Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Kerngroep bezinning GKv

Verslag studie- en ontmoetingsdag

zaterdag 19 november 2022 in de Rehobothkerk op Urk

 

F. Pansier en R.Th. Pos

14-01-23

 

Ds. Henk Room opent de vergadering. Hij leest Psalm 72 en gaat voor in gebed.

Psalm 72 is een gebed van koning David voor zijn zoon Salomo. David vraagt om van de Here wetten te mogen ontvangen die door zijn zoon Salomo gebruikt kunnen worden om het volk tot bloei te brengen. Zijn bewind zal met zulke wetten, die het recht van boven weerspiegelen, heilzaam zijn.

Ook vandaag zal het recht in de kerken terug te herleiden moeten zijn op het rechtvaardige recht van onze grote Koning. Want alleen zo wordt het volk van de Here geholpen om Hem te kunnen blijven volgen. De vraag is of wij ons als GKv met de voorgestelde nieuwe KO 2023 voor de fusiekerk NGK inderdaad op deze weg bevinden of dat het recht in de kerken steeds meer van beneden af geformuleerd wordt. In dat laatste geval zullen we ons moeten omkeren en ruim baan geven aan het recht van ons Hoofd, Christus. Daarover gaan de lezingen van deze dag.

Dick Slump is dagvoorzitter

 

Morgenbijeenkomst

 

 

Na de opening zijn er ’s morgens drie lezingen, waarvan de tekst of PPT-presentaties zijn terug te vinden op de website.

 

 

Ds. Jan Wesseling

KERK-orde tegen het Licht.

Dr. Bart van Egmond

De kerkorde als document van verbondsvernieuwing.

Mr. dr. Pieter Pel

KO 2023 OK?                                                     

 

-----

 

KERK-orde tegen het Licht

Lezing Jan Wesseling

 

Een KO (Kerkorde) is een document waarin onze identiteit als kerk wordt blootgelegd. De KO regelt niet een aantal praktische zaken, maar laat zien hoe we de regering van ons Hoofd, Christus, handen en voeten geven in de kerkelijke praktijk. In het kerkrecht gaat het namelijk om het recht van Christus in ons midden. Een kerkorde behoort daarom ruimte te geven aan de heerschappij van Christus en vrije doorgang te verlenen aan Zijn Woord. Ons samenkomen als gemeente wordt immers voorafgegaan door het samengebracht worden. De Zoon van God initieert dat proces door zijn Geest en Woord. Zo is er sprake van Christo-centrisch recht in de kerken. Maar waar Christus naar de achtergrond schuift, dringt zomaar de mens zich naar voren en wordt het recht antropo-centrisch. Dat zien we gebeuren als de nieuwe KO niet meer vanuit Schift en belijdenis normerend spreekt over de praktijk, maar op een aantal punten de gegroeide praktijk gaat volgen. De classis Ommen heeft gelijk met haar waarneming dat we als GKv met deze KO vertrekken uit het presbyteriaal-synodale stelsel en onderdak zoeken in het independentistische stelsel. Hierin is de gemeente (let wel, niet Christus, of Zijn Woord) de draagster van alle kerkelijk gezag. De autonomie van de gemeente laat weinig ruimte voor eenheid in het kerkverband.

 

Ds Wesseling leest een orde waarin:

  • het Hoofd in de mist komt,
  • de bescherming van Zijn Woord als de adem van Zijn Geest te wensen overlaat,
  • de praktijk voorrang krijgt boven het geestelijk principe,
  • het mensbeeld te optimistisch is, en onvoldoende rekent met de macht van zonde en dwaling,
  • en de grondtonen van de gereformeerde geloofsconfessie onvoldoende tot klinken komen.

Hij kan niet anders concluderen dan dat deze nieuwe kerkorde het verval van de kerken als gereformeerde kerken verder vastlegt en legitimeert.

