GS Meppel – Impressie 06/Man-Vrouw 2
D.J. Bolt
10-06-17
Opnieuw een zeer belangwekkende synodevergadering (2 juni) over de vrouw in het ambt.
De synode was na eerdere besloten bijeenkomsten en schriftelijke rondes, volgens de planning in de fase van de publieke besluitvormingsfase aangeland. Daarin worden concrete beslissingen genomen op basis van door deputaten aangeleverde conceptbesluiten.
Maar de synode besloot dat het daarvoor nog te vroeg was. Zoals ook het vorige verslag en onze impressie GS Meppel – Impressie 06/Man-Vrouw 2 lieten zien was de synode nog steeds over van alles en nog wat verdeeld. Dus werd er een 'tussenfase' ingelast, een hele dag van pogingen om toch tot meer consensus te komen en te gaan focussen op de beslispunten, of The Case For Action vinden zoals dat zo mooi werd genoemd.
Hoe dat precies ging kunt u lezen in GS Meppel – Verslag 10/Vrouw in ambt 2.
We geven nu onze eigen indrukken van de gebeurtenissen en wat commentaar erop.
Waarschuwingen
We laten eerst een kleine bloemlezing aan waarschuwing en vermaan door buitenlandse zusterkerken volgen m.b.t. de vrouw in het ambt. Hun hele verhaal kunt u vinden in de verslagen GS Meppel – Verslag 04, 05 en 06 – BBK/...
Canadian Reformed Churches
… Wat betreft onze relatie met u, onze Nederlandse zusterkerken, heeft de Synode de zorgen behandeld over de klaarblijkelijke richting waarin u gaat. Een richting die wordt gedreven door een nieuwe wijze waarop u de Schrift beziet. Het meest recent blijkt deze nieuwe richting uit het voorstel aan deze synode om vrouwen tot alle ambten in de kerk toe te laten. Dit voorstel gaat in tegen de duidelijke leer van de Schrift. Ook zijn we zeer bezorgd over het tolereren van homoseksuele relaties en het toelaten van hen tot het Heilige Avondmaal . We zijn ontsteld en bedroefd door deze ontwikkelingen die tegen het Woord van God ingaan …
Free Reformed Churches of Australia (FRCA)
U begrijpt dat onze zorgen nauwelijks zijn afgenomen door uw deputatenrapport aan deze synode over man/vrouw en ambt. Hoewel de argumentatie behoorlijk verschilt van het vorige rapport, zijn er zeker nog dezelfde zorgen omtrent de hermeneutiek. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het beroep op een verondersteld gebrek aan opleiding bij vrouwen in de eerste eeuw als belangrijke onderliggende grond voor de bewering dat vrouwen hierom niet tot het ambt werden toegelaten. ()
Wij koesteren de hoop dat dit nieuwe rapport (M/V – Samen dienen) niet door uw synode zal worden aanvaard en dat er een echte geest van nederigheid en verlangen mag zijn om terug te keren tot wat wij als de eenvoudige en duidelijke boodschap van de Schrift op dit punt zien.
Liefde tot God en onze gekruisigde Heiland noodzaken ons, bij u te pleiten de Bijbelse boodschap niet zodanig te herschrijven dat deze gelijkvormig aan de culturele context wordt, maar om uit liefde tot God ieder persoonlijk onbehagen dat we bij het volgen van Zijn geboden kunnen hebben, te weerstaan.
Free Reformed Churches of South Africa (VGKSA)
… Het blijkt uit sommige van uw deputatenrapporten en theologische publicaties dat geaccepteerd wordt dat wetenschap en cultuur een doorslaggevende rol spelen bij het toepassen van Gods Woord in onze tijd. Gedurende het laatste decennium hebben wij u onze zorgen doen toekomen over deze “nieuwe hermeneutiek”, die we beschouwen als een hermeneutiek die géén recht doet aan het gezag van de Schriften. Dit is voornamelijk gerelateerd aan publicaties van docenten van uw Theologische Universiteit en uw rapporten over zusters in kerkelijke ambten, maar het heeft ook andere ethische kwesties beïnvloed. Het is niet nodig onze zorgen hier te herhalen. Alles wat we nu willen benadrukken is dat de Synode van Meppel zich in een kritieke fase van besluitvorming lijkt te bevinden, namelijk of deze “nieuwe hermeneutiek” en haar gevolgen in gereformeerde kerken aanvaardbaar zullen zijn en wel in het bijzonder in de GKv ...
