Crisis in heiliging
Column
D.J. Bolt
20-09-14
"@!#!$!", knetterde de leraar Elektrische Machines, "wat een troep. Daar ga ik wat aan doen!"
Die eerste maandagmorgen was de fors gebouwde docent stokstijf in de deuropening blijven staan. Hij aanschouwde onthutst de maar liefst 32 nieuwe studenten in het klaslokaal.
Het was mijn eerste kennismaking met het spirituele onderwijsklimaat aan de Academie Minerva te Groningen en het raakte mij tot in het diepst van mijn ziel. Gewend aan gereformeerd onderwijs met zijn christelijk begin van de dag, was er geen grotere tegenstelling mogelijk. Het bleef hier trouwens ook niet bij, zijn bekwame lessen werden regelmatig ontsierd door krachttermen van deze ergste soort.
Ik heb er nooit aan kunnen wennen.
Toen op een zondagmiddag over het derde gebod was gepreekt - Gij zult de Naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt - trok ik de stoute schoenen aan. Met vreze en beven heb ik hem opgewacht, en vriendelijk gevraagd niet meer te vloeken. Hij nam dat niet in dank af en ventileerde dat ook voor 'de troep'. Zodat medestudenten er schande van spraken.
Maar zijn doelstelling werd gehaald: na vier jaren was van het oorspronkelijke aantal studenten nog maar een kwart over. Overigens, het moet worden gezegd dat dit incident nooit zijn beoordeling van mijn studieresultaten negatief heeft beïnvloed.
***
"@!#!$!", snerpte de vrijgemaakt-gereformeerde theoloog Rikko Voorberg, "wat een troep in de wereld". En in de liberale krant NRC-next vloekte hij er lustig verdoemend op los, alsof hij er maar niet genoeg van kon krijgen. Zoals stoere basisschooljongetjes doen die graag vieze woorden blijven herhalen.
Maar heeft deze dominee van de self made Amsterdamse Popupkerk niet een punt in zijn 'preek'? Het ís toch ook wel een afschuwelijke zomer geweest? En nóg, een en al dood en verderf! Wat wordt er gemoord en gemarteld! Je moet wel een hele dikke huid hebben als er bij de journaals geen koude rillingen over je rug lopen en tranen in je ogen schieten. Dan is toch alleen een ultieme vloek nog toereikend?
Voorbergs vloekende tirade wordt verdedigd in ingezondens in het christelijk betrokken dagblad, tot in hoofdredactionele kolommen toe. Voorberg mag er in een inderhaast georganiseerd interview nog eens uitgebreid uitleggen dat het kan en dat het zo moet. Want de mensen mogen niet gewend raken aan wat ze zien en horen, ze moeten uit hun 'comfort-zone' worden gescheurd. We moeten de wereld verbeteren en dat kan alleen maar door mensen te jennen, doceert hij. Shocking recht voor z'n raap door juist als gereformeerde dominee de zwaarste vloeken in lethargische abonnementengezichten te slingeren. Zo wordt God toch nog eens een keer aan deze mensen geëvangeliseerd en wie weet wordt het wat. Zie daar een wereldverbeteraar die als een Che Guevara-guerrilla zijn religieuze kalashnikov leegschiet op zijn seculiere krantenlezers.
***
Je zou de catechismus kunnen aanhalen die zich afvraagt of het 'lasteren van Gods naam door zweren en vloeken dan zo'n grote zonde is, dat God ook toornt tegen hen die het vloeken en zweren niet zoveel mogelijk helpen tegengaan en verbieden'.
'Ja zeker', zegt dan het gereformeerde leerboek, 'want geen zonde is groter en wekt Gods toorn meer op dan het lasteren van zijn naam. Daarom heeft Hij op deze zonde de doodstraf gesteld.'
Maar diegenen die dit in stelling brengen hebben 'het niet begrepen', horen we. Het gaat niet om mensen vloeken aan te leren, toch? Er is immers een hoger doel at stake.
Ach ja.
