Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

MV in Assen 1

 

D.J. Bolt

01-11-14

 

Zoals bekend heeft de synode van Ede een tweetal deputaatschappen Man/Vrouw ingesteld[1]. Het ene deputaatschap heeft als taak de vraag te beantwoorden of de Schrift vrouwelijke ambtsdragers toestaat dan wel verbiedt, we verwoorden het maar even rechttoe rechtaan, het andere heeft de functie om hierover alvast in gesprek te gaan met de gemeenten. Het was verschillende afgevaardigden op de synode niet erg duidelijk wat daarvan nu precies de bedoeling was maar één interpretatie is in elk geval: gemeenten voor te bereiden en te begeleiden op de weg naar 'de vrouw in het vierkant'.

Ondertussen blijft het ook niet stil op de kansels. We hebben daar al eens eerder melding van gemaakt, click MV in Drachten. In deze publicatie geven we opnieuw een uitgebreide samenvatting van een preek die we vonden op www.kerkdienstgemist.nl. De preek over 1Timotheus 2 is op 23-02-14 gehouden in de middagdienst (16.30uur) van GKv Assen-Zuid. Voorganger is ds. G. Meijer (45).

 

We hopen over enige tijd deze preek te bespreken.

 


 

Preek

 

Samenvatting

 

1Timotheus 2

 

Woord van God voor ons allemaal, dat dragen we mee in ons leven.

De bedoeling vandaag is argumenten te leren kennen hoe om te gaan met bijbelteksten en hoe zwaar ze wegen. En daarbij proberen op te passen voor valkuilen. Want misschien zijn er nog wel een heleboel ándere argumenten dan je denkt. Je moet dus niet te snel te grote woorden gaan gebruiken.

 

Het gaat over de plaats van mannen en vrouwen in de kerk. Dat is in ons vrijgemaakte kerkverband aan de orde. Een deputatenrapport zegt dat het niet onbijbels is als vrouwen ook ouderling of predikant zijn.

We hebben geleerd dat Gods spreken altijd actueel is en dat het Woord van God nergens vastgeklonken is aan het verleden. Want de Bijbel is geen doel op zich maar een instrument in onze band aan God. Hem kennen we uit de natuur en we kunnen Hem door de Bijbel beter leren kennen in zijn reddingswerk in Christus. Daarbij moeten we de Geest en het Woord zo dicht mogelijk bij elkaar houden. Laat het levende Woord dat Christus zelf is, actueel werken en bidt daarbij altijd eerst om verlichting door de Heilige Geest. We mogen Jezus Christus ontmoeten, hier en nu in zijn Woorden en ons daarin verblijden.

Het gaat dus in deze preek over dat levende Woord en m.n. over de scheppingsorde in 1 Timotheus 2.

 

De heel belangrijke grote lijn die de hoofdtoon voert in heel het bijbelboek 1Timotheus is de lijn van rust. Het zal vooral gaan over het scheppingsordeargument, hoewel het woord scheppingsorde niet in de bijbel voorkomt. Het gaat nu ook niet over 'hoofd en hulp' want daar heeft Paulus het hier niet over. Wél heeft hij het over: de hoofdlijn van orde en rust. Hoe komt dit levend naar ons toe?

 
De redenering die vrijwel altijd in de kerk werd gevolgd op basis van 1Tim. 2, was vrij helder en kort. Paulus zou in dit gedeelte, vers 8, voorschriften speciaal voor gemeentesamenkomsten geven. En de stap is dan klein om te zeggen: het gaat om speciale voorschriften voor kerkdiensten. In vers 12 zegt Paulus dan met apostolisch gezag als geroepen apostel van Christus Jezus, in opdracht van God: 'Ik sta niet toe dat een vrouw gezag heeft over de man'. Dus dat geldt ook voor vandaag, volgens deze redenering.

Maar er wordt bij dit redeneren over vers 12 onderscheid gemaakt met Paulus' gebod tot het opheffen van heilige handen in vers 8. Want, zegt men, bij het gebod in vers 12 staat een bijbelse fundering, namelijk, hoe dit ook bij de schepping volgens Genesis zo was. Paulus zegt daarmee: Ik sta niet toe dat de vrouw het een en ander aan taken heeft in de eredienst. En deze bouwstenen worden dan gebruikt om niet toe te staan dat vrouwen ouderling of predikant worden.