-----

 

De kerkorde als document van verbondsvernieuwing          

Lezing Bart van Egmond

 

Verval en vernieuwing: OT en Reformatie

Zowel de Bijbelse geschiedenis als de kerkgeschiedenis laat zien dat er periodes zijn waarin het Woord van God uit beeld raakt. Gelukkig geeft de Here dan ook vaak inzicht en als gevolg daarvan terugkeer (Reformatie). Zo was dat in de tijd van de koningen Hizkia en Josia, maar ook in de tijd van Luther en Calvijn. Je kunt dan spreken over een vernieuwing van het verbond. Het volk van de Here, de kerk, belooft om het recht van haar Heer weer te doen gelden in haar midden. Deze vernieuwing van het verbond werd in de tijd van de 16de eeuwse Reformatie als het ware bekrachtigd door de KO. Deze regelde namelijk dat het Woord en het recht van de Here weer volle gelding kregen in de kerken.

Ter wille van de eenheid in de kerken werd van alle dienaren van het Woord verwacht dat ze de belijdenis van de kerken van harte onderschreven. Ook kwam er de afspraak om in de zondagmiddagdiensten de Heidelbergse Catechismus te behandelen. En door middel van liturgische formulieren zou onderwijs worden gegeven over de betekenis van doop en avondmaal, en over de roeping van de oudsten en de diakenen. Ook werd er afgesproken dat er niet ‘over de religie’ gepubliceerd zou worden, als die publicatie niet eerst door een classis was gezien en goedgekeurd. Dit alles ter wille van de eenheid.

Tegenstanders van deze strakke binding brachten geen concrete bezwaren tegen de belijdenis in op grond van de Bijbel, maar vroegen een vorm van leervrijheid. Maar de gereformeerde kerken zijn daar toen niet voor gezwicht. Ze hebben de feitelijke verdeeldheid in de kerk niet gemaakt tot uitgangspunt van hun handelen.

 

Anno nu

De leer van de Bijbel is intussen onbekend geworden en de inhoud van de belijdenisgeschriften onbemind. Juist nu er besloten wordt tot een nieuwe kerkorde, zou het moment gekomen zijn waarop we kunnen zeggen: er moet verandering komen in de manier waarop wij ons langzamerhand zijn gaan verhouden tot de belijdenisgeschriften. Dat zou als een verbondsvernieuwing zijn, die er blijk van geeft dat de nieuwe NGK daadwerkelijk confessioneel-gereformeerde kerken willen zijn.

Maar uit de nieuwe kerkorde van de nieuwe NGK blijkt niets van dit alles. In tegendeel. Deze kerkorde legt zich in feite neer bij de gegroeide praktijk. Er is een nieuw verbindingsformulier waarin predikanten niet langer uitspreken dat de belijdenis van de kerk in al zijn delen met Gods Woord overeenstemt. Niet langer beloven predikanten alles wat met die leer in strijd is te verwerpen. En ook niet dat ze hun bedenkingen bij de belijdenis niet openlijk zullen leren.

Men erkent wel op verschillende plekken de vervreemding van de gereformeerde leer. Maar in plaats van in te zetten op gezamenlijke bekering, heeft men een commissie ingesteld met de vrijblijvende opdracht om de binding aan die leer opnieuw te doordenken. Of zelfs te komen tot nieuw belijden met het oog op de vragen van deze tijd.

Daarmee wordt het probleem van de binding aan de leer van Gods Woord verplaatst ván ons mensen, naar de gereformeerde belijdenis zelf. Wij willen ons wel binden aan de gezonde leer, zo is de gedachte. Maar we vragen ons af of de gereformeerde belijdenis daar nog wel geschikt voor is. Het probleem van onze kerken is dus niet onze praktische ontrouw aan het belijden, maar dat is het belijden zelf – zo wordt gesuggereerd.

 

Conclusie

De vorming van de fusiekerk NGK zou een moment van verbondsvernieuwing moeten zijn. Helaas legt de nieuwe kerkorde de gegroeide praktijk vast. In plaats dat ze normen vastlegt waar de praktijk zich naar zou moeten richten. De binding aan het gereformeerde belijden wordt verder geproblematiseerd. Ik kan dan ook niet anders concluderen dan dat deze kerkorde het verval van deze kerken als gereformeerde kerken verder vastlegt, en legitimeert. Alleen in de weg van terugkeer is er nog hoop voor de GKv.

