Knikkende knieën of rechte ruggen 7
D.J. Bolt
18-06-22
De vorige keer hebben we aandacht besteed aan het preadvies van prof. Peels dat hij op de christelijke gereformeerde synode gaf inzake deelname aan de zgn. Nationale Synode en de Raad van Kerken. Onmiddellijk na hem besteeg dr. A. Huijgen, hoogleraar systematische theologie, het spreekgestoelte en gaf zijn preadvies. Is zijn bijdrage op een andere leest geschoeid dan dat van prof. Peels?
We hebben ook van zijn verhaal een transscriptie gemaakt en willen op dezelfde manier daar enige opmerkingen bij maken en commentaar op geven, ter onderscheiding weer ingesprongen.
Tenslotte ronden we deze 'gesprekken' af met enkele (zeer) opmerkelijke reacties op deze synode.
Preadvies prof. dr. A. Huijgen
Uitgesproken op 19 april 2022
Prof. Huijgen: Mijn betoog ligt in het verlengde van wat collega Peels heeft gezegd.
Van ouds zo zijn onze kerken bekend, zo heeft een van mijn voorgangers prof. Van der Schuit dat gezegd als de kerken van de drie verbonden. Inmiddels zijn we de kerken van de twee rapporten. Bij elk thema komt er een meerderheidsrapport en een minderheidsrapport. En als we niet oppassen zijn we op weg om de kerken te worden van de ene absolute waarheid. De ene-ware-kerk gedachte die we bij Kuyperianen zo lange tijd hebben weten waar te nemen en te bekritiseren. Ik ben bang dat die van ons bezit heeft genomen. En daar wil ik u voor waarschuwen.
Als van oorsprong betrokken GKv-er voelen we hier een steek onder water: Die vrijgemaakten met hun absolute waarheden en hun (vermeende) wij-zijn-de-enige-ware-kerk-idee, daar hadden wij christelijke gereformeerden toch nooit last van in het verleden. Zo klinkt het ongeveer hier weer voor ons. Maar goed, we zijn er aan gewend geraakt.
Wel vragen we ons af welke 'absolute waarheid' het CGK-denken beheerst zodat tot op de dag van vandaag elk initiatief tot kerkelijke eenwording met andere gereformeerde kerken niet van haar kan worden verwacht. Of gloorde er toch hoop aan het eind van deze bewogen synodezitting?
We gaan het zien.
Prof. Huijgen: Ik heb zojuist naar br. Van der Zwan gehoord en wil hem niet op woorden vangen maar het lijken mij typerende woorden die je vaak hoort. En dan hoor ik dat er meer vervreemding is dan herkenning. Wat voor taal spreken we dan? Dan spreken we de taal van wat er direct in ons opkomt. We spreken ten hoogste de taal van de sociologie maar misschien ook niet meer dan de taal van de onderbuik. 'Ik herken me in die ander'. En wat is daar nou de waarde van dan? Herkende de jood Petrus zich in die heidenen? Nee, natuurlijk niet. maar ze waren wel één in de ene Heere Christus. Als Paulus de Korintiërs schrijft dan zegt hij niet 'ja maar we herkennen, we kennen elkaar, we lijken toch een beetje op elkaar'. Maar dan vraagt hij ze 'is Christus gedeeld?'. En die vraag zou ik eigenlijk gewoon in ons midden neer willen leggen, is Christus nou gedeeld? Zodat je een stukje Christus hebt met de gereformeerde belijdenis en dan heb je een stukje Christus daarbuiten. Ik ben bang dat het voor velen van ons zo werkt.
De CGK wordt geroemd om zijn 'mildheid', zo sprak prof. Peels in zijn preadvies. Maar die is hier bepaald niet te merken, als oprechte zorgen van commissieleden worden weggezet als 'sociologisch bepaald' en voortkomend uit 'onderbuikgevoelens'. Neem je elkaar dan wel echt serieus?
We zijn blij dat, in tegenstelling tot prof. Peels die dat hardnekkig probeerde te ontkennen, prof. Huijgen in elk geval hier ronduit erkent dat het gaat om Bijbelse eenheid, eenheid in Christus. Nee, Christus is niet gedeeld. En, voegen wij daaraan toe, zouden we rondblikkend meerdere ware kerken ontwaren die de kenmerken vertonen zoals we naar de Schrift belijden in o.a. NGB 27-29, dan is het zaak elkaar volhardend te zoeken, én te vinden.
Díe eenheid wordt niet gemanifesteerd door vriendelijke woorden te roepen over hoge kerkmuren heen of met religieuze ervaringen in 'kerk'-diensten op campings in Verweggistan.
Het gaat om de eenheid van Christus' Lichaam. Echte eenheid vind je rond de kansel, bij de doop en aan het Avonmaal. Daar waar je in Christus aan elkaar gegeven bent, samen de Heere liefhebt en dient, voor elkaar zorgt. Als dat Lichaam ten onrechte gescheurd is, of volhardend verscheurd geláten wordt, dan is dat zonde, en een schande, een aanfluiting voor het oog van de wereld.
En weer die prangende vraag: waar staan de CGK? Hoe is het te verantwoorden dat de CGK in de meer dan een eeuw van hun bestaan, weliswaar op papier de noodzaak van kerkelijke eenheid hebben beleden, maar nooit tot initiatieven kwamen, laat staan tot daden? Zou dat niet onvermijdelijk leiden tot verdwijnend kerkbesef onder ouderen maar vooral ook onder jongeren? Zou het niet mede een verklaring kunnen zijn van het door Peels gesignaleerde vertrek van honderden jongeren uit zijn kerk naar 'geen kerk'?
