Synodeverslag week 11 - Conferentie 'M/V in de kerk' 1
D.J. Bolt
26-03-11
Deputaten 'M/V in de kerk' hebben op 19 maart jl. een conferentie belegd in de GKv Harderwijk waar ook de synode vergadert. Dat is niet toevallig, want het onderwerp staat op de agenda van de synode. Naast de deputatenrapporten vormde de conferentie een voorbereiding voor de besprekingen die t.z.t. zullen worden gehouden.
De kerkzaal was vrijwel geheel gevuld met naar schatting rond de 350 personen. Er konden veel predikanten worden gesignaleerd. De indruk is dat de deelnemers van bovengemiddelde leeftijd waren en in duidelijke meerderheid mannelijk.
De lezingen werden verzorgd door drie sprekers:
- Drs. Myriam Klinker-De Klerck
- Drs. Almatine Leene
- Prof.dr. Erik A. de Boer
De opening vond plaats door ds. R. Heida, voorzitter van het deputaatschap. Na elk lezing werd onderling nagesproken in groepjes van 5-10 mensen waarvan steeds één synodelid deel uitmaakte.
De inhoud van lezingen zal in een drietal verslagen worden aangeboden.
----------------------------------------------------------
LEZING 1 - Hermeneutiek
Drs. Myriam Klinker-De Klerck
De discussie over M/V in de kerk loopt vast op hermeneutiek. Daar zit een knelpunt. Want wat met hermeneutiek bedoeld wordt is erg onbekend. Het lijkt iets ongrijpbaars. Er groeit dan al gauw wantrouwen en men gaat spreken van Schriftkritiek. Daarom zal eerst het wat en het hoe van hermeneutiek worden toegelicht.
Wat
De stelling is: We moeten over hermeneutiek nadenken willen we onze identiteit serieus nemen. En dat in het kader van de vraag: mogen vrouwen de ambten vervullen?
Volgens sommigen mag dat niet: de Schrift is er duidelijk over. Maar anderen vinden dat het allang had gemoeten, de voorschriften in de Bijbel zijn cultuurgebonden.
Het kan dus niet los gezien worden van de omgang met de Schrift. Het heeft te maken met openbaring en Schriftgezag.
Prof. Herman Bavinck heeft zich daar uitgebreid mee bezig gehouden. Hermeneutiek is noodzaak. Het is zinvol het een en ander van zijn opvattingen naar voren te halen.
Wat is openbaring?
Bij openbaring is er sprake van een zender, een boodschap en een ontvanger.
De zender is God. Hij zendt zijn boodschap op een manier die wij kunnen begrijpen. Wij kunnen Gods oneindigheid niet aan. Daarom spreekt Hij op een middelijke manier. B.v. door de Schepping, door Jezus Christus, door de Bijbel.
De Bijbel is een boek in mensentaal. Spreekt zoals een moeder tot kind. Zij past daarbij bruikbare middelen toe.
Openbaring is ruimer dan de Schrift. Er is ook algemene openbaring, uit de natuur. Daar kunnen mensen bepaalde dingen uit afleiden. Maar dat is niet voldoende. Er is ook een bijzondere manier van openbaring. Die leren we uit de weg die God met zijn volk ging. Uit de bijzondere openbaring kunnen we andere eigenschappen van God afleiden, bijvoorbeeld zijn oneindige liefde. Er is openbaring aan de buitenkant, maar de Geest werkt ook in de mensen. Overtuigt hen van wat waar is. De Schrift heeft daarin een bijzondere plaats. Maar algemene en bijzondere openbaring staan niet los van elkaar. Openbaring is dus ruimer dan de Schrift alleen. De algemene openbaring vormt de bedding voor de bijzondere.
Inspiratie of theopneustie
De Schrift is door Gods Geest ontstaan, ademt Gods Geest. Zij is niet vergelijkbaar met enig ander boek. God spreekt tot mensen en zij schreven het op.