Tot zover even die redenering in het kort. Die is niet ingewikkeld om te volgen. Zo hebben de kerken in het verleden het ook geformuleerd waarom er in de vrijgemaakt-gereformeerde kerken geen vrouwelijke ouderlingen of dominees kunnen zijn.

Het voordeel is dat het duidelijk, hanteerbaar, begrijpelijk is en dat zo'n redenering houvast biedt. 't Staat immers zo in het Woord van God?

Ik wil dat vanmiddag ook zo duidelijk laten staan en ga daar niet aan tornen. En zeg ook niet dat deze redenering die zich baseert op de Bijbel helemaal fout is.

 

Maar we gaan nu een soort diepteboring naar verdere argumentatie doen door deze teksten heel nauwkeurig te bekijken. Om zo te snappen hoe je het ook gereformeerd kunt noemen als je tot een andere conclusie komt.

Het gaat om de lijn van orde en rust in heel 1Timotheus. 1Tim. 2 tot en met 1Tim. 3:13 vormen haast een soort rustgevende minikerkorde. Blijkbaar was er onrust in de gemeente, had je haantjes- of hennetjesgedrag. Mannen of ook wel vrouwen die de boventoon wilden voeren. Daarom hamert Paulus hier steeds op rust, bescheidenheid, niet op de voorgrond treden, toewijding. Timotheus kan voor zijn taak binnen de kersverse groep christenen in Efeze nog wel wat van Paulus' knowhow en bemoediging gebruiken.  Paulus ziet dat het nodig is om bij de Efeziërs te hameren op rust en orde. Dat deed hij ook al bij de Corinthiërs.

Want de God van de schepping is een God van orde en vrede, niet van wanorde. Dat moet zoveel mogelijk weerspiegeld worden in Christus' gemeenten. Daar zie je Paulus hier vooral op hameren en daar moet Timotheus zich voor inzetten: het moet gewoon goed lopen, de zaken netjes met elkaar regelen. Dat is de grote lijn.

 

Nu de teksten.

Vers 8: 'Ik wil'.  Soms maakt Paulus heel duidelijk onderscheid. Dan zegt hij: 'niet met een woord van de Heer' of wél 'met een woord van de Heer'. En dan kun je daar meer of minder gezag bij neerleggen. Híer staat, 'ik wil'. Maar hij zegt het wel als gezondene door Christus Jezus in opdracht van God.
'Samenkomst' doet snel denken aan kerkdiensten. Maar het heeft gewoon betrekking op elke vorm van samenkomst van christenen.
Paulus zegt in 1Tim2:8: 'Ik wil dat mannen met opgegeven handen bidden op elke plaats, op iedere plek'. Op iedere 'plek', daar mist het woord voor eredienst of samenkomst. Dus het gaat om alle plaatsen waar kinderen van God bij elkaar komen, waar twee of drie vergaderd zijn in de naam van de Heer.

Maar wie bidt nog met opgeheven handen? Dat is voor ons geen discussie meer, terwijl het vanouds wel een in Israël bekende houding was, zie Ps. 63, 77, 134 en 141: 'Laat Heer mijn gebed en mijn handen geheven zijn tot U gericht'. Maar wij hebben meteen 1Tim. 2:8 aan de kant gezet. We vinden het niet passend, het voelt niet goed. We zijn niet zo expressief. Het past meer in de oosterse cultuur, zo werkt dat.

Maar geheven handen hebben wel iets moois: overgave, bescheidenheid, vol toewijding. Geheven handen zijn juist in de lijn met goede orde. Mannen: Geen gebalde vuisten, niet verkrampen, niet haantje de voorste, maar ontvankelijk voor God. Een mooie historische lijn.

 

Vers 9: 'Ook wil ik dat vrouwen zich waardig, ingetogen, enzovoort, kleden'. Ik durf nu nauwelijks meer de kerkzaal rond te kijken. We dénken misschien hier wel eens over maar doen er zonder discussie niet veel naar. Daar zijn we ook mens voor.