Evangelical Presbyterian Church of Ireland (EPCI)
… In april 2014 schreven wij u om onze zorg aan te geven over het rapport 'Mannen en vrouwen in dienst van het Evangelie' dat op de synode van Ede overwogen dient te worden. Destijds verklaarden we dat wij ervan overtuigd waren 'dat zowel de beide gebruikte argumentatielijnen als de conclusies die getrokken worden, een radicaal afscheid aangeven van de eenvoudige en duidelijke leer van de Schrift en de Confessionele Waarheden van de Gereformeerde gemeenschap.'
Biddend hebben wij nu het nieuwe rapport 'Samen dienen' over man, vrouw en ambt gelezen en we moeten u berichten dat onze zorgen alleen maar dieper zijn geworden. Wij geloven dat dit rapport de hermeneutiek van onze Gereformeerde Confessies terzijde schuift en de culturele normen van een gevallen wereld op de troon zet. Wij geloven ook dat het aannemen van dit rapport de Gereformeerde eenheid zal schaden, in het bijzonder de ICRC en de EuCRC.
Reformed Presbyterian Church of Ireland (RPCI)
… Een zaak die ons zorgen baart is de kwestie van de vrouw in het ambt. U zult uit de introductie zien dat wij geen vrouwen als predikanten hebben. Dit is omdat wij de Schriftgedeelten die handelen over mannelijk leiderschap thuis en in de Kerk (1 Cor. 14:34-36; 1 Tim. 2:11-14; Ef. 5:22-25) beschouwen als gebaseerd op de geschapen orde, de historische orde van de Zondeval en de blijvende waarheid van verlossing door Christus en niet als variabelen van een cultuur ...
The Reformed Church of the United States (RCUS)
… Onze synode heeft voorheen brieven geschreven die onze zorg aangaven over uw gedachten betreffende de rol van vrouwen die dienen in de ambten van de kerk, evenals over enige trends die in de leer van professoren aan de Theologische Universiteit van Kampen worden opgemerkt. De synode ging zó ver, te stellen dat als de huidige trends doorgaan en indien de ambten van de kerk voor vrouwen worden geopend, wij onze zusterkerkrelatie daarmee als verbroken zullen beschouwen, want wij gaan ervan uit dat een zusterkerkrelatie op wederzijdse trouw aan de Schriften als de gezaghebbende standaard van geloof en leven, gefundeerd moet zijn ...
Reformed Churches of New Zealand (RCNZ)
… Zoals we al eerder in onze correspondentie met u en vrouw in het ambt de persoon van ds. Van Garderen in 2014 hebben verklaard, geloven wij dat de Schrift vrouwen niet toestaat in de ambten van de kerk te dienen. Wij zijn bedroefd dat zo'n aanbeveling door een commissie in uw kerken kan worden gedaan op grond van de visie dat “deze optie recht doet aan de vrijheid die de Bijbel geeft voor de inzet van de gaven en talenten van vrouwen met een roeping (voor het ambt) enz.” …
Evangelical Presbyterian Church in England and Wales (EPCEW)
… Wij zijn er vast van overtuigd dat het Woord van God in de Schrift vrouwelijke leden van de gemeente verbiedt te worden bevestigd in het ambt van predikant van Gods Woord en van ouderling en om de geestelijke taken te vervullen van het leren en gezag uitoefenen over gemeenten van Christus, waarvan ook mannen lid zijn. Duidelijke verklaringen hierover worden in 1 Timotheüs 2:11-12 en 1 Korinthe 14:34-38 gevonden. De voorschriften van Paulus zijn duidelijk bestemd voor alle gemeenten (1 Kor. 14:33) en zijn redenen komen niet voort uit de cultuur van die tijd, maar uit de principes van het hoofd zijn en het gezag dat in het begin is vastgesteld (Genesis 1-3). Verder werden gedurende het hele Oude en Nieuwe Testament alleen mannen, en nooit vrouwen, tot het OT Levitische priesterschap en het ambt van ouderling in het OT en NT geroepen. ()
Wij geloven dat de kerk van onze Heere Jezus Christus in leer en leven een correctie op de ideeën en de cultuur van de wereld moet aangeven. Eerder dan de ideeën van de wereld te accommoderen, die te imiteren en zich eraan aan te passen en ze over te nemen, moeten we een tegencultuur laten zien of een antithese, waarin wij onszelf aan het Woord van God en het voorbeeld van Christus onderwerpen …
Tot zover enkele stemmen uit buitenlandse kerken.
