Ethiek

Synodeverslagen

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

GS Ede Verslag 11-421 - MV 3

 

D.J. Bolt

03-06-14

 

Deze synodezitting is een vervolg op die van zaterdag 17 mei 2014 waar de hele dag aan hetzelfde onderwerp werd besteed: de vrouw in het ambt.

 


 

M/V in de kerk 3

 

Opening

Br. Kruse opent de vergadering op christelijke wijze en spreekt n.a.v. Hand 17:22-34.

 

Appel nominaal

Br. Huisman vervangt br. P.G. Bakker (deputaat MV)

Brs. Bomhof en Sytsma zijn 's middag afwezig.

Ds. Zomer is verhinderd eerste deel vergadering.

 

Deputaten

Br. P.G. Bakker

Prof. dr. P.H.R. van Houwelingen

Br. J. van Leeuwen

Dr. J.H.F. Schaeffer

 

Adviseurs

Prof. dr. A.L.Th. de Bruijne

Prof. dr. M. te Velde

 

Commissie

Br. H.H. Bouma

Ds. L.W. de Graaff

Br. C.G. Kruse

Ds. W. van der Schee

 

Preses dr. Voorberg

We hebben een extra dag voor het onderwerp MV uitgetrokken. We hopen onder de zegen van de Here een goede bespreking te hebben.

 

Preses br. Wezeman

Een opmerking vooraf. Er komen signalen binnen dat de discussie zaterdag redelijk pittig is verlopen. En daarbij ging het niet altijd alleen om de inhoud. We hebben daarover met elkaar gesproken en daarmee is de kous af. Het is goed om dat nog een keer te zeggen. We moeten niet elkaar de maat nemen. Het is een gevoelige materie waarbij je je gemakkelijk in eigen ideeën kunt opsluiten en het zicht op de ander verliezen. Zoek het goede voor je naaste.

 

Ds. Van de Geest

Ik blijf zitten met 'daarmee is de kous af'. Want er is wel publiciteit aan gegeven. We struikelen allemaal in woorden. Maar nu het publiek is, zou het transparanter zijn er ook publiek iets meer als synode van te zeggen.

 

Preses

Dat heeft weinig toegevoegde waarde. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de pers. Het gaat om de verhoudingen hier. Ik zie geen reden om het moderamen standpunt aan te passen.

 

Ds. Van der Schee

Het gaat niet alleen om de deputaten onderling. Er zaten op de publieke tribune mensen met tranen in de ogen. Er is niet op een goede toon en respectvol met elkaar omgegaan. Dat is niet meer uitgepraat en voor excuses is het te laat. Laten we op een geestelijke manier met elkaar spreken.

 

Br. Poutsma

Ik wil dit onderstrepen. We hebben zo tegen elkaar gepraat dat het niet verantwoord is dat hier zo over kon worden gepubliceerd. Is dit wel voldoende uitgepraat?

 

Preses

Ik denk van wel.

 

Br. H.H. Bouma

We moeten het ook niet groter maken. Zie ook de opening van br. Kruse. Er zijn dingen gebeurd die niet hadden gemoeten. We moeten een wacht voor onze lippen zetten.

 

Preses

De vergaderorde is vandaag:
 

  • afmaken van de ronde van zaterdag
  • dan adviseurs en deputaten
  • vervolgronden met reacties

 

De deputaten hebben een voorstel ingediend, dat als basis zou kunnen dienen. Maar we moeten nu wel gaan trechteren, waarbij we de besprekingen verwerken en in een later stadium voorstellen kunnen maken en daar een klap op geven.

 

Opinie ronde (vervolg)

 

Ds. Soepenberg

Het debat bestrijkt een reusachtig gebied. Deputaten maken terecht van het missionaire aspect een groot punt. Let maar op de orde in de gemeente want er kan iemand binnenlopen en wat zou de buitenwacht dan denken? 1Tim. 2 vraagt ook gebed voor overheid en voor allen. Dat is de missionaire spil. Daarna komt het eigen leven naar voren. Zie ook 1Petrus en Titus. Dat is heel belangrijk, ook voor nu.

 

Er is een woud van vragen waarin de hermeneutiek ons kan helpen. Welke vragen mogen we wel en niet aan een tekst stellen? In heel de geschiedenis is het onderwerp hermeneutiek beladen, zie prof. Den Hertog/Vrouwen op een zijspoor. Vaak zijn vrouwen weggezet, zie publicaties van Maarten Verkerk.

 

Het deputatenrapport ervaart een spanningsveld tussen de kerk en onze cultuur, m.n. in missionaire gemeenten, onder studerende jongeren. Wij zouden vrouwen onderdrukken. Ook een Bavinck bijvoorbeeld sprak negatief over het studeren door meisjes.

 

Onze speelruimte wordt begrensd door de Schrift en de belijdenis. Ondanks diepgaande meningsverschillen in Korinthe gingen de broeders volgens 1Cor. 15 toch liefdevol met elkaar om, schreven ze elkaar niet af en bleven aanspreekbaar op basis van de Schrift.

In de CGK van 1998 was er een meerderheids- en een minderheidsrapport. Er vond geen censuur plaats. Er is binnen deze kerken een voortgaand gesprek, zie ook het advies van prof. Peels.
 

Ik voel het toch wat als ongemakkelijk dat we hierover spreken met alleen mannen. Daarom deze suggestie: We hebben geluisterd naar het appel van de 1500 broeders en zusters en naar de buitenlandse afgevaardigden, we zouden dat ook kunnen doen met de brief die een aantal zusters heeft gestuurd.

 

Veel teksten komen langs, zie A. Leene. Vrouwen in het ambt betekent een verrijking, komt niet voort uit egalitair denken. Let op de rol van Mirjam, Debora, Maria en haar lofzang. De Geest drijft aan om op te komen voor de zwakken. Daar kunnen bij uitstek vrouwen een lied over maken. Zij hebben gaven om barmhartigheid te bewijzen. Vrouwen hoeven niet te zwijgen, zie Joel. Mozes dromen worden vervuld. De Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt. Ook vrouwen zijn gezalfd met de Geest. Hoor maar de 120 personen spreken bij de uitstorting van de Heilige Geest op mannen én vrouwen.

 

Deputaten gaan te gemakkelijk voorbij aan Genesis 1, evenals A. Leene. De vrouw is wel gelijkwaardig aan de man maar de volgorde is niet omkeerbaar. Adam is verantwoordelijk. Van de vloek kom je nu nog niet af. Samen zouden ze heersen, maar het heersen van de man is heersen over de vrouw geworden, zowel fysiek als naar geaardheid.

Hoe moeten we Gen. 3:16 uitleggen? De schepping is onderworpen aan de vruchteloosheid. Dat is niet de bedoeling, maar wel een feit.
 

Heeft de opdracht aan mannen alleen, zijn oorsprong in de Romeinse/Griekse cultuur? Maar hoe zit het dan met Paulus' schrijven in Efeze 5? De vrouw is geschapen om de man. Daarbij moet hij als hoofd van zijn vrouw zich altijd oriënteren op Christus die het hoofd van de gemeente is.

In Galaten staat dat in Christus geen sprake is van man of vrouw. Alleen het geloof in Jezus Christus is voldoende. U hebt u met Christus bekleed. Het onderscheid mv is niet meer van belang. Ook in de doop delen meisjes en vrouwen.

 

Het deputatenrapport heeft me niet overtuigd. Ik deel de conclusie niet en kan die niet als gereformeerd bestempelen.

In de cluster van de ambten wordt een veelkleurig palet geboden. Het gaat om elkaar te vermanen, te vertroosten en op te bouwen. 'Het Ambt' is een te ongedifferentieerde benadering. Daarom mijn voorstel: Het diakenambt openstellen en daarmee niet meer te wachten.

 

Ik ben blij met de inzet van de deputaten, daar kunnen we onze winst mee doen. Daarover is brede instemming in de discussie. Met de studies van Van Bruggen/De ambten in de apostolische kerk  en E.A. de Boer/Zij aan zij zijn contouren gelegd. Deputaten zouden die verder moeten uitwerken. En in hun studie over de ambten de specifieke taak voor mannen en vrouwen mee moeten nemen. Alsmede ook machtsmisbruik, en feeling voor communicatie zoals Harmke Vlieg daarvan sprak.

 

Br. Verkade

Wat moet ik hier nog als gewone ouderling aan toevoegen? De oproep van de commissie is nu kleur bekennen. De centrale vraag is, is het concept van de deputaten in het belang van de kerken?

Ik heb de adviezen van de betrokken hoogleraren gewogen. Mijn grootste zorg is de omgang met het Woord. Je kunt, naar Jeremia 36, maar niet met Gods Woord doen en laten wat je wilt. Er loopt geen direct lijn van Jeremia's situatie naar die van ons. Maar zijn woord is ernstig genoeg. De afgevaardigde van de CGK sprak van een afgrond van Schriftkritiek waar we misschien ook al wat overheen zijn. Dat is mijn zorg: wat betekent het dat de Heilige Geest geen ruimte voor het leren van de vrouw in de eredienst biedt. Dat moeten de deputaten meenemen in de nieuwe studieopdracht.

 

Ik ben bang dat de deputatenbenadering ons afvoert van het eenvoudige luisteren naar de Schrift met als gevolg, zoals prof. Van Bruggen schrijft, scheepswrakken op het strand. En dienen afwijkingen goed te signaleren. Daarbij gaat het niet om vertrouwen in personen. Maar je kunt met de beste bedoelingen toch van het goede pad afwijken. Om elkaar daarvoor te bewaren zijn we aan elkaar gegeven. Daarom doe ik een broederlijke oproep niet de verkeerde kant op te gaan. De liefde van Christus als verwoord in de bidstond drijft daartoe aan.

