Middenkerk, doormidden? - 5
D.J. Bolt
01-06- 24
Een van de belangrijkste onderwerpen op het Convent van de Christelijke Gereformeerde Kerken was Schriftgezag en schriftbeschouwing. Een panel bestaande uit onderstaande vijf leden discussieerde erover met elkaar. We hebben daarbij ook hun voornamen vermeld zoals die in het gespek werden gebruikt,
Dr. B.A.T. Witzier, predikant CGK Apeldoorn-Centrum - Arjan
Dr. C.P. de Boer, predikant CGK Renswoude, lector HHK seminarie - Pieter
Prof.dr. H.G.L. Peels, emeritus hoogleraar TUA - Eric
Ds. F.W. van der Rhee, predikant CGK Veenendaal – Florimco
Drs. S.P. Roosendaal, predikant NCGK Lelystad – Peter
Drs. Roosendaal leidde het panel.
Het onderwerp speelt een grote rol in de besprekingen over de vraag op de ambten moeten worden opgesteld voor vrouwen. De uitkomst ervan bepaalt uiteindelijk of het antwoord ja of nee is, of zelfs ja én nee, zoals een synode van de voormalige GKv vond.
De discussie is daarom zo intensief omdat de gevolgen fysiek zichtbaar zullen zijn, tot op de kansels. Het wordt ook daarom als gevoelig ervaren omdat een nee-antwoord totaal niet past bij de huidige geëmancipeerde cultuur. En, niet het minst, de onderliggende omgang met de Schrift als met vrouw-in-ambt wordt ingestemd heeft ook vergelijkbare consequenties voor de aanvaardbaarheid van homoseksualiteit in allerlei relaties en situaties. Zo kwam in de discussie ook nog een ander onderwerp aan de orde waar stevig over werd gesproken.
Gezien het grote belang van het onderwerp hebben we de moeite genomen er een transitie van te maken. Hieronder is de volledig tekst van het panelgesprek beschikbaar. We hebben die nauwkeurig weergegeven hoewel die soms iets leesbaarder moest worden gemaakt omdat niet elk spreken even 'vloeiend' was. Stellingen voor het peilen van de meningen van toehoorders die het panel vanuit de regie onderbraken laten we weg omdat de resultaten ervan niet werden getoond.
Lezend komt naar ons gevoel de problematiek nog sterker op je af dan horend. We hebben soms dan ook de verleiding niet kunnen weerstaan om op enkele momenten al dan niet kritische opmerkingen te maken. Ze zijn ingesprongen weergegeven.
De panelbespreking
Peter - De vorige ronde klonk het woord Schriftgezag al. Hoe zou het anders kunnen, dat levende Woord van God waarin de stem van de goede Herder ons tegemoet komt zoals Han Schenau ons in de opening zo mooi in ons midden legde. En als het woord Schriftgezag klinkt dan bedoelen we daar mee dat de Bijbel van kaft tot kaft zeggenschap heeft, autoriteit heeft, heerschappij heeft over ons leven, dat we ons daaraan gewonnen geven natuurlijk. Nu klinkt nog al eens in de gesprekken over de dingen die ons verdelen, soms zelfs scheiden, dat wie een ruimte ziet voor vrouwelijke ambtsdragers bijvoorbeeld of andere themata die divergerend kunnen werken onder ons, die morrelt aan het Schriftgezag en dat is nogal wat als dat klinkt. Dan morrel je aan het Schriftgezag. Hebben wij nou en ik stel die vraag maar even aan Pieter de Boer, hebben wij nou in ons in onze kerken een Bijbelgetrouw deel en een Bijbelontrouw deel?
Eric - Ja of nee! [gelach]
Peter - Is de stelling.
Pieter - Dus welk antwoord ik ook geef, hier zetten we een punt.
Peter - Ik ben er bang voor.
