Democratisch?
D.J. Bolt
04-10-25
Wat een prachtig geschenk, ons eerste kind. Gekregen, een kostbaar gave van God.
We verwerkten onze dankbaarheid in haar naam. Een kind van God, immers geboren in het verbond met Hem.
Een week later stonden we met het kindje bij het doopvont.
Ons werd gevraagd
…
'Belijdt u, dat de leer van het Oude en Nieuwe Testament, die in de Apostolische Geloofsbelijdenis is samengevat en hier in de christelijke kerk geleerd wordt, de ware en volkomen leer van de verlossing is?'
en vervolgens
'Belooft u, dat u dit kind waarvan u de vader en de moeder bent, bij het opgroeien in deze leer naar vermogen zult onderwijzen en laten onderwijzen?'
We zeiden er samen, voor het aangezicht van de Heere, van harte en volmondig 'ja' op.
Ons kindje werd gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Met heel de gemeente zongen we daarna dit prachtige lied (Ps105:5 ber.):
'God zal zijn waarheid nimmer krenken,
maar eeuwig zijn verbond gedenken.
Wat Hij beloofd heeft, blijft van kracht
tot in het duizendste geslacht.
't Verbond met Abraham, zijn vrind,
bevestigt Hij van kind tot kind.'
!
Wij hebben geprobeerd het beloofde waar te maken in ons gezin, al die jaren waarin de kinderen opgroeiden van baby-tje, kleuter, puber tot volwassenheid. Stuurden hen naar gereformeerd onderwijs, ondersteunden dat en waren betrokken bij schoolstichting. We beloofden immers dat we hen ook in die 'leer van het Oude en Nieuw Testament' zouden laten onderwijzen! Eenheid en harmonie dus tussen gezin, kerk en school. Gereformeerde scholen in ons land, wat was het een geweldige gave van God! Dat je het kostbaarste wat je in huwelijk hebt ontvangen kunt toevertrouwen aan vertrouwde mensen die onderwijzen en opvoeden in de lijn van de gegeven beloften.
Maar nu …
Afgelopen week zagen we twee NOS Nieuwsuur-afleveringen[1] over een 'journalistiek onderzoek' van Nieuwsuur (verder NO) dat deze publieke omroep zich begin 2025 had aangemeten over 'botsende boodschappen in religieus onderwijs'. De conclusie door hen samengevat luidt:
'Verschillende reformatorische en islamitische scholen dragen bepaalde boodschappen uit die botsen met democratische waarden als gelijkheid en verdraagzaamheid.'
De 'democratische waarden' waar het in dit onderzoek om gaat zijn dan m.n.:
- autonomie
- gelijkheid tussen man en vrouw
- non-discriminatie
- verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden.
De 'schoolcultuur' zou 'in overeenstemming' met deze basiswaarden moeten zijn, en leraren hebben daarbij 'een voorbeeldrol'.
Nederland telt totaal ongeveer 6500 scholen - 2000 openbare en 4500 bijzondere. Maar de onderzoekers bleken te focussen op de ongeveer 100 islamitische en 186 reformatorische scholen. In dit artikel laten het onderzoek m.b.t. de eerste groep nu buiten beschouwing en vestigen de aandacht op 'christelijke scholen die de Bijbel beschouwen als het onfeilbare woord van God', zoals NO het formuleert[2]. Hier gaan circa 60.000 leerlingen heen.
Waar 'botst' het nu tussen 'democratische basiswaarden in ons land' en deze 'streng-religieuze scholen'? NO geeft een aantal voorbeelden en laat vooral hooggeleerden heren en dames hun afschuw daarover uitspreken. We selecteren daaruit het een en ander.
Theocratie
R. de Waard, directeur-bestuurder van de reformatorisch Augustinusschool in Ermelo, zegt: 'Wij staan als school in een democratie en daar doen we het mee. Maar ten diepste is een theocratie onze wens, en ook dat geven we mee aan leerlingen.(…) Als je het mij vraagt, dan zeg ik: verplicht op zondag vrij, een vloekverbod, overspel strafbaar. En ook het gebod om geen beelden van God te maken. Dus dan zouden de katholieke kerken er inderdaad ook anders uit moeten gaan zien, zeker.'[3]
JW. de Leeuw, voorzitter van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) waar alle reformatorische scholen bij zijn aangesloten, zegt tegen Nieuwsuur: 'Kinderen zijn niet autonoom. Kinderen zijn van God, eigenlijk. En als je kinderen zo ziet zijn ze het beste af als ze ook luisteren naar God.'