 

Deputaten willen een bredere bezinning met kerken in binnen- en buitenland. En zij pretenderen niet het laatste woord te hebben. Het is jammer dat ze dat niet eerst gedaan hebben. Nu wordt een beslissing geforceerd, dat geeft veel onrust. Daar moeten we niet te gering over denken.

Prof. Peels wil doordenken over de huidige kerkstruktuur. Wil onderzoek doen naar een optimale inzet van mannen en vrouwen.

 

De benadering van br. Slump en van prof. Van Bruggen spreekt mij aan. Ook de GS Ommen heeft destijds al het vrouwenadvies afgewezen. We moeten ook niet meegaan met de kerkpolitieke overwegingen van andere hoogleraren. Dus geen kleine raad invoeren want dat is een achterdeur voor de vrouw in het ambt. De Bijbel zal de doorslag moeten geven.

We zouden het niet meer kunnen uitleggen, in de kerk en noch in de wereld, zegt men. Maar hoewel het prima is rekening te houden met anderen, de kerk is geen democratie. Dat moeten we dan maar duidelijk maken.

 

Mijn conclusie is dat het rapport geen overtuigende grond biedt om de eeuwenoude overtuiging m.b.t. de plaats van de vrouw t.o.v. het ambt te wijzigen. De deputaten hebben daarvoor geen bewijs geleverd. Hun besluiten zijn niet in het belang van de kerken. Want we moeten Groen van Prinsterer naspreken: Er staat geschreven en er is geschied.

 

Ds. Van der Schee

Ik wil vanmorgen twee dingen zeggen: 1 Het is een probleem van onszelf, 2 Wat is theologie een mooi vak.

 

1 Soms zijn we ons niet bewust van een bepaalde eigen overtuiging die we in de praktijk brengen. Soms hebben we er nooit bij stilgestaan. Dat is belangrijk te bedenken bij MV.

In het algemeen vinden we toewijzing van rollen en functies zonder dat daar een kwaliteit tegenover staat onjuist. De grote meerderheid van christenen vindt toewijzing op basis van adel, ras, man/vrouw, dat is Toewijzing op basis van DNA (TDNA), onjuist, onrecht. Wij zijn net zo verontwaardigd over discriminatie als anderen. Dat meisjes een goede opleiding krijgen is geen kwalijke invloed van buitenaf, maar naar de Schrift. En als we dat niet vinden dan moeten we ons bekeren, net als van materialisme en kapitalisme.

 

Tot in de 20ste  eeuw ging het nog steeds om TDNA. En de Bijbel vond dat ook goed. Voorbeelden: eerstgeboorterecht van de oudste van de stam, koningschap op basis van afkomst, de messias die ons vertegenwoordigt en afstamt van David. Dat is bijzonder TDNA want we wijzen zoiets nu op bijbelse gronden af. Maar voor de meesten van ons is er nog een heel klein eilandje, dat van het door ons geconstrueerde ambt, en nu weer een college van wijze mannen. Dát is dan weer wél op basis van geslacht. Dat is in ieder geval vreemd.

 

Klinker wil aandacht voor het geheel van de apostolische instructie. Niet maar de rol van vrouwen in de kerk en de kerkdienst maar ook die in de samenleving. Dus hebben wij een probleem. We zijn het in de samenleving blijkbaar niet eens met Paulus en anderen, want we zijn daar tegen TDNA. Dus ons beroepen op Paulus' instructies is niet meer integer en overtuigend mogelijk. Ons eilandje is ons probleem. Het eerste belang is het probleem niet als 'een probleem van buiten' te zien maar als komend van binnen. En dat gaat niet over zolang als we iets anders zeggen over vrouwen in de kerk en vrouwen in de samenleving. Want dat is willekeur. Er bestaat geen oplossing, als we vluchtgedrag blijven vertonen. We moeten het werkelijk onder ogen zien. Wij zijn daar in niet de eerste en ook niet de laatste. Telkens wordt na een lange lijdensweg toegegeven, de discussie beëindigd, maar het probleem niet opgelost. We kunnen nog wat tegenstribbelen hier, maar het is jammer van de tijd. Want we geloven niet in TDNA. Dat is hoe we leven en onze kinderen het zien.

 

2

We zijn het dus niet met Paulus eens en vinden dat geen punt ook nog. Toch klinkt het eng. Zijn we zelf schriftkritisch geworden?
Hoe spreekt God ons aan in de Bijbel? Als het toen is begrepen, kunnen we dat nu ook nog begrijpen wat ermee tot ons wordt gezegd? Als we vinden dat wat Paulus zegt, niet door ons moet worden opgevolgd, is dat dan schriftkritiek?

We moeten overwegen wat de Bijbel in zijn geheel zegt. Het is een levend Woord dat  steeds weer moeten worden afgewogen. De nadruk op de hermeneutiek zet op het verkeerde been. Het deputatenrapport vind ik abject en infaam.

 

Preses

Mind your words.

 

Ds. Van der Schee

Het effect van die nadruk is dat we niet klaar zijn gekomen. Niet een hermeneutische maar theologische overweging is nodig om te bepalen wat God zelf tot ons zegt. Dan gaat het bijvoorbeeld niet om wat God via Paulus aan Timotheus zegt over de doop, de roeping, trouwen. Dan gaan we horen wat God zelf zegt: recht doen aan die eindeloze samenhang. Dat maakt theologie een mooi vak.

Onze blokkade is gekomen door bij een directe uitspraak uit onze gewone gereformeerde benadering te stappen. En dat is vreemd. Het is tenslotte de vraag of de Heer het ook nog aan ons vraagt. Dat is niet een hermeneutische of exegetische vraag maar een theologische. Het heeft te maken met de toepassingsregel. Alles wat voor ons geldt is gebaseerd op een theologische stelling. Zo is een beroep op de schepping zeer aanvechtbaar. Enzovoort.

 

Ik verwacht niet dat u het met mij eens bent. Het punt is dat we het theologisch niet eens zijn. Je kunt niet beslissen op basis van een paar teksten. De theologische discussie is nog niet op gang gekomen en dat kunnen we niet inhalen met 36 mannen hier.

Concept besluit 2a stelt voor een buitengewoon bescheiden besluit te nemen, zonder terugverwijzen. Maar 'bandbreedte' is zo willekeurig, zo weinig theologisch en gereformeerd verdedigbaar, dat dit niet theologisch opgelegd kan worden.

 

In mijn gemeente functioneren al jaren vrouwelijke ambtsdragers. We moeten de spanning uit het taboe halen. En minder over een detail als de vrouw in het ambt discussiëren maar meer hoe we een aansprekende kerk kunnen maken.

 

Br. Huisman

We moeten ons concentreren op hoofdzaken. Ouderen en jongeren willen de vrouw in het ambt. Daarom moeten we dit aannemen en dan verder met belangrijker zaken gaan.

Ik denk dat de komende generatie er heel anders tegen aankijkt. Veel werk wordt al door zusters gedaan.

 

In de adviezen van de hoogleraren is het hoofdpunt het voorstel niet over te nemen. En vervolgens doen ze allemaal voorstellen. Dat maakt het moeilijk en zou steun moeten geven aan verdere studie.

Maar als dat alléén zou worden besloten is dat wel mager. Zijn we minimaal weer drie jaar verder voor er nadere stappen worden gedaan. De openstelling van het diakenambt kan in elk geval op veel bijval rekenen. Het is jammer dat de deputaten het niet willen.

In HKO staat iets over het diakenambt. Ik hoorde dat er afgelopen week in onze kerken een vrouwelijke diaken is bevestigd. Daarom, we moeten nu verder.

Dus: studie naar het ambt, openstelling van het diakenambt voor zusters en aandacht voor de relaties met buitenlandse kerken.

 

Br. Bomhof

Ik werd erg blij van het deputatenrapport. Fantastische vergezichten waardoor ik werd geraakt. Het bood uitzicht voor zusters en broeders. Alle gaven inzetten overal. Bij grondige bestudering van rapport en adviezen gaat het niet  alleen om een goed gevoel maar ook de ratio. Zoeken en vinden bleek een lastig proces.
 

In het Oude Testament geeft God de man een vrouw. De man is de eerst verantwoordelijke. Man en vrouw zijn beiden als beeld van God geschapen. In het Nieuwe Testament representeren man en vrouw beide Jezus Christus.

Maar hoe werkt dit voor de kerk. Hoe moet bij Christus worden bewaard, welke missionaire taak ligt er? Paulus geeft tal van concrete regels, sommige hebben we  overgenomen. Een paar geven vrouwen niet dezelfde ruimte als mannen. Hoe normatief is dat als we daarmee de gaven van vrouwen in de gemeenten niet optimaal benutten? De deputaten  krijgen dat hermeneutische bij elkaar. Maar je kunt hier wel snel mee aan de haal gaan en dingen bewijzen die er niet zijn.

 

Deputaten hebben de ambten op een hoop geveegd en gaan uit van een hoge ambtsvisie. Zij presenteren een toekomstdroom. Terwijl we net goed op dreef zijn, is er nu al veel reuring. We moeten geen hypotheek op de toekomst nemen, dus nu nog niet beslissen. En verschillend denken mag allang daarvoor is geen apart besluit nodig.

 

Als je een olifant wilt eten moet je hem in plakjes snijden. We trekken het niet zoals deputaten willen. Daarom eerst het diakenambt openstellen. Zo'n eerste stap is belangrijk voor het hele proces, dan is beweging zichtbaar.

De tweede stap is de inhoud van het regeerambt nader onderzoeken. En bijvoorbeeld de instelling van een andere bestuurslaag.

 

In derde plaats, veel informeren van en communiceren met de gemeenten is nodig.

Naar Galaten moeten we ons niet laten leiden door eigen verlangens maar ons laten leiden door de Geest en zo zelfbeheersing tonen.

