Dag Fokko 3
D.J. Bolt
28-11-15
De vorige keer gaven we een samenvattend verslag van het seminar ter gelegenheid van 50 jaar Tehuis-gemeente. We willen nu daaraan wat gedachten wijden. Hoe kijkt deze gemeente terug op haar verleden. Verder is het natuurlijk interessant om de zaken die de sprekers en het forum naar voren brachten te overwegen. Welke wegen wil men inslaan en hoe wordt dat verantwoord?
Nu kan de vraag worden gesteld of dit wel allemaal zo belangrijk is. Het gaat toch 'maar' om een betrekkelijk kleine bijna standalone gemeente in Noord-Nederland. Echter deze gemeenschap heeft altijd een speerpunt willen zijn in christelijk Nederland. Dat bleek ook uit het interview dat prof. F.T. Oldenhuis, prominent lid van de gemeente gaf: geen woorden maar oecumenische daden in Groningen. Dat kreeg veel aandacht. Bovendien valt er voor gereformeerden wel het een en ander te leren uit wat er naar voren werd gebracht. Benaderingen die op het seminar werden voorgestaan kun je zó in vrienden- en familiekring tegenkomen en vurig verdedigd horen worden. Ze oefenen hun invloed uit op het geestelijk en kerkelijke samenleven.
Vogelvlucht
We hadden verwacht dat in de 'vogelvlucht' die Joop Vogel van de geschiedenis van de Tehuis-gemeente gaf wel iets van zelfreflectie zou zijn te merken. Dus niet alleen feiten noemen maar ook eerlijk confronteren met de vraag: hoe is het zó toch allemaal gekomen?
Maar we hebben daar bitter weinig van gemerkt terwijl er o.i. toch wel alle reden toe was. Immers als een kerk wordt gescheurd moet er toch een hele goede reden voor zijn, die voor de Here verantwoord kan worden. Vogel zegt over het kerkelijk verleden:
"Ten gevolge van een kerkelijk conflict werd de gemeente vijftig jaar geleden buiten het verband van de GKv geplaatst. () De gemeente heeft zich bevrijd van het beklemmende klimaat van de zestiger jaren, waarin onderwerpen als de Vrijmaking, ethisch conflict, doorgaande reformatie, absolute waarheden en ware/valse kerk de toon aangaven, zie het boek van Ab van Langevelde. () Er zou maar één uitleg van de Schrift mogelijk zijn, een zwart-wit denken dat nu niet meer is te begrijpen. () Zo werd ds. A. van de Ziel op 29 oktober 1963 afgezet terwijl hij alleen maar vroeg of samenspreking of hereniging met de synodaal-gereformeerde kerken mogelijk was."
We protesteren tegen deze selectieve en naar onze mening ook oneerlijke voorstelling van zaken. Hier wordt voor de zoveelste keer door 'buitenverbanders' van zich af gewezen: het zijn weer die absolutisten en kerkisten van doorgaande reformatie en ethisch conflict geweest die de arme ds. Van der Ziel en zijn aanhangers eruit hebben gezet.
Maar de werkelijkheid is anders. We zetten de gebeurtenissen in Groningen rond ds. Van der Ziel hieronder op een rij. Later hopen we uitgebreider in te gaan op wat uit het boek van Tehuis-gemeentelid Van Langevelde naar voren wordt gebracht en willen dat toetsen aan maatstaven van academische en kerkelijke eerlijkheid.
De feiten
-
De synode Utrecht 1959/1960 van de synodaal-gereformeerde kerken (GKs) stelt de zgn. 'Vervangingsformule' waarmee dwingend aan de synodale verbondsleer werd gebonden, terzijde. Maar zij verklaart tegelijk dat deze wel 'samenbindend en zegenrijk' heeft gewerkt. Ja, dat de inhoud 'in geconcentreerde vorm' wordt gehandhaafd. Ook de schorsingen en afzettingen worden niet opgeheven of teruggenomen.
-
De vrijgemaakte synode Assen 1961 oordeelt dat de besluiten inzake "hereniging", van synode Utrecht 1959/60, 'de twistzaak die tussen de Gereformeerde Kerken en haar ligt, niet hebben weggenomen, en die daarom geen uitgangspunt kunnen zijn voor het door de synode bedoelde en gezochte contact'.