Echter 'religiewetenschapper' dr. Pooyan Tamimi Arab[4] zegt dat dit 'wringt' met democratische waarden omdat het fundamenteel in strijd is met ons gehele politieke systeem, met de constitutionele rechtsstaat, het principe van scheiding van kerk en staat.'
Evolutie
Een ander voorbeeld van spanning tussen 'democratische waarden' en geloofsovertuiging wordt ook heel concreet bij evolutie-onderwijs. Scholen zijn verplicht om over deze leer te onderwijzen, maar reformatorische scholen voegen eraan toe dat de theorie vanuit hun religie niet klopt: de aarde is niet miljarden jaar oud maar veel jonger, geschapen, ongeveer dus 6000 jaar geleden.
Daar zet het NO prof. dr. P. Bos[5] tegenover: 'Een religieuze opvatting is iets anders dan wetenschap. Wetenschap is een methode om ideeën tegen elkaar te kunnen toetsen en erachter te komen wat wel en niet klopt. Dat kan je niet gelijkwaardig naast elkaar plaatsen als 'een andere manier van kijken.'[6]
Gelijkheid man vrouw
In het reformatorisch onderwijs wordt o.a. gebruik gemaakt van boekje uitgegeven door de organisatie Bijbels Beraad m/v. Daarin staat o.m. dat de vrouw de man aanvaardt als haar door God gegeven hoofd, hem 'onderdanig' is, en dat betekent dat ze 'als mindere hem gehoorzaamt'[7]. Volgens het boekje wordt gelijkheid in onze samenleving heel belangrijk gevonden, 'maar een gezonde samenleving kan niet zonder onderdanigheid'. Dat de man het hoofd is, betekent dat zijn 'roeping' ligt in 'initiatief nemen en leidinggeven'. Vrouwen dienen 'terughoudend te zijn met functies waarin dit een grote rol speelt'. Ook biedt het boekje adviezen over keuzes rond studie en werk: geneeskunde is bijvoorbeeld een heel waardevolle en nuttige studie, maar ook een die lang duurt. Het uitstellen van kinderen is 'niet Bijbels'.
Ook hier spugen de heren Tamimi Arab en Bos hun gal weer: 'Vrouwen zijn historisch geweerd uit het publieke domein. Dit soort redeneringen willen vrouwen eigenlijk terugduwen - het privédomein in.' En: '… de overheid die enerzijds gelijke kansen voor mannen en vrouwen stimuleert, en anderzijds 'accepteert dat bepaalde scholen kinderen zo'n discriminerende boodschap meegeven': 'stuitend'.
Verdraagzaamheid
In het reformatorische onderwijs wordt o.m. het boek 'Lerenderwijs' gebruikt. Daarin staat dat mensen niet worden vervloekt, maar de Roomse mis wordt wel een 'vervloekte afgoderij' genoemd, zie Heidelbergse Catechismus Zondag 30.
In het bekende 'Naam en Feit' leerboekje wordt ergens gevraagd: 'Wat is een gevaar als je met ongelovige mensen omgaat of zelfs trouwt?' En wordt vervolgens gewaarschuwd dat vriendschappen of relaties met ongelovigen het geloof kunnen ondermijnen.
Ook onderschrijven verschillende reformatorische schoolbesturen nog steeds de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin de overheid wordt opgeroepen 'valse godsdiensten te weren en uit te roeien'. In reformatorische kringen zegt men rustig '… dat wat dus tegen het Woord van God ingaat, dat noemen wij valse godsdienst of afgoderij inderdaad. Dat leren we inderdaad aan. (…) Een verkeerde godsdienst als b.v. de islam'.
'Kan niet', volgens Tamimi Arab, 'dat is een intolerant uitgangspunt. Alle scholen, of het nou seculiere of religieuze scholen zijn, die een specifieke ideologie aanhangen, moeten de hoop dat ze een soort hegemonie kunnen bereiken opgeven. Deze scholen hebben, lijkt het, de hoop nog niet opgegeven, houden daar nog aan vast. Maar de wereld is veranderd en die vorm van religieuze intolerantie is direct in strijd met het idee dat we gelijk zijn.'