 

Ds. Sytsma

Mijn drievoudige vraag is sterk beantwoord door de deputaten. Ze hebben veel goeds aangedragen. Mijn standpunt ligt nog tussen ja en nee. De Bijbel laat MV zijn in alle taken. Ik zie uit naar samenwerking met vrouwen. Maar de kerken zijn er nog niet aan toe.

In Gent was ik nog niet zover en er puur intuïtief  op tegen. Maar ik heb er nu echt studie van gemaakt. Ik schaam me nu voor mijn vroegere standpunt een mindere positie aan vrouwen te geven dan haar toekomt. De vloek van Genesis verstoort de discussie. De identiteit ligt in Christus en niet in mannen. Ik wil me graag onder een vrouw schikken, vrouwen zijn minstens even geschikt voor het ambt. Bovendien bewijzen steeds meer vrouwen zich in het bedrijfsleven.

 

Als vroegere landbouwkundige ingenieur was ik gewend aan hard bewijs in onderzoeken. Maar theologen hebben veel meer woorden nodig. Dit is nu al de derde synode die over MV gaat. En dan zou er nog weer meer onderzoeken moeten worden gedaan, er nog meer woorden aan gewijd? Ieder weet allang wat hij wil en we zullen het niet eens worden.

Als je met een natuurkundige blik naar de zaak kijkt is er dan hard bewijs tegen de vrouw in ambt? De referentie van Paulus aan Genesis kan niet als bewijs dienen want het gaat daar niet over de taak van de vrouw in de kerk. En de twee teksten in 1Kor. 11 en 14 vallen af want ze gaan over de vormgeving in de eredienst. Die zijn dus niet beslissend. Bij 1Tim. 2 zijn heel wat exegetische vragen. Paulus wil wat aan Timotheus uitleggen in de specifieke situatie in Efeze toen.

 

Verder zijn tegenstanders twee keer selectief als ze het verbod in de kerk laten gelden en niet in de samenleving. Het is niet duidelijk dat het verbod over alle tijden en culturen geldt, daarvoor is deze tekst geen bewijs.

Dus geen Bijbelteksten. Maar wel de liefde, en de christelijke vrijheid. De ambten hebben we voor het overgrootste deel zelf bedacht. Alleen Jezus Christus is gisteren, vandaag en in de komende eeuw Dezelfde.

 

Niet het Schriftgezag is in geding maar omgekeerd: we betrekken de hele schrift hierbij en niet selectief een paar teksten. Er is geen uitgesponnen ambtsleer. Wie meent dat die wel duidelijk is voegt iets toen aan de Bijbel.

We moeten de CGK weerspreken dat hier sprake is van schriftkritiek. Want dat is de Schrift naast je neerleggen, maar de deputaten pakken de Schrift er juist bij.

Het gaat niet om kleinigheden. Er is eindeloos haantjesgedrag in de kerkenraad, vrouwen kunnen beter huisbezoek doen dan mannen in allerlei situaties.

 

Laten we tenminste uitspreken dat de vrouw in het ambt past binnen de bandbreedte. En verder het advies van De Bruijne overnemen. Dus inschakelen van de vrouw voor alle taken. En een klein college, prima, wat mij betreft. Geen onderzoek verder, het materiaal ligt er al wel. De vraag is hoe bereiken we dat we samen kerk kunnen zijn. Het gaat niet om wie verkondigt maar Wie verkondigd wordt.

 

Br. Niemeijer

Ik ben er niet uit. In de samenleving passen gereformeerden zich moeiteloos aan. Daar hebben ze geen moeite met een absoluut gelijkheidsbeginsel. Nu er kritische vragen komen over de vrouw in het ambt moet de man voorop gaan. Het is verworden tot een

belangrijk sjibbolet voor degenen die het invoerden en al eerder waren overgegaan op schriftkritisch bijbelgebruik.

 

We hebben eerst het actieve vrouwenkiesrecht ingevoerd maar boden toen geen opening naar het passieve kiesrecht. Maar tien jaar later staat het toch op de agenda. De deputatenrapportage in Harderwijk was mager. Er was moed voor nodig om als deputaat voor dit onderwerp zitting te gaan nemen. Daarom heb ik respect voor die bereidheid. Het rapport is verdienstelijk door de inhoudelijke keuzen.

 

Binnen het raam van Gods Woord en de belijdenis is er ruimte voor discussie. Die hoeft niet op voorhand kerkscheidend te zijn. Maar de ruimte is ook niet onbegrensd.

De antwoorden die worden gegeven, verraden een verschillend kerkmodel. Het zou primair om een missionaire kerk gaan. De exegeses van toen en nu zijn zeer bepalend. Maar dit wordt door het kerkvolk afgewezen. En ook ik heb hier onoverkomelijke bezwaren tegen.

Er is geen accommodatie zonder confrontatie. Van wezenlijk belang zijn de grensstenen voor de deputaten, daar hebben ze ook geen moeite mee. Er is geen twijfel dat hun intenties oprecht zijn.

 

Nergens is vastgelegd dat er allerlei taken niet aan vrouwen toekwamen. Vroeger hadden we bezwaren tegen allerlei maatschappelijke ontwikkelingen maar die zijn later als sneeuw voor de zon verdwenen: bijstandswet, liedboek, etc. En nu dus MV. De strijd zal voortgaan. Houden we stand als Clara Wichmann haar pijlen op ons richt, of passen we ons dan aan? Hoeveel jongeren hebben ook niets meer met zonde en oordeel, allerlei vormen van seks, hemel en hel? Stoppen we ook met de weerstand tegen de vrouw in het ambt?

 

Er is een lijn in de Schrift: de man gaat voorop. Het is een existentiële zaak en heeft consequenties voor de inrichting van de kerk. Er is een veelheid van taken, echter er zijn maar drie ambten. Door de ambtsontwikkeling zijn teveel taken bij gemeente weggenomen. Dus is een nieuwe studie nodig: wat behoort exclusief bij regeren, sleutelmacht, of meer, bediening van het Woord? Hoe verhoudt zich dat tot de positie van vrouwen? Zie studie opdracht 8 van GS Zwolle-Zuid. Daar moeten de kerken zelf een antwoord op geven, wel samen met de buitenlandse kerken.

 

Het gaat niet om een kernzaak van het geloof zelf. Christus bewaart zijn kerk, wij niet.

 

Ds. Boerma

Hartelijk dank voor het werk van de deputaten. Door het rapport heb ik op een andere wijze naar de kerk leren kijken.

Ik heb geen twijfel over de goede motieven maar ben nog niet overtuigd. Ik voel me meer bij Dorland thuis. Op achtergrond speelt de manier van Bijbellezen, vergelijk Tom Wright's toneelstuk. Een vergaande beslissing zou een vorm van schriftkritiek zijn, en dat heeft gevolgen. Het is een positief punt dat adviseurs en het buitenland samen zeggen: nu niet doen, en niet zo doen. Maar het wel in gang zetten. Echter een nieuwe studie is wel weer een soort uitstel.

 

Het is een eng punt: mannen en vrouwen zijn niet-lichamelijk ook verschillend. Dat is vaak erg lastig. Dat je elkaar aanvult is mooi, het is geen zaak van hoger en lager. Het zit ook in meer dingen dan we denken. Vrouwen blijven kwetsbaar. Ze doen de huishouding, baren kinderen, zijn meer verantwoordelijk. Zij hebben een dubbele taak. En bij een scheiding betaalt zij het meest.

Als stellen trouwen, belde hij vroeger de dominee. Nu doet het meisje het. Als de vrouw in het ambt komt, zullen mannen zich terugtrekken. Daarom zou we de ambten niet  open moeten stellen. De kwestie is dus niet van hoger of lager maar van sterken of zwakken. Sterken moeten dienstbaar zijn aan zwakken, voor hen opkomen. Daar moeten we sterk in zijn, niet subtieler. Als kerken moeten we om onze vrouwvriendelijkheid bekend zijn. Een punt van onderzoek zou moeten zijn: wat  is significant verschillend in het denken van mannen en vrouwen?

 

Mijn voorstel tenslotte: Gezien de rol van vrouwen bij de opstanding moeten we alle ambten openstellen voor ongelovige soldaten.

 

Ds. Vreugdenhil

Mensen onder de 50 kunnen niets met onze argumentatie. Ik ben een zoektocht naar MV begonnen. Er is altijd spanning in de kerk. Er flitsen bliksemschichten, het knettert als de gemeente bij God komt. Die spanning moet overwonnen worden. Daar hebben deputaten bij geholpen, want er zit spanning tussen de praktijk in de kerk en in de maatschappij. Daarom hebben de deputaten een zoektocht ondernomen. Daar heb ik van geleerd. Echter zodra je probeert spanning weg te halen, zie ergens anders tekenen daarvan weer omhoog schieten. Hoe ga je Bijbelteksten ergens uitleggen? Ergens anders en op een andere manier uitleggen?  Dan gaat het weer knetteren.

Er is verschil in visie tussen christenen. De spanningen blijven er altijd, de mens is beperkt tegenover God. Dat zit in me. Ik kan het weg proberen te masseren maar het blijft. Daarom moeten we tegenstellingen blijven leggen in Gods genade. Hij houdt het bij elkaar. Tussen mij en God vooral. Maar ook voor dit onderwerp. Het kan niet allemaal overwonnen worden.

De winst van het nadenken is dat we van het verleden geleerd hebben, en dat met goed nadenken alles tot rust komt in de kerk. Maar die menselijke rust hoeft niet Gods rust te zijn. Elke weg, kiezen of niet-kiezen moeten we aan de Heer voorleggen. Wij krijgen de spanning niet weg. Wees ons genadig, Heer als we het niet bij elkaar kunnen houden.