Nog iets opmerkelijks.
Bestaat 'n stukje Christus mét en een stukje zónder gereformeerde belijdenis'?, vraagt Huijgen. Dus gereformeerde kerken die van Christus zijn, en niet-gereformeerde kerken die er ook van overtuigd zijn van Hem te zijn. Dus iedere 'soort' kerk z'n eigen Christus partikel, Christus in stukjes gedeeld? Paulus geeft inderdaad een volstrekt helder antwoord: nee.
We zien hier opnieuw dat het Huijgen (terecht) om eenheid gaat. Maar weer wreekt zich het christelijke gereformeerde kerkbesef. We zeggen het even rechtuit: voor eenheid in Christus doen uiteindelijk kerkmuren er niet toe, ook niet de gereformeerde belijdenis, dat is een specialité de la maison. Met als kenmerkend gevolg het koesteren van eigen kerkinstituut, zonder veel stimulans tot kerkelijke eenheid.
Prof. Huijgen: Maar als je werkt met de manier van herkenning - bij herkenning dan halen we banden aan en bij vervreemding dan juist niet - dan leer je dus ook nooit wat nieuws. En dan als je die waarheid in pacht zou hebben dan ga je die dus ook niet delen met de mensen die die waarheid nog niet kennen. Dan zoek je de gelijkgezinden op en dat is, ik zeg dat toch maar zo, dat is een recept voor sektarisme.
Het valt te prijzen dat prof. Huijgen op kennisvermeerdering uit is want ook een professor is nooit volleerd, integendeel, zoals prof. Peels op de synode bij zijn reactie de emeritaatsverlening zei. En het delen van het geloof dat we belijden is een dringende, opgedragen taak.
Maar wat we niet goed kunnen plaatsen is, waarom Huijgen hier toch wat denigrerend lijkt te spreken over zijn belijdenis als 'de waarheid in pacht' hebben. Van hem, zeker als hoogleraar van zijn kerken, mag toch verwacht worden dat hij staat voor zijn geloof als daar beleden. En vele ketterijen afwijst, niet omdat hij pretendeert 'de waarheid te pachten' te hebben, maar omdat hij overtuigd is dat de confessies van zijn kerk in alle delen de Schrift naspreken.
Kortom, welke bepalende plaats nemen de gereformeerde confessies in in Huijgens geloof?
Prof. Huijgen: Hoe kan het dan wel?
Katholiciteit. Van J.H. Velema heb ik, hebben wij met elkaar geleerd: 'wij zijn niet rooms maar wij zijn wel katholiek'. Nou was ik laatst op een rooms-katholieke bijeenkomst. Binnen de RKK is een zgn. synodaal proces aan de gang dat betekent: de gewone gelovigen moeten ook worden gehoord en ironisch genoeg nodigden ze daarvoor theologen van andere kerken uit om daar hun visie op te geven. En ik mocht iets vertellen hoe het bij ons protestanten - er was niemand van de PKN, ze hadden mij uitgenodigd - hoe bij ons, protestanten, synodes werken. En ik heb ze het eerlijke verhaal verteld, denk ik, hoe dat werkt en hoe dat niet werkt.
Even tussen haakjes. We kunnen ons voorstellen dat deze roomsen graag Huijgen uitgenodigden. Want sinds hij het boek Maria met o.a. een uitgebreid pleidooi voor Maria devotie het licht zien wordt hij hoog geprezen door de religieuze pers en is hij 'een factor van betekenis geworden in de protestants-roomse oecumene'. Zie het artikel Maria in deze editie.
Prof. Huijgen: Er was een RK spreker die uitlegde wat hij verstond onder katholiciteit. En wat hij zei kwam er eigenlijk op neer dat katholiciteit, dat zit hem niet zozeer in het instituut maar zit hem in de attitude. Het was een rooms-katholiek die dit zei. Bij mij ging het licht aan, nu gaat het licht even uit. Het is een kwestie van houding, ben je nou bereid om te zoeken naar wat bindt met die ander of ben je geneigd om je eigenheid te behouden. Nou, daar staan we voor met elkaar. Ik denk dat het niet zonder reden is dat juist collega Peels dit punt zo onderstreept, nou ja, ik doe ook mijn duit in het zakje.
We kunnen ons goed voorstellen dat bij deze roomse gedachte het licht werd in Huijgens hoofd. Want met deze roomse idee over katholiciteit kan iedereen mooi in zijn eigen instituut blijven, immers het gaat niet om de katholiciteit van de kerk maar om die van jou als persoon. Als je maar breed kunt denken en respectvol praten over eenheid in Christus, dwars door en over kerkmuren heen, kun je blijven zitten waar je zit en hoef je je niet gedrongen te voelen tot katholieke eenwording.
Even scherp: de houding van (eindeloos) zoeken naar wat verbindt is bepalend. En daarbij niet teveel over 'eigenheid' praten want dat verdeelt. En vanuit de 'middenpositie' van het CGK instituut kun je je zó aanzien-lijk manifesteren in de religieuze wereld van vandaag.
Maar naar ons weten is katholiciteit een eigenschap van de kerk. We belijden toch één katholieke, dat is algemene kerk? Het is volgens onze belijdenis een vergadering van ware (ook dat) gelovigen. Ter vergelijking: je kunt als man en vrouw living apart together willen leven, dus hij hier en ginds zij, en dan denken 'we zijn één hoor, maar het is geen huwelijkse eenheid meer.
