Ethiek

Kerkverband

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Landelijke dag Bunschoten (1)

 

Ds. E. Heres
20-10-12

 

Het was een bijzondere dag, die zaterdag de 29e september in de Immanuëlkerk in Bunschoten Spakenburg.  Rond de vijfhonderd mensen hadden gehoor gegeven aan de oproep van de organisatoren, predikanten die verbonden zijn aan de website ‘gereformeerdekerkblijven.nl’. Er werd een bemoedigend woord gesproken door dr. J.W. Veltkamp, met Jozua 1 als uitgangspunt. Zijn betoog was een oproep om gereformeerd te blijven. ‘Ecclesia reformata semper reformanda’. Tot de Jongste Dag zal de strijd blijven om vast te houden aan héél de Schrift. Er is moed voor nodig, zei hij, om gereformeerd te blijven en bij alles te blijven putten uit het Woord van God. Treffend citaat: ‘Ook wij willen graag door de mensen aardig gevonden worden’.  Inderdaad, de verleiding kan groot zijn om ter wille van de gunst van de mensen ‘de puntjes niet meer op de i’ te zetten, als het gaat om het vasthouden aan Gods Woord

Prof. dr. J. Douma wees er in zijn toespraak op dat hij zich via de gereformeerde kerk verbonden weet aan de christelijke kerk van alle eeuwen. Over het gereformeerde karakter is er vanaf de Reformatie altijd strijd geweest. ‘Die strijd’, zei de emeritus-hoogleraar,  ‘moet je willen aanvaarden’.  Hij noemde het een wonder als er géén verval is. Hij riep op om niet te zwijgen als er geestelijk verval intreedt. Moet je de vrede bewaren? Ja, maar er zijn zaken die strijd nodig maken. Prof. Douma deed er zijn beklag over dat de meerderheid in de GKV niet wil weten van de pijn en de moeite en van de verontrusting over de situatie in de GKV, waar op deze dag uiting aan wordt gegeven.

De organisatoren van de landelijke dag realiseren zich gezien te worden als ‘lastposten’.

 

Toen ik die uitdrukking hoorde uit de mond van prof. Douma moest ik toch wel heel sterk denken aan de vorige Landelijke dag, die óók in Bunschoten Spakenburg gehouden is.

Toen in de Noorderkerk.  Toen, zes jaar geleden,  zijn dezelfde woorden gebruikt. ‘Verontruste broeders en zusters worden gezien als lastposten’.

Dat brengt mij dan ook bij mijn eerste opmerking, die ik maak bij deze Landelijke dag.

Op geen enkele wijze is herinnerd aan de vorige Landelijke dag, die op 23 september 2006 is gehouden. En dan te bedenken dat de meesten van de organiserende predikanten er toen ook bij betrokken waren! Toen, in 2006, waren de ontwikkelingen binnen de GKV ook al zorgelijk en stond het water de verontruste broeders en zusters al tot de lippen. Twee jaar daarvoor was er ook al een Manifest geschreven door acht verontruste predikanten.

Ik betreur het dan ook dat prof. Douma met zoveel woorden zegt dat de strijd nú pas begint!

Dat is een treurige miskenning van de werkelijkheid.

Zeker, we mogen er dankbaar voor zijn, dat nu ook prof. Douma zich schaart aan de zijde van hen die om Godswil strijd moeten en willen voeren om gereformeerd te blijven.

Maar waarom is er geen oog voor dat die strijd al vele jaren gevoerd moest worden?

Ik beperk me nu maar even tot wat er in Dalfsen gebeurd is.  Daar is een afgescheiden gemeente gekomen die zich in een ‘Verklaring’ uitvoerig verantwoord heeft voor de kerkelijke stappen die gezet moesten worden. Wij hebben ons in arren moede genoodzaakt gezien ons vrij te maken van kerkelijke besluiten en van de koers van de GKV en moesten verder als Gereformeerde Kerk Dalfsen (dolerend).

Ik meen dat we (hadden) mogen verwachten dat de broeders van ‘gereformeerdekerkblijven’ zich (zouden) confronteren met de inhoud van deze Verklaring. Collega’s van de groep van ‘de acht’ verontruste predikanten hebben in 2010 gezegd dat zij het eens waren met 95% van de inhoud van de Dalfser Verklaring.

Dan klemt de vraag: Waarom wordt er nu, in 2012, niet meer gesproken over o.a. de openstelling van het Heilig Avondmaal voor gasten die geen kerklid zijn en over de ontkrachting van het zevende gebod?

 

Prof. Douma sprak in Bunschoten uit dat een eventueel kerkelijk besluit waardoor de volwassendoop op gelijk niveau zou komen als de kinderdoop voor hem een grens is waar hij niet over wenst te gaan. Een kerkelijk besluit!   Maar prof. Douma weet toch ook wel van de kerkelijke besluiten die allang genomen zijn! Zoals bijv. het besluit van de GS van Zwolle-Zuid (o.a. Acta, art. 104, 105), waarin gegrond bezwaar tegen Schriftkritische publicaties  van theologen die verbonden zijn aan de Theologische Universiteit te Kampen, werd afgewezen. 