 

De goede richting is de weg waarop de minste spanning overblijft. Als elk onderscheid in functioneren nu wordt weggehaald, levert dat een onaanvaardbare spanning op. Alles gelijk maken is ook niet naar de Schrift. Veel taken bij de mannen levert veel spanning op. Het gaat niet om ruimte aanvaarden maar om opdrachten ontvangen. We moeten zoeken naar een oplossing waar vrouwen en mannen zich kunnen inzetten. Dan blijft er wel spanning tussen kerk en maatschappij.

In mijn bijbelgebruik knettert het tussen sommige uitspraken. Maar ik leg dat in de hand van God. En een beetje spanning tussen broeders en zusters en mij kan ik wel aan als ik  kijk naar mijn relatie met God.

 

Br. Zuidhof

Sommige vruchten vragen een lange tijd om te rijpen. Ik heb lange tijd geslingerd tussen ja en nee maar ben verder gekomen. De adviezen van de professoren hebben geholpen. De Bruijne zegt: Wat de Geest nog niet geeft moet je ook niet nemen. Dat geeft rust. Er is voor de synode gebeden in de kerk en in de gezinnen om wijsheid door de Geest.

Ik heb veel waardering voor het werk door zusters in de kerk gedaan. Zij zijn soms zeer creatief.

Een kleine raad heeft bezwaren maar die zijn te ondervangen. Is dit een tussenoplossing? Daarvoor zouden we een studie moeten doen.

We zitten hier zonder last of ruggenspraak maar zullen toch behoedzaam moeten opereren want er heeft al een scheiding plaatsgevonden. We moeten vrede hebben in de kerk, geen ruzie.

 

Preses

Schriftelijk reactie van ds. Zomer. Ik lees hem voor.

 

[in extenso, djb]

 

"Aarzeling: is dit wel een goede manier van doen: zoveel heisa over een dossier,

en… je wordt geturfd.

 

Ik heb ook mijn aarzeling gehad over het in te nemen standpunt. Het vlotte betoog van Piet Dorland nam mij makkelijk mee, verschillende eyeopeners, waardoor ik me liet verrassen ten koste van een kritische blik. Neem nu een typische opmerking van Dorland bij de ontmoeting van Debora en Barak: Debora instrueert Barak, en Barak slaat haar dan niet met de scheppingsorde om de oren… Dat is natuurlijk uiteindelijk een flauwe opmerking als je constateert dat Debora toch ook niet haar kans greep om voor de benoeming van rechters de norm van 50% man en 50% vrouw in te voeren.

 

Ik heb drie zorgpunten: t.a.v. van het Schriftgezag, de heiliging van Gods geschiedenis en het leven tot Gods eer.

 

Deputaten zijn niet Schriftkritisch, maar het lijkt ze niet goed te lukken om de Schriftcritici op veilige afstand te houden. In ieder geval merk ik al een toenemende onverschilligheid. Bijvoorbeeld als het gaat om de vraag: wat zegt de Schrift? Catechisanten zeggen onmiddellijk: als een tekst vandaag precies het tegenovergestelde zegt van wat ie vroeger leek te zeggen: wie zal dan zeggen wat waarheid is?

Onverschilligheid, dat is al langere tijd gaande, de vraag naar wat zegt God hiervan, en: wat staat hierover in de Bijbel wordt al minder gesteld. En als men dan eens in een bepaalde zaak een Woord van God tegenkomt, dan kan er vervreemding zijn: staat dat heus in  de Bijbel, maar daar kunnen wij hier en nu toch niks mee!?

 

Dat heeft ook te maken met een afname van de kennis en de betrokkenheid bij Gods geschiedenis. Men zoekt meer en meer de ervaring met God in een persoonlijke relatie. Die persoonlijk relatie is winst, maar als die niet is ingebed in de geschiedenis van Gods verbond dan heeft ie weinig om ‘t lijf en dan is ie ook riskant.

We moeten daarom bij de uitleg van een tekst niet maar letten op de context van het verleden en op onze eigen leefsituatie, we moeten de héilsgeschiedenis in  rekening brengen. In die geschiedenis is het verleden nooit voorbij en het heden niet geïsoleerd.

Dus niet maar vragen stellen aan de tekst zo van: wat deed dit woord tóen en wat doet het nú jou: laat het Woord oplichten in Gods geschiedenis, die ook jouw geschiedenis is, nadrukkelijk ben je door je doop daarin opgenomen, nota bene toen jij bent gedoopt werd teruggedacht aan de redding van Noach en de zijnen en Israëls Uittocht uit Egypte.

 

Op voorbeeldige wijze heeft eens prof. H.J. Schilder van zulk een Bijbellezing blijk gegeven. Neem nu zijn bundel Rachels Troost. Schriftstudies over Vrouw en vrouwen in de heilshistorie, en die bundel begint dan met een inleiding over Het belang der historie.

Misschien word ik nu direct weggezet: het gaat om bijdragen aan het blad Poortwake, dat blad van eens de Méisjesbond… Eind vijftiger jaren, turbulent: de naweeën van de eerste naoorlogs emancipatiegolf.

Ik zou u allen willen adviseren: lees dit boek, neem nu de hoofdstukken Jael en Joël, (prachttitel, die het oude verhaal van Jael doet oplichten in onze pinkstertijd, en ook het hoofdstuk Haar eigen plaats, dat loflied op de gelovige vrouw van Spreuken 31, dat nota bene in de context van toen schittert als een Pinksterlied).

 

Schilder ziet met Pasen en Pinksteren de vrouwen bevrijd uit de slavernij, en de Geest mobiliseert hen, zowel mannen als vrouwen, in vrijheid, met inzet van alle hen gegeven talenten, ieder op eigen plek, die plek waar je tot je bestemming komt in dienst van Gods geschiedenis(!) en tot Gods lof.

 

En dat is dus mijn derde zorg: leven wij als het gaat om de verhouding man/vrouw tot Gods lof. Niet maar: komt ieder van ons aan z’n trekken, of netter gezegd: komt ieder van ons tot zijn en haar recht, maar zal Gód zeggen: zó is het goed, heel goed.

 

Iemand als Jael  -zegt HJS- laat al iets van Pinksteren zien: zij neemt haar verantwoordelijkheid op een benauwd moment in Gods geschiedenis – mannen laten het afweten! -: u kent haar heldendaad, en ze wordt door Debora geprezen.

En hoezeer wordt de vrouw van Spreuken 31 bezongen. Zij die met al haar gaven opbloeit op haar specifieke plek, waar ze onbekommerd leiding geeft, onderwijs geeft, zodanig dat je zou zeggen: geef háár de leiding van de gemeente en de samenleving. Maar haar mán zit in de poort, zijn vrouw heeft haar onderscheiden plek, en kijk eens hoezeer ze wordt geprezen, door haar jongens, haar man, door Gods Geest.

Het is een ongekend lied, uniek in Gods geschiedenis, het doet terugdenken aan Adams lied, terecht zegt Dorland: Spreuken 31 laat iets van het paradijs zien!

Maar, het is wel de context van die oude tijd. Zou dit lied heus zo uitbundig zijn gezongen, als we nu moeten begrijpen dat de hier geschetste verhouding tussen man en vrouw niet naar Gods scheppingsbedoeling was?

 

Het deputatenrapport overtuigt mij niet.

Ik voel me thuis bij de opmerkingen en het uiteindelijke advies van prof. Kwakkel, en ik denk dat prof. Van Bruggen gelijk heeft waar hij zegt dat we zouden moeten terugkeren naar het onderwijzen van de gemeenten over het belang van de scheppings- en verlossingsgeschiedenis in het algemeen en over deze Schriftgegevens in het bijzonder. Het gevoel voor deze werkelijkheden is weggesleten onder het aanvoelen van onze omgeving. Dat gevoel is echter heel belangrijk. Alleen door onderwijs en voorbeeld zal de liefde voor de geschiedenis van Adam en Eva en het respect voor wat de Here daaraan verbindt weer kunnen terugkeren.

Sommigen zeggen: dat is ijdel gepraat, dat zet je buiten de werkelijkheid van onze tijd of dat betekent uiteindelijk conservatisme.

Maar volgens mij is het typisch gereformeerd, om telkens weer te reformeren."

 

Br. Wezeman

Ik houd het kort om niet allerlei zaken te herhalen. Een aantal hoofdlijnen daarom.

Hermeneutiek geeft teveel ruimte om schriftkritiek een halt toe te roepen. Een deugdelijke begrenzing ontbreekt. We kunnen de teksten niet loslaten want dan verliezen we semantiek. Ook is het niet goed scheppingsgegevens los te laten.

 

De hermeneutische benadering is niet voldoende uitgekristalliseerd. Cultuur als containerbegrip kan menselijk worden gevuld waardoor de Schrift te gemakkelijk kan worden verduisterd en openingen worden geboden die niet bedoeld zijn.

 

Als het rapport spreekt van bandbreedte, is dat een deugdelijke grondslag? Ik ben geneigd die vraag ontkennend te beantwoorden. De ambtsleer is nog niet nader bestudeerd. Dat zou eerst moeten. 

 

Het zetten van 'ware theologische uitspraken' versus 'ware geloofsuitspraken' is een gang van zaken die nooit tot een goed resultaat zal leiden. Wetenschap blijft de grenzen verkennen. Daarmee zal de spanning blijven. Hier moeten we zoeken naar overeenstemming met elkaar.

 

We moeten inhoudelijke opmerkingen van de zusterkerken meenemen en proberen een schriftgetrouwe oplossing te zoeken. Daarbij hebben we de Heilige Geest nodig.

Tenzij er geheel nieuwe argumenten komen, is mijn voorlopige conclusie dat we niet de weg van deputaten moeten gaan volgen.

