had kunnen overtuigen dat het besluit in strijd is met Schrift en belijdenis.
Er kunnen meer zaken centraal staan. Neem als voorbeeld vijf plantenbakken midden in de kerkzaal.
Nadere onderbouwing is een zaak van communicatie. Als je zonder goede onderbouwing besluit drama in de in de eredienst toe te laten, is de kerkenraad in gebreke gebleven.
Preses
Het is een samenhangend besluit.
STEMMING
Aanvaard, voor 28, tegen 6, onthouding 1
De synode gaat verder in comité voor behandeling van vertrouwelijke appelzaken
Bijlagen
Bijlage 1 - Appel br. J. Korf
Aan de GeneraleSynodevan de gereformeerde kerken 2011
1 september 2008
Weleerwaarde en eerwaarde broeders,
Na het afwijzende besluit van de PS Gelderland op mijn verzoek de invoering van 'drama' als schadelijk voor het gereformeerde karakter van de eredienst te kwalificeren, doe ik thans een beroep op U inzake deze zaak uitspraak te doen. Met de brief van 6 juni 2008 ontving ik bericht van de afwijzende beslissing van de PS Gelderland. (zie bijlagen)
In 'Nader Bekeken' van 9 Sept. 2007 schrijft ds. Wilschut onder 'sprekende beelden' pag. 243:
"met name vormen als drama en mime (het woordeloos gebarenspel) worden soms beschouwd als bruikbare instrumenten om het evangelie over te dragen. Dat verbaast. Dans en drama waren er ook in de tijd van Paulus en de andere apostelen. En toch passeerde de Heilige Geest die als middelen om de boodschap van het evangelie over te dragen en een plek te geven in mensenharten. Dan moeten wij maar niet wijzer zijn dan onze God."
Tot zover ds. Wilschut.
De kerkenraad van Ede -Noord wil bij gelegenheden 'drama' als ondersteuning van de prediking. De huidige maatschappij kent vele vormen van spelenderwijs situaties nabootsen, meestal simulaties geheten. Het doel is veelal het leren omgaan met en het beheersen van technische systemen en processen.
Simulaties zijn vervolgens ook gebruikelijk voor het 'aftasten' met behulp van economische modellen van economische ontwikkelingen. Door de voorwaarden en uitgangspunten te variëren worden de waarschijnlijke gevolgen virtueel zichtbaar gemaakt.
Maar tenslotte ook voor training en vorming van sociale vaardigheden worden dikwijls situaties spelenderwijs geïmiteerd. Na het spel volgen evaluaties waarin de gespeelde rollen kritisch getoetst worden. Een element van manipuleren is altijd aanwezig.
Als instrument is dit spel wezensvreemd aan de gezaghebbende bediening van Gods Woord, dat doet wat Hem behaagt. Gespeelde situaties als toepassing en test van het gehoorde waren ten tijde van het opstellen van kerkorde, orden van dienst, enz. niet actueel en niet voorzien.
De vrede en goede orde zouden naar mijn mening gediend zijn met een besluit van de volgende strekking.
de Synode
- overwegende dat toneel, dans, drama, e.d. ten tijde van de apostelen in het geheel Romeinse rijk beoefend werden, en de Heilige Geest niettemin die middelen niet gebruikte om de boodschap van het evangelie over te brengen
- voorts overwegende dat in kerkorde, orden van dienst en belijdenisgeschriften de moderne vorm van drama als training en vormingsmiddel niet is voorzien en niet is geregeld
- spreekt uit, dat indien in kerken toepassing van deze middelen wenselijk wordt geacht, vanwege het levensbelang van een zuivere Woordbediening voorafgaand onderzoek en overleg met alle door ons erkende kerken in binnen- en buitenland noodzakelijk is.
Ik verzoek U met bovenstaand concept in te stemmen en het als definitief besluit tot het Uwe te maken.
Met broedergroeten,
w.g. J. Korf
Bijlage 2 - Conceptbesluiten deputaten
3. Kern van het bezwaar
Korf heeft bezwaar tegen het besluit van de kerkenraad van Ede-Noord uit juni 2005 om liturgisch drama in de eredienst toe te staan. Appellant heeft in zijn appèlschriften aanvullende voorstellen aan de meerdere vergaderingen gedaan.
4. Besluittekst
Besluit:
1. dat de bezwaren die appellant aangevoerd heeft tegen het besluit van de kerkenraad van Ede- Noord inzake het gebruik van liturgisch drama in de eredienst (gekoppeld aan de Woordverkondiging en ter voorbereiding, verduidelijking en verwerking) niet gegrond zijn;
2. dat van de kerkenraad van Ede-Noord wel een heldere onderbouwing verwacht mag worden van de geoorloofdheid, de wenselijkheid en de mogelijkheid van liturgisch drama in de gereformeerde eredienst.
5. Gronden
Gronden:
Procedureel:
1. het geschil dat tussen appellant en kerkenraad ontstond had betrekking op het gebruik van liturgisch drama in de eredienst. De synode zal zich beperken tot een beoordeling van dat oorspronkelijke geschil. De aanvullende voorstellen kunnen in de weg van appèl niet aan de orde komen.
Inhoudelijk:
2. appellant geeft wel Schriftuurlijke argumenten voor de centrale plaats van de Woordverkondiging in de eredienst (waarin de kerkenraad het met hem eens is), maar toont niet tevens overtuigend uit de Schrift aan dat daarbij het gebruik van ondersteunende middelen, i.c. drama, uitgesloten is;
3. het is aan de kerkenraad om aan de hand van dit uitgangspunt en met goede onderbouwing een besluit te nemen over het al dan niet invoeren van liturgisch drama in de eredienst.