-----

KO 2023 OK?                                                         

Presentatie Pieter Pel

 

In de KO moet merkbaar zijn dat in de kerk geen sprake is van democratie, maar van Christocratie. Aan de hand van een powerpointpresentatie wordt inzichtelijk gemaakt dat er in de nieuwe KO 2023 fundamentele verschillen zijn ten opzichte van de KO 2014 GKv. Opvallend is dat er niet meer gesproken wordt over gehoorzaamheid aan de Schrift, maar over een leven gehoorzaam uit het Woord dat op schrift gesteld is in de Bijbel.

De belijdenisgeschriften worden ook niet meer neergezet als een betrouwbare samenvatting van de christelijke leer, maar als een basis voor de eenheid om daarop gezamenlijk voort te bouwen. Een ‘open’ einde dus. Een geschil over ‘het belijden’… wordt volgens de nieuwe KO  beoordeeld vanuit de Bijbel. Iemand die afwijkt van de belijdenis kan dus niet meer op de belijdenis worden aangesproken. Alleen voorgangers moeten nog trouw betuigen aan het kerkelijk belijden door ondertekening. Voor het deelnemen aan het HA wordt vanaf nu geen ander criterium genoemd dan dat de kerkenraad beslist. Dat geldt ook voor het aanvaarden van andere relaties dan het huwelijk.

 

Kortom, het volgende is te zien in de nieuwe KO 2023:

  • verwijzingen naar de leer van de Bijbel zijn sterk afgenomen;
  • de binding aan de belijdenis is deels afgeschaft, deels verzwakt;
  • plaatselijke vrijheid op alle gebieden;
  • streven naar een independentistisch kerkmodel;
  • bewuste ‘ont-regeling’ (= zo weinig mogelijk regels) bevordert pluraliteit in de kerk;
  • bescherming tegen dwaling en valse leer wordt geminimaliseerd;
  • beweging van diversiteit naar distantie: onverbondenheid neemt toe.

-----

Bespreking na de lezingen

 

Hieronder een reconstructie van de bespreking die plaats vond naar aanleiding van de drie inleidingen. Wie de mening van de Kerngroep of sprekers op enige manier wil weergeven, kan daarvoor beter het nieuwe boek Het Woord in geding, Lunteren 2022, of rechtstreekse (te verschijnen) informatie op de website gebruiken.

 

Vraag naar het model van de Gereformeerde Bond.

Als Kerngroep hebben we gekeken hoe de Gereformeerde Bond (GB) binnen de PKN functioneert, maar we hebben niet nauwkeurig nagegaan hoe de positie van de GB kerkrechtelijk is geregeld in de PKN om binnen de PKN vast te kunnen blijven houden aan haar orthodoxe uitgangspunten.

 

Vraag: meegaan met de fusie of niet.

Ook onder ons zijn er broeders en zusters die van mening zijn dat je mee behoort te gaan met de kerkfusie zolang er nog ruimte is om confessioneel gereformeerd te blijven binnen de nieuwe NGK. Met de nieuwe kerkorde voor de gefuseerde kerk zal het vasthouden van het confessioneel gereformeerde karakter echter niet goed meer kunnen.

We beseffen terdege dat het specifiek voor predikanten in actieve dienst moeilijk is om hierin een verantwoorde keus te maken. Zij zullen immers grote gevolgen ondervinden als ze besluiten om niet mee te gaan met de fusie.

 

Geen keuzedwang.

Wij leggen niemand een keus op, maar willen slechts helpen dat ieder een verantwoorde keus kan maken. In dat verband komt opnieuw het beeld naar voren van een groot cruiseschip, waarop je misschien best nog wel kunt leven met de regels die gelden op het schip. Maar als de koers van dat schip, mee door de regels, verkeerd is, helpen de regels je niet om zelf wel op koers te blijven.

 

Regie van bovenaf.