 

Ds. Van den Geest

Johannes 4 m.n. na vers 29 is een buitengewoon gedeelte. De conventies voor de MV verhouding daar liggen voor het oprapen. Maar Jezus lijkt, zoals in heel het boek Johannes, conventies te doorbreken. Hij gaat anders met teksten om. Niet alleen wat er staat geschreven maar ook is van belang wat Jezus zou doen, zijn houding, zijn voorgaan. Dat overstijgt de tekst, de conventies. Hij is onnavolgbaar, omdat we niet in zijn schaduw kunnen staan. Barmhartig en rechtvaardig in één persoon. Vrede in één persoon.  Dat kan ik niet bij elkaar krijgen.
Zou Hij niet de messias zijn?, vraagt de vrouw. In dit gesprek valt de genadige manier op waarop Hij deze vrouw ontmaskert. Hij zet haar niet te kijk, in haar hemd. Ze had het geloof allang verloren maar hier is Iemand die alles van haar weet en haar toch respecteert, accepteert, niet afwijst. Volgens de regels van Gods wet bevond ze zich buiten de wet en conventies. 'Hoe kunt u als Samaritaanse Mij als Jood om drinken vragen?' Jezus zoekt nou net die ene persoon, waar anderen zich vanaf keren. Hij is het ware gezicht van God, laat zien wie God echt is.

 

Deputaten – Br. Van Leeuwen

Er zijn mensen die het rapport afwijzen. Mijn vraag zou zijn: Hoe urgent vindt u het probleem eigenlijk? Ik heb dit weekend gebruikt om jongeren es daarnaar te vragen. Ze reageren met: Waar heb je het over? Een negatief besluit wordt als zoethoudertje ervaren. Ook een kleine raad van mannelijke oudsten. Wat heb je dan opgelost? En

vrouwelijke diakenen? Hoe moet je dat uitleggen? Zo van: Hier heb je alvast wat? Dus geen zoethoudertje, hooguit als op weg naar iets.

 

De prioritaire positie van de man, hij gaat voorop. Maar vrouwen moeten hem daar nog al eens voor terugplaatsen, zie Debora. Dat zit in de genen van vrouwen. Maar hoe zou dat moeten als die vrouwen zich niet in die positie bevinden, moeten zij hen dat dan thuis influisteren? Als ze wel in de raad zitten is er geen andere structuur nodig.

Vergelijk ook Fil 1:14vv: zelfs als het evangelie uit geldingsdrang wordt verkondigd, het doet er niet toe als Christus maar verkondigd wordt. 

 

Deputaten – Prof. Van Houwelingen

Na Harderwijk werd ik gebeld door ds. Feenstra om lid te worden van het MV deputaatschap. Maar zitten de kerken daar wel op te wachten?, was mijn vraag Soms wel, soms niet, dacht Feenstra. Inderdaad, het was niet eenvoudig. In het gesprek met buitenlandse kerken hebben we grenspalen neergezet: dat geen hermeneutiek legitiem is waarin de context van de bijbel of de context van de huidige lezer bij de uitleg en toepassing van teksten i. geen rol speelt of ii. een zelfstandige rol speelt. Het is een beetje tegenstrijdig als in deze discussie die grenspaling als een probleem wordt gezien.

Ik zou i.p.v. cultuur overigens liever spreken van culturele context.

 

Ik heb zaterdag zorgvuldig geluisterd, maar ben niet overtuigd door de 144 vragen. Je kunt snel stellen dat je vindt dat het rapport de conclusies niet voldoende onderbouwt maar gebruik daarvoor het rapport dan wel.

Er is gevraagd of we zelf wel zo zeker van ons besluit zijn omdat er zulke voorzichtige conclusies worden getrokken. Ja, dan zijn we maar we zijn ook bang voor ongewenste effecten. We willen geen kerkscheuring veroorzaken. Toch is het een bom geworden, maar dat hebben we juist willen voorkomen. Het leert ons zorgvuldig met deze dingen om te gaan. Naar eer en geweten, maar dat geldt niet alleen de deputaten maar ook degenen die bijdragen in deze discussie.


We vragen iets bescheidens. Bandbreedte, dat is het minste wat nodig is. Alleen bedoeld als link tussen rapport en besluittekst. En wát we ook gaan doen, deze overtuiging past binnen de bandbreedte van de GKv. Dat is een legitiem standpunt en dat mag niet veroordeeld worden.

 

Er zou geen MV probleem zijn? Dat overtuigt ons niet. De kloof wordt steeds groter tussen de kerken en de samenleving. Kijk ook maar naar de ontwikkelingen in de SGP.

 

De betogen van Piet Dorland en Almatine Leene overtuigen ons niet. Theoretisch zou het een ei van Columbus kunnen zijn maar ook een koekoeksei.

 

Een klein mannelijk college van oudsten met daaronder een raad met verantwoordelijkheid en verkondiging van het Woord. Maar hoe gelijkwaardig zal dit zijn voor mannen en vrouwen? Waarom zou de vrouw niet in dat college mogen functioneren?

 

Wat betreft het beroep op Genesis, Calvijn zegt al dat Johannes de Doper Christus voorging. En Calvijn haalde zoveel mogelijk bij elkaar voor zijn punt. De CGK zijn op dit punt het niet met Calvijn eens.

 

Er is bezwaar dat wij op een andere manier met de Bijbel omgaan door een zoektocht te organiseren waardoor we dreigen de Bijbel helemaal los te laten. Wij willen ons dat aantrekken. Maar Tom Wright laat in zijn laatste bedrijf niet óns een grote eigen rol spelen maar God. Hij geeft ons de canon, leidt ons door de Heilige Geest. God zal zijn koninkrijk vestigen. We kunnen niet zomaar doen we willen, maar moeten ons aanpassen aan God in verbinding met Christus.

We moeten dit geheel verder doordenken om uw gevaar te pareren en de Schrift niet los te laten. We willen tot ons recht komen in de werkelijkheid van deze wereld.

 

Deputaten – Br. P.G. Bakker

Het is een belangrijke waarneming dat in de Bijbel m.b.t. MV de man voorop gaat als er  sprake is van verantwoordelijkheid. Dus prioriteit i.p.v. superioriteit, volgorde i.p.v. rangorde. Maar

  1. is het inderdaad zo evident dat dat kan worden vastgesteld? De exegeses zijn niet echt eenduidig.
  2. Als het al zo mocht zijn dat deze conclusie uit de bijbel wegloopt, geldt die dan alleen in de kerk en niet in de samenleving?

 

Komen we er met een ambtsvisiestudie uit? De positie van MV heeft niet direct betrekking op het ambt. En bij een nieuwe ambtsvisie komt de vraag weer.

Stel dat voor 'de nieuwe oudste' de kerntaak regeren is. Als vrouwen niet mogen regeren is de zaak beslist. Maar daar is wel een extra criterium voor nodig. Dus de centrale vraag blijft: wat mag wel of niet.

 

Bij een kleine raad van oudsten blijft ook de vraag waarom daar geen vrouwelijke oudsten aan mogen deelnemen. Is dit dan een geloofwaardig alternatief? We moeten ook voorkomen dat er een hiërarchie ontstaat.

 

Het is fantastisch als zusters veel meer kunnen doen dan nu. Maar we moeten nu een voldoende verdergaand besluit nemen dat laat zien dat er goed over is nagedacht. Anders  blijven we achter de feiten aanlopen.

Gedreven door de liefde is een zijnswijze die erop gericht is dat ieder tot zijn recht komt. Dat recht vloeit voort uit het feit dat je als kind van God beeld van God bent. Laat daarom de vrouwen tot hun recht komen.

 

We moeten geen ondoordachte besluiten nemen. Dat is het gevaar van veel voorstellen van synodeleden. Er zijn nu vijf eensluidende adviezen van de professoren en daarmee is er licht aan het eind van de tunnel. Nieuwe ideeën zijn de moeite waard om te overdenken. Maar als we alleen gaan nadenken en weer studeren is dat heel lastig aan de kerken uit te leggen. Dus we zijn er hier nog niet zomaar klaar mee.

 

Ik heb opnieuw de brief aan Korinthiërs in zijn geheel gelezen en ben een mission statement van Paulus tegengekomen in 1Kor. 7:17: Je moet geen commotie, geen onrust veroorzaken als je getrouwd ben met een ongelovige. Ook moet je de sociale structuur niet veranderen, zie ook de brief aan Filemon over Onesimus.

Paulus doet alles voor de evangelieverkondiging, hij heeft er alles voor over, 1Kor. 9: 12,19, 7:23, 10:11.

 

Deputaten – Dr. Schaeffer

Het is een blijde constatering dat u en wij het eens zijn. Namelijk op het punt van de erkenning dat het rapport als zodanig niet voldoende is om tot besluiten te komen. We zijn blij met het gesprek. Maar het is nog niet afgerond. Het bleek lastig te zijn met zeven deputaten in twee jaar stappen te doen. Tegelijk is het evident dat we goed op dreef zijn gekomen.

 

Het theologisch gesprek moet worden gevoerd over MV en gender. Maar dit is geen taak voor deputaten. Kan iemand in de kerken hier profetisch over spreken misschien?

Het vraagt een geestelijke houding als kerken, TU, synode om met verschillen om te gaan. Die manier van omgaan en leven met elkaar is in zichzelf overtuigend. Dan kun je ook verschillen accepteren in dit proces, zie wat Vreugdenhil zei. Dat is belangrijk, we moeten niet te vaak zeggen dat wij God willen dienen want dat werkt seculariserend. En we moeten, zoals Van der Schee zegt, niet op een totaal andere manier denken binnen en buiten de kerk.

 

Worden we in bestuurlijke richting beïnvloed door de tijdgeest? 90% van wat we doen is naar de tijdgeest. De instelling van een klein mannelijk college gaat nog steeds tegen Paulus in, is secularisatie bevorderend. Daarom moeten we niet denken in simpele oplossingen als een kleine raad, en vrouwelijke diakenen. Niet als de oplossing, maar als hooguit een tussenstap zullen we er als deputaten niet tegen zijn.

