

CGK, quo vadis? - 5
D.J. Bolt
05-04-25
Urenlang zaten we gekluisterd aan het beeldscherm om de besprekingen op de christelijke gereformeerde generale synode Rijnsburg/Nunspeet 2024-2025 te volgen. We kwamen er diep van onder de indruk! Vooral van de waardige manier waarop de moderamen, en in het bijzonder de preses, ds. P.D.J. Buijs, de vergaderingen leidde. De spanning was intens, ook virtueel voelbaar. Want het ging om de fundamentele vraag of en hoe de christelijke gereformeerde kerken verder met elkaar zullen gaan nu er zulke diepe verschillen van inzicht bestaan en er zich voortgaand kerkelijk onacceptabel gedrag vertoond.
In de kern is de principiële zaak waar het om draait of in de CGK vrouwelijke ambtsdragers worden toegelaten. Maar ook, en niet minder, of homoseksuele relaties met alle consequenties, zullen worden aanvaard in de kerken. Een behoorlijk aantal gemeenten, m.n. die een 'samenwerkende vereniging' met NGK-gemeenten zijn aangegaan, houden zich niet aan de besluiten die meerdere keren door het kerkverband zijn genomen. Ondanks de bekende nadrukkelijk bepalingen in de kerkorde (m.n. art. 31). Daarmee staat dit kerkverband op springen.
Om een uitweg te vinden werd eerder de invoering van het zgn. Interim Model voorgesteld, waarbij kortgezegd, 'afvallige' gemeenten in separate classes werden ondergebracht. Maar dat voorstel ontving onvoldoende steun en werd van tafel gehaald.
Ten einde raad kwam het moderamen van de synode met een nieuw laatste voorstel, namelijk het kerkverband op te splitsen in 'A en B afdelingen' onder één 'koepel':
gemeenten in de A-afdeling strikt levend volgens de kerkorde en een B-afdeling met gemeenten die afwijken van de genomen generale besluiten. De afdelingen dragen geen verantwoordelijkheid voor elkaars beslissingen.
Zo zou dan alsnog een scheuring kunnen worden voorkomen en samengewerkt in zaken als de Theologische Universiteit in Apeldoorn (TUA) en Zending en Evangelisatie. Misschien zou het nog eens kunnen leiden tot een hernieuwde eenheid.
Vooraf werd bepaald dat, net als bij het Interim Model, er voldoende draagvlak zou moeten zijn: 80% van de geldige stemmen. Afwijzing zou, zo werd indringend gewaarschuwd, onontkoombaar leiden tot ontbinding van het kerkverband.
Ook de preadviseurs, hoogleraren van TUA, drongen bij monde van prof. dr. M.J. Kater aan op aanvaarding van dit voorstel waarvan hij puntig zei:
- Het kan niet…
- Het kan niet langer zo…
- Het kan niet anders.
De hoogleraar sprak van schuld, schaamte, schande, maar 'het kan om Gods wil niet anders'.
Echter bij de stemming bleek 31 synodeleden vóór, 12 tegen en 9 onthielden zich. Dus 72% vóór en daarmee werd de vereiste 80% niet gehaald.
De verslagenheid was groot. Na beraad stelde het moderamen voor de synode te sluiten. Immers de laatste vluchtroute uit het 'brandende CGK-huis' was hiermee gebarricadeerd. Maar de vergadering vond dit nu nog te ver gaan. Ds. F.W. van der Rhee, predikant te Veenendaal, kwam met het volgende voorstel:
De synode besluit:
De synode van Nunspeet-Rijnsburg 2024-2025 conditioneel te sluiten.
Het moderamen krijgt het mandaat de synode opnieuw bijeen te roepen in juni 2025 wanneer aan beide of één van de volgende condities is voldaan.
- wanneer blijkt – na overleg met adviseurs – dat er dossiers zijn waarop besluiten onontkoombaar nodig zijn;
- wanneer kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn, wanneer zij eerst daarvan zijn afgeweken.
Wanneer aan deze condities niet wordt voldaan de synode bijeen te roepen op 3 juni 2025 om zonder inhoudelijke bespreking de synode te sluiten.