Veel kerken zien terecht de openstelling van de ambten maar niet als slechts een stukje kerkelijke praktijk waar verschillend over kan worden gedacht, maar als een zaak die rechtstreeks het Schriftgezag raakt. En daarom is de consequentie voor een aantal van hen dat zij de zusterkerkrelatie zullen verbreken als het inderdaad tot openstelling komt. Het zou o.i. aanleiding moeten zijn tot een kerk-brede, misschien wel wereldwijde bezinning op de hermeneutiek, de omgang met de Schrift. Want hiermee staat en valt het gereformeerde Schriftgeloof en internationale kerkelijke gereformeerde eenheid.
Urgentie
In onze vorige impressie gaven we aan dat er op bijna alle aspecten t.a.v. de vrouw in het ambt verschil van inzicht was op de synode. Nu, na de tweede publieke dag is daar naar onze waarneming nauwelijks verandering in gekomen. Wel is er voortgang geboekt, maar op een ander vlak, daarover later meer.
Waarom gaat de synode dan toch over tot het nemen van besluiten? Als er zóveel nationaal en internationaal op het spel staat? Het antwoord daarop is dat er een sterk gevoel van urgentie wordt ervaren. Het moet nú! Er is een aantal factoren te signaleren dat dat gevoel voedt en bepaalt. We willen dit complex wat nader analyseren en becommentariëren.
Verschil tussen kerk en cultuur
In veel discussies speelt dit punt een dominante rol. In de wereld is gelijkheid van man en vrouw in allerlei rollen volstrekt 'normaal' en geaccepteerd. De kerk steekt daar afstotend vreemd bij af met zijn zwijgtekstenvrouwen en mannenkopposities. 'Het is niet meer van deze tijd…'. Dus moet daar snel een eind aan komen om weer acceptabel te zijn voor die Umwelt. Of vromer, geen onnodige belemmering voor de verbreiding van het Evangelie meer op te werpen.
Maar vragen wij ons af, sinds wanneer moet de kerk zich door de wereld laten dicteren zich te conformeren aan de wereldse cultuur? En dat zonder nog voldoende inzicht te hebben verworven in Gods wil en zijn scheppingsordening? Is hier niet een kerkelijk zelfbewustzijn en rustige standvastigheid vereist om de tijd te nemen om onder leiding van Gods Geest meer helderheid te verkrijgen? Een christelijke bedachtzaamheid tegen het 'woeden' van de wereld in?
Vrouwen kunnen niet langer wachten
Er wordt gesignaleerd dat 'begaafde vrouwen' weglopen naar de PKN en de NGK omdat zij in deze kerkgemeenschappen wel dominee/domina kunnen worden. Die vrouwen ben je dus maar mooi kwijt! En dat klemt te meer omdat er een fors predikantentekort dreigt in de GKv:
… net als in het onderwijs komt er de komende jaren een flinke uitstroom in verband met emeritering …[1]
De vraag is te stellen welke geest het verraadt als kerkleden om deze reden 'hun' kerk verlaten. Zou het ook niet voluit een echte geestelijke zaak zijn op Gods tijd, op zijn Geest te wachten tot Hij helder inzicht en daarmee eensgezindheid geeft? Is het gedrag van deze kerkleden niet een voorbeeld van kerkelijk consumentisme dat als persoonlijke behoeften niet worden bevredigd of eigen gaven niet voldoende gehonoreerd, men afscheid neemt?