Er wordt meerdere malen op gewezen dat in het hele kerkelijke proces om tot eenwording met de NGK te komen sprake is geweest van een sterke regie van bovenaf. Zo is de vraag om een inhoudelijk veranderde nieuwe KO niet uit de kerken opgekomen. Het is een autonome ontwikkeling als middel om de eenwording te bevorderen.

Ook het deputaatschap dat is ingesteld om zich te buigen over het functioneren van de belijdenissen heeft een heel brede opdracht meegekregen, terwijl de vraag daarnaar niet uit de kerken is opgekomen.

Ook kun je zien dat de regiegroep die door de synode is ingesteld om het werk van de verschillende commissies/deputaatschappen te coördineren, intussen zelf in hoge mate de regie in handen heeft genomen. Het blijkt dat op- en aanmerkingen vanuit de kerken in de praktijk op die regiegroep afketsen.

 

Vraag naar kerkmodel.

Als het gaat om welk kerkmodel er gekozen wordt, is er duidelijk geen sprake van een methodische keuze die ook naar de kerken toe verantwoord wordt. De keuze om het tot nu toe gevolgde ‘synodaal-presbyteriale’ kerkmodel los te laten en via de nieuwe KO over te stappen naar een ‘independentistisch’ kerkmodel, wordt op pragmatische gronden gemaakt, namelijk ter wille van de beoogde fusie. Om deze koerswijziging is niet in de kerkelijke weg gevraagd. Een verantwoording ten opzichte van het verleden ontbreekt. Bezwaar hiertegen zouden met de huidige KO 2014 in de hand nog wel gemaakt kunnen worden, maar voor een KO-wijziging gelden speciale afspraken, waardoor inspraak of bezwaar van kerkleden na de eerste lezing van de nieuwe KO bijna onmogelijk is geworden. Uitsluitend als de synode nu zelf nog van koers zou willen veranderen is er enige hoop. De kans daarop lijkt uitermate gering.

 

Bindingsformulier.

Als het gaat om het ondertekeningsformulier voor predikanten, doet zich een eigenaardige werkelijkheid voor: de regels in de kerk worden vanaf 1 mei 2023 veranderd. Er komt dan een fundamenteel andere KO. Vanaf dat moment zullen predikanten het formulier moeten ondertekenen dat past bij de veel lossere binding aan de kerkelijke belijdenissen welke de nieuwe KO beschrijft. Tegelijk zijn er ook predikanten die zich eerder verbonden hebben aan een veel strakkere binding aan de belijdenissen, zoals in de tot nu toe geldende KO wordt verlangd. Blijkbaar wordt dit niet als een probleem gezien. Dat is veelzeggend!

 

Verbondsvernieuwing na bekering.

Naar aanleiding van het spreken over een vernieuwing van het verbond (zoals in de tijd van koning Hizkia en Josia, maar ook ten tijde van de Reformatie) wordt de vraag gesteld: is het mogelijk om tot een vernieuwing van het verbond te komen zonder de kerk daarvoor te moeten scheuren? In antwoord hierop wordt gesteld dat er aan verbondsvernieuwing wel bekering vooraf moet gaan en dat er dan ook concrete daden moeten volgen. Aanvaarden van een KO die de band met Christus op een onverantwoorde manier losser maakt, kan in feite niet. Als je mee wilt gaan met Christus, zul je ook dingen moeten afwijzen. Dat is een proces, maar kan niet eindeloos uitgesteld worden.

 

Middagbijeenkomst

’s Middags presenteert de Kerngroep zich en geeft aan waar de Kerngroep voor staat. Br. Pieter Pel schetst namens de Kerngroep aan de hand van een PPT-presentatie het ‘Perspectief’. Deze PPT-presentatie is ook te vinden op de website.

 

 

Bespreking na de presentatie

 

Confessioneel gereformeerd

De Kerngroep is van oordeel dat de GKv, door met de nieuwe KO 2023 in te stemmen, bezig is het confessioneel-gereformeerde karakter van de kerk te verlaten. Door de veranderde omgang met de Bijbel en door de inhoudelijk veranderde KO worden we binnengeleid in een ruimte waar het confessioneel-gereformeerd zijn niet langer gewaarborgd is.