Prof. Huijgen: Als je om je heen kijkt in de wereld van vandaag en dat zal verschillend liggen in de verschillende kerkelijke gemeenten die je dient, maar als je de seculiere wind voelt die waait in ons land vandaag, dan kun je ervoor kiezen om je terug te trekken daar waar het veilig voelt met die enkele gelijkgezinden die er nog over zijn, en langzamerhand minder te worden en te sterven.
Het gaat niet om gelijkgezinden maar om kinderen van God die Hem met een waar geloof aanhangen. Die zó één zijn in Christus, naar zijn geboden leven en in liefde samenwonen. Tot eer van God de Drie-enige.
Laat de kerk maar schaapskooi zijn die beschutting biedt tegen die gure seculiere stormwind. Waar Christus de grote goede Herder is en waar zijn onderherders, geen huurlingen zijn. Herders die ramen en deuren bewaken tegen dieven en rovers. En laten ze de schapen trainen zodat ze de stem van de Herder goed kunnen onderscheiden van het zoet gefluit van vogelaars, Joh. 10.
Prof. Huijgen is bang voor getalsmatig klein worden en (uit)sterven. We kunnen met hem meevoelen, het is geen aanlokkelijk vooruitzicht. Maar het is wel het 'voorland' voor Gods kerk, zijn volk. In de laatste dagen heeft de kerk niks meer te vertellen in de samenleving, en worden de laatste twee getuigen doodgeslagen op de straten van Sodom en Egypte. Maar geen nood, ze staan weer op (Openb. 11:11). Dat is het Bijbels perspectief!
Laat daarom 'het kleine getal' en seculiere winden niet verleiden tot onverantwoorde activiteiten en depressieve gedachten. Want Christus overwint en wij met Hem, als we zijn getuigenis bewaren! Dat betekent ook, geen kracht zoeken in allerlei kerkgenootschappen waar vrijzinnigheid vrij spel heeft, tot zelfs ontkenning van het bestaan van Jezus Christus.
Prof. Huijgen: Je kunt ook zoeken naar waar je mensen vindt die ook Christus belijden, goed ze zijn anders, ze hebben heel andere gewoonten. Kerkelijke eenheid is ver weg maar wat kun je elkaar vinden in het getuigenis voor de samenleving. En echt die manier van denken, die manier van geloven heeft naar mijn vaste overtuiging de toekomst: de netwerk samenleving.
We vragen ons (weer) af wat de inhoud is van zo'n 'getuigenis voor de samenleving'. Wat blijft erover van een echt Bijbelse inhoud, gezien de kloven ('kerkelijke eenheid ver weg') die er niet voor niks bestaan tussen zijn kerken en de kerkgenootschappen waaruit hij zijn steun wil rekruteren. Mag 'geloof begint bij jou', zoals de remonstranten roepen en adverteren, er bijvoorbeeld een onderdeel van zijn? Dat is toch in strijd met de kern van het christelijk geloof waar ook Huijgen ja en amen op heeft gezegd?
En dan hebben we het nog niet gehad over de gure seculiere stormvlagen op ethisch gebied, zoals de promotie van seksuele losbandigheid, homo'huwelijk', transgenderisme, abortus en euthanasie, waardoor onze samenleving steeds meer verwildert (zie ook het artikel Verwildering in deze editie). Dáár zou toch een krachtig getuigenis tegen moeten worden gehoord? Naar onze inschatting is dat onmogelijk met de nationaal-synodaal samenwerkende kerkgenootschappen. Denk in dit verband aan Mat. 7:22,23.
Prof. Huijgen: De manier van kerkzijn zoals we dat hier nu doen, ja hoe lang houden we dat nog vol. Broeders, u kent in uw eigen gemeente de jongere ambtsdragers, u weet hoeveel tijd u spendeert aan deze synode, wie van de ambtsdragers over twee generaties is bereid om de tijdsinvestering te doen die u nu doet, terwijl we nu al geen secundi kunnen vinden.
We begrijpen het argument. Waarschijnlijk zouden veel synodeleden hun tijd liever anders hebben besteed. Maar hier moet wel iets bij worden opgemerkt.
Prof. Huijgen begon zijn referaat met een grapje over drie verbonden en twee rapporten. Kennelijk was het niet mogelijk dat de synodecommissies met gezamenlijke voorstellen en conceptbesluiten kwamen. Diepgaande verschillen van inzicht en gevoelens verhinderden dat, en dus kwamen er meerderheids- en minderheidsrapporten.
De basale vraag nu is niet 'hoe houden toekomstige jonge ambtsdragers het vol' maar 'waar komen die diepgaande verschillen in de kerken uit voort'? Inderdaad de vraag die prof. Peels indringend stelde: 'Waar staan de CGK eigenlijk voor?' En welke winden (van leer?) waaien er in deze kerken?
Naar ons gevoelen is het de strijd, de worsteling om gereformeerd te blijven die alle energie van de broeders opslorpt. De strijd waaraan niet te ontkomen valt als men Christus wil blijven volgen en Zijn geboden gehoorzamen. Daarom zouden, in plaats van te jammeren over de last van het kerkelijke leven, toekomstige ambtsdragers moeten worden aangevuurd tot de goede strijd – die inderdaad veel tijd en energie kost.
