Landelijke Dag 2016 - Meditatie Psalm 133
Ds. E. Heres, DGK Dalfsen
05-03-16
Broeders en zusters,
Aan het begin van het middagdeel van deze Landelijke Dag hebben we samen Psalm 133 gelezen. Psalm 133 is een pelgrimslied. Een bedevaartslied.
Het is een psalm, die door het volk van de HERE gezongen werd als ze onderweg waren, onderweg naar Jeruzalem. Dat begrip ‘bedevaartslied’ heeft betekenis voor de hele psalm. Het zet ook dat eerste vers in een bijzonder licht. Vers 1, dat is die bekende mooie zin:
‘Zie, hoe goed en hoe liefelijk het is als broeders ook tezamen wonen’.
Dit eerste vers is wel opgevat als de tekening van de goede sfeer in het gezin. Het gezin waar ouders en de kinderen onderling goed met elkaar omgaan, waar broers en zussen geen ruzie maken. Maar het gáát hier in deze Psalm toch écht over die ándere Familie, het grote gezin van Gods kinderen, de kinderen van Gods volk. De HERE roept Zijn kinderen, om te leven met Hem in het verbond met Hem. Om te leven van Zijn genade.
Vanaf het begin van de wereld roept de HERE Zijn volk…
Maar wat blijkt het samenleven van Gods kinderen kwetsbaar te zijn! Wat is de satan actief om broeders uit elkaar te drijven. Ik denk aan Kaïn en Abel, een kwade geest zette twee broers, twee broeders, tegenóver elkaar, en het liep uit op broedermoord. Ik denk aan Abraham en Lot, twee kinderen van God, maar er ontstond een diepgaand conflict tussen hun herders, en deze twee broeders konden niet meer samen wonen…
Het volk dat uit Abraham is voortgekomen wordt door de HERE geleid uit Egypte en het erfland Kanaän binnengebracht. Maar het ‘als broeders samenwonen’ in het erfland, hoe gaat dat? Wat is er vaak onenigheid ontstaan, tweedracht tussen de broeders. Ze waren als broeders aan elkaar gegeven, maar ze stonden zomaar als vijanden tegenover elkaar.
Wat heeft juist koning David de ellende van de onderlinge verscheurdheid gezien. Toen hij koning werd, werd hij eerst alleen door de stam Juda erkend. Pas na 7 jaar kwam er weer eenheid met de andere stammen.
Zeven jaar van onverkwikkelijke broedertwist.
Bij de opstand van Absalom komt weer de tweespalt tussen broeders boven.
En als David en zijn zoon Salomo gestorven zijn, dan wordt de kloof pas echt diepe werkelijkheid. De 10-stammen in het Noorden stelden zich afzijdig op van Juda en Benjamin…
Maar dat niet alleen, in de tijd van koning Jerobeam kwam ook heel krachtig de eigenwillige godsdienst opzetten … De HÉRE riep zijn volk naar de tempel in Jeruzalem.
Daar was de plaats, die de HERE aangewezen had om Hem te dienen volgens zijn Woord … Maar Jerobeam zei: Het kan ook wel anders. En hij bouwde zijn eigen altaren in Dan en in Bethel….
De HERE riep zijn volk naar de tempel in Jeruzalem, om daar als broeders samen te zijn.
Dát is goed, dat is lieflijk in de ogen van de HERE. Daar waar Gods volk de HERE dient naar Zijn Woord, daar wordt de waarachtige broederschap gevonden!
Eenheid onder Zijn kinderen, gemeenschap der heiligen, dat wilde de HERE niet alleen in de tijd van het Oude Testament. Echte eenheid, dat wil de HERE ook in de tijd van het Nieuwe Testament.
Dat wil de HERE ook vandaag.
Onze Here Jezus Christus bidt in het Hogepriesterlijk gebed voor de zijnen, ’dat zij allen één zijn!’ Als de Here dat bidt dan gaat het om meer dan ‘een beetje geestelijke verbondenheid’…
Vandaag wordt graag gesproken over verbonden zijn in Christus, óver de kerkmuren heen… En dan moeten de verschillen in het omgaan met de waarheid van Gods Woord maar vervallen.
Maar, de Here Jezus zegt in Joh. 17: ‘Heilig hen in uw waarheid’! ‘Uw Woord’, Vader, ‘is de waarheid’! ‘Ik bid voor hen, opdat zij allen één zijn in de wáárheid’!
Dát geeft echte broederschap, als je samen echt wilt staan voor de waarheid van Gods Woord! Echte broederschap, gemeenschap der heiligen, zal gevonden worden daar waar broeders en zusters, samen metterdaad willen staan op dat ene fundament, dat Christus Zelf gelegd heeft, het fundament van apostelen en profeten, dat fundament, waarvan Christus Zelf de Hoeksteen is.