En dr. J.L.H. Krans[8] 'begrijpt het vasthouden aan oude teksten' wel, maar vindt ze minder geschikt voor basisschoolkinderen. 'Die felle context van de 16e eeuw, die verklaart ook het felle taalgebruik dat dat er is.' Maar hij zou die 'felle veroordelingen' die eronder zitten in de 21e eeuw niet herhalen, en zeker niet voor basisschoolkinderen.'
Homoseksuele relaties
Reformatorische scholen wijzen homoseksuele relaties af. Op reformatorische schoolpleinen mogen een jongen en een meisje hand in hand lopen, maar een jongen en een jongen niet, meldt NO. Homoseksuele docenten die een relatie hebben met iemand van hetzelfde geslacht mogen niet op reformatorische scholen werken. Het past niet bij de grondslag. 'Homo zijn mag wel, homo doen niet', zo formuleert NO het.
H. van Wijngaarden, docent aan een reformatorische school, is zelf homo. Zijn celibataire levenswijze moet niet gezien worden zegt hij, als een 'zieligheidsoptie' maar een 'volwaardige levensbestemming'. En 'zonder seks kun je ook gelukkig worden'.
Echter deze 'dubbele boodschap in religieus onderwijs' kan 'volgens deskundigen tot mentale problemen bij kinderen leiden', vermeldt NO. Want 'als je homo bent, dan is een relatie onderdeel van je identiteit. Dus in feite wijzen ze jou af', zegt, alweer, professor P. Bos. En nog een andere hooggeleerde wordt aangehaald, prof. mr. dr. drs. M.P. Sombroek-van Doorm[9]. Zij: 'Deze afwijzing heeft een schadelijk effect op het mentale welzijn van kinderen, en dat loopt door tot in de volwassenheid'.
We laten het bij deze voorbeelden van 'botsingen' tussen het christelijk geloof en 'de democratische basis waarden'.
Ministerie van Onderwijs
Het is natuurlijk van groot belang hoe de overheid op dit onderzoek heeft gereageerd. We citeren daarvan iets als vermeld in het NO.
"De vrijheid om te zijn wie je bent, de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen, de kernwaarden van ons democratische land, het zijn de pijlers waar ons land op is gebouwd. Onderwijsvrijheid brengt met zich mee dat scholen van verschillende denominatie mogen bestaan, die hun eigen religieuze opvatting mogen overbrengen op kinderen.'
Gelukkig!, is onze eerste reactie. Echter …
'Maar dat is altijd binnen de grenzen van onze democratische rechtsstaat. Die gaan boven de onderwijsvrijheid. Het overbrengen van religieuze opvattingen mogen nooit ten koste gaan van het uitdragen en bevorderen van de democratische basiswaarden. Die waarden staan wettelijk vast en moeten door alle scholen worden uitgedragen. Privé opvattingen doen daarbij niet ter zake. Wij rekenen op de professionaliteit van scholen om hier goed mee om te gaan.'
Dus als voorbeeld het afwijzen van homoseksualiteit: 'Het ministerie van Onderwijs zegt dat scholen homoseksualiteit niet mogen afwijzen…'!
Nee!
We verwerpen deze (invulling van een) 'democratische rechtsstaat' hartgrondig.
Allereerst omdat het om onze kinderen gaat waarvoor wij als ouders de verantwoordelijkheid hebben in voorleven en opvoeding, zie datgene wat we beloofden bij het doopvont. Dat is primair en alles beheersend. Het feit dat ons kind geboren is op een vierkante meter grond dat bij de Nederlandse staat behoort betekent op geen enkele wijze dat de staatsnormen en -waarden uitgaan boven die bij het doopvont tot uitdrukking zijn gebracht en met een eed bezworen. Ook al 'botsen' ze met elkaar.
Want het gaat hier maar niet om 'opvattingen' of 'meningen' maar om diepgeworteld geloof in God de almachtige Schepper van hemel en aarde. Het gaat om wat Hij heeft geopenbaard over het leven en zijn wil. Daaraan moeten ook altijd 'democratische basisnormen en waarden' worden getoetst. En niet andersom! En bij botsingen onderwerpen we ons aan Hem!