Voorhoedekerken hebben de keuze al gemaakt
Er zijn al verschillende kerken, zo hoorden we, die allang de keuze hebben gemaakt en waarin mannen en vrouwen gelijk-op in de ambten participeren. Men kan niet langer wachten. Als argument wordt o.a. aangevoerd dat er zoveel nieuwkomers in de gemeente zijn die het anders niet meer begrijpen (GKv Utrecht-NoordWest bijvoorbeeld). Als er in de GKv niet snel een keuze wordt gemaakt (vóór bedoelt men dus) dan gaat iedereen op eigen houtje-touwtje-argumenten over tot de vrouw in het ambt. En dat is ongewenst.
Maar getuigt deze opstelling niet van independentisme, van je eigen gang gaan zonder te kunnen wachten op de broederschap en de resultaten van het beraad in zijn kerkelijke vergaderingen? Het kerkverband lijkt zo van kleur te verschieten: van gereformeerd naar congregationalisme waarin alle nadruk ligt op de autonomie van de plaatselijke gemeente die zelf wel bepaalt wat goed voor haar is en zich weinig gelegen laat liggen aan een kerkverband.
We kunnen het de jeugd niet meer uitleggen
Niet alleen kan het de jeugd niet meer uitgelegd worden maar het interesseert hen ook niet. Het zal hen een zorg zijn, ze zijn met andere dingen bezig, zo kun je horen.
Wat men eigenlijk bedoelt is: wij vinden zelf de argumenten 'tegen' niet meer houdbaar en dáárom kunnen we het niet uitleggen aan onze jongeren. Natuurlijk is de jeugd slim genoeg om Bijbelse argumenten wel te begrijpen, zoals daarvan ook werd getuigd. Eerder zal het veel kinderen (en ook ouderen trouwens) moeilijk vallen om de complexe redeneertrant van de deputaten met hun vierlagenmodel te volgen, als een legitieme manier Bijbelse 'zwijggeboden' te neutraliseren.
Er móet duidelijkheid komen
Iedereen is in verwarring wat nu precies wel en niet volgens de Bijbel is. Vrouwen doen al heel veel taken die op het gebied van de ambten liggen. Waar ligt nu precies de scheidslijn? Wat zijn überhaupt ambten? Die komen toch ook niet zo in de Bijbel voor? Men kan hier zo niet verder mee leven, er moet op korte termijn verlost worden van de prangende onzekerheid. En ook, als de vrouw niet in het ambt mag welke taken moet zij dan weer afstoten?
Het is een van de meest opmerkelijke zaken op deze synode dat zo vaak van onzekerheid blijk wordt gegeven over wat het ambt is en inhoudt. Predikanten lijken in grote verlegenheid te verkeren over hun eigen ambt. Wat is het karakter ervan, wat zijn de bevoegdheden, de grenzen? Zou het niet aanbeveling verdienen hier als gereformeerde kerken ons eerst eens grondig op te bezinnen vóór er principiële veranderingen in de vervulling van de ambten worden doorgevoerd?
***
Alle bovengenoemde argumenten zijn diverse malen langsgekomen. Ze hebben het vrij algemene gevoel van urgentie gestimuleerd. Over de vrouw in het ambt moet nú beslist worden.
Maar is het werkelijk wáár dat het uur U is aangebroken? En als er niet besloten wordt gaan er dan allerlei zaken fout in de kerk? Een paar overwegingen.