Je ziet de uitholling van het gereformeerde leven. Je ziet hoe de algemene opinie of uitkomsten van enquêtes de kerkelijke koers gaan bepalen, in plaats van de waarheid van Gods Woord. Waar dat gebeurt wordt de eenheid ondermijnd. Dan worden broeders en zusters vreemden voor elkaar.
Ja, en dan ben je ook dankbaar dat de HERE weer terug wil leiden, naar dat oude en dat vaste fundament. Waar het Woord van God weer echt zeggingskracht heeft, daar wordt ook de band tussen broeders en zusters weer sterk. Daar kan weer de vreugde van samen Avondmaal vieren worden beleefd! Dan zullen allen die op de vaste grond van dat ene fundament willen staan, elkaar ook weer in werkelijkheid vinden.
Kinderen van Gods huisgezin, zullen dan elkaar weer echt zoeken! Dan wordt het weer ‘goed en lieflijk’ in de ogen van de HERE. Maar waarachtige broederschap is en blijft een geschénk, dat de HERE geeft. Een kostbaar geschenk!
Psalm 133 maakt mooie vergelijkingen. Het samenwonen als broeders in Jeruzalem wordt vergeleken met olie, met de goede olie op het hoofd van Aäron en die neerdaalt op de baard van Aäron.
Een bijzondere vergelijking. Aäron, hij is de hogepriester! En die zalving met die kostelijke, die speciaal klaargemaakte olie, dat is een teken, een symbool van de Heilige Geest. Zalving betekent: Je bent door de HERE Zelf aangewezen!
En de Heilige Geest geeft kracht en maakt bekwaam! De HERE Zelf heeft Aäron en zijn nakomelingen geroepen tot de priesterdienst. De offerdienst in de tempel in Jeruzalem, daar worden de offers gebracht in de dienst van de verzoening! Daar is God Zelf dus aan het werk om te maken dat er voor het volk verzoening van de zonden is.
En kijk, dááruit komt de ware eenheid voort.
Calvijn schrijft in zijn commentaar bij deze psalm: ‘Uit de ware dienst van God, vloeit de ware eensgezindheid voort’. Het moet van één kant komen, en dat is van de HERE. Die kostelijke olie, dat is immers het symbool van de Héilige Geest!?
Vandaag hebben wij een ándere Hogepriester. Niet naar de orde van Aäron, maar naar de orde van Melchizedek! Jezus Christus, onze enige Hogepriester. Ook Hij is gezalfd met de Heilige Geest. Door God uitverkoren en bekwaam gemaakt!
Hij heeft ééns en voor altijd het grote offer gebracht in de dienst van de verzoening.
Hij betaalde voor de schuld van de zonden van al de zijnen.
Zó kan Hij ook bidden om hun éénheid!
Zó kon Hij ook de Vader bidden: ‘Dat zij allen één zijn!’
Zó kon er ook een gemeente komen. In Christus door God uitverkoren! De gemeente, die vergaderd wordt in de eenheid van het ware geloof. Een vólk van priesters, broeders en zusters, die weten van dankbaarheid en van gehoorzaamheid, óók als het gaat over de waarachtige eenheid.
Kerkelijke eenheid is vrucht, is opbrengst van het werk van Christus. Een geweldig geschenk. Maar dus ook een geweldig kóstbaar geschenk! Want onze énige Hogepriester, Jezus Christus offerde daarvoor Zijn eigen bloed. Wat zullen wíj dan dat geschenk van de eenheid serieus moeten nemen.
Wat is het een ramp als kerkelijke besluiten de eenheid ondermijnen, als het fundament onder de eenheid in het ware geloof is aangetast. Dan lopen schapen van de kudde vast, dan komen ze in de knel. Dan breekt de kudde uiteen.
De apostel Paulus zegt in Efeze 4:
‘Beijvert u om de eenheid van de Geest te bewáren. Door de band van de vrede: Éen lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de éne hoop van uw roeping.’
Zó lezen wij vandaag Psalm 133, als christenen van het Nieuwe testament. Christus, het gezalfde Hoofd van de kerk, heeft door Zijn priesterdienst de Geest van de gemeenschap verworven, voor Zijn kerk!
In vers 3 van deze Psalm staat die ándere mooie vergelijking. Het samenwonen als broeders in Jeruzalem wordt vergeleken met ‘de dauw van de berg Hermon’. Op de toppen van het Hermongebergte ligt sneeuw. En als het dan warm wordt dan verdampt er water en sneeuw. En dat heeft tot gevolg dat er dauw neerdaalt op de omgeving.
De dauw houdt de planten in leven in de droge maanden van het jaar. De dauw doet weldadig aan in dorre en droge tijd!