Het NO wil aan het licht brengen dat het in reformatorisch/gereformeerde (school)kringen aan verdraagzaamheid ontbreekt, zie boven. Maar het verbazingwekkende is dat het hele onderzoek met z'n aangehaalde 'deskundigen' doorlopend suggereert dat reformatorisch onderwijs inhoudelijk niet kan worden getolereerd en dat er eigenlijk ingegrepen zou moeten worden. Zoals Bos zegt dat het huidige beleid waar het reformatorisch onderwijs verdragen wordt, 'moeilijk uit te leggen' is, want 'je moet zorgvuldig omgaan met kinderen die nog gevormd moeten worden'. En om dan helemaal uit de bocht te vliegen: 'De jeugd is bovendien ons gezamenlijk kapitaal'… Bah!
Griezelig zoals ook Tamimi Arab vindt dat Nederland een keuze moet maken, met name omdat het hier gaat om door de staat betaalde scholen:
'Willen we een multicultureel model waarin we heel verschillend over vrijheden denken? Of willen we toewerken naar een model waarin niet alleen gelijkwaardigheid, maar echt de gelijkheid, bijvoorbeeld tussen man en vrouw, gezien wordt als fundamenteel uitgangspunt? In het laatste geval betekent het dat we daar meer werk van moeten maken.'
Waar gaan we naartoe?
Een totalitaire staat waarin een seculiere staatideologie verplicht en dwingend aan ons en onze kinderen wordt opgelegd?
Daarom tot slot een hint, laat mede door deze dringende vraag uw stem bepalen op woensdag 29 oktober a.s.!
NOTEN
[1] 29 en 30 september 2025.
[2] In dit artikel gebruiken we de termen reformatorisch en gereformeerd door elkaar. De basis voor beide is het Woord van God, naar het in zijn hoofdzaak is samengevat in de algemene en gereformeerde confessies.
[3] We laten nu de zaak van theocratie en de precieze invulling daarvan hier rusten. Graag stemmen we in met de overtuiging dat de normen van de Heilige Schrift ook gelden voor de staat en de openbare samenleving.
[4] Dr. Pooyan Tamimi Arab, Universiteit Utrecht - Departement Filosofie en Religiewetenschaponderzoekt secularisering en politiek secularisme. Hij schrijft vooral over tastbare uitingen van hedendaagse seculariteit en religiositeit – gebouwen, geluiden, afbeeldingen en voedsel – en over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Binnen De Jonge Akademie wil hij zich inzetten voor diversiteit, interdisciplinaire samenwerking en het uitdragen van wetenschappelijke waarden zoals het ideaal van een publieke rede.
[5] Prof.dr. P. Bos is hoogleraar biologische aspecten van zorgrelaties aan de Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich op de invloed van hormonen op het menselijke (zorg)gedrag en de samenhang met neurologische factoren.
Bos ontwikkelde een onderzoekslijn gericht op de neuro-endocrine mechanismen van zorggedrag en ouder-kind communicatie. Hij maakt gebruik van geavanceerde technieken om de rol van hormonale factoren in zorggedrag te onderzoeken.
[6] Dat is waar, maar daarmee is te weinig gezegd. Om het maar even kort te duiden: de Heilige Schrift geeft ons absolute waarheden, de wetenschap theorieën die aanpasbaar zijn aan nieuwe ideeën. Dus weten we waar we aan toe zijn bij botsingen.
[7] We hebben het boekje niet gelezen maar durven het toch wel aan te stellen da reformatorische christenen de vrouw niet als mindere zien maar als gelijkwaardig. Wel zijn man en vrouw verschillend en hebben zij elk hun eigen specifieke opdracht van God ontvangen.
[8] dr. J.L.H. Krans, docent Nieuwe Testament, Historische Theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht.
[9] M. Sombroek van Doorm (1968) is sinds 1 oktober 2022 benoemd tot hoogleraar Recht en Gezondheid bij de afdeling Jeugdrecht & Gezondheidsrecht van het Instituut voor Privaatrecht. Ze studeerde Internationaal Recht aan de Universiteit Leiden (1993) en Franse Taal- en Letterkunde aan Paris III (Sorbonne Nouvelle) en de Universiteit Leiden (1996). Naast activiteiten als hoogleraar is ze ook tuchtrechter bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Amsterdam.