Er is inderdaad een zekere urgentie. Maar die ligt op het vlak van handhaving van wat de kerken met elkaar hebben afgesproken. Kerkleden, gemeenten en kerkenraden dienen zich in een gereformeerd verband te houden aan gemaakte afspraken die zij al meer dan 2000 jaren uit de Schrift hebben afgelezen. En als daar door kerken van wordt afgeweken heeft dat consequenties en kan niet worden vergoelijkt met allerlei invalide argumenten.
Urgentie is er ook ten aanzien van verdere studie van de Schrift. Het lijkt ons onverantwoord om met zoveel verschillende, vaak tegengestelde, opvattingen nu toch een beslissing te forceren. Die gaat, hoe die ook uitvalt, in het vervolgtraject grote problemen geven. Het gaat niet aan, lijkt ons, dat in zo'n essentiële zaak waardoor in de geschiedenis heel wat kerken zijn gescheurd nu onomkeerbare stappen te doen die voor jaren de kerkelijke verhoudingen in binnen- en buitenland negatief zullen beïnvloeden en soms de eenheid zelfs zullen verwoesten.
Proces
Het discussieproces op de 'tussenfasedag' had een heel ander karakter dan de andere besprekingen. Onder leiding van een 'veranderdeskundige' werd veel in (vijf) groepen gediscussieerd. Gespreksleiders presenteerden de resultaten ervan vervolgens plenair.
Het leidde ertoe dat aan het einde van dit proces helderder was geworden over welke (deel)zaken beslissingen zouden moeten worden genomen en waar het nodige van te voren nog moet worden bijgesteld via amendementen en eventuele tegenvoorstellen.
Een belangrijk nadeel van deze methode is dat de afgevaardigden (en toehoorders) slechts 20% van de discussies konden meemaken. En uiteraard gaan bij de presentatie van samenvattingen ook nog veel details verloren. Overigens kregen de afgevaardigden gelegenheid aanvullingen te geven.
Ook viel ons op de soms sterke rol die de (vrouwelijke) deputaten speelden in de groepen. Het is de vraag of het helemaal zuiver is dat de deputaten (ook) in deze samenstelling zo de besprekingen beïnvloeden.
De hamvraag is natuurlijk of het (speciale) proces er toe heeft geleid dat de broeders langzaam maar zeker verder kwamen in een gemeenschappelijk verstaan van de Schrift en zo de overtuigingen convergeerden.
Wij hebben dat niet waargenomen. Weliswaar zijn de belangrijkste alternatieven beter afgebakend, echter over de gronden daaronder heerst nog steeds een baaierd van verschillende opvattingen naar onze inschatting. Deze behandelingsmethode lijkt niet erg geschikt om een synode-brede inhoudelijke eenheid in overtuiging te bevorderen. Daarvoor zijn toch echt plenaire discussies nodig.
Maar zulke discussies voeren met 32 afgevaardigden is natuurlijk geen sinecure. Zeker als sterke overtuigingen diametraal tegenover elkaar staan. Dat kost dagen om alles goed uit te discussiëren. Misschien is een goed alternatief als synodeafgevaardigden zich verzamelen in gelijkgezinde groepjes waarvan leiders plenair en publiek de discussies aangaan, vergelijk de debatten in de Tweede Kamer. Met een goede terugkoppeling naar en afstemming met de groepen kunnen zo alle zaken intensief aan de orde komen, en wordt zoveel mogelijk herhaling van standpunten vermeden.
Er werd een interessant procesvoorstel gedaan door een van de afgevaardigden. Nadat de besluiten genomen zouden zijn moest er nog een allerlaatste besluit worden genomen. Dat moet beslissen over de vraag of er gezien de stemverhouding(en) voldoende draagvlak mag worden verwacht voor de genomen besluiten. Stel bijvoorbeeld dat het besluit voor openstelling met 17 voor en 15 tegen wordt genomen. Dan kan er gestemd worden of dat voldoende draagvlak vormt voor de uitvoering[2].
Echter, o.i. geeft zoiets vele complicaties. Want stel dat wéér blijkt dat de stemverhouding 17-15 is? Of net andersom… Is daarmee dan wel voldoende draagvlak gegeven om het niet te doen…?