Paulus zet ons wél aan het nadenken. Het gaat om orde, rust, eenheid in de gemeente. 'Wees heilig want Ik ben heilig, een God van harmonie'. Dat moet ergens terugkomen in de gemeente.

 

Vers 11 en 12: 'De vrouw dient zich gehoorzaam en bescheiden te laten onderwijzen, ik sta niet toe dat ze zelf onderwijst en gezag over de man heeft, ze moet bescheiden zijn'. Maar moderne mensen horen dit met kromme tenen aan. Paulus zegt : Schik je je in de gebruikelijke lessituatie in de samenkomst en wel zo dat de orde en rust optimaal is.

De samenvatting van zijn drie opdrachten is: niet-autoritair optreden want dat zou die gewenste rust verstoren.

 

'Laten onderwijzen'. Traditioneel was men gewend aan onderwijs dat in de synagogen voorbehouden was aan mannen. Mannen voeren daar het woord, zo ook in de Grieks-Romeinse volksvergadering. In die lijn veronderstelt Paulus ook dat mannen voorgingen in de christelijke samenkomsten. En blijkbaar zegt Paulus dat als ook vrouwen zo zouden optreden dat het tot spanningen kan leiden. En dan gaat die goede orde er aan.

Het zeldzame woord dat Paulus hier gebruikt betekent 'gezag uitoefenen over de man', iets als autoritair optreden, ongeoorloofd domineren.
 

Geeft Paulus hier een altijddurende goddelijke regel, ook voor ons? Immers hij refereert aan de schepping en de zondeval om zijn ordevoorschriften kracht bij te zetten.

Dat alléén al is iets wat wij moeten leren. Niet even de Bijbel opendoen en dan de gevonden bijbeltekst citeren als bewijs voor je stelling. Paulus sluit zich er bij aan hoe het Joodse volk de Bijbel citeerde en er als levend Woord mee omging. Dus niet puzzelen met bijbelteksten. Zo roept Paulus hier de geschiedenis van de schepping te binnen op een bijzondere manier. Eerst herinnert hij aan de schepping van Eva uit Adam, Genesis 2. Dan, vers 13, over het eten van de boom door Eva en daarna, vers 14, Adams eten. Daarmee roept hij Genesis 3 op en herinnert aan de gevolgen voor de vrouw, vers 15. Dus Paulus wil orde en vrede in Efeze, en wil die stimuleren. Daarvoor roept hij de concrete Schriften in herinnering.

 

Ik wil u heel graag zeggen dat dit haast niet te snappen is en hoe je dit nu moet taxeren van Paulus. Wereldwijd is er niemand die kan zeggen: zo zit het precies. Op het eerste gehoor klinkt het zo: God heeft bij de schepping bedoeld dat een man geeft leiding en dat een vrouw zich toevertrouwt aan die leiding. Maar, waarom citeert Paulus dan bijvoorbeeld Genesis 1 niet waar van de schepping van de mens als mannelijke en vrouwelijke representanten van de Heer wordt verteld? Voor een zuivere goede scheppingsorde moet je niet bij Genesis 2 zijn, want daar was het 'niet goed dat de mens alleen is'. In Genesis 1 was het goed en is er harmonie, de echte scheppingsorde. Maar dat doet Paulus níet, hij citeert alleen Genesis 2, als iets dat niet goed is, namelijk dat de mens alleen is. Dat is opvallend.

En wat is nu die scheppingsorde? Paulus verwijst naar de schepping van de vrouw en haar zondeval. Dus voor de rol van de vrouw in de gemeente roept Paulus de scheppingsorde, maar je zou ook kunnen zeggen een zondevalorde op. Dat de vrouw in zonde is gevallen gebruikt Paulus ook voor de gemeente van Efeze. Maar moet je dan een altijddurende man/vrouworde afleiden uit de zondeval die niet zó Gods bedoeling was? Moet je dit als een straf nadragen? Hier liggen heel veel vragen.

