Ethiek

Kerkverband

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Kerk zijn tussen mensen en muren (1)

 

D.J. Bolt
11-01-14

Het begon met een combiuitgave van De Reformatie en Opbouw. Beide bladen gleden  26 oktober 2012 als één nummer in de vrijgemaakte en nederlands-gereformeerde brievenbussen. Het onderwerp was spannend. Want het thema luidde Kerk zijn tussen mensen en muren. Dát onderwerp door vooraanstaanden in beide kerken? Hoe was dat mogelijk? Immers (kerkhistorisch) nog niet zo lang geleden was er een bittere strijd in de gereformeerde kerken vrijgemaakt gestreden om de kerk waarbij velen de GKv verlieten. In die woelige zestiger jaren ontstond de kerk van buiten-verbanders, later omgedoopt tot Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Een tijd van veel spanning en verdriet.

Maar de tijden zijn veranderd. Het tijdperk van scherpe polemieken tussen deze kerken is vrijwel voorbij. Een kerkelijke lente is aangebroken. In toenemende mate wordt samenwerking gezocht en gerealiseerd tussen gemeenten van de beide kerkverbanden. Op het 'grondvlak' is men wel klaar met de scheuring van eind jaren zestig. En steeds sneller groeit men in leidinggevende kringen en officiële instituties naar elkaar toe. Een voorbeeld daarvan is de genoemde gezamenlijke uitgave[1] van De Reformatie en Opbouw en ook het vervolg daarop, een heus gezamenlijk congres georganiseerd door beide bladen.


Dat is natuurlijk best spannend. Hoe wordt daar over de kerk van Christus geschreven en gesproken? Herkennen we daarin een reformatie van ons denken en een opbouw van het geloof? Een spreken over Christus' kerk zoals de gereformeerde belijdenis dat doet?

Jongeren en ouderen stellen de vraag of de kerk eigenlijk nog wel nodig is om te geloven, zo begint het combiblad. Verbindt de kerk je aan elkaar of raak je je geloof er door kwijt? En wat is trouw als het gaat om de kerk? Het zijn "uitdagende vragen waarover in elk geval tot het congres door iedereen zou moeten worden nagedacht". Want er zijn allerlei "open eindjes" nog in deze Reformatie/Opbouw die dan nog worden afgehecht. Wellicht, misschien, hopelijk.

 

We woonden het congres bij dat maart 2013 in de vrijgemaakte scholengemeenschap prof.dr. S. Greijdanus te Zwolle werd gehouden. Er werden drie toespraken gehouden waarop kon worden gereageerd. Sprekers waren:

 

Prof.dr. B. Kamphuis (GKv) over De kerk is katholiek of ze is niet.

Ds. Joh. Schaeffer (NGK) over Lijden aan de kerk, hoe hou je het vol?

R. Sonneveld (GKv) over Waarom ik weer naar de kerk ga.

 

We geven uitgebreide samenvattingen van deze toespraken en de daaropvolgende discussie omdat deze een goede (deel)indruk geven van het kerkelijk klimaat, ook die tussen GKv en NGK. 

 


 

De kerk is katholiek of ze is niet[2].

 

Prof. dr. B. Kamphuis (GKv)

 

 

De titel is ontleend aan die van het boek van Bram van de Beek over het Lichaam en de Geest van Christus. Beschouw het maar als een eerbetoon van zijn indrukwekkende studie.

 

Eigenschappen

 

De geloofbelijdenis van Nicea noemt vier eigenschappen van de kerk: heiligheid, apostoliciteit, katholiciteit, eenheid. Die zeggen wat de kerk is. Ze vormen samen het wezen van de kerk. Geen van deze eigenschappen kan worden gemist. Als dat het geval is is zij geen kerk meer. Zonder katholiciteit dus geen kerk. Trouwens ook zonder eenheid niet maar daar moeten we het een andere keer over hebben.

De kerk met deze eigenschap is de kerk die God in het leven heeft geroepen.

Die ene heilige apostolische en katholieke kerk is een wonder. Dat blijven we met de Oude Kerk geloven, desnoods tegen de klippen op.

De Reformatie heeft daar aan toegevoegd de leer van de kenmerken van de kerk. Die helpen bij het vinden waar de kerk is. Voldoet de claim van kerk terecht aan bijvoorbeeld katholiciteit?  Er zijn normen voor de kerk. Kenmerken en eigenschappen hangen samen.

 

Kwantitatieve en kwalitatieve aspecten

 

Katholiciteit betekent: betrekking hebbend op het geheel, op het geheel betrokken. De kerk is van alle plaatsen, alle mensen, alle tijden, alle sociale posities. Van het begin van de wereld tot het einde. Van Oost en West, van arm en rijk, mannen en vrouwen.

We noemen dit het kwantitatieve aspect van katholiciteit.