Misschien is het beter om een meerderheid van driekwart of eventueel tweederde van de stemmen te eisen. Maar daar moet dan ook weer over gestemd worden …
Tenslotte, zou het gezien het gewicht van de zaak, niet iets anders veel beter zijn, namelijk vóór de deputatenvoorstellen in stemming komen, een allereerste besluit te nemen, namelijk of de synode van overtuiging is dat er voldoende eenstemmigheid is t.a.v. de leer van de Schrift over de ambten? Kortom, is er wel een punt bereikt waarop het verantwoord is zo'n verstrekkende beslissing te nemen? Óf moet onder biddend opzien toch verder worden gestudeerd zodat wellicht er meer eensgezindheid wordt bereikt? Daarbij zouden dan ook de buitenlandse kerken op de een of andere wijze bij moeten worden betrokken.
Alternatieven
De indruk die wij van de discussiedag hebben overgehouden is dat er een drietal hoofdalternatieven is overgebleven, even afgezien van de gronden eronder. Het gevoerde proces heeft daar een positieve invloed op gehad.
De alternatieven zijn:
- De ambten blijven gesloten voor vrouwen.
- De instelling van een kernkerkenraad/oudstenraad (m) en kerkenraad (mv).
- Alle ambten worden opengesteld voor vrouwen.
Alternatief 2, de kernkerkenraad kan gezien worden als een mannelijke eerste etage bovenop de pastorale begane grond bewoond door mannelijke en vrouwelijke ambtsdragers. De mannelijke kernkerkenraad is eindverantwoordelijk.
Aanhangers van deze 'oplossing' zien dit als een invulling van het Bijbelse principe dat de man voorop gaat, eerstverantwoordelijke is.
Anderen zien het graag aangenomen worden in combinatie met alternatief 3. Optie 2 vormt dan een tegemoetkoming aan gemeenten die tegen het zonder meer openstellen van de ambten zijn.
De alternatieven 1 en 3 zijn duidelijk. Maar alternatief 2 geeft o.i. nogal wat complicaties.
Want wat is precies de inhoud van het 'ambt' van de kernkerkenraadsleden? En zal de vraag hoe dit ambt Bijbels moet worden gefundeerd niet blijven rondzeuren? Het was immers al zo moeilijk de 'gewone' ambten te gronden? Bovendien, hoe moet het met die fundamentele regel dat de ene ambtsdrager zich niet boven de andere mag verheffen, niet mag heersen (art. 83 KO)?
Is alternatief 2 eigenlijk niet alleen maar een organisatorisch doekje voor het exegetisch bloeden van hen die vasthouden aan 'de man in koppositie'? Een pragmatische verlegenheidsbenadering om mensen binnenboord te houden?
Een kernkerkenraad lost die eerder gevoelde urgente vraag ook niet op. Want de vrouwen waar het omgaat zullen ook hier weer niet tevreden mee zijn. Zij 'gaan voor goud', voor algehele gelijkheid. Hooguit mag er nog eens gekeken worden waarin mogelijk mannen en vrouwen iets specifieks hebben (in te brengen) maar dat wel op basis van absolute gelijkheid op elk niveau en in elke positie. Voor hen is deze optie niet meer dan een mislukt zoethoudertje voor afgelegen plaatsen als Blije en Ten Boer dat maar korte tijd beschoren zal zijn.
Dus blijven tenslotte slechts twee opties over: wel of niet openstelling van de ambten voor vrouwen.
Maar dat was allang bekend.
Hoge prijs
Openstelling van de ambten heeft ingrijpende gevolgen en een hoge prijs. We willen daar enkele opmerkingen over maken.
Moeder en ambt
Op de taak van de vrouw als moeder en opvoeder zal opnieuw een aanslag worden gedaan. In onze cultuur wordt ze al door de samenleving en overheid steeds meer de arbeidsmarkt opgesleurd. Ze komt daar terecht in een prestatiemaatschappij, voortgedreven door planning en doelstellingen. Een maatschappij van de 7x24 uurs economie die sociale energie slurpt. In onze 'mooie' cultuur waarin één op de drie huwelijken sneuvelt. Waarin de opvoeding van kinderen van zeven tot zeven wordt uitbesteed aan 'professionals'.