-
In 1960 ligt er bij de GKv kerkenraad te Groningen een verzoek van de plaatselijke GKs tot samenspreking waarbij werd aangegeven dat het niet nodig was om over de wederzijdse visies op de Vrijmaking te spreken.
-
De vrijgemaakte kerkenraad meldt dat als nog steeds gebogen moet worden voor de synodebesluiten van 1942-1959 de zegen van de Vrijmaking verspeeld zou worden. Dat kan en mag niet. Er wordt besloten niet te gaan samenspreken.
-
Op de kerkenraadvergadering van 27/11/1961 blijkt dat 13 broeders waaronder ds. A. van der Ziel op eigen houtje besprekingen (willen) gaan voeren met de delegaties van de GKs kerkenraden.
Ds. Van der Ziel wordt verzocht te stoppen met deze tegenleiding van de kerkenraad en als hij zich niet bij het kerkenraadbesluit neer kan leggen, in appel tegen het kerkenraadbesluit te gaan.
-
Echter, ds. Van der Ziel meent dat de synodale binding door de GKs is opgeheven en bovendien dat de Schrift anders spreekt dan zijn kerkenraad. Hij weigert op te houden met zijn actie want 'kan zijn geloof niet verkrachten'. Hij geeft ook geen gehoor zijn handelwijze nader te verantwoorden.
-
De kerkenraad van Groningen-Zuid probeert geduldig ds. Van der Ziel tot inzicht te brengen dat hij zich moet conformeren aan zijn besluit want op samenspreken in deze situatie en op basis van deze voorwaarden ligt 'een verbod Gods'.
-
Maar ds. Van der Ziel vindt 'het zonde voor God' dat vrijgemaakten en synodalen kerkelijk gescheiden leven en wil dus verder met zijn activiteiten.
-
De kerkenraad blijf ds. Van der Ziel geduldig vermanen. Er worden vele kerkenraadsvergaderingen aan gewijd, brieven geschreven, gesprekken gevoerd. De kerkenraad vraagt hem tenslotte om een 'nadere verklaring van gevoelen'. (Predikanten beloven die te geven als daarom door hun kerkenraad wordt verzocht, bij weigering kunnen ze onmiddellijk worden geschorst.)
-
Ds. Van der Ziel weigert dit, alleen een gesprek op zijn voorwaarden is mogelijk.
-
Op 14 februari 1963 spreekt de kerkenraad uit dat ds. Van der Ziel zich schuldig maakt aan zonden die niet in een predikant mogen worden geduld en verzoekt de kerkenraad van Groningen-Noord een kerkordelijk vereist 'voorgaand oordeel' te willen geven.
-
Op 24 maart 1963 brengt ds. Van der Ziel zijn zaak op de kansel terwijl de kerkenraad had besloten deze zaak vertrouwelijk te behandelen. In de preek rechtvaardigt ds. Van der Ziel zijn handelen en veroordeelt zijn kerkenraad. Hij doet een beroep op de gemeente die in meerderheid achter hem zou staan.
-
De kerkenraad meldt de volgende zondag in een kanselboodschap de gemeente dat ds. Van der Ziel 'ongeoorloofde en onjuiste mededelingen heeft gedaan'. Zodra het kan zal er opening van zaken worden gegeven aan de gemeente.
-
Ds. Van der Ziel evenwel geeft te kennen dat hij de kanselafkondiging 'bij iedere gelegenheid, die hem geboden werd, zal bestrijden'.
-
De kerkenraad van Groningen-Noord (de ene kerk in stad Groningen is inmiddels in drie zelfstandige gemeenten gesplitst) besluit na ettelijke vergaderingen en na een hernieuwd verzoek van Groningen-Zuid, geen 'positief voorgaand oordeel' te geven. Echter argumenten ontbreken en komen niet ondanks dat Zuid aandringt die te geven.
-
De kerkenraad van Groningen-Zuid wendt zich tot de classis.
De classis wil niet in de plaats van Groningen-Noord het 'voorgaand oordeel' uitspreken en verwijst op 27/06/1963 de zaak terug naar de kerkenraad van Groningen-Zuid.