Pieter - Nou, ik vond het mooi dat je ons introduceerde als leerlingen, studenten van professor Peels. Jij bent, denk ik, van iets jonger jaar, maar wij met zijn drieën, Florimco Arjan en ik hebben in dezelfde periode aan de TUA rondgelopen en dat was zo rond 1995, 1996, 97. Toen speelde de discussie voor de vrouw in het ambt voor het eerst ook op synodaal niveau. Wij kwamen binnen als blanco studenten. We dachten dat we al dominee waren maar dat werd als in het eerste jaar heel hard afgeleerd door wijlen professor Van 't Spijker. Die deed dat op een grandioze manier. Maar dat was ook in de tijd ook waarin we voor het eerst ook geoefend werden, onderwezen werden in het lezen en uitleggen, verstaan van de Schrift. Om u een idee te geven hoe de sfeer toen in Apeldoorn was, citeer ik twee uitspraken van mijn leermeester professor Peels uit die periode uit 1996. Hij hield in die periode een toespraak voor de werkgroep 'Vrouw in de kerk'. En hij deed de volgende uitspraak:
'We zijn ervan overtuigd dat op grond van exegese van de Schriften de weg niet vrij is voor de vrouw in het ambt. Ik zeg dit mede omdat Paulus het schreef. Ik blijf bij deze mening tot aangetoond wordt dat de Schrift het tegendeel spreekt.'
Tweede citaat, letterlijk citaat:
'In dit alles stelt Paulus echter terdege een fundamentele zaak aan de orde. Het gaat over de vrouw in het ambt. Namelijk dat in die gelijkwaardige manvrouwrelatie de man, het hoofd van de vrouw en de vrouw de heerlijkheid van de man is. Dit is niet inwisselbaar. Daarop is de normativiteit, als we het over gezag hebben, het is niet mijn uitdrukking, de normativiteit van de Apostolische uitspraken gegrond. Dat basale gegevens moeten worden verdisconteerd als het gaat over de identiteit van man en vrouw in hun onderlinge orde verhouding. Dat heeft ook gevolgen voor de vraag naar de vrouw in het ambt.'
Einde citaat.
Nu zijn we 30 jaar verder. En in de loop van die 30 jaar is er het nodige is veranderd. In ieder geval verandert in het lezen, verstaan en uitleggen van de Schrift. Het raakt niet alleen dit onderwerp de vrouw in het ambt. Ik denk dat we daar zo meteen nog over komen te spreken, het raakt ook andere thema's. Maar we hebben dus wel over fundamentele thema's van morgen, niet over bijzaken.
Peter - Ja, en wat zie jij dan gebeuren? Is er een Bijbelgetrouw deel? Is een deel dat dreigt Bijbelontrouw te raken? Hoe taxeer je dat? Dat is …
Pieter - Nou, ik vind het te goedkoop om meteen een kwalificatie te geven. Ik heb hier maar één intentie, zo ben ik hier vanmorgen ook naartoe gekomen. Hoe krijgen we elkaar weer bij de Schrift? Dat is de intentie waarom ik hier vanmorgen zit. En als ik vanmorgen dit soort stigma's ga rondstrooien Bijbelgetrouw of Bijbelontrouw, vrijzinnig of rechtzinnig, dan zijn we elkaar al kwijt.
Peter - Ja, je vindt ze onbruikbaar.
Pieter - Ik wil terug. In ieder geval hoop ik dat dat deel wat sinds 1996 de Schrift anders is gaan lezen dan toen, dat we die weer kunnen vinden, dat we elkaar weer kunnen vinden.
Peter - Eric, je bent al als spreker ingevoerd, maar nu willen we de dingen graag uit je eigen mond horen, nog eens. Hoe ligt dat voor je, is de Schrift op dit punt nou, ben je dat anders gaan verstaan, is de Schrift op dit punt minder helder dan wij altijd hadden gedacht? Hoe kijk je daarnaar?
Eric – Ja, dank aan Pieter dat hij zo'n goed geheugen heeft om deze lezing van bijna 30 jaar geleden naar voren te halen. Toen was ik net 3 jaar hoogleraar. Ik moest nog veel leren toen. [gelach]. Maar ik stond er wel voor wat ik toen zei. Op basis van zoals ik de Schrift las meende ik oprecht te kunnen zeggen wat ik daar toen zei, alle dingen op een rij zette. Ik denk ook dat er best hele goede redenen zijn, zoals het meerderheidsrapport in onze Synode, om te verdedigen dat de ambten zoals wij die nu kennen zeg ik erbij, voor de man bestemd is en niet voor de vrouw.