 

Adviseurs – Prof. De Bruijne

De adviezen zitten een behoorlijke streep onder mijn schriftelijk advies. De teneur op deze synode bevestigt dat er nog geen brede overtuiging is voor een weg die de Heilige Geest evident wijst. We hebben met elkaar te maken met een erfenis van het Schriftgezag. Daarom kun je niet zomaar verder gaan met meerderheid van stemmen.

 

Tegelijk, de ambten zullen opengesteld worden voor vrouwen. Dat is een kwestie van tijd, luister naar de jongeren. Het kan op twee manieren: door afval van de Schrift, of in trouw aan de Schrift. Mijn grote waarschuwing bij het voorstel van de deputaten is, dat men gaat zeggen: Wat kun je nog met die oude woorden van Paulus en alleen een soort meebewegen met de stroom overblijft.

 

Men zegt: er staat dit maar de deputaten stellen voor het omgekeerde te doen. Maar is dit wel echt zo? Zie artikelen van Tom Wright, die komt tot andere exegeses van de tekst. Het is de moeite waard die te bespreken. We moeten ons niet daarvan afmaken.

We moeten ons eigen standpunt niet verabsoluteren. Er is geen rechtstreekse verbinding tussen de teksten en ons leven. Theologie biedt, zoals Van der Schee zegt, een veel bredere omgang er mee.

 

Wat moeten we nu vandaag? Er is veel kritiek van de synode. De situatie van toen wordt voortdurend vergeleken met die van nu, ook op andere punten als homoseksualiteit. Maar is de situatie wel dezelfde en leidt zó vergelijken niet tot simplismen? Dingen kunnen nu toch anders uitvallen? Zelfs in de loop van de heilshistorie is er accommodatie van God geweest, van degenen die de Schrift schreven en doorgaven.

Vergelijk bijvoorbeeld eens hoe de Bijbel over rente spreekt en hoe Calvijn dat deed.

Denk ook aan het hoofddeksel van de vrouw waarvoor een heel duidelijke motivering wordt gegeven, die rust op een diepere fundering dan 1Tim. 2. Maar die concrete regel passen we niet meer toe, onze vrouwen dragen geen palla en geen lang haar meer. Er is een aanpassing geweest, gedreven door de cultuur en niet door exegese. We begrepen het niet meer en hebben we ons ontwikkeld naar een andere praktijk. Dus lezen we 1 Kor. 11 nu op een genuanceerde manier en richten ons op de vraag wat precies het punt daar was in Gods openbaring. Tegelijk voelden we ons dus vrij om er anders mee om te gaan in onze cultuur. En dat kan net zo met MV.

Zo heeft ook Van Bruggen eens volgens een artikel in Lux Mundi op een ICRC vergadering gezegd dat het mogelijk zó is geweest in Paulus' tijd, de trouw van man en vrouw aan elkaar, een vorm kreeg in het onderdanig zijn van de vrouw. Niet die onderdanigheid is een punt voor alle tijden maar wél de onderliggende trouw dus.

Dat is precies de manier van redeneren in het deputatenrapport. Dat heeft dus niet de geur van schriftkritiek.

 

Om op de goede weg te blijven moet je bij je overwegingen de hele Schrift betrekken. Zie Douma/Grondslagen: De Heilige Geest leidt de kerk door de evidentie van de geschiedenis, tenzij de Bijbel als wachter zegt, je gaat over de grens, zoals in 1Tim. 1, 2. Maar je moet het ook kunnen begrijpen: past het nu wel bij de hoofdlijn die we vinden, bij het denken vanuit de gaven bijvoorbeeld. We hebben een kader nodig om de norm hoog te houden.

 

De eenheid tussen mannen en vrouwen moet recht worden gedaan in alle culturen. Toen was er veel ongelijkheid, maar de teneur in de Schrift is dat er een diepere eenheid in Christus bestaat. In onze cultuur is gelijkheid een vrucht van het evangelie, en met ongelijkheid kunnen we niets meer. Dat kunnen we niet zo direct aflezen uit de bijbel, maar het vraagt om goed gevoel voor cultuur.

 

De synode moet iets. We kunnen niet meer niets doen. De ruimte is er voor en het proces loopt. Ik ga er niet mee akkoord dat ruimte er al niet was: die was er altijd al. Je werd er niet om vermaand. Kijk ook naar Dorland, overal zijn marges voor. Vergelijk ook Assen 1926, zolang iemand maar redeneert vanuit de Schrift en de belijdenis mag dat ook al ben je het er faliekant mee oneens.


We hebben de taak een oplossing te vinden, want de beweging gaat steeds verder, is al veel verder. Een kleine raad van oudsten, zou een hulpmiddel kunnen zijn, voor hen die verder willen gaan en de urgentie voelen. Maar we moeten tegelijk uitspreken dat het een voorschot is op iets dat we als kerken nu nog niet kunnen doen. Het is een tussenoplossing, geen zoethoudertje.

 

Adviseurs – Prof. Te Velde

De opdracht aan de deputaten was: wetenschappelijke studie, bezinning van de kerken en praktische besluiten, 2008. Daarom is het heel ongepast om te vragen of het wel geoorloofd is met dit resultaat te komen. Dat zat er al in. En het is geen schriftkritiek.

 

Vroegere synoden besloten tot actief stemrecht. Ik was daar tegen en heb daarover ook wel preken gemaakt, met voorbeelden die nu door Canada gebruikt worden.
En voor de hoofddekking van de vrouw in 1Kor. 11 redeneerden we op precies dezelfde wijze als nu de MV deputaten. Zij maken dezelfde denkstappen: er botst iets met de traditie, er moet iets gebeuren, wat zijn goede argumenten om iets (de hoofdbedekking) te laten vallen. Methodisch gaat het precies zoals in 1970.

 

Ik heb last van de bespreking van afgelopen zaterdag. De deputaten hadden opdracht gekregen om beide wegen te bestuderen en met voorstellen te komen. Dat doen ze en ze kiezen  een weg, en dan ontstaat er zo'n verwijderende beweging... Het rapport is niet voor de kerken. De  synode hoeft er niets over uit te spreken, maar wel over de besluiten.

 

Vanuit 2005 toen het proces begon heb ik steeds gezegd dat een studie door een paar mensen, hoe het zit en moet, geen goede weg is, geen recht doet aan de werkelijkheid van het leven. F.L Rutgers wilde ook al geen studiedeputaatschappen instellen. Denkwerk moet door theologen worden gedaan, de synode alleen over praktische zaken besluiten nemen.

Vergelijk de Herziene KO. Die moet aansluiten bij wat breed in de kerken als waardevol geldt en behulpzaam is, nieuwe zaken werden teruggefloten. De synode moet besluiten wat een breed draagvlak heeft en niet op basis van een rationeel beslismodel.

Zo is het ook met de liederen gegaan. Van het kerkboek en liedboek werd eerst per regel bepaald of het in het boek mocht of niet. Maar zo werkt het niet. Het is beter te luisteren naar de kerken. We moeten geen top down model meer gebruiken.

Vergelijk ook echtscheiding. Er was veel casuïstiek waar je al dan niet veel van kon afwijken en toch gereformeerd en bijbels handelde. Maar dat kan niet op een synode worden beslist.

Veel beter is een groeimodel. Dat kan wel met deputaten maar dan wel met een ander type. Of iets houdbaar is zal in de loop van de tijd wel in de kerken blijken. Onze plaatselijke kerken zijn als vanzelf veel vrouwvriendelijker geworden, vrouwen bepalen de sfeer ook zonder synodebesluiten. De vrouw in het ambt is door onszelf tot een eigen sjibbolet, een identity marker geworden.

 

Het moet niet om een diepgaande ambtenstudie gaan. We staan in een geleefde werkelijkheid. Zo'n studie is al duizend keer gedaan. De opdracht zou moeten zijn, hoe geef je de taak van de vrouw in de kerk een bepaalde vorm, waar doen we haar tekort, enz. Het gaat om onze houding en wat de Bijbel zegt, hoe vrouwen recht te doen. Onze oplossingen zijn niet volmaakt en kunnen niet zonder loutering de eeuwigheid in. Preekbevoegdheid is mogelijkheid maar is niet alleen de oplossing.

 

Hoe verder? De zaak moet dichter bij de kerken, maar niet in een rationeel model. Ook geen onderwijs van de kerken want dat is bevoogdend. Allerlei dingen kunnen uitstekend praktisch worden uitgewerkt, het gaat immers niet om principiële zaken. Cultuur wordt positief benaderd, dat zit in het DNA van de GKv. Deze kerken willen midden in de cultuur en de tijd staan. Wel kan zwakheid daarbij zomaar meewaaien. Het gaat er om dat mannen en vrouw vruchtbaar samen werken in de kerken.

 

Bespreking Open Ronde

 

Preses

Er ligt op dit moment een voorstel van de deputaten. Er is nu gelegenheid om een en ander aan te kondigen aan amendementen en tegenvoorstellen.

 

Br. Niemeijer

Vraag van Van Houwelingen wat het betekent dat je vertrouwen hebt uitgesproken én gesproken hebt over grensstenen. Ik zeg niet dat er sprake is van schriftkritiek, maar wel dat een en ander vragen oproept. Mijn verzoek is om er nog eens goed naar te kijken.

 

Oudstencollege als zoethoudertje? Dat speelt al veel langer in onze kerken, zie ook het boek van Van Bruggen. Eerste insteek zou moeten zijn, eerst eens echt kijken naar de  ambtsstructuur. De discussie daarover hoort hier niet thuis.

Een kleinere raad van oudsten vind ik niet goed. Er is een risico aan een kleine raad. Overigens zijn de opmerkingen daarover niet erg vleiend voor kleine kerkenraden.