-
De kerkenraad gaat in beroep tegen het classisbesluit bij de particuliere synode (PS). Tegelijk besluit hij 'met groot leedwezen' ds. Van der Ziel voor de tijd van 3 maanden te schorsen. De kerkenraad acht het gezien de situatie in de gemeente niet langer verantwoord daarmee te wachten.
-
De PS veroordeelt 'de ontrouw' van ds. Van der Ziel. Hij heeft volhardend geweigerd naar art. 31 KO met meerderheid van stemmen genomen besluiten voor 'vast en bondig' te houden en heeft ook niet in de kerkelijke weg bewezen dat de besluiten tegen Gods Woord of de belijdenis ingingen. Bovendien geeft de PS aan dat een predikant die weigert een verklaring van gevoelen te geven metterdaad schorsingswaardig is. Deze vergadering spreekt daarom uit dat ds. Van der Ziel naar art. 76, 79 en 80 van de Kerkorde schorsingswaardig is. Ook het handelen van de classis wordt als strijdig met Gods Woord veroordeeld.
En tenslotte oordeelt de PS dat de kerkenraad van Groningen-Zuid 'genoegzame en schriftuurlijke gronden' had om uiteindelijk zonder het 'voorgaand oordeel' zijn predikant te schorsen. De naburige kerk, Groningen-Noord, en de classis Groningen waren duidelijk in gebreke gebleven hun taak in deze moeilijke situatie naar behoren te verrichten.
-
De zaak komt in appel op de generale synode te Rotterdam-Delfshaven 1964/1965. Na veel bespreking besluit de synode een meerderheidsvoorstel te aanvaarden. Daarmee werd de kerkenraad van Groningen-Zuid in het gelijk gesteld. Ds. Van der Ziel vroeg ten onrechte ruimte om met zijn activiteiten het beleid van de kerkenraad te doorkruisen. Als hij zich werkelijk niet kon conformeren aan de besluiten van zijn kerkenraad had hij zijn 'ander geloofsinzicht' en 'eenvoudige gehoorzaamheid aan het Woord van de Here' in de kerkelijke weg aan de orde moeten stellen en laten toetsen. Zijn handelen nú verbrak de eenheid van de Geest door de band van de vrede. Hij begeerde een onschriftuurlijke vrijheid van handelen. Dat maakte hem censurabel naar art. 76, met mogelijk gevolg schorsing en afzetting volgens art. 80 van de KO.
Ook achtte de synode de schorsing van de predikant zonder verkregen 'voorgaand oordeel' te rechtvaardigen gezien de situatie waarin de kerkenraad was gedrongen en met het oog op 'zijn eigen verantwoordelijkheid tegenover de grote Herder der schapen'. Daarbij werd nadrukkelijk in rekening gebracht dat de kerkenraad wel gelijktijdig een beroep op de PS had gedaan.
-
Op 12/4/1965 vraagt de kerkenraad van Groningen-Zuid de classis naar haar oordeel om ds. Van der Ziel naar art. 79 KO af te zetten. De classis spreekt uit dat 'ds. Van der Ziel tegen alle vermaan van zijn kerkenraad en eveneens tegen alle uitspraken van kerkelijke vergaderingen in, weigert zijn zonden in dezen te erkennen en daardoor voortgaat met het aanrichten van sekten en muiterij in de kerk en met het verstoren van de eendracht der gemeente'
Maar de meerderheid van deputaten appelzaken is tegen. De classis beroept zich daarom op de PS.
-
De PS besteedt hier veel tijd aan. Naast ds. Van der Ziel worden alle drie de dienstdoende predikanten van (de stad) Groningen gehoord. Op 1/10/1965 spreekt de PS uit dat 'de classis terecht uitsprak dat ds. A. van der Ziel geheel van zijn dienst is af te zetten'. De kerkvergadering roept de predikant op zich alsnog met zijn kerkenraad te verzoenen.
-
Maar ds. Van der Ziel geeft geen krimp. Integendeel.
-
De kerkenraad zet daarom de predikant af, vier jaar na het begin van zijn acties.
-
Een groep kerkleden gaat met ds. Van der Ziel eigen bijeenkomsten beleggen in het zalencentrum Tehuis. De Tehuis-gemeente is ontstaan.