Na 1996 ging de geschiedenis verder en heb ik mijn leven gewijd aan het hoe langer hoe nauwkeurig proberen biddend te luisteren wat de Schriften zeggen. Sommige dingen zijn me steeds duidelijker geworden. Andere dingen waar ik eerder duidelijk een mening over had, leerde ik te nuanceren en te beseffen dat de Bijbel misschien iets minder duidelijk erover is dan ik ooit wel had gedacht. Dit is niet een kwestie van de Bijbel anders lezen maar wat mij betreft is het een kwestie van de Bijbel intenser en eerlijker lezen en Bijbelteksten niet overvragen. En daarom is mijn mening op dit punt ook in de loop der jaren bijgesteld en heb ik op de synode van 1998, toen de zaak ook zeer spande, daar spande het werkelijk, velen van u hebben dat meegemaakt, daar lag een meerderheidsrapport tegen de vrouw in het ambt, een minderheidsrapport daar vóór. Daar dreigde ter synode een veroordeling van het minderheidsrapport als Schriftontrouw, als Schriftkritisch. Vanuit de TUA hebben wij toen geïntervenieerd met een advies aan de synode om te luisteren naar de argumenten van de meerderheidscommissie, maar niet die van de minderheidscommissie als Schriftkritisch of Bijbelontrouw weg te zetten. En dat had ook zijn duidelijke reden. Dat is door de synode zo geaccepteerd. Tegen deze achtergrond begrijp je misschien Pieter, waarom ik die lezing van toen waar ik best veel aardige dingen in vind, vandaag de dag zo niet meer pertinent zou houden. Ik kan respect hebben voor broeders en ook zusters die menen dat de ambten zoals we die vandaag kennen – dat is ook een historisch construct moet je zeggen - dat zij voor de man stemt zijn, maar ik heb evenzeer respect voor mensen die zeggen: Ja, maar de Bijbel is daar niet voor de volle honderd procent duidelijk in en we denken dat het toch ook wel anders kan.
Het kan natuurlijk dat inzichten en uitleggingen van de Schrift in de loop van tijd wijzigen. Maar enkele duizenden jaren lang zijn op basis van de Schrift en m.n. Paulus' brieven vrouwen niet toegelaten tot de ambten. Dan zegt een tijdsspanne van 30 jaar natuurlijk heel weinig.
Wat we graag zouden willen horen in het vervolg dat is wat heeft gemaakt dat de opvatting van prof. Peels 180° van richting is veranderd: van principieel tegen tot principieel vóór nu. En als het in alle eerlijkheid nodig is deze draai te maken dan is het toch noodzakelijk om dit uitgebreid te verantwoorden jegens de kerk van alle eeuwen? Dan kan toch niet volstaan worden met 'respect tonen' aan voor- en tegenstanders?
Peter – Arjan, vanuit de Reformatie belijden wij de helderheid van de Schrift, hè? De claritas van de Bijbel. Nu er zoveel vragen op dit soort punten liggen, is de Bijbel zo onhelder of zijn wij zo onhelder? Hoe kijk jij daarnaar?
Arjan - Ja de Bijbel is helder en die helderheid moeten we blijven vasthouden. Zeker als het gaat om wie onze Heer en Heiland is Jezus Christus. Hoe wordt de mens gered? Dat vind je in de Bijbel en daar is de Bijbel duidelijk over. Wil dat zeggen dat vervolgens de Bijbel in alle onderdelen voor iedereen gelijk te verstaan is, te begrijpen is, is het eenvoudige antwoord, nee. We hebben niet voor niets boekenkasten vol met commentaren als je bij een predikant is een studeerkamer komt. Dat heeft te maken met het feit dat er op verschillende manier gelezen wordt, dat er verschillende connecties liggen, lijnen liggen in de Bijbel en daar moet je rekening mee houden. Dus in die zin is de Bijbel helder, ja. Is de Bijbel helder op alle punten? Nou, dat vraagt soms studie en gesprek en discussie. En dan heb je elkaar nodig om samen te zoeken van wat zegt dit nu voor ons in onze tijd? En, dat kunnen soms lastige gesprekken zijn. Als je met name merkt dat je van mening verschilt over wat de betekenis is van zo'n tekst. Maar het kunnen ook heel opbouwende gesprekken zijn. Juist als je de ontdekking doet dat wat die ander ziet voor jou niet gelijk helder was, maar wel helderder wordt. De noemde mijn onderzoek waar ik op gepromoveerd ben. Een van de dingen waarin de Heilige Geest ook zijn verlichting laat blijken, is als je de Schrift daar goed op beluistert, is niet alleen maar dat dat rechtstreeks gebeurt bij iedereen, maar dat het ook indirect gebeurt via anderen, via het verstaan van een ander. Kan mij helpen om mijn eigen verstaan nog weer eens bij te stellen.