Prof. Huijgen: Waar zijn we als kerken mee bezig, alstublieft, laten we een katholieke attitude aannemen en laten we zoeken naar de eenheid waar dat kan en waar dat mag. Dus van harte, neemt u het meerderheidsrapport niet aan, en ik beveel u van harte het minderheidsrapport aan.
Preses: Prof. Huijgen mag ik u nog even een vraag stellen.
Dat gaat even over het volgende. Ik heb even geaarzeld want op zichzelf genomen mag zo'n preadvies toch ook weer besproken worden en daar geef ik zo ook de gelegenheid voor. Maar u realiseerde zich dat u een groot woord sprak toen u zei, ik zeg het even in m'n eigen woorden, dat het meerderheidsrapport een recept is voor sektarisch denken?
[Huijgen knikt ja].
Dat riep bij mij eventjes de vraag op, ook om recht te doen aan wat er in de vergadering naar voren is gebracht, het punt van zorg. Daar zegt u in uw preadvies eigenlijk niet zoveel over.
[Huijgen knikt instemmend].
Proeft u die en wat zou u daar dan op willen zeggen, oprechte zorg die er kan zijn over wat je dan tegenkomt en waar je dan ook een zeker gevaar vanuit ziet gaan?
Prof. Huijgen: Ja, die zorg werd voldoende verwoord, die hoef ik dus de broeders niet aan te reiken. Ik herken wel zorg dat eh eh dat je iets ziet waarvan je zegt 'ja maar daar ben ik het niet mee eens en daar wil ik me verre van houden'. Maar er is verschil tussen zorg en angst. En angst die hoort in de christelijke gemeente op dit punt geen plek te hebben. Dus als ik daar iets over zeg dan, ja ik herken wel de zorg. Laat ik het zo zeggen, als ik me in bredere kringen begeef, en ik spreek ook wel eens voor vrijzinnige gezelschappen, ja dan kom ik daar allerlei mensen tegen van wie ik denk 'ik denk er totaal anders over dan jij'. Maar ik heb jou wel iets te vertellen en ik kan van die ander wellicht ook nog iets leren. Jawel, waarom niet, we kunnen van de grootste heidenen nog wat leren. Waarom moeten we met zo'n enorme angst erin staan. Uiteindelijk gaat het om scheppingstheologie. Deze wereld is door God gemaakt. We komen nergens of de Geest van God is ons al voor geweest. En in dat vertrouwen mogen we onze positie innemen, hoe klein we ook zijn.
Zeker, deze wereld is door God gemaakt. Maar ook op dit punt gaan de samen 'getuigende' kerken ver uiteen. Want hoe vele zijn niet gecapituleerd voor de ideologie van het evolutionisme waarin voor de Schepper van Genesis 1 en 2 geen plaats is.
De Heilige Geest 'waait' waarheen Hij wil. Het is hoogmoedig als wij menen Hem te kunnen sturen. Tegelijk weten we ook dat de Geest niet overal is en blijft. Hij kan ons verlaten, denk bijvoorbeeld aan Saul (1 Sam. 16:14). We kunnen Hem 'uitblussen (1 Thes. 5:19). Het gaat er om of wij ons door Hem 'in de waarheid' willen laten leiden', Gods geboden willen gehoorzamen. Dat is er niet afhankelijk van of we met velen of weinigen zijn.
Preses: Dank u wel.
Ds. A. van der Zwan, rapporteur meerderheidsrapport
Het valt uiteraard niet mee broeder voorzitter om allereerst een dubbelgepromoveerde broeder vragen te horen stellen die je moet beantwoorden en vervolgens twee hoogleraren op je pad te vinden die je meerderheidsrapport met de woorden pover en armoede, angstig en zelfs dreigend sektarisch benoemen.
Preses: Nou ja, onderschat uzelf niet, dat doen wij ook niet.
Ds. Van der Zwan: Ja, nou, ik wilde eigenlijk alleen maar benadrukken dat wat mij betreft - ik denk dat ik ook namens de andere broeders spreek - dat het in feite helemaal niet zo is dat wij uit angst dit rapport op deze manier hebben opgesteld. Wel uit zorg, maar meer uit overtuiging dan uit angst. Ik sta hier, en dat klinkt een beetje dramatisch, maar als een zoon van de Afscheiding. Die hebben ook iets gezegd in de Acte van Afscheiding over degenen met wie ze zich wel wilden verenigen. En als ik zie hoe bijvoorbeeld in 1892, het na 1892 gegaan is met de kerken waarvan wij als christelijke gereformeerden toen zeiden daar gaan wij ook niet in mee, als ik een eeuw later zie hoe het gegaan is met het politiek oecumenische proces waaruit het CDA voortgekomen is, waar dat soort processen toe leiden dan schaam ik mij er ook niet voor om te zeggen dat volgens mij er heel veel reden is om te zeggen 'we moeten aan deze vorm van verbondenheid zoeken niet verder meewerken'. Laten we liever de kijker naar de andere kant richten en laten we ook niet - dat vind ik wel een belangrijk punt - ook niet alleen maar denken 'we zijn nou een steeds kleiner wordende minderheid, we moeten wel mee, willen we niet sterven', zoals werd gezegd, zo zei prof. Huijgen het net, dacht ik. Dan houd ik me liever bij wat ik in het meerderheidsrapport heb geschreven over de gemeente van Philadelphia: Gij hebt kleine kracht maar gij hebt Mijn Woord bewaard.
Het zal duidelijk zijn dat deze reactie resoneert in ons hart, ondanks dat we wel vragen hebben. Maar die willen we later aan de orde stellen.