 

We zouden eerst moeten uitspreken dat we betreuren dat dit dossier een veel te zware lading van schriftkritiek krijgt. Het gaat hier alleen om een goede ordening van het kerkelijk leven. De discussie  is op een bepaalde manier de verkeerde kant opgegaan.

 

Ds. L.W. de Graaff

We onderscheiden tussen gezag oefenen in de kerk en in de samenleving. Dat doet de Islam bijvoorbeeld niet. Daarom moeten we de posities van verantwoordelijkheid van overheid en kerk beschouwen.

 

NGB art 30 (oud) sprak over de geestelijke politie. Het is heel triest als we daarmee klemlopen. Ik wil daarom samen met Kruse, als afgevaardigden, een tegenvoorstel indienen want de voorstellen van de deputaten hebben ons niet overtuigd. Het behelst de opdracht voor een voortgaande bezinning op en studie van de ambtsstructuur (zo naar Harderwijk). En verder in de HKO het ambt van diakenen openstellen voor vrouwen.

In het besluit moet ook de adviezen van binnen- en buitenlandse kerken betrokken worden.

 

Br. Van Arkel

Is het niet beter dat de deputaten hun rapport als een startdocument presenteren, nu hun denklijn niet overtuigend is? Dan is het veel minder bezwarend.

 

We moeten meer duidelijkheid over de toepassing van hermeneutiek hebben. En teruggaan naar de essentie van geestelijk leidinggeven, nadenken over de denklijnen, en de kerken daarin meenemen. Daarin ook de studie van Dorland verwerken.

We mogen van mening verschillen, moeten dat accepteren en niet elkaar terechtwijzen.

 

Ds. Tigelaar

We zijn het gesprek begonnen en zijn gaan bewegen. Maar de druk van schriftkritiek moet uit de discussie worden gehaald. Het gesprek moet vanuit de Schrift plaatsvinden en dat doen de deputaten.

Hoe moet zo'n nieuw deputaatschap met de kerken in gesprek? Het moet niet direct over de vorm gaan, maar om een echt gesprek, in de ontmoeting gaan we de Heiland ontmoeten. Daar hebben we het vaak niet over, dat is de armoede van onze kerk. En niet te grote woorden spreken, dan lopen we vast.

Deputaten moet de kerken begeleiden, steunen en helpen, gespreksleiders leveren, het gesprek vormgeven, inzicht verschaffen. Maak van het resultaat een rapport en geef aan waar het heengaat.

 

Ds. S.W. de Boer

Hoofd van de vrouw, wat is dat? Hoe geef je dat concreet inhoud?
De doorgaande lijn in het Oude Testament was dat profeten, priesters en koningen in Israël mannen waren, terwijl toch die Umwelt priesteressen had.

Het priesterschap had een diepere laag, het had alles te maken met rechtvaardig verklaren, vergelijk de gezondheidsverklaring bij melaatsheid. Dan was een ambtelijke uitspraak nodig met een bloedritueel tot verzoening.
In Christus hebben we vergeving en verzoening. Er is geen principieel verschil tussen het OT en NT. David moest ook verzoend worden door Jezus Christus, net als wij. Ik geloof er niets van dat wij meer genade krijgen. Het snijpunt zit vlak na de zondeval, in de Moederbelofte. Door die genade leven we in Christus.

 

Als we de ambten opnieuw doordenken moeten we daarbij 2Kor. 5 betrekken. Mannen binden, hun priesterlijke taak is die van de verzoening, de bediening van het Woord, de tucht en toelating tot het Avondmaal. Verklaren dat God ons rechtvaardigt door Christus. Nooit was dat een taak voor de vrouw, er waren geen vrouwelijke priesters. Wel mogen vandaag ook vrouwen profeteren.

 

Op de smalle kerkenraad zijn er gemiddeld twee adressen waar tucht en aansturing aan de orde is. Maar het meeste werk is voor de diakenen. Die zouden ook vrouwen kunnen zijn. We zouden ook de grootte van de raad moeten onderzoeken.

De raad van oudsten en predikant geeft inhoud aan de bediening van de verzoening. Zo blijft de man hoofd van de vrouw.

 

Ik ben het eens met Van 't Spijker om meer luisteren. En ook met De Bruijne, als het nog niet wordt gegeven dan ook niet die weg gaan. Wat eventueel kan is wel een besluit nemen maar het nog niet uitvoeren.

 

Ds. Poortinga

1 Ik kan me helemaal vinden in wat Sytsma zei.

2 We moeten geen studiedeputaatschap instellen.

3 De adviezen van prof. De Bruijne volgen, maar wel uitwerken.

4 Reparatie van de regeling 2008 door een concept regeling vast te stellen.

 

Ds. Soepenberg

Harderwijk vroeg om een praktische effectuering, dat moeten we als lijn zien voor deze synode. Samen met L.W. de Graaf wil ik in een voorstel daar gestalte aan geven voor de prediking. Dat is een aangelegen punt. En ook m.b.t. tot de leiding, het opzicht en de tucht.

 

Je kunt besluit 2a weglaten want het spreken over de vrouw en ambt past al binnen de ruimte van de GKv. Maar als je het wel neemt kan dat niet op basis van het rapport want dat heeft niet voldoende draagvlak.

We moeten praten over de Schrift en hoe je die toepast. En over de kritische functie van de Schrift. 1Kor. 14 gaat het over een bevel van de Here.  Slaat dat nu wel of niet op het direct daaraan voorafgaande? Ik blijf daar mee zitten.

 

Ds. Van Wijnen

Als De Graaff en Soepenberg. We moeten bekijken waarin we elkaar meenemen. Welke mogelijkheden benutten we wel en niet. In Korea worden zusters ingezet voor de verspreiding van het evangelie. Daar zouden we eens op door moeten gaan.

De CGK heeft hetzelfde punt aan de orde gehad, maar er is te weinig lering uit getrokken. Het is niet makkelijk om het tot oplossing te brengen. We moeten geen grote woorden spreken maar wel naar de taak en mogelijkheid van zusters in de gemeenten kijken.

 

Br. Kruse

1 Wat ligt er nu nog aan besluiten? Wat kunnen we er nog mee doen, ook naar de kerken toe? De vorige synode vroeg om een minimale invulling. Dus dat moeten we wel degelijk doen.

 

2 Ik heb veel respect voor de deputaten. Maar de adviezen geven geen leiding aan het proces in de kerken. Te Velde wil alleen de ontwikkelingen in de kerken borgen. Maar we moeten toch leiding geven? Als wij het niet doen wie dan wel? De bladen?

 

3 De Graaff wil een poging doen de twee bijbelse lijnen onder te brengen in een ambtsstructuur. Daarmee zou een studiedeputaatschap richting kunnen worden gegeven. Is een oudste MV een goede invulling van deze twee lijnen?

 

4 Ik heb niet de illusie dat op het voorstel niet genadeloos zal worden geschoten. Het is niet volmaakt maar het minst slechte om voor te gaan.

 

Ds. Beiboer

Ik sluit me aan bij Kruse. Bestaat de man in het ambt eigenlijk wel?

Ik overweeg een tegenvoorstel in de lijn van het advies van De Bruijne. Als je een goed- of afkeuring uitspreekt dan zal daar de komende jaren alleen dáár over gediscussieerd worden en ieder zal het naar zich toe willen trekken. Dan wordt er niet meer inhoudelijk gesproken. Loopgraven dus, zoals de CGK dat over zich heen hebben gehaald t.a.v. homoseksualiteit.

Daarom moeten we het gesprek opgang brengen. Praktische oplossingen bieden, het sjibbolet weghalen, het probleem terugbrengen, Gods liefde centraal zetten, en mensen  die blij met elkaar zijn, leiden door Heilige Geest, zie Galaten 5. Zo doe je wat de wet wil.

 

Br H.H. Bouma

In de commissie is de hele bandbreedte vertegenwoordigd. Er zijn heel verschillende meningen maar er moet een heldere uitspraak komen. Ik wil me aansluiten bij De Bruijne en Te Velde: geen nieuw studiedeputaatschap, wel ondersteuning om het veld in te gaan.

 

Hoe gaan we om met de buren, CGK, NGK en buitenland?

We moeten een kader aangeven, de situatie in Goes is totaal anders dan in Amsterdam. Van den Geest kan het niet meer uitleggen aan de jongere generatie. Maar als het op de Bijbel is gebaseerd dan moet dat toch wel kunnen? De Kerk is geen rotary club. Het diakenambt moeten we openstellen voor de vrouw.

 

Ds. Van der Schee

Het is belangrijk dat we ons realiseren wat we ervaren hebben: dat we het echt als 36 mannen niet eens zijn. De discussie is nog maar net begonnen. We moeten wel iets besluiten. De besluiten inhoudelijk leger maken. Niet proberen voor jouw oplossing een meerderheid te vinden.

 

Er wordt gesproken van twee lijnen die algemeen gedeeld zouden worden. Dat is niet waar, het slaat nergens op. We moeten onze best doen dat soort reactie niet af te dwingen in de besluitvorming.

 

Er is veel druk emotionele druk op de besluitvorming die zo nauw mogelijk moet aansluiten bij de kerken. Een opdracht voor een studiedeputaatschap voor de ambten mag deze synode niet geven, want daar is niet om gevraagd door de kerken, ook niet door de deputaten. Deze kerkregel voorkomt dat je ondoordacht tot nieuwe dingen besluit. Laten we ons houden aan onze basisregel hoe spannender het wordt. Het enige materiaal dat er ligt vormt de basis voor besluiten.

 

Ik wil me aansluiten bij Tigelaar die zich weer aansloot bij Te Velde. We moeten doorschakelen naar de toekomst en iets nieuws bedenken. Een project waar iedereen aan mee kan werken, dat zou ik heel mooi vinden.