Ik heb geen zin in een analyse van het theologisch geleuter over de precieze betekenis van de verschrikkelijkste Nederlandse vloek en Voorbergs vrome contextuele toepassing ervan. Noch zin in kritisch commentaar op de welwillende of ondersteunende betogen als van de Nederlands gereformeerde drs. H. de Jong, de voormalige Stroomdominee R. Meijer en de ND hoofdredacteur S. Kuiper. En doe ook geen pogingen deze serieus te ontleden of te weerleggen. Want ik vrees dat dat toch niet zal helpen als de achtergrond van zulke godslastering niet wordt ontdekt. Want er is een rode lijn.
De heiliging van de dag des Heren is passé sinds 1999. Boodschappen doen bij Albert Heijn op zondag is geen taboe meer. Orthodox gejammer over 'het ijsje op zondag' is als symbool van belachelijke kleingeestigheid ver achter ons gelaten. Veel middagdiensten kun je mitrailleren zonder iemand te raken.
Gods heilige wet wordt als oudtestamentisch weggezet. Als het nog in de eredienst wordt gelezen dan toch het liefst met een eigen(wijze) interpretatie of invulling. "De Bijbel is geen boek dat voorschrijft hoe wij ons zouden moeten gedragen", lazen we.
Het heilig huwelijk staat onder grote druk. Scheiding en hertrouwen na scheiding is aan de orde van de dag. Seks voor huwelijk schijnt normaal te zijn bij negen op de tien stellen. Homoseksuele relaties worden meer en meer geaccepteerd of gedoogd.
Het heilig avondmaal is een 'komt u maar'-show geworden zonder schriftuurlijk ambtelijk toezicht op de tafel van het verbond.
De heilige algemene kerk verwordt tot een club die ieders persoonlijke wensen moet faciliteren. Onverwijld moeten alle herinneringen aan ons 'sectarische' verleden worden gewist en de heiligen die ons zijn voorgegaan van pek en veren voorzien.
De heilige Schrift kun je tot op het hoogste theologische niveau naar hartelust fileren en laten zeggen wat jij wilt. Het is een oud boek uit een ver verleden, nauwelijks nog normatief in onze context. Je zou op het kaft moeten zetten ‘don’t try this at home’, zo kun je horen in progressieve vrijgemaakte (Amsterdamse) kringen.
En over de ontheiliging van Gods heilige naam hebben we het hierboven al gehad.
Dé crisis in de kerken lijkt het gebrek aan besef van Gods heiligheid, van zijn Naam, zijn Woord, zijn Wil, zijn Wet. Het diepe gebrek aan ontzag, gehoorzaamheid en overgave aan de hoge en heilige God, schepper van hemel en aarde die het in alles te zeggen heeft.
In onze kerken zit steeds meer de postmoderne mens met zijn gevoelens en inzichten op de troon. De autonomicus vindt zíjn denken de maat van alle dingen. De almachtige God is in veel theologiseren een trekpop geworden die je naar eigen inzichten kunt modelleren en laten buikspreken. Maar daarmee aanbidt men zijn eigen afgod ondergebracht in een ware tempeldienst, met de trotse ik als hogepriester die prat gaat op zijn authenticiteit, zijn creativiteit, artisticiteit, losbandigheid en ongezeglijkheid.
Ik, Rikko Voorberg
Ik, Reinier Sonneveld
Ik, Ewout Klei
Ik, Lammert Kamphuis
Lees het boek Vrijgemaakt, huil en huiver bij de gearriveerde hoogmoed, de ontworteling en losgeslagenheid. Hoe heeft deze grijszwarte triestheid zover kunnen komen?
***
Waar zijn toch onze gereformeerde herders die het extremisme van deze 'voorhoede' in onder andere Amsterdam e.o. een halt durven toeroepen voordat het hele gereformeerde leven er door verrot, voor zover dat al niet het geval is? Wanneer wordt het pamperen en financieren van missionaire eigenwilligheid eens grondig aangepakt?
Maar na Ede hebben we weinig hoop meer.