Het bijzondere is: de dauw van de Hermon bereikt zelfs bergen van Jeruzalem.
Je zou zeggen, hoe is het mogelijk, dat zelfs op zo’n afstand toch de gunstige werking van de dauw van de Hermon zich uitstrekt over Jeruzalem, de Kerkstad. Maar, als door een wonder van boven, gebeurt dat tóch!
Nou, zo ís het ook. Het komt van bóven: Het is van God! Heel mooi, heel bijzonder!
Kijk, zo is het ook met wat er gebeurt in de Kerkstad, Jeruzalem. De echte broederschap in de kerk is een geschenk van boven, van God. Het komt tot een breuk als de waarheid van Gods Woord, en als de trouw aan de goede belijdenis geweld wordt aangedaan….
Maar, wat is het dan een verrassend wonder van God, als Hij tóch weer nieuwe eenheid wil geven. Nieuwe broederschap. Dat is geen werk van mensen. Als het van mensenwerk afhangt dan spatten alle nieuwe pogingen al heel snel weer uit elkaar. Mensen kunnen wél breken, maar héél maken is een gave van God.
Maar als de HERE het geeft, als een wonder van Zijn genade. Dan word je bemoedigd. Dan kan je als volk onderweg zingen. Geen loflied op mensen of mensenwerk, maar een loflied voor de HERE, die voortgaat met Zijn werk. Het loflied op Christus, die Zelf het vaste fundament gelegd heeft, waarop de gemeente gebouwd wordt, waar broeders en zusters in vrede samen kunnen wonen.
Als je in geloof terugkijkt in de geschiedenis van de kerk, dan weet je God werkt aan iets dat de eeuwen trotseert! Er wordt een gemeente vergaderd, die één is in het ware geloof. En daar mag je de zegen van de HERE verwachten!
De laatste twee regels van vers 3 wijzen reden aan voor dit loflied op de broederschap die de HERE geeft.
‘Daar gebiedt de HERE de zegen, leven tot in eeuwigheid’!
Als God Zijn zegen kwijt wil aan de mensen, dan wil Hij dat dáár doen, in Sion. In de kerkstad waar het volk vergaderd is. Er staat dat de HERE bevólen heeft, om dáár aan het volk de zegen te geven. Dáár gebiedt de HERE de zegen. Daar geeft de HERE (óók) de zegen van de broederlijke eenheid! De plaats wordt nadrukkelijk aangewezen… Het is daar waar het volk sámengekomen is voor Gods aangezicht.
Dat was in het Oude Testament bij het heiligdom, bij de tempel. De priester die de offers gebracht had, mocht ook de zegen over het volk uitspreken. Als het zoenoffer gebracht was, dan mocht de priester de handen zegenend omhoog heffen. Daar waar alles spreekt van het grote offer van Christus, daar geeft het aangezicht van God vriendelijkheid en licht! Daar waar de HERE Zijn kinderen roept, daar waar de rechte verkondiging van het Woord is, daar wil de HERE de zegen kwijt. Door de prediking van het Woord van de verzoening komt ook de echte geméénschap der heiligen. Daar mogen broeders en zusters samen delen in de opbrengst van het volbrachte werk van Christus.
Christus heeft met het offer van Zijn lichaam en bloed de vréde aangebracht! Vrede met Gód, maar óók vrede tussen de broeders, zegt Efeze 2.
Dat zie je ook tot uiting komen in de viering van het Heilig Avondmaal.
De heiligheid van het Avondmaal bepaalt ons altijd weer bij de heiligheid van de
daadwerkelijke kerkelijk éénheid!
Echte eenheid, kerkelijke eenheid, waarachtige broederschap is een kwetsbare zaak. In de geschiedenis van de kerk en ook vandaag zien we hoe vaak de broederschap wordt verstoord. Hoeveel nood en pijn heeft dat gegeven! Maar vooral, hoe érg is dat in Gods ogen!
Maar dan mogen we ook zien hoe de HERE ook altijd weer herstel geeft. Kerkherstel, zó, dat ook het samen wonen van de broeders weer hersteld wordt. Wat een rijkdom als de HERE dat weer wil geven.
En dan roept het Woord van God in deze Psalm ons vandaag om niet eigenwillig of vrijblijvend om te gaan met de eenheid van de kerk. Laten wij dan ons houden aan het volle Woord van de HERE, en wandelen, volgens de roeping waarmee wij geroepen zijn.
En ons beijveren voor de eenheid van de Geest. Op dat streven rust zegen! Dat streven heeft perspectief! Het machtige perspectief van pelgrims, die samen op weg zijn naar Jeruzalem! Dan mag je vandaag al genieten van de vrede van Jeruzalem.
Ik dank u voor uw aandacht