 

Br. De Jong

Misschien kom ik met een tegenvoorstel. Het voorliggende is niet veelzeggend. Voorstanders MV gaan niet gelijk naar de brandstapel want er is dus al ruimte voor hun mening. Een besluit daarover zou teveel gewicht kunnen krijgen en een eigen leven gaan leiden. Maar als we ons niet uitspreken dan zitten we vast in de hoek met de NGK. Daarom dus een tegenvoorstel om de ambten iets te herverkavelen.  Gewoon iets uitspreken om de discussie te stimuleren om zo consensus te bereiken.

 

Ds. W.L. de Graaff

Na de woorden 'infaam' en 'abject' ben ik weer blij met de oproep van dr. Schaeffer om niet meer uit te spreken dat we vertrouwen in het elkaar hebben maar het gewoon doen. We moeten vrij over dit onderwerp kunnen spreken. Daarvoor is alle ruimte zonder daar een uitspraak over te doen, vergelijk Schaeffer.

 

Deputaat Van Leeuwen vraagt hoe urgent wij deze zaak vinden. Veel taken konden al veel langer door vrouwen worden gedaan. En hoe erg is het dat het in de verhouding tussen kerk en wereld op dit punt hier en daar schuurt?

Genderstudies zijn belangrijk. Daarmee kunnen we verder komen. Ik doe een tegenvoorstel.

 

Wij blijken bij ons argumenteren en bespreken steeds hefbomen te gebruiken: 'de jeugd vindt', 'buiten de kerk vindt men', 'als een ongelovige binnenkomt', 'ik heb die en die gesproken, dus…'

 

Ds. S.W. De Boer

We halen twee punten door elkaar: verschillen tussen man en vrouw, en zijn en haar taak. De synodeopdracht was wat meer reliëf in de ambten te brengen. De huidige ambtsstructuur is al zo'n 400 jaar oud. De laatste 50 jaar is daaraan steeds meer  toegevoegd terwijl de deputaten het alleen hebben over de ambten. Daarom komen we met een tegenvoorstel waarmee we de praktisch opdracht willen geven de ambten opnieuw in te richten: dichter naar de Schrift toe, en misschien veel simpeler dan onze huidige dominee, ouderling en diaken, en hoe hen op bijbelse wijze in te zetten in deze tijd.

 

Br Poutsma

Zaterdag ging ik na zoveel gerationaliseer en geredeneer ontmoedigd naar huis. Maar ik ben blij met deze dag. Nu is er veel meer relatie met de inhoud.
Adam ontdekte dat hij Eva nodig had. Wij nog niet, omdat er hier geen vrouwen bij zijn. Zijn we wel bezig met een goede balans tussen beheersen, angst. De zonde zit in onze genen, zie Maarten Verkerk in het ND van vandaag. Belangrijk is dat we durven loslaten en vertrouwen. Loslaten en hulp vragen aan haar die God naast ons heeft gezet. En haar de plaats geven die haar volgens de schepping toekomt. We leven nu dichter bij herschepping dan toen.

Zaterdag was er op de publieke tribune een duidelijke gekwetstheid te merken, m.n. van zusters. Zij hadden het gevoel weggerationaliseerd te worden. Zijn wij mannen geen belemmering voor haar? We moeten genade en vrede vinden.

 

Het centrale uitgangspunt is steeds de gezagsrelatie tussen man als hoofd en de vrouw. We kunnen een studie doen naar wat heet het ambt. Maar dat axioma blijft steeds boven de markt hangen, zie Bakker. We moeten beseffen dat schepping, zondeval en herschepping ook voor de vrouw zijn.

Mijn voorstel zou zijn een commissie in te stellen bestaande uit twee synodeleden, twee vrouwen, een man en een vrouw van de TU, en dat die een voorstel voorbereiden. En een proces starten zoals Te Velde dat heeft geadviseerd. Deze gesprekken zijn heel gelegitimeerd. En daarbij een begeleidingscommissie instellen met gespreksleiders die ook voor 50% uit mannen en vrouwen bestaat.

 

Ds. Voorberg

Volgens de deputaten gaan we anders met 1Tim. 2 om dan met 1Kor. 11. Maar dat is niet zo. Ook 1Kor. 11 wordt genomen zoals het er staat.

 

De kleine raad van oudsten is geen goed idee. Die krijgt in grote gemeenten een elitaire functie, en verliest contact met het grondvlak. Het is zo belangrijk dat juist ouderlingen minsten 1x per jaar op huisbezoek gaan. Het is een ondoordacht idee om als een soort escape uit de impasse te komen. In die kernkerkenraad zouden ook weer de zusters niet mogen ontbreken, dus het is geen oplossing.

 

Vrouwelijke diaken, ook niet doen. Het is veel beter in zijn algemeenheid na te denken over de vrouw in de gemeente. Dat voorkomt ook problemen met andere kerken. Wat voor materiaal ligt er al? Daarvoor kun je niet bij het deputatenrapport terecht.

 

Geen studiedeputaatschap want dat lijkt op vooruitschuiven. We zullen het apart van de CGK moeten beslissen want het gaat daar geen besluit worden en staat bovendien niet in  onze opdracht.

 

Ik zeg amen op het voorstel van Maarten Verkerk. We moeten niet met mannengenen over vrouwen handelen. Dat heeft te maken met Galaten. Hoe kunnen wij daar in gebed  mee omgaan. Amen.

 

We zijn nu al negen jaar bezig. Er zijn heel wat studies gedaan, zie o.a. Mirjam Klinker. We moeten nu toch een besluit nemen. Ik zit nog wel met de vraag, hoe wij ons publiek distantiëren van bepaalde paragrafen in het rapport. Het rapport is niet overtuigend, niet toereikend en belemmerend voor de eenheid van de kerken, de relaties met de CGK, buitenlandse kerken en kerkelijke contacten.

Toch willen we wel voorzichtig en duidelijk verder komen. We zouden moeten vasthouden aan onderschikking van de vrouw in de kerkelijke context. Klinker gebruikt dat lelijke woord ook steeds. Maar het gaat er om: de man voorop en er is geen rangorde maar volgorde.

 

Met de vraag over de vrouw in het ambt is de zaak nog niet beslist. Zie de scheppingsopdracht, zij is helpster. Hoe kan zij dat zijn in een ambtelijke structuur? We zouden binnen een half jaar voorstellen moeten hebben hoe dat vorm te geven. Dan kunnen we bijvoorbeeld in januari besluiten voor alle ambten. Uitgangspunt is de vrouw als gelijkwaardig en ondergeschikt aan de man. En dan een open discussie in de kerken in binnen- en buitenland.

Dus nu nog niet invoeren, pas in 2017. De conclusie zou kunnen zijn de zaak terug te draaien. Maar dat kan dan ook omdat het nog niet is ingevoerd.

 

Deputaten – Dr. Schaeffer

Aanpassingen van de tekst van het voorstel p33 van rapport.

Besluit 2 eerste regel vervalt, ….op basis van dit raport …

2a 'zoals dit in dit rapport verwoord is' … vervallen.

 

Het is wel helder en passend om ons over deze visie uit te spreken gezien de relatie met ook de NGK.

 

Dat ons rapport niet overtuigend is heeft ons niet overtuigd.

Een studiedeputaatschap is geen goede zaak en kerkordelijk misschien ook niet.

 

Deputaten die knopen door moet hakken, zonder eigen studie? Dat gaat niet, en dat wordt het ook niet. Het kan niet zonder studie. Maar is het nu kerkordelijk juist?

 

De suggestie is gedaan zusters en broeders te horen. Why not?

 

Adviseurs – Prof. Te Velde

Je legt een rookgordijn als je stelt dat de synode leiding moet geven. De generale synode geeft geen leiding aan de kerken. Alleen de punten die voorliggen en volgens de regels zijn ingebracht, daar gaat de synode over.

 

Het is heel belangrijk dat de gemeente inhoudelijk voortdurend functioneert in verbinding met de kerkenraad. Er gebeuren allerlei dingen die nog nooit veroordeeld zijn. Overal is er de leiding van de Schrift. Als er hier geen besluiten worden genomen, dan betekent dat nog niet dat de kerken niet geleid worden.

 

Als er consensus is dan is het simpel om leiding te geven. Maar hier ligt een enorm palet. Daarom niet een knoop doorhakken, het is veel beter consensus in de kerken te bereiken. Het besluit moet in de plaatselijke kerken plaatsvinden. Daar ga je voor.

 

De kerken zouden niet vragen om een ambtenstudie. Maar als de synode er niet uit is, dan moet je er wel iets over zeggen.

 

1Kor. 11. In 1970 hebben we dezelfde methode gebruikt als nu het deputaten rapport doet. Dat heb ik toen ook in preken gedaan. Lang haar was toen normaal voor een meisje, het had een element schande. Je moest een macht op het hoofd hebben, de verhouding weerspiegelen tussen Vader en Zoon. Daar kwam een stevige theologie aan de orde. En de verhalen van toen vertelden nogal eens iets over de situatie, de context toen in Korinthe, de hoeren.

 

Preses dr. Voorberg

Het moderamen doet het volgende voorstel.
Het moderamen overlegt met de MV commissie. De commissie groepeert in te dienen amendementen en voorstellen en probeert zo een goede richting te vinden. Indienen kan tot woensdag 24.00 uur bij de commissie. Die gaat dan clusteren in overleg met het moderamen om zo de zaak behandelbaar te krijgen.

Het resultaat gaat daarna terug naar de indieners om elke schijn van manipulatie te vermijden. Tot dinsdag is er tijd om zaken op te lossen.

De volgende zitting is op donderdag 5 juni.

Ds. Van der Schee is secretaris van de commissie.

 

Preses

Ik constateer dat het voorstel wordt gesteund door de vergadering.

 

Sluiting

De vergadering wordt op christelijke wijze door ds. L.W. de Graaff gesloten. Hij spreekt over Spreuken 31, het loflied op de degelijke/sterke vrouw.