Voor nu: ja, alstublieft, richt uw kijker naar de andere kant! Er zijn inmiddels 130 jaren verlopen sinds de Vereniging waarin de CGK haar alleingang (zie onder) ging. Is het niet hoog tijd elkaar (weer) in het vizier te krijgen. En daadwerkelijk te werken aan eenheid die recht doet aan Christus, de Heer van de Kerk? Wat zou daar een getuigenis vanuit gaan voor de samenleving!
Beslissing
De voorstellen van het meerderheidsrapport werden aangenomen. Daarmee zullen de CGK dus niet deelnemen aan de Nationale Synode en de Raad van Kerken.
Reacties
Wij zijn blij met en dankbaar voor deze beslissingen van de christelijke gereformeerde generale synode. Daarmee hebben zij hun gereformeerde karakter op deze punten bewaard. De besluiten vormen een stevige basis om ermee aan het werk te gaan in de kerken. Niet alleen binnen maar ook in de relaties met andere kerken die gereformeerd willen blijven.
Maar het zou naïef zijn te denken dat nu de rust is weergekeerd. Haast integendeel. Want hoe moet het nu verder? Gaan de kerken 'voor vast en bondig houden' (art. 31 KO) wat synodaal is besloten onder aanroeping van de Heere en in gebed om de leiding van de Heilige Geest?
Er zijn nogal verontrustende signalen. We hebben in deze artikelenserie iets laten zien van welke krachten er werken. Zoals eerder vermeld, heeft de grootste CGK gemeente, Zwolle 5000 leden, vrouwen in de ambten bevestigd, al voor de besluiten werden genomen. En nadat de besluiten waren gevallen ging ook CGK Lelystad haar eigen gang en deed hetzelfde. De predikant van deze gemeente (moderamen lid van de synode!) verdedigt haar besluit met de constatering dat de behoefte aan uniformiteit botst met de diversiteit onder lokale kerken, en dan is de laatste bepalend …
Ook de preadviezen van beide hoogleraren laten zien dat er theologisch fors verzet is tegen de koers die de kerk heeft gekozen. Ook de vraag hoe het staat met het onderwijs aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn zal aan de orde moeten komen. Als dat in de geest van de preadviezen is, en zich dus niet conformeert aan de GS besluiten, houden wij ons hart vast.
Samenwerkingskerken
En hoe moet het verder met de zgn. samenwerkingskerken, bestaande uit elke denkbare combinatie van CGK-, GKv-, NGK- en soms ook PKN-leden? In verschillende gemeenten fungeren daar 'gewoon' vrouwelijke ambtsdragers. Hoe kan het ook anders: de NGK heeft al jaren geleden de vrouw-in-het-ambt ingevoerd en de GKv deed het op de GS Meppel 2017
De generale synode verwacht dat haar besluiten op dit punt en andere, geëerbiedigd worden. Terecht natuurlijk.
Maar als zulke gemeenten niet bereid zijn hun beleid te conformeren aan de CGK synodebesluiten wat is er dan eenvoudiger deze spanning op te lossen doordat de christelijke gereformeerde leden overgaan naar bijvoorbeeld de GKv of NGK, al naar gelang de voorkeur is? Het was o.a. de christelijke gereformeerde ds. A. Egas die deze oplossing voor Lelystad suggereerde.
Er kwam een haast woedende reactie van emeritus-hoogleraar van de TUA, dr. G.C. den Hertog. Daarin is het nogal opmerkelijk hoe hij over kerk en kerklidmaatschap denkt. We laten het stuk, een ingezonden in het ND van 8 juni jl. hier volgen. En opnieuw voegen we weer vrijmoedig enig commentaar toe (ingesprongen).
Vragen of een gemeente het kerkverband wil verlaten is funest kerkelijk groepsdenken
Met groepsdenken en -leven in gereformeerde kerkverbanden verloochen en verraad je het geheim van de kerk van Christus.
Gerard den Hertog - emeritus hoogleraar ethiek en dogmatiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn 8 juni 2022
Predikant Anton Egas en enkele andere christelijk-gereformeerden stellen de vraag of het niet de meest eenvoudige en eerlijke oplossing is dat de christelijk-gereformeerde en Nederlands-gereformeerde samenwerkingsgemeente Het Anker uit Lelystad de band met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) doorsnijdt en Nederlands-gereformeerd wordt (ND, 3 juni). De reden is de bevestiging van zusters in de gemeente. Nog tijdens de generale synode heeft Egas al publiekelijk te kennen gegeven ‘uitgepraat’ te zijn.
Het is zeker in de kerk altijd een goede en nodige test zich af te vragen of een manier van denken in overeenstemming is met het bijbels getuigenis. Bij deze oproep kan de uitkomst van een dergelijke proef op de som naar mijn stellige overtuiging niet onhelder zijn. In de eerste gemeenten waren er allerlei diepgaande meningsverschillen en controverses, maar nergens lees ik een oproep als deze, om de band te verbreken.
Zeker, men had nog niet een kerkelijke structuur zoals wij die kennen, maar een oproep aan een gemeente om het wereldwijde lichaam van Christus te verlaten is voor de nieuwtestamentische getuigen ondenkbaar. Er stond in de gemeenten van het Nieuwe Testament veel op het spel. In Korinte werd de verkondiging van kruis en opstanding van Christus van inhoud en kracht ontdaan, maar toch neemt Paulus geen afscheid van hen en verklaart hij niet met hen ‘uitgepraat’ te zijn, maar hij blijft hen aanspreken als ‘geroepen heiligen’.