Vincentius van Lerinum, vijfde eeuw na Christus, formuleerde het als: wat altijd overal en door allen is geleerd. Dus niet alleen in een bepaalde plaats, er moet ook consensus zijn.

Daar moeten we niet minachtend over doen. Alle naties en talen behoren tot het volk van God. Het omspant de eeuwen. Ook al die mensen op het Sint Pietersplein bij de introductie van Franciscus, in aantal meer dan de hele GKv samen. Dat geeft een heleboel te denken: Wie doet recht aan de katholiciteit van de kerk: de Rooms-katholieke kerk of wij?
 

Een tijd geleden heb ik de katholiciteiteffectrapportage ingevoerd. Dat wil zeggen dat bij besluiten nagegaan moet worden of ze de afstand tussen de kerken vergroot en zo schade doet aan de katholiciteit van de kerk of niet. Hoe Bijbels besluiten ook gefundeerd lijken, als dat het geval is: niet nemen dus, of er op terugkomen.
Katholiciteit is kostbaar want een gave van de Heer aan zijn kerk. We kunnen haar alleen tot onze grote schade en schande verwaarlozen. Tegelijk moeten we daar niet bij stil blijven staan. Want we moeten ook de meerderheid in het kwaad niet volgen. Er zijn oude en nieuwe dwalingen. De formule van Vincentius is een deelwaarheid. Het kwantitatieve mag niet geminacht worden maar het is niet het een en al.

 

Er is namelijk ook een kwalitatief aspect. Ignatius van Antiochië (2de eeuw) zei: Waar de bisschop is, is het kerkvolk, zoals waar Christus is, de katholieke kerk is.

Het gaat om de inhoudelijke betekenis van katholiciteit, en die betreft heel vaak niet alleen de plaatselijke kerk maar ook de wereldkerk die leeft bij de volheid van het evangelie van Christus.
Cyrillus, bisschop van Jeruzalem (4de eeuw), onderscheidde vijf elementen van katholiciteit. Twee kwantitatieve noemden we al, de andere drie zijn: de gehele leer van zichtbare en onzichtbare dingen, de kerk geneest alle zonde, en zij bezit van alle deugden en geestelijke gaven. Dit zijn kwalitatieve aspecten.

Het evangelie bevat een rijkdom aan waarheid. Het gaat over God die zonden vergeeft, over het einde van de wereld, over schepping en heiliging, over politiek en maatschappij. Het spreekt van het werk van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. De volle waarheid is aan de kerk gegeven. In de katholieke kerk wordt de lengte, de breedte, de hoogte en diepte van Gods liefde geprobeerd te verstaan.
We moeten het kwantitatieve en kwalitatieve aspect van katholiciteit bij elkaar houden. Beide zijn onopgeefbaar.

 

Afgrenzing
 

Katholiciteit betekent ook afgrenzing van zowel kwantiteit als kwaliteit. Want het gaat om de volheid van het Woord en niet om allerlei particulier ideeën. Niet maar alles is goed. Sektarisch denken moet worden uitgesloten. Het trekken van grenzen is nodig. Hoe bepaal je dat? De universele traditie vraagt vanaf het begin het maken van geloofskeuzen. Er moet gebroken worden met dwaalleer. Zelfs concilies kunnen dwalen.

 

De roomse kerk heeft na eeuwen discussie zich via het leergezag eenduidig afgegrensd. Als de paus ex cathedra spreekt dan is daarmee de zaak beslist. Dat is een heel progressieve opvatting van katholiciteit. De paus bepaalt wat de katholieke traditie is, hoewel er wel verrassende nieuwe elementen in dogma's kunnen worden opgenomen.

Als protestanten wijzen wij dit menselijk leergezag af. Eén is uw Meester en gij zijt allen leerlingen, zelfs de paus.

 

De grieks-orthodoxie baseert zich op de zeven oecumenische concilies. Maar er is wel ontwikkeling mogelijk en die heeft zich ook voorgedaan. Echter waar blijft de mogelijkheid van nieuw profetisch getuigenis? Is er geen norm die er boven uit gaat?

Door de Reformatie is de begrenzing gevonden in de Heilige Schrift. Zij meet haar leer af aan de Heilige Schrift. Daar is de katholieke kerk aan te herkennen. En dat niet formeel maar inhoudelijk gevuld. Kijk naar de belijdenissen die de leer van de Schrift samenvatten en onder het Woord staan en zo bindende kracht kregen. Zo wordt voorkomen dat eigen opvattingen met de Schrift aan de haal gaan.  

We kunnen nog een stap verder gaan. Naar Kol. 2:9 hebben we alle goddelijke schatten van liefde en heerlijkheid in Jezus Christus als de gekruisigde, 1Kor. 2:2. De volheid van het evangelie ligt in Hem, de gekruisigde Heer. Hij is de levende Heer. Hem is alle eer geschonken. Hij bepaalt de katholiciteit van de kerk en trekt de grenzen.