Daarin zouden dan dus nu ook de zusters/moeders moeten belast worden met het dragen van de ambten? Is er wel voldoende nagedacht over de gevolgen daarvan voor gezin en sociaal leven? Zijn straks de ambten misschien weer redelijk(?) bezet maar raken de vacatures voor moeders in het gezin onvervuld? Zullen de ambten vrijwel geheel gefeminiseerd worden, net als in het (basis)onderwijs omdat de mannen het nog méér laten zitten?
Maar de kernvraag is wat ons betreft: wordt hier niet (ook) tekort gedaan aan de grondstructuur die God bij de schepping van het gezin heeft gelegd?
Er werd door deputaten nogal wat verontwaardigd gereageerd op een opmerking over ambt en zwangerschap op een van de regioavonden. En die opmerking was wellicht ook niet direct fijngevoelig. Maar zijn in het kader van het bovenstaande toch niet indringende vragen stellen? Iemand zei dat het wellicht de wijsheid van de Schepper is dat Hij de regering van zijn volk zó heeft ingericht zo als het al duizenden jaren wordt gepraktiseerd in de kerk. Is dat niet een rake waarneming?
Voor wie dit allemaal als typische mannenpraat terzijde wil schuiven, luister dan even naar die allereerste vrouwelijke predikante, mevr. ds. Van Harten, op een vrijgemaakte synode in haar toespraak op 18 mei jl. (zie GS Meppel Verslag 07 – DKE 1):
Nog steeds vind ik dat ik dit [predikantswerk] mag doen, maar niet als een vanzelfsprekendheid, het is geen recht. Maar als de Heer roept wie ben ik dan om niet te gaan?
Houdt hierbij de Schrift voor ogen, niet omdat de wereld erom vraagt. Als moeder heb ik ervaren dat het moeilijk is dit werk te combineren met een gezin. Laat de mannen het dan maar doen. Dat is wellicht de wijsheid van de Heer.
Toch is het een vreugde om de Heer zo te dienen.
Eenheid in Schriftgezag
Het betekent een breuk met de kerk van eeuwen. Het zal grote moeite geven in de kerken. Kerkelijke relaties zullen (definitief) worden verbroken, zie het begin van deze impressie en ook de andere toespraken zoals zijn weergegeven in GS Meppel Verslag 04/05/06 – BBK..
Maar de hoogste prijs voor de vrouw in het ambt wordt met een andere breuk betaald: de breuk met het gereformeerde Schriftgezag. Terecht gaf een van de buitenlandse kerken aan dat de redenering die deputaten volgen in hun rapporten toepasbaar is op vele (ethische) vraagstukken in de kerk. Denk aan (homo)seksualiteit, transgenderisme, abortus en euthanasie.
Men wil graag beklemtonen dat tegenvoeters op de synode beiden vanuit de Schrift redeneren en argumenteren en dus beider conclusies, hoe tegengesteld ook, Schriftuurlijk zijn. Er zijn 'twee lijnen' waartussen je kunt en mag kiezen. Dat was al de conclusie van het Nederlands Gereformeerde VOP-rapport (Vrouwelijke Ouderlingen en Predikanten). Deze lijn wordt ook steeds hoorbaarder in de gevoerde discussies op de synode.
Het is voor te stellen dat men dit graag zo wil zien. Het brengt het geweten tot rust en maakt de beslissing ook minder spannend immers. Er is geen reden voor 'verkettering'. Maar is het juist niet zo dat elke ketter zijn (Bijbelse) letter heeft? Zie een indrukwekkende weerslag daarvan in onze gereformeerde belijdenis, de Dordtse Leerregels.
De prijs is hoog als we met een dubbelzinnige Schrift zouden moeten leven. Dat is geen vaste grond meer waarop we kunnen bouwen.