Een oproep om het lichaam van Christus te verlaten was ondenkbaar.
Vreemd, we begrijpen dit niet. Meent prof. Den Hertog dat de CGK identiek met het lichaam van Christus is? Dus als je van CGK overgaat naar NGK in Lelystad, je Zijn lichaam verlaat? We kunnen ons dat haast niet voorstellen.
We hebben hierboven gezien hoe zijn vroegere collega Huijgen juist in alle(?) kerken samen het lichaam van Christus ziet. Hij haalde óók uit de brief aan de Korinthiërs (i Kor. 1: 13) aan dat Christus niet gedeeld is door het bestaan van verschillende kerken. Ze zijn één in Christus en die eenheid is niet in geding bij een overgang van de ene naar een andere kerk.
Waarom dan toch zo hoog van de toren geblazen tegen ds. Egas?
dwaalleraars
In de oproep van dominee Egas en de zijnen gebeurt dat wel, niet omdat men ontkenning van het hart van het christelijk belijden constateert, maar vanwege de bevestiging van vrouwelijke ambtsdragers. Deze oproep kan helaas niet worden afgedaan als een onbijbelse, ongereformeerde en liefdeloze uitglijder. Ze is voortvloeisel van het spreken van sommigen op en rond de jongste generale synode van de CGK die een volgende, fatale stap zette in een proces dat al langer gaande is.
In een synodestuk werd als vanzelfsprekend geschreven dat bepaalde standpunten naast en bovenop de gereformeerde belijdenis het eigene van de CGK uitmaken. Het hoeft een onbevangen lezer van het Nieuwe Testament niet veel moeite te kosten een dergelijk pleidooi daarin terug te vinden. Men treft het inderdaad aan bij dwaalleraars van diverse aard, die menen dat de kerk aan Jezus Christus als onze rechtvaardiging en heiliging niet genoeg heeft.
Dit is niet mis. Er zou gebonden worden boven of naast de belijdenis, haast een doodzonde in gereformeerde kerken. En de kern van het Evangelie is in geding: rechtvaardiging en heiliging!
Hier zal toch een stevig gesprek over nodig zal zijn, denken we. Is het werkelijk zo dat je als een dwaalleraar moet worden veroordeeld indien je op basis van duidelijk Schriftbewijs bepaalde zaken als zonde moet bestempelen en vraagt de Schrift daarin te gehoorzamen?
Mag er niet gebonden worden aan zaken in de Schrift waarover niets vastgelegd is in de gereformeerde belijdenis? Dus mag elke ketter zijn dwaling vrijelijk beletteren mits hij niet tegen de confessie ingaat? Dat dus, we noemen maar enkele (over)bekende voorbeelden, in de kerk de huidige seksuele transgenderideologie, baas in eigen buik en zelfbeslissing over levenseinde vrijelijk mag worden geleerd, omdat we er niets rechtstreeks over in het gereformeerde belijden kunnen aanwijzen. Maar dan zouden we de belijdenis boven de Schrift stellen, en geen gereformeerd mens wil dat.
Overigens, in de NGB wordt er wél vanuit gegaan dat de ambten vervuld worden door mannen, zie art. 31.
identity markers
Vandaag staat in de CGK inderdaad de vraag op het spel of we nog weten wat kerk is. In de negentiende eeuw zijn Afscheiding en Doleantie ontstaan in een tijd waarin gesproken werd over kerkgenootschappen met hun reglementen. Het heeft zich zeer gewroken dat de hieruit voortgekomen kerkverbanden daarin zijn meegegaan en zich er onvoldoende van bewust zijn geweest dat daarmee een nieuwe lap op een oud kleed werd gezet.
We staan verbaasd! Allereerst over de werkelijk bagatelliserend wijze waarop hier de reformaties van de 19de eeuw worden weggezet. Zeker, het ging óók over door de overheid de kerk opgedrongen reglementen en bestuursstructuren. Maar ten diepste ging het om de gehoorzaamheid aan de Schrift, aan het Evangelie van zonde, genade en verlossing. Gods kinderen werden er zelfs om vervolgd als ze niet mee wilden zingen in het koor van 'de deugd der milde goedheid' maar hun heil alléén bij het kruis zochten.
Alleen zo valt te verklaren dat er een veelheid van gereformeerde kerkverbanden in ons land naast elkaar bestaan, die zich van elkaar menen te kunnen onderscheiden met identity markers die in feite een vorm van - met de mond afgewezen, maar metterdaad in praktijk gebracht - groepsdenken zijn. Zien we niet dat we door zo te denken en te leven het geheim van de kerk van Christus verloochenen en verraden?
Ja, dat zou goed kunnen! En omdat we nu in deze artikelen ons focussen op de CGK zouden we willen vragen aan prof. Den Hertog wat de christelijke gereformeerde identity markers zijn, al die jaren sinds 1892. En hoe die luidden in de tijd dat wijzelf als orthodoxe GKv tot ons grote verdriet door de CGK werden afgewezen, omdat we niet voldeden aan de hoge standaarden die zijn kerken hanteerden voor kerkelijke eenheid met ons.
Betekenen deze veroordelingen van verloochening en verraad dat er in de CGK op dit punt nieuw inzicht is doorgebroken, het misschien tot berouw en inkeer is gekomen? En dat met ds. Van der Zwan 'de kijker een andere kant op wordt gericht', i.p.v. maar de energie te blijven vermorsen in 'samenwerken' met hen waarmee 'de eenheid van het ware geloof' ontbreekt, of om met prof. Huijgen te zeggen: 'kerkelijke eenheid ver weg is'?