In het verleden werd dat als een mechanisch proces gezien, mensen als secretarissen. Maar Bavinck leerde dat proces te zien als een organisch gebeuren waarbij de hele mens werd ingeschakeld. God bezielde en prepareerde hen voor hun werk, maakte hen dienstbaar, gaf middelen voor hun werk. Vergelijk de Schrift ook met de figuur van Jezus Christus: God en toch geheel mens. Door de ene Geest is er een verscheidenheid van gaven. Vergelijkend zou je kunnen zeggen: hoe verschillend mensen ook zijn al hun cellen hebben dezelfde DNA-structuur.
We moeten ons realiseren dat de Schrift gezag heeft zoals zij zich aandient: God en het menselijke is niet te scheiden. Zij is naar ons toegekomen een in menselijke omgeving. Zij vertoont historische aspecten, is historisch bepaald. Maar zij heeft toch gezag voor miljarden mensen in alle plaatsen.
We lezen de Bijbel en passen haar toe: dat is hermeneutiek. Dus niets nieuws eigenlijk. Wel nieuw is dat we dat proces nauwkeurig bekijken: hoe gaat dat? Hoe speelt onze context daarin mee, hoe mag die meespelen?
Hoe
Dat proces kent geen modelmatig verloop, er is geen afvinklijstje, geen eenvoudige input naar output. Er hangt een sfeer van ongrijpbaarheid omheen. Wel kunnen aantal factoren die er in werken worden benoemd:
- De Schrift die stuurt
- De eigen levenwereld
- De Geest van God
Alle andere factoren die er in hermeneutiek zijn hebben met deze drie te maken. In deze lezing nemen we er de eigen leefwereld uit.
Gaat de eigen leefwereld niet boven de Schrift uit? Is de westerse geëmancipeerde leefwijze niet doorslaggevend? Onze leefwijze zit immers in onze genen? Het is dus spannend! Hoe gaan we hier als gereformeerden mee om?
De algemene openbaring vormt een noodzakelijke bedding voor de bijzondere. De Bijbel bestaat niet in een luchtledige. De Bijbel is normgevend maar het leven de toegangspoort. Wij stellen nu andere vragen aan de Schrift dan toen hij geschreven werd. Vragen van onze tijd moeten we ook stellen. Maar daarbij wel bescheidenheid betrachten.
Er is in de samenleving een grondige verandering in de man-vrouw verhouding. De spanning op dit punt tussen maatschappij en kerk neemt toe. Daarom moeten we opnieuw Gods Woord onderzoeken want 'de vraag stellen is niet haar beantwoorden'.
Het is interessant hóe dat gebeurt in onze discussie. En ook hoe dat gebeurde in het rapport Vrouwelijke Ouderlingen en Predikanten (VOP) op basis waarvan vrouwelijke ambtsdragers zijn toegelaten in de Nederlands Gereformeerde Kerken.
Traditioneel zijn er in onze kerken geen vrouwelijke ouderlingen en predikanten. Daarbij spelen de zgn. zwijgteksten een rol, m.n. die in Paulus' brief aan Timotheüs. Daar krijgt het gebod een lading door een verbinding met de scheppingsorde. Het krijgt daarom een universele gelding. De schepping leert immers een orde boven alle tijden?
Daar tegenover staat een contextgeboden orde, een gebod in een bepaalde tijd of situatie.
Het VOP rapport heeft uit beide lijnen geen keuze gemaakt. In plaats daarvan is als centraal gezichtpunt genomen welke keuze de verspreiding van het evangelie het meest bevordert. Als rechtstreekse toepassing van wat Paulus zegt deze verspreiding in de weg staat dan is die keuze niet gewenst.
De spanning zit dus in de manier waarop de Schrift wordt gehanteerd. De een gaat direct naar de Schrift en de ander onderzoekt wat verkeerd werkt. Het VOP rapport zoekt naar een tijdloze bedoeling van het Woord.
Daarbij zijn wel kanttekeningen geplaatst van GKv-zijde, zie rapport deputaten 'M/V in de kerk'. Want hoe moeten we onderscheid maken tussen universele en contextgebonden voorschriften? Kan met de VOP-benadering niet een groot deel van de Bijbel in de prullenbak?
De vraag is: Gaan we in onze kerken consequent met het gezag van de Schrift om?
Dus: hermeneutiek, daar moeten we over nadenken.