Tenslotte
We hebben in deze impressie geen inhoudelijk confrontatie gezocht met allerlei exegeses en interpretaties. Dat is in het verleden voldoende gedaan. Toch willen we als afsluiting twee opvallende zaken noemen die in de discussies voorbij kwamen.
Slavernij
Graag voert men de afschaffing van de slavernij aan als bewijs dat de kerk eeuwenlang heeft gedwaald maar eindelijk het licht doorbrak. Zo kan de cultuur de aanleiding zijn de vrouw eindelijk recht te doen door de ambten voor haar open te stellen.
Maar in de bijdrage van de Evangelical Presbyterian Church in England and Wales (EPCEW) wordt hier een opmerkelijke kanttekening bij geplaatst:
De Schrift wordt niet getrouw uitgelegd en toegepast wanneer haar leer wordt veranderd, en verwatert in navolging van de heersende cultuur. Als de hermeneutiek die wordt gebruikt om de bevestiging van vrouwen in het ambt te rationaliseren, breed wordt toegepast, zouden veel Christelijke standpunten ter discussie komen te staan, onzeker worden en zelfs in hun tegendeel kunnen worden veranderd. Indien William Wilberforce meer aandacht aan de cultuur van zijn tijd had gegeven dan aan de Schrift, zou hij dan niet de slavernij gedoogd hebben in plaats van haar te weerstaan? Hoe zullen de Gereformeerde Kerken in Nederland de wereld met de Bijbel confronteren als aan de cultuur voorrang boven de Bijbel wordt gegeven?
Mirjam
Het valt op dat men graag de leidersrol van Mirjam, de zus van Mozes en Aäron, aanhaalt als grond voor de openstelling van het ouderlingenambt. Zo in het deputaten conceptbesluit 4:
Besluit 4:
uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst in het opzicht, het pastoraat en het onderwijs en daardoor tot het ambt van ouderling.
Gronden:
- De figuren van Mirjam (Micha 6:4) en Debora (Recht. 4-5) laten vrouwen in het oude verbond zien die in samenwerking met mannen optreden in bestuur en rechtspraak. ()
Maar juist Mirjam is eerder een voorbeeld dat het tegendeel bewijst. Het weinige wat we van haar weten duidt in een andere richting dan waarin de deputaten wijzen.
In Ex. 15:20 neemt Mirjam inderdaad het voortouw, met de tamboerijn, en gaat al reidansend, zingend en musicerend voorop. Echter dan staat er, en dat is opmerkelijk: 'alle vrouwen gingen achter haar aan met tamboerijnen en in reidansen'. Prachtig, maar ze ging kennelijk niet aan het hoofd van een stoet van vrouwen én mannen. Wat zegt dat ons?
Nog een (sterker) voorbeeld staat in Num. 12: 2 ev.
Mirjam en Aäron werpen zich daar op als medeleiders van het volk:
Heeft de HEERE alleen maar door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken?
De toorn van de HEERE ontbrandt. En dan vallen twee dingen op.
Mirjam wordt voor haar opstand gestraft met melaatsheid hoewel ook Aäron schuldig staat. En dan: Aäron doet schuldbelijdenis over het handelen van hen beiden en hij doet voorbede voor Mirjams herstel. Wat een mooie parallel ook met het gebeuren na de zondeval!
De vraag is nu: hoe kan Mirjam toch als Schriftbewijs dienen voor vrouwelijke ouderlingen? Passen de gebeurtenissen rond haar niet veel meer bij de 'scheppingsorde' van Genesis en de referentie van Paulus daaraan later?
NOTEN
[1] Dr. R. Kuiper, Onderweg 27 mei. Column getiteld Neem een dominee.
Een heer?
[2] Hier speelt ongetwijfeld een herinnering mee aan de beruchte stemverhouding 14-13 op de synode Rotterdam-Delfshaven waarmee de schorsingswaardigheid van ds. A. van der Ziel werd uitgesproken.