- In 1968 gaat ds. Van der Ziel samen met ongeveer 600 anderen over naar de synodale kerk in Groningen. Ook ds. L.L. van der Vliet, predikant van de vrijgemaakte Noorderkerk gaat mee. Er blijven ongeveer 100 leden achter in de Tehuis-gemeente. Zij maakt nu deel uit van de Nederlands Gereformeerde Kerken.
Onze complimenten als de lezer dit feitenrelaas volhardend heeft doorgeworsteld! Het kost ons nu enkele minuten lezen maar toen zijn kerkenraden, classes en synodes mandagen, ja manjaren bezig geweest met deze zaak. Ongelooflijk. En je vraagt je weer verbijsterd of hoe is het mogelijk geweest dat deze predikant, ds. A. van der Ziel, tegen alle smeekbeden in zijn opvattingen bleef doordrijven én uitvoeren. Bereid bleek de vrijgemaakte kerken in een weergaloze crisis te storten. En tenslotte ook velen metterdaad terugvoerde naar de synodale kerken waarin de vrijzinnigheid steeds meer manifest werd met mensen als dr. H. Wiersinga, dr. H.M. Kuitert, dr. Tj. Baarda, dr. G. Rothuizen, en noem ze maar op. Een vrijzinnigheid die eindigde met 'het algemeen betwijfelde christelijke geloof' (H.M. Kuitert).
Kan men zich in de Tehuis-gemeente voorstellen dat als Vogel gelijk aan het begin van zijn historisch relaas stelt 'ten gevolge van een kerkelijk conflict de gemeente vijftig jaar geleden buiten het verband van de GKv werd geplaatst' dat er iets knarst in een vrijgemaakte boezem die nog de echte gang van zaken weet?
Het is toch niet eerlijk, om geen andere woorden te gebruiken, om de verzamelde Groningse oecumene wijs te maken dat 'ds. A. van de Ziel op 29 oktober 1963 werd afgezet terwijl hij alleen maar vroeg of samenspreking of hereniging met de synodaal-gereformeerde kerken mogelijk was'?
Had er, zo vragen we ons af, toch niet sprake moeten zijn van enige ootmoed of bezinning bij de terugblik op de ontstaansgeschiedenis van deze gemeente? Of mogen we dat concluderen uit de opmerking van prof. Oldenhuis in zijn interview dat hij geen reden ziet voor een feestje bij 50 jaar Tehuis-gemeente en de kerkscheuring niet wil vieren?
We hebben ons afgevraagd of het zinvol zou zijn om op het Vogelverhaal te reageren. Maar doorslaggevend is geweest dat het tegenwoordig 'sport' lijkt te zijn onze vrijgemaakte kerkhistorie voortdurend in een vertekenend en negatief daglicht te plaatsen. Daarmee is 'de eer en het goed gerucht' van veel van onze trouwe (voor)vaderen in geding.
En de Naam van de Here.
Civic Church
We hebben met veel interesse geluisterd naar het betoog van prof. dr. James Kennedy. Hij gaf ook in een 'vogelvlucht' de ontwikkelingen van de oecumene sinds de jaren zestig en nam een aantal belangrijke verschuivingen waar.
In de oecumene verschuift de aandacht voor confessioneel bepaald geloof naar beleving.
Christenen, m.n. jongeren, delen hun geloof meer en meer, ongeacht hun kerkelijke afkomst. Jongeren vinden kerkelijke erkenning nauwelijks nog belangrijk.
Activiteiten zijn veelal ook niet meer georganiseerd samen met broeders en zusters van de eigen gemeente maar het accent verschuift naar persoonlijke initiatieven daarbuiten. Kennedy sprak van een individueel ondernemerschap. Dus een soort ZZP gespecialiseerd in christelijk georiënteerde activiteiten, zeg maar.
Activiteiten binden gelovigen samen waarbij kerkgrenzen nauwelijks meer relevant lijken. Zulke activiteiten zijn ook niet op gericht mensen tot geloof te brengen maar meer op maatschappelijke hulpverlening en ondersteuning. De beheersende vraag is: hoe kan de Civic Church maatschappelijk relevant zijn?
In zijn verhaal plaatste Kennedy een aantal kanttekeningen en wij borduren daar nog wat steekjes aan verder.