 

Geen blijvend zoveelste kerkverband

Als wij er naar streven ogen te openen voor het feit dat er op 1 mei 2023 iets gebeurt wat verstrekkende gevolgen heeft, wil dat niet zeggen dat wij daarmee uit zijn op het stichten van nog weer een nieuw blijvend kerkverband. Ook niet dat wij als doel hebben op onszelf te blijven staan. De Kerngroep wil juist verbinden op basis van een werkelijke confessioneel-gereformeerde grondslag.

Wij willen daartoe ook de beeldvorming over en van andere kerkverbanden wederkerig op een positieve manier beïnvloeden. We zijn geen concurrenten, maar hebben elkaar broodnodig.

Voor wat betreft onze eigen doelstellingen willen we zo open mogelijk zijn naar anderen. Daarom houden we ook informele gesprekken met brs en zrs uit andere kerkverbanden. Feit is dat wij als Kerngroep geen formeel-kerkelijke status hebben. Onze taakstelling is: opiniëren, faciliteren, adviseren, verbinden.

 

Scheuren?

De vraag wordt gesteld of het niet terecht is als je het verwijt krijgt dat je de kerk scheurt wanneer je niet meegaat met de fusie? Onze eigen GKv-synode, waarin we als kerken samen kwamen, heeft immers in een eerder stadium besloten om eenheid te zoeken met de NGK. Dat is waar. Maar die eenheid zou gezocht worden op grond van Schrift en belijdenis en vormgegeven worden vanuit de grondbeginselen van gereformeerd kerkrecht. Daar was dus niets op tegen.

Nu uit de voortgaande besluiten blijkt dat de revisie van de besluiten m.b.t. man, vrouw en ambt is afgewezen én dat een lossere verhouding tot de belijdenisgeschriften structureel ruimte krijgt in de nieuwe KO 2023, komt steeds duidelijker de roeping op ons af om confessioneel gereformeerd te blijven en niet stilzwijgend mee te veranderen met de mainstream.

Dat kan dus betekenen dat je je moet losmaken van degenen die met of zonder instemming de nieuwe KO wel aanvaarden. Dat is geen lichtvaardige beslissing.

Voor wie met een bezwaard hart (vooralsnog) denken mee te gaan in de fusiekerk, moet duidelijk zijn dat zij in een nieuw kerkverband terecht komen waar het gereformeerde en confessionele niet meer geborgd zijn.

 

Zusterkerken

Er wordt gewezen op buitenlandse gereformeerde kerken en de vereniging van gereformeerde kerken wereldwijd, de ICRC, die hun relatie met de GKv verbroken hebben. Over die scheuring horen we weinig tot niets van de Generale synode.

Wij zullen zeker, waar mogelijk, ook contact gaan zoeken met de confessioneel gereformeerden wereldwijd. Met de VGKSA (Zuid-Afrika) is dat al het geval. Opnieuw wordt erop gewezen dat er maar één manier is om de eenheid van de kerk te bewaren: het juk van Christus op je te nemen, zoals de NGB daarover spreekt.

 

Noot: Ook hier geldt dat het bovenstaande niet meer is dan een beknopte reconstructie van de bespreking. Voor meer informatie verwijzen we vooral naar het nieuwe boek Het Woord in geding, Lunteren 2022, of rechtstreekse naar de (te verschijnen) informatie op de website.

-----

Boekpresentatie

 

Als laatste punt op het programma wordt het nieuwe boek ‘Het Woord in geding’ gepresenteerd. Voor deze gelegenheid zijn de eerste 2 exemplaren alvast gebonden.

Deze nieuwe publicatie is een uitgave van de Kerngroep en staat onder redactie van P.T. Pel en H.J. Room. Het boek is verkrijgbaar vanaf eind november. Bestellingen via de website www.bezinninggkv.nl

 

Sluiting

 

Na gebed door ds Rufus Pos en het zingen van Gezang 119 (GK2006) wordt de vergadering gesloten.

 

Bovenstaand verslag is ook te vinden op www.bezinninggkv.nl