 

Ruimte

 

Katholiciteit betekent behalve begrenzing ook ruimte, vooral ruimte. Daar mag je in ademen. Niet te dicht op elkaar staan want dan zou je elkaar de adem kunnen benemen Niet alles gaat op dezelfde manier, op dezelfde wijze. Ruimte is er voor verschil in cultuur, verschil in tijd, herontdekking van schatten uit het verleden, vernieuwing, voor ethische verschillen..

Dogmatiek is de systematisch omschrijving van wat de leer inhoudt, van wat ons is geopenbaard. Maar tegelijk blijft het een geheimenis, onuitputtelijk, ondoorgrondelijk, onbegrijpelijk, Rom. 11. We hebben elkaar nodig om meer te leren begrijpen. Samen met alle heiligen kunnen we het totaal nog niet overzien. Daarom moeten we elkaar ruimte geven.
Neem als voorbeeld God de Drieëne. Een in wezen en toch drie Personen. Wie kan dat begrijpen? Daarom moet er heel veel ruimte zijn in het spreken erover. Er kan een accent gelegd worden op de leiding van God de Vader en de schepping, of op de zonde en verzoening door God de Zoon en zijn kruis of op de gaven en kracht van God de Heilige Geest. Dat noemen we 'trinitarische spreiding. Het geloofsleven is niet in één model te vatten. Maar wel is van alles Jezus Christus de Gekruisigde het centrum. Hij is de Heer der Heren. Als dat niet meer het geval is dreigt er scheefgroei. 

Hebben we elkaar wel voldoende ruimte gelaten? In de verbondstheologie als gave, in het werk van de Geest, in de toeëigening van het heil en ga zo maar door? Hebben we gedacht dat we het wel ongeveer wisten hoe het in elkaar steekt? En elkaar teveel gebonden? Laten ademen in de ruimte van Gods openbaring. Hem prijzen om zijn onuitputtelijke rijkdom.

 

Het gaat om het mysterie zoals dat in 1Tim. 3:16 ons is geopenbaard: die Zich geopenbaard heeft in de het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid. Wie begrijpt dit alles? God als mens geboren, zijn leven op aarde, de transfiguratie op de berg, aan het kruis gestorven, opgestaan uit de doden, naar de hemel gevaren, zijn Geest gestort en Hij zal weerkomen op de wolken en alle tong zal Hem belijden.

 

Laat ieder zijn eigen accent leggen in zijn geloofsbeleving. We moeten elkaar ruimte laten om te kunnen leren. Binnen de grenzen kun je ruim ademhalen, wereldwijd en over de eeuwen heen. Moeten wij de Orthodoxie kapittelen of moeten wij aanvaarden dat zij accenten leggen die wij allang vergeten waren?

Moeten gereformeerden en evangelischen elkaar de tent uitvechten omdat de een meer van de werking de Geest denkt te hebben begrepen dan de ander? We moeten elkaar bewaren voor sektarisme door steeds te wijzen op Jezus Christus. Laten we voluit genieten van de ruimte van het evangelie en de ruimte in de katholiciteit van de kerk.

 

Katholiciteit van het christendom

 

Je kunt niet goed van de katholiciteit van de kerk spreken zonder de katholiciteit van het christendom. In 1888 zei Herman Bavinck al dat de katholiciteit van het christendom veronderstelt dat het een wereldgodsdienst is. Het gaat immers over alle tijden en alle plaatsen? De dienst die ieder mens beheerst en al Gods schepselen omvat. God de Vader die alle zichtbare en onzichtbare dingen geschapen heeft. Christus die de zonden van de gehele wereld verzoent. Hij is ieders Heer. En zijn Geest die de levensgeest is van elk schepsel. Als de kerk daarop gericht is is het een katholieke kerk. Maar als het intern gericht is kan het nooit een katholieke kerk zijn. Er is voor ieder mens één God, één Middelaar Jezus Christus de enige weg tot behoud en één scheppende Geest van de Vader en de Zoon.
De kerk moet binnenstebuiten: van het eigen belang van de eigen kerk naar de ruimte van de wereldkerk. Want zo lief heeft God de wereld gehad, Joh. 3:16. Alleen zo kan de kerk kerk zijn.
Geweldig dat God dat aan ons geven wil. 

 

Wordt vervolgd.

 



[1] Inmiddels is er op 1 november 2013 een tweede gemeenschappelijke uitgave van De Reformatie en Opbouw verschenen.

[2] Er is ook een bewerkte versie van prof. Kamphuis' verhaal gepubliceerd in De Reformatie's van  19 april en 3 mei 2013.