Kanttekening
De indruk dat ds. Van der Ziel en de zijnen oog wél hadden voor de oecumene en de vrijgemaakte kerken níet, is onjuist.
We zijn blij met deze opmerking van prof. Kennedy. Want we weten ook uit eigen ervaring dat er altijd gerichtheid was op en aandacht voor andere kerken, denk bijvoorbeeld aan de christelijke gereformeerde kerken, aan de Koreaanse Kosin kerken, etc. En natuurlijk daarbij werd de gereformeerde identiteit niet verloochend. Het ging wel om de ware oecumene waarbij het gereformeerde confessioneel bepaalde geloof relevant en uitgangspunt bleef.
Het opmerkelijke is dat dit kenmerk van de vrijgemaakte kerken zo vaak miskend wordt. Een aardig voorbeeld daarvan vormt een gesprekje dat we met een vrijgemaakte zuster hadden na afloop van het seminar. Ze stelde dat de vrijgemaakten geen eenheid met de christelijke gereformeerden wilden en altijd op zichzelf wilden blijven staan.
We hebben haar proberen uit te leggen dat het precies andersom is. Het zijn de christelijke gereformeerde kerken die altijd 'de boot hebben afgehouden'. Denk aan hun opvatting over 'de toe-eigening des heils' waarmee de vrijgemaakte de maat werd genomen en maakte dat de samensprekingen zich maar voort bleven slepen. En toen er eindelijk een modus was gevonden om daadwerkelijk samen te gaan leven volgens het zgn. federatieve groeimodel waren het weer de christelijke gereformeerde kerken die besloten daarin niet mee te gaan 'omdat hun kerken het niet konden dragen'.
Nog een kanttekening
Prof. Kennedy heeft oog voor het relativisme dat velen bevangt, m.n. ook in de oecumene. En ondanks dat hij het interview van Oldenhuis 'sympathiek' noemt, heeft hij er kennelijk ook zijn bedenkingen bij. Want wat op de kansel gebeurt moet 'geen vlootschouw' worden, oordeelt hij.
Wij vallen hem daar graag in bij. Want in de gereformeerde eredienst staat toch altijd het Woord centraal? Zo'n eredienst is gericht op wat God tot zijn volk wil zeggen en heeft daarom als centrum de prediking. Hoe kan dan de kansel wijd open worden gezet voor 'religieuze vogels van allerlei pluimage'? De kansel is toch niet bedoeld als religieuze modeshow?
Overigens kregen we de indruk van een ingezonden in het ND van prof. Oldenhuis dat hij inmiddels wat gas terug heeft genomen. Want hij stelt nu
Je kunt inderdaad niet zomaar iedereen laten voorgaan. () Wie uit mijn stellingname heeft afgeleid dat in de Tehuis-gemeente in Groningen (waartoe ik behoor) alles maar mogelijk is, kan ik geruststellen. Zo werkt dat bij ons niet. () Ik hoop van harte dat we – ook als we diepgaand over de uitwerking van die waarheidsvraag verschillen – een goed debat voeren over wat bindt; daarna over wat ons scheidt. Niet eerst landelijk, maar plaatselijk – Staphorst is Amsterdam niet.
Wellicht moet Oldenhuis nog een huisbezoek brengen bij zijn predikant ds. Mak. Immers die vond in zijn slotwoord "het voorstel van Fokko zo mooi, zo positief".
Een laatste kanttekening
Prof. Kennedy stelt dat het te oppervlakkig is dat de civic church er voor de stad zou zijn. We moeten beseffen dat we 'bannelingen' zijn en ons thuisland elders hebben.
Hier raakt hij o.i. een belangrijk punt. We zijn bannelingen, of zoals iemand het later in de forumdiscussie zei, vreemdelingen.
Er is veel aandacht voor de relevantie van de kerk in de samenleving. De overheid let op het samenbindend functioneren van religieuze instellingen. Haar aandacht daarvoor heeft een geweldige boost heeft gekregen door de confrontatie met de islam. Het komt ook uit in kleine (?) dingen als de toekenning van de ANBI status met als voorwaarde openbaarmaking van kerkelijke financiën.