Hoe men ook over bepaalde vragen denkt, er is maar één weg voor wie gereformeerd christen wenst te zijn: ons van onze dwaalwegen te laten terugroepen achter Hem die onze rechtvaardiging én onze heiliging is, in Wie heel ons leven ligt. Een oproep als die van dominee Egas en de zijnen is er daarom een waarvoor we de oren gesloten dienen te houden, om ons niet van Christus te verwijderen.
De reactie van prof. Den Hertog blijft verbazen. Wat is toch de reden van deze hoge toon? Immers in het denken van collegae Peels en Huijgen is het niet erg stuivertje te wisselen tussen CGK, GKv en NGK, toch allemaal en samen die ene katholieke Kerk, Lichaam van Christus.
Natuurlijk is het niet fijn dat in de administratie van samenwerkingskerken CGK doorgestreept en vervangen wordt door een acroniem van een van de andere kerken. De CGK verloor al zoveel leden, hoorden we prof. Peels klagen. Maar binnen de samenwerkingsgemeenten zal het waarschijnlijk meestal helemaal geen punt zijn, want men weet vaak niet eens meer van elkaar waar hun kerkelijke oorsprong is, zo lazen we meermalen.
De kerk vierde het pinksterfeest. Er is geen twijfel over mogelijk dat de verhoogde Christus toen door zijn Geest aan alle achterstelling van ‘dochters’ en ‘slavinnen’ beslissend en voorgoed een eind heeft gemaakt.
We hebben het gevoel dat hier de aap de mouw verlaat. Als prof. Den Hertog inderdaad er vast van overtuigd is dat de Heilige Geest de vrouw-in-ambt wil, dan werkt ds. Egas dat met zijn oplossing tegen. Dan zouden immers de ambten in de CGK voorbehouden blijven aan broeders.
En dat lijkt de hoogleraar, net als de andere twee, met lede ogen aan te zien.
Tot zover het ingezonden van prof. G.C. den Hertog.
Afscheiding 1834
In zijn reactie op het preadvies van prof. Huijgen noemde ds. Van der Zwan zich zoon van de Afscheiding. En ja, zo beschouwen 'rasechte' christelijke gereformeerden zich. Bij de scheuring van 1892 bleven zíj trouw aan 1834, en de voortzetting van de oude afgescheiden kerken. In de CGK worden de beginselen van de Afscheiding bewaard, zo kunnen we regelmatig lezen in bijvoorbeeld het blad Bewaar het Pand dat uitgegeven wordt door de zgn.'rechterflank' van deze kerken. Men verafschuwt het geestelijk en kerkelijk leven van De Gereformeerde Kerken zoals dat gestalte kreeg bij de Vereniging in 1892. In het bovenstaande verhaal van prof. Den Hertog zie je dat ook weer even opduiken als hij deze sneer geeft:
'Vandaag staat in de CGK inderdaad de vraag op het spel of we nog weten wat kerk is. In de negentiende eeuw zijn Afscheiding en Doleantie ontstaan in een tijd waarin gesproken werd over kerkgenootschappen met hun reglementen. Het heeft zich zeer gewroken dat de hieruit voortgekomen kerkverbanden daarin zijn meegegaan en zich er onvoldoende van bewust zijn geweest dat daarmee een nieuwe lap op een oud kleed werd gezet.'
De CGK straalt uit de authentieke Afgescheiden erfenis te hebben bewaard terwijl de Gereformeerde Kerken slechts een opgelapte versie van de oude Hervormde reglementenkerk is. Toe maar.
Echter, we kwamen pasgeleden een zeer opmerkelijk artikel tegen in De Wekker, het kerkblad van CGK. Het blad geeft (uiteraard) aandacht aan de ontwikkeling in haar kerken. Zo stond er in nummer 12, 10 juni 2022 een uitgebreid interview met P.J. Vergunst, algemeen secretaris van de PKN/Gereformeerde Bond en de christelijke gereformeerde ds. J.M.J. Kieviet. We hopen later meer aandacht te geven aan de inhoud maar nu alleen dit: de waardering van de Afscheiding 1834.
Een kern uit het interviewgesprek:
'Dat van de aloude Gereformeerde Kerk alleen nog "tot op het bot verdeelde en in veel scherven uiteen gevallen brokstukken" resteren, benoemt Kieviet als "het faillissement van de Afscheiding": "Op veel plaatsen heeft men ook de 'gronden der vaderen' verlaten. Dat vooral is aangrijpend".'
En als ds. Kievit kijkt naar zijn eigen CGK dan verzucht hij
"Een gezamenlijke terugkeer naar de hervormde wortels – dat is mijn heimwee en mijn gebed. () Er is alle reden tot verootmoediging en bekering. Ik las van een landbouwer in Breukelen, een eeuw geleden, die zei 'De Hervormde Kerk ligt verzonken in de schuld. De afgescheiden kerken zijn gebouwd op de schuld'. Daarin herken ik me. Het mes snijdt in mijn eigen vlees als ik met pijn erken dat de Afscheiding van 1834 een voorbarige en onterechte beslissing is geweest."
We hebben even getwijfeld of deze predikant werkelijk de ds. J.M.J. Kievit is die als 'Bewaar het Pand-er' een vaste auteur in het gelijknamige blad is. Maar het kan niet missen.
We staan daarom perplex. Hoe kan het dat een voorman van christelijke gereformeerde stichting Bewaar het Pand (BhP) zo afscheid neemt van 'de beginselen van de Afscheiding' waarmee CGK altijd andere gereformeerde kerken de maat namen? Afscheid van de Afscheiding en dus ook van het bestaansrecht van zijn in 1892 ontstane CGK!
De vragen vermenigvuldigen zich, waarvan de kernvragen zijn, die ook prof. Peels zo indringend stelde:
Waar staan de CGK eigenlijk nog voor?
En daarmee verbonden de vraag:
Hebben zij nog wel bestaansrecht?
Op naar de PKN
Deze vragen worden steeds indringender gesteld. We geven er een voorbeeld van.
Nadat de CGK synode had besloten dat naar de Schrift vrouwen niet toegelaten kunnen worden tot de kerkelijke ambten, publiceerde het ND een ingezonden van ds. J.M. Haak, GKv predikant te Dordrecht.
Eerst geeft Haak een korte schets van de ontwikkelingen in de GKv die tot de vrouw-in-het-ambt hebben geleid. Vervolgens constateert hij
'De meeste mensen in Nederland geloven niet in God. Die setting vraagt om een eensgezind christelijk geluid. Dat is een roeping voor Christus’ kerk. Het mooiste zou zijn om dat te doen in concrete kerkelijke eenheid waarin onderlinge verschillen een plek krijgen'.
En dus
'Het ligt het meest voor de hand dat alle drie de genoemde kerken [CGK, GKv, NGK, djb] de uit gestoken hand van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) aanvaarden. Alle liggingen en standpunten van de genoemde gereformeerde kerken passen immers binnen de PKN. Uiteraard lost dat spanningen niet op. Onderling gesprek is blijvend nodig. Maar dan als één kerk. Maar is deze weg in de praktijk haalbaar?
Hier begint het te wringen. Bij de CGK is alleingang te bespeuren (niet meedoen met de Nationale Synode en Raad van Kerken). Pijnlijk is dat de CGK hiermee trekken gaat vertonen van de GKv toen die in hun meest isolationistische fase zaten.'
Ja, waarom ook niet? Als de Afscheiding onwettig was, de besluiten van de CGK synode tenderen naar sektarisme (Huijgen) en hun positie alleingang als destijds de GKv kenmerkte, kies dan het ruime sop in de PKN. Daar is immers ruimte voor vrijzinnigheid tot orthodoxie, van remonstrants tot gereformeerd, van NeGK tot CGK.
Waar staan de CGK (nog) voor?
En de GKv en NGK?
Tot slot
We zijn deze laatste artikelen begonnen met de constatering dat bij veranderingen in het karakter van kerken veelal theologen voorop gaan. Er zal daarom in de CGK diep moeten worden nagedacht hoe het verder moet als hooggeleerde voorgangers grondig verschillen met de Schriftuurlijke koers van hun kerken, zoals die werd bevestigd in generale besluiten en beslissingen. Het kan toch niet zo zijn dat vanuit m.n. de Theologische Universiteit Apeldoorn nieuwe lichtingen voorgangers worden gevormd die geen boodschap hebben aan synodale besluiten die genomen zijn op basis van de Schrift. Er zal moeten worden doorgesproken voor Schriftverstaan en –uitleg. En veel aandacht ook gegeven aan Schriftuurlijk kerkbesef.
Dat brengt ons op een voornemen voor een vervolg op deze artikelen. Kerkbesef, wat is dat? En wat is het in christelijke gereformeerde ogen? Iemand attendeerde ons op het boek Kerk tussen klem en knoop, van wijlen ds. J.H. Velema, met ere genoemd in de preadviezen. We hebben het uit de kast getrokken en zijn het (weer) gaan lezen de afgelopen week.
Velema besteedt zeer uitgebreid aandacht aan kerkbesef. Het is zijn universele maat waarmee hij de kwaliteit van omliggende kerken doorlicht. En waarmee hij rechtvaardigt dat naar zijn oordeel zijn kerk tóen - en het is nu niet anders - eenzaam in het centrale midden van de gereformeerde gezindte behoort te staan.
Het is een ontdekkend boek om te begrijpen waarom het nooit tot eenheid met CGK kwam en - als de houding van deze kerken niet verandert - er ook nooit zal komen.
We hebben het plan, om bij leven en gezondheid in het nieuwe seizoen eens uitgebreid aandacht te geven aan de inhoud van dit boek. Het kan veel verklaren van het soms raadselachtige gedrag van de CGK. En biedt ook de mogelijkheid een antwoord te geven op de vraag of de hedendaagse CGK nog wel zelf beantwoordt aan de hoge normen die Velema destijds stelde aan andere kerken, o.a. de GKv.
De lezer zal gemerkt hebben dat het bovenstaande veelal een kritische (onder)toon heeft. Maar we willen wel met nadruk stellen dat we ons altijd diep betrokken hebben gevoeld bij de CGK, en nog. Zielsgraag hadden we gewild dat het tot vereniging was gekomen met de gereformeerde kerken vrijgemaakt toen zij nog hun orthodoxe karakter niet waren verloren. We hebben gebeden voor het werk op hun synoden. En gedankt voor verantwoorde besluiten.
We blijven bidden voor daadwerkelijke eenheid van Christus' kerk. Eenheid van allen die hetzelfde kostbare gereformeerde geloof hebben ontvangen.
Onze kijker blijft daarvoor in elk geval ook naar CGK gericht.