Ook dit voorstel wordt intensief besproken. Tenslotte werd gestemd:
- Voor: 31
- Tegen: 15
- Onthouding 3
Daarmee was het in meerderheid aangenomen en kon vervolgens de synode conditioneel worden gesloten.
Reflectie
We gaan heel deze gang van zaken niet uitgebreid analyseren, als we dat al zouden kunnen. Maar er is toch wel iets dat we kwijt willen.
We hebben gezien hoe de broeders hebben geworsteld om een uitweg te vinden uit de impasse waarin hun kerkverband is komen te verkeren. Wat ons opviel is hoe vaak de woorden, schuld, schaamte en schande, vielen. En zeker, als de kerk van Christus zo in diepe verdeeldheid is geraakt, zijn dat terechte (dis)kwalificaties. Maar het moet ons van het hart dat we met name bij hen die tot de zgn. linkerflank (akelig woord overigens) behoren zo weinig of geen besef hebben gemerkt dat de ellende waarin het kerkverband is gestort allereerst te maken heeft met ongehoorzaamheid, ontrouw aan gegeven beloften. We denken aan bijvoorbeeld de bijdragen van ds. J. Nutma. Dwars tegen brede en diepgaande besluiten van de kerk als geheel in, gaat men z'n eigen gang en houdt dat vol. 'Zullen daar nooit van terugkeren', zo kun je horen.
O.i. had dat best nog meer benadrukt mogen worden in de besprekingen samen met een indringende oproep tot bekering, hoewel die gelukkig ook klonk. We citeren iets van wat ds. W.L. van der Staaij naar voren bracht:
'We zijn nu zes jaar verder sinds in IJmuiden, tegen de afspraken in, de eerste vrouwelijke ambtsdrager binnen de CGK werd bevestigd. In verschillende classes is sindsdien, hoe droevig ook, het kerkelijk leven vastgelopen. Er is afstand gekomen tussen gemeenten die klassiek CGK willen zijn en gemeenten die nieuwe wegen gaan. (…) Er is geen herschikking geboden, maar bekering.'
En zo waren er meer, bijvoorbeeld ouderling D. Schaafsma:
'… We hebben gedacht in modellen — misschien moeten we terug naar hoe we kerk zijn. Dat betekent: ongehoorzaamheid niet laten bestaan, vermaan en tucht zijn nodig. Omdat dat niet gaat gebeuren en we onmachtig zijn, zitten we nu met een gescheurde kerk.'
Ook van de zijlijn zouden wij deze en andere broeders willen aanmoedigen te volharden en te blijven bij de trouw aan het Woord en de gereformeerde vorm van kerkregering. Want de beïnvloeding van 'de andere kant' gaat onverminderd door. Als illustratie, juist vandaag werd in het ND een zeer uitgebreid interview met dr. D. Steensma (net geëmeriteerd predikant van Feanwâlden, en docent ethiek aan de TUA) gepubliceerd waarin hij de verschijning van zijn boek Geroepen tot de dienst. Bijbels-theologische bezinning op de plaats van vrouwen in de kerk mag toelichten. Het boek wil een vurig pleidooi zijn voor vrouw-in-ambt…!
Denk ook aan de 'samenwerkingsgemeenten' waardoor de laatste 'homobesluiten' van de NGK de CGK infiltreren. En de beïnvloeding van de jeugd en jongeren via CGJO in Kerkpunt (NGK), zie het artikel Depolariseren – 2 in deze editie.
Tot slot willen we de samenwerkingsgemeenten een overweging meegeven. Uit de vele intensieve besprekingen is volstrekt duidelijk geworden dat de kerken in meerderheid de afwijkingen van de genomen besluiten 'niet kunnen dragen' en dat het, zoals het zich nu laat aanzien, onvermijdelijk leidt tot een 'harde' breuk. Onze vraag is: zouden de samenwerkingsgemeenten die zich beslist niet willen voegen naar genomen besluiten zich niet moeten willen verenigen met het NGK verband? Waar immers alle ruimte geboden worden in onderhavige zaken? Zou dat niet een betoon van broederliefde zijn, in plaats van hardnekkig ruimte te blijven eisen die er in het CGK kerkverband niet is?
Wordt vervolgd