Vooralsnog zie ik het zo. Paulus' manier van redeneren gaat niet over de vrouw als ouderling of dominee maar gaat erover hoe wij orde en rust in de gemeente van Christus bereiken en daarvoor gebruikt hij deze geschiedenissen. Hij past daarvoor het begin van de Bijbel niet helemaal maar gedeeltelijk in zijn redenering in. Immers, hij noemt zondigende Eva eerst, terwijl in Rom. 5 Adam verantwoordelijk is voor de zonde.

En waarom geen woord hier over het heersen van de man over de vrouw als negatief gevolg van de zondeval? Als een gereformeerde uitlegger zó zou redeneren als Paulus hier doet zou hij zakken voor zijn classicale kerkelijke examen. Paulus legt hier een zwaarder en een wat eenzijdiger accent op de rol van de vrouw dan uit Gen. 2 en 3 naar voren komt. Paulus is apostel en hij mag dit dus blijkbaar doen. En hij doet het om juist die orde extra te bewerken, om tegenwicht te bieden tegen schreefgroei in Efeze.

Paulus wil o zo graag zijn gemeente als schitterende eenheid zien, zoals God de mens, zoals Christus zijn gemeente ook wil zien. Dat wil hij  met deze woorden bij de Efeziërs bereiken. Dus zijn boodschap is: Relaties binnen de kerk, zeker ook de man/vrouw verhouding zijn heel kwetsbaar en gevoelig voor eigenmachtig optreden. Dus laat ieder daarin de taken bescheiden oppakken, mannen en vrouwen. Laat ieder daarin geen aanstoot geven voor mensen om hen heen, maar bescheiden zijn.

 

De stad Efeze was zeer bekend om de godin Artemis. 'Groot is Artemis', de godin van de Efeziërs. Die cultus had ook vrouwelijke priesters in dienst. Die voerden de boventoon. En dan zegt Paulus: Dat doen we híer niet zo, in de gemeente van Christus willen we het geordender hebben.

Mogelijk zag Paulus hoe het daar ontspoorde. Zagen mannen misschien met jaloerse blikken naar die hele cultus? We weten het allemaal niet. Paulus wil het in Christus' gemeente in elk geval geordender hebben. Daarom moeten vrouwen bescheiden zijn.

 

Een andere mogelijkheid is dat het in dit gedeelte alleen maar gaat om getrouwde vrouwen. Die moeten zich in de samenkomst van christenen bescheiden opstellen zoals ze ook gewend zijn van huis uit. In de cultuur van toen wil Paulus die orde niet zo ineens omgooien. Het zou toch heel raar zijn als jij als vrouw ineens een andere verhouding t.o.v. je man laat zien. Dat is niet goed voor die goede orde en onderlinge vrede.

Zo kun je ook redeneren.

 

Samengevat.

Het is dus niet fout om te zeggen: 'We hebben het in het verleden fout gedaan of wereldwijd wordt het fout gedaan'.  En het is ook niet zomaar fout om te zeggen dat een vrouw op geen enkele manier in een christelijke samenkomst met autoriteit mag optreden t.o.v. mannen.
Als je doordenkt hoeft het dus niet onbijbels te zijn om tot andere conclusies te komen. Paulus schrijft hier nadrukkelijk iets over orde en dat is de les die wij moeten oppakken. Met dat Woord van de Here moeten we blij zijn. We mogen gerust op een gepaste manier trots zijn dat wij als gereformeerde kerken de woorden van Paulus over orde voortdurend  willen invullen in ons gereformeerd kerkzijn. Daarom hebben we bijvoorbeeld een kerkorde waarin we veel energie geïnvesteerd hebben. Want God is een God van orde en vrede.
Laten we alsjeblieft zorgen voor eenheid binnen Christus' gemeente. En ik denk dat dat in heel de Man/Vrouw discussie ook ontzettend belangrijk is: de weg van orde en vrede. En ik denk ook, dat dát Paulus' boodschap in het hier en nu voor ons samen is. Zo mag ons samenkomen iets weerspiegelen van wie God is: orde en geen geldingsdrang van mannen of van vrouwen.