Kijk, als er alleen maar sprake is van een dreiging van verkeerde kerkelijke besluiten, dan kan ik me voorstellen dat je de oproep doet om je voorlopig nog niet af te scheiden van de GKV.

De werkelijkheid is dat al vele jaren op verschillende terreinen de gezonde leer van het Woord van God en de daarop gebaseerde gereformeerde belijdenis is losgelaten. En dat deze ontwikkelingen zijn vastgelegd in synodebesluiten of mogelijk gemaakt door synodebesluiten.

Prof. Douma suggereerde in de loop van de vergadering dat zij die zich al afgescheiden hebben van de GKV dit gedaan hebben vanwege de besluiten inzake het 4e gebod (de zondag als rustdag). Ik zou zeggen, de professor weet wel beter. Er was, en er is nu, veel meer aan de hand. Het zou goed zijn dat ook openlijk te zeggen.

 

Een belangrijk moment tijdens de Landelijke dag was het uitreiken en het voorlezen van een Verklaring. Deze Verklaring is ook gepubliceerd op de website ‘gereformeerdekerkblijven.nl’.  Uitspringend punt is natuurlijk het dringende advies om zich niet af te scheiden van de GKV, hoewel anderen dat al wel gedaan hebben. Slechts één zin wordt gewijd aan hen die zich hebben afgescheiden: ‘Anderen deden dat reeds’. Terecht is er bij de bespreking op gewezen, dat er zo weinig aandacht is gegeven aan de ‘afgescheiden broeders en zusters’. Zo is het ook, we hadden mogen verwachten dat de broeders in Bunschoten zich zouden confronteren met de argumenten van hen die al moesten vertrekken uit het kerkverband van de GKV. Nu volstaat de ‘verklaring’ met deze ene zin: ‘Maar ons van deze kerken afscheiden kunnen we pas nadat we alles hebben gedaan om verontrustende ontwikkelingen te stuiten.‘  Onbegrijpelijk, als je bedenkt hoeveel er in de afgelopen tien jaar gebeurd is. 

Onbegrijpelijk is ook het advies dat in Bunschoten gegeven is aan verontruste GKV-leden, voor wie het onmogelijk is geworden de eigen diensten nog te bezoeken. Aansluiting zoeken bij een zusterkerk waar het nog minder erg is, is aanbevolen als een (tijdelijke) mogelijkheid.

In werkelijkheid onderstreept dit advies alleen maar de verwording van het kerkverband.

Als je de kerkdiensten in je eigen gemeente niet meer kan bezoeken en het Avondmaal niet meer kan meevieren, dan moet er wat anders gebeuren dan uitwijken naar een genabuurde zusterkerk. Dat weet iedereen die leeft met het Woord van God, de Schriftuurlijke belijdenis en de gereformeerde kerkorde.

 

Verder maak ik een opmerking over het begrip ‘kerkisme’ dat in de Verklaring en ook tijdens de Landelijke dag gehanteerd is. ‘Kerkisme, als versmalling van wat gereformeerd mag heten, moet onderkend worden’, schrijft de verklaring. En in zijn toespraak zag prof. Douma zich blijkbaar geroepen om zich nadrukkelijk te distantiëren van ‘het kerkisme dat ons parten gespeeld heeft’.  Bij het horen van zulke woorden wordt het duidelijk dat er dan wel helderheid moet zijn over het begrip ‘kerkisme’. Met ‘kerkisme’ is m.i. bedoeld dat het kerkinstituut verheerlijkt wordt zodat het a.h.w. boven de HERE Zelf en boven Zijn Woord komt te staan. Als prof. Douma bedoelt dat je je moet keren tegen verafgoding van het eigen kerkverband, dan ben ik het met hem eens. Maar ‘gereformeerd  kerkbesef’ is geen kerkisme.

En het serieus nemen van de artikelen 27 t/m 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, is geen kerkisme. Treurige werkelijkheid is, dat binnen de GKV van gereformeerd kerkelijk besef nog maar weinig te bespeuren is. 

Ik zou de broeders van ‘gereformeerdekerkblijven’ willen vragen: is het blijven in een kerkverband, waar de HERE je niet meer roept, niet een vorm van kerkisme?   

 

Terwijl de landelijke dag van 29 september enerzijds veel teleurstelling geeft, wil ik hier toch opmerken dat ik anderzijds dankbaar ben voor het feit dat deze dag gehouden is. Ik heb bemoedigende dingen gehoord. Er waren goede contacten met verontruste GKV-ers in de wandelgangen. Ik heb prof. Douma publiek horen zeggen, dat hij ermee gestopt is om de afgescheiden broeders en zusters van de GKV te veroordelen als sektarisch en valse kerk, alleen al vanwege de situatie binnen de GKV. 

Er is meer te zeggen. Voor nu houd ik het bij deze opmerkingen. Het is mijn hartelijke hoop en gebed, dat de HERE ook deze ‘steen in de vijver’ gebruikt voor Zijn kerkvergaderend werk. Zodat allen bijeen worden gebracht die de HERE naar zijn complete Woord willen dienen.