Kennedy vindt dat 'diep zelfverstaan als kerk van Christus' nodig is. Als we hem goed begrijpen dan wil hij benadrukken dat we moeten beseffen wat de kerk ten diepste is en wie we als volk van God zijn.
We willen prof. Kennedy hier graag in bijvallen.
Misschien moeten we daarom afscheid nemen van het praten over kerkelijke relevantie voor de wereld inclusief het afmeten daarvoor aan allerlei maatschappelijk activiteiten. Want Christus' kerk is per definitie relevant. In haar loven en prijzen van God, in de verkondiging van het evangelie, in zending en evangelisatie, in onderlinge dienst en goeddoen voor alle mensen ís ze relevant.
Het gevaar is groot dat maatschappelijke betrokkenheid wordt gezien als noodzakelijke en doorslaggevende relevantie. Als je je maar inspant voor de vluchtelingen, de voedselbanken en de kansarmen, activiteiten ontwikkelt in verre landen dan pas ben je relevant als kerk(mens). Maar Christus' kerk blijft haar betekenis houden zelfs als haar alles wordt afgenomen: de erkenning van overheid en mogelijkheden om in de samenleving een maatschappelijke rol van enige betekenis te vervullen. Want de kerk ontleent haar relevantie aan Christus. Door Hem blijft zij bestaan, dat is beloofd ook al worden de laatste twee getuigen doodgeslagen (om maatschappelijke irrelevantie?) in de straten van de eindtijdwereldstad Sodom en Egypte.
Natuurlijk zijn allerlei activiteiten van christenen voor de samenleving van grote betekenis. Graag zagen we dat vroeger(?) als uitvloeisel van het ambt aller gelovigen. Ga als 'gewoon' christen aan het werk, in de eerste plaats in de kerk maar ook daarbuiten. Er is immers geen 'duimbreed waarvan Christus niet zegt: het is Mijn'.
Het seminar en zeker het forum, dat we nog hopen te bespreken, legde echter een sterke nadruk op gezamenlijke maatschappelijke activiteiten. Wees relevant voor de samenleving, prachtig al dat individuele ondernemerschap.
Maar, vragen we ons nu af, hoe kan men dan toch zo negatief staan tegen de vroegere vrijgemaakte doorgaande reformatie?, zie verhaal Vogel. Dat was toch een beweging in deze kerken die op 'alle terreinen van het leven' probeerde haar christelijke stem te laten horen en bij te dragen aan de samenleving? Zonder de inspanning van onze broederschap waren er nu geen gereformeerde scholen geweest, geen ChristenUnie, Nederlands Dagblad, om maar wat te noemen.
Eigenlijk is het heel paradoxaal: nú wel volop roemen in huidige maatschappelijk activiteiten door kerkmensen én tegelijk blijven afgeven op het ingespannen werken in de samenleving van onze (voor)ouders!
Natuurlijk kennen we de afschuw van velen dat de vroegere vrijgemaakten voor hun activiteiten een verbinding met de kerk en haar belijdenis legden. Men veroordeelde dat als kerkisme en isolationisme. Een gericht zijn op eigen kerk en broederschap, op eigen minizuil zegt men tegenwoordig graag. We willen op dit punt nog het een en ander aan de orde te stellen in een laatste aflevering in deze serie.
Maar ook hier is nog een opmerkelijke paradox te ontwaren. Want is met het individuele ondernemerschap dat vermeende isolationisme eigenlijk niet ten top gedreven?, zo vragen we ons af. Ieder is immers nú zijn eigen microzuiltje van maatschappelijke activiteit aan bouwen en tegelijk streeft men er naar van alles en nog wat samen te doen over kerkmuren heen.
Zou hier niet precies het pijnpunt zitten in het huidige kerkelijk leven waarin het wereldse individualisme dat meekomt met het postmodernisme zijn invloed doet gelden? Waarmee de kerkelijk cohesie afneemt met als gevolg 'crises, vertwijfeling en defaitisme'.
Is de stelling te gewaagd dat het (kerkelijk) relativisme en individualisme de windkracht van de secularisatie doet toenemen en krachtige impulsen geeft?
In een slotartikel hopen we nog enig aandacht te geven de forumdiscussie op dit seminar.
Wordt vervolgd