Peter - Oké, jij en ik hebben allebei een bril op. Ik ben heel blij dat jij de jouwe op hebt en ik de mijne. Hoe, hoe verhoudt zich nou die leesbril van ons tot wat de Heilige Geest ons biedt in het lezen van de Bijbel? Hoe is Hij daar bij betrokken en hoe kan het dan toch dat dat het soms zo verschrikkelijk uit elkaar kan lopen tussen twee mensen die met alle eerbied het woord van de Heere ontvangen en daarna willen luisteren.
Arjan - Nou allereerst is onze bril als het gaat om wat wij zelf verstaan van het Schrift behoorlijk vertroebeld en hebben we dus inderdaad de verlichting van de geest nodig om om helder te kunnen zien. Om vervolgens zomaar te zeggen van dít is de bril van de Heilige Geest en iedereen ziet het dan op dezelfde manier, ik denk niet dat de Geest op die manier werkt in zijn verlichtende ondersteuning van het lezen. Hij verlicht mensen. Ieder in hun eigen tijd en plaats en cultuur. En dat heeft invloed op het verstaan. Dat betekent dus dat je lezing van de Bijbel op verschillende plekken uiteindelijk een bepaalde verschillende nuances kan geven, accenten kan geven bij mensen die dat lezen. Dan kun je aan grote verschillen denken, bijvoorbeeld aan een Afrikaanse cultuur en de Nederlandse cultuur. Maar dat kan ook te maken hebben in verandering in een bepaalde tijd die je, denk ik, ook in onze westerse cultuur op het ogenblik meemaakt.
Peter - Nou ja, maar daar ligt hier in ons midden best wel wat pijn als je dit zo noemt. En die pijn zit er misschien in dat als ik christelijk gereformeerd ben in mijn eigen gemeente en ik ga eens in de vakantie elders te kerken dat ik dan van mijn stoel van verbazing val over wat daar gebeurt. Er zijn die zeggen is: Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt, dit lijkt wel een popconcert. En een ander zegt: Ik wist niet dat je ook zoveel jaar terug in de tijd kon en dan nog steeds christelijk gereformeerd kon heten. Dus kennelijk met die leesbril van ons gebeurt er meer dan alleen 'zo lees ik'.
Peter - Florimco, mag ik jou eens vragen: Is er een verband tussen hoe we de Schrift lezen en hoe we de dienst aan de Heere inrichten? Hoe kijk jij naar het kerkverband op dat punt?
Florimco - Uiteraard zijn er grote verschillen daarin en dat uit zich denk ik in liturgie. Daar sprak je zojuist over en dat kan als heel vervreemdend worden ervaren. Maar wat natuurlijk daarbij ook een belangrijke vraag is, is de vraag van hoe verhoudt zich dat? Eventueel al of niet tot de prediking zelf. Kijk, ik denk dat als het gaat over het Schriftgezag het van groot belang is dat de betrouwbaarheid van het Woord van God zich bewijst in een gelovige omgang met dat Woord. Dat staat niet buiten de Schrift, maar dat bewijst zich door met de Schrift om te gaan. En voor mij persoonlijk hoort daar dan ook eerbied bij. Waarmee ik niet wil zeggen dat in een gemeente waar het liturgisch anders toe gaat die eerbied er niet is. Dan heeft een bepaalde uiting die voor mij daarin van belang is. De kern van die eerbied die moet er wel zijn. Als als er geen eerbied voor het Woord is en daarmee voor de God van het Woord dan gaat het wezenlijk mis in mijn beleving.
Peter - Eric, ik denk dat jij van ons allemaal in de verreweg de meeste gemeenten komt, want je hebt geen eigen preekplek, maar je dient door het hele land heen. Je rijdt zondags heel wat kilometers. Hoe kijk jij daarnaar? Wat gebeurt er in onze kerken? Als je luistert naar de stemmen die tot je komen op zondag, maar ook wat je aan preken tegemoet komen. Zijn wij nog met elkaar op de lijn van de Schriften en hoe luister je daarnaar?
Eric - Dank voor die vraag. Ja, inderdaad sinds 1978 toen ik preekconsent kreeg tot nu toe zijn we bijna halve eeuw verder, heb ik zelf vier jaar een eigen gemeente gehad waar je honkvast was. Voor het overige heb ik ja zo zondags door het land gereisd. En ik ben in 165 van de 180 christelijke gereformeerde gemeente geweest. Tot mijn grote vreugde. Waarom? Je maakt een kleurschakering mee van je welste hè? De uitersten die zijn echt echt enorm. Groot verschil tussen dienst die ik afgelopen zondag in Amsterdam Amstel meemaakte of vorig jaar een dienst in Doornspijk om maar wat te noemen. Maar toch, het is altijd mijn ervaring geweest, in de eredienst Schriften gaan open, je hoort stil, je bidt samen en je luistert naar de stem van de goede Herder. Die zoek je, met ondertussen de missie van die Herder op je hart. En dan kom je steeds weer bij het offer van die Herder terecht en dat heb ik volledig over de volle breedte van onze christelijke gereformeerde kerken aangetroffen. En dan vallen verschillen tijdens die prediking weg. Dan wordt het stil en dan klinkt de stem van de Herder.
Zou het werkelijk niet uitmaken hoe erediensten worden ingericht? Of ze aandoen als popconcerten of klassieke diensten zijn met een gereformeerde liturgie? En bijvoorbeeld of er wel of niet plaats is voor systematisch behandeling van de leer van de Schrift?
Peter - Wij ontvangen die Schriften als zondige mensen uit in onze handen van de Heere. Zo geloven wij dat, hè? We hebben die leesbril op. We worden ook, zei Arjan net door de cultuur bepaald, waarin wij die Schriften lezen, dus wij gaan met onze vragen naar de Bijbel toe. De Bijbel komt met zijn woord allereerst met die boodschap tot ons maar wij hebben vanuit die cultuur ook zo onze vragen aan die boodschap. Pieter, kan de Heilige Geest, is het denkbaar dat de Heilige Geest die cultuur ook kan gebruiken als een voertuig om onze aandacht te richten op delen van de Schrift die we eerder zo niet zo gezien hebben.
Pieter - Jazeker, kan dat. Dat bewijst de kerkgeschiedenis ook. En tot op de dag van vandaag zien we dat gebeuren. Maar ik wil die vraag even dichter bij huis halen als dat mag.
Een jaar of tien geleden waren wij mijn gezin en ik nog lid van Urk Maranatha. Vergun me even dat ik dit zeg maar iedereen weet dat ik predikant ook van Urk ben geweest. En in zo'n gemeente heb je het voorrecht dat je één dienst je eigen predikant hebt en een andere dienst een andere predikant, vaak ook een gastpredikant. In een van die diensten ging Eric voor en die preek zal ik nooit meer vergeten hoewel ik er niet was. Het was een preek over het gebod uit een van de boeken van Mozes, volgens mij Leviticus, het ging over gezag. En Eric die pakte nogal stevig uit op de kansel over tutoyeren. Dat riep meteen een hermeneutische discussie op op Urk, het Urker dialect kent geen u. [gelach] Het is je en jij, wie je ook voor je hebt en zeker als het gesprek vertrouwelijk is wordt het al snel jie en je voornaam.
Echter, we zijn nu verder. In 2019 werd er een studie gepubliceerd dat ging over de schepping, schepping en evolutie. En daarin werden forse uitspraken gedaan. Er is ook een recensie van gemaakt in het Reformatorisch Dagblad door Mark de Vries en verschillende mensen uit onze kring hebben daar ook een bijdrage aan geleverd, waaronder ook Eric. En dat gaat ook om het lezen en verstaan van Genesis 1. Dit is een van de punten die onder deze dag liggen. In dat artikel en dat staat ook breder denk ik, ook bij anderen die zo denken, wordt er eigenlijk een brug geslagen tussen het lezen van Genesis 1 als het woord van God en het evolutionisme zoals het op dit moment ook in onze cultuur domineert. En Eric en anderen zoeken die twee ook te integreren. In het lezen en verstaan van de Schrift en een uitleggen daarvan. En dan worden er forse uitspraken gedaan.
Peter - En kun je dat eens toespitsen op die vraag rondom de Heilige Geest, zeg maar hoe kan hij die cultuur gebruiken?
Pieter - Nou, ik denk dat in die zin de cultuur op dat moment gebruikt wordt als een tegenover van de Schrift en dat wordt op dit moment gezien in de westerse wetenschap, een dominerend denken vanuit het evolutionisme dat ons als kerken meer dan ooit er bewust van heeft gemaakt hoe belangrijk het is om vanuit de Schrift en ook in lijn met de confessie, Zondag 9, Zondag 10 van de Heidelbergse catechismus, artikel 14 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, als kerk in rapport te zijn met deze tijd.
Peter - Als je Genesis 1 en 2 noemt, dan denk ik in dit verband ook aan man en vrouw. Hoe zie jij die lijnen doorlopen?
Pieter - Die zie ik in die zin doorlopen dat Genesis 1 en 2 ons vandaag de dag niet alleen als het gaat om dit punt, vrouw in het ambt, maar ook de hele discussie rondom gender en LHBTI van enorm belang is, fundamentele Schriftgegevens aanlevert om in deze tijd ook vorm te geven aan onze christelijke identiteit. Niet alleen in de kerk en de regering van de kerk, in de ambten, maar ook als we spreken over het huwelijk, seksuele oriëntatie, identiteit. Op het moment dat je Genesis 1 en 2 zo gaat lezen dat die hoofdstukken wel gelezen worden als een essentie waarin in essentie beschreven wordt hoe God de schepping tot stand heeft gebracht, maar niet meer gelezen worden als een historisch chronologisch verslag van de schepping, dan lees je de Schrift anders dan dat die tot voor kort In de breedte van onze kerken gelezen werd.
Peter - Oké Eric, eeuwenlang hebben we Genesis 1 en 2 op bepaalde manier verstaan ook rondom wat mannelijk en vrouwelijk is en hoe daar verhoudingen zijn. Paulus pakt dit punt op, citeert uit Genesis. Hoe kijk jij daarnaar?
Eric - Daar wil ik graag wat van zeggen, maar mag ik ook nog even reageren op wat Pieter zegt? Ik ben natuurlijk dankbaar, Pieter, dat je nadat je vertrokken bent van de TUA in de jaren 90 op een bepaalde manier toch mijn leerling bent gebleven, want je volgt me nogal precies met een preek [gelach]. Ja, maar lees dan wel nauwkeurig wat ik zeg, want wat je net zei, is pertinent onjuist, dat ik een brug zou willen slaan tussen de tekst van Genesis en het evolutionisme. Wat ik in dat artikel heb pogen te doen, is nu juist aangegeven dat het biblicisme en het creationisme het niet houden tegenover de wetenschap van de evolutieleer en dat zij een weg nodig hebben om ons tegen dat evolutionisme te verzetten en ondertussen de Schriften te lezen, zoals ze zich presenteren. Dat is het totaal iets anders dan een harmoniseren van ons Schriftlezen met een evolutionistische wetenschap. Maar dat terzijde.
We hebben het artikel van prof. Peels er even bij gepakt. Het staat in het boek En God zal dat het goed was, geschreven door William den Boer, René Fransen en Rik Peel (red.).
Laten we eerst zien wat in dit boek het uitgangspunt is t.a.v. de evolutietheorie om vervolgens aandacht te schenken aan een beschouwing van prof. Peels over Genesis 1 en 2 daarin.
Dr. R. Fransen – pag. 361 e.v.
Fransen weet het heel zeker: de wetenschap heeft bewezen dat de wereld 13.800.000.000 jaar oud is. Wetenschappers 'traceren de stamboom van de mens terug tot een eerste oercel, die miljarden jaren geleden moet hebben geleefd'. De consensus hierover is 'onder wetenschappers zeer groot', volgens Fransen, 'net als de overtuiging dat al het leven op onze planeet zich via evolutie heeft ontwikkeld. Onder vakwetenschappers (kosmologen, geologen, biologen) is die consensus zo goed als unaniem'. Want 'je zult bijna geen enkele professionele sterrenkundige of geoloog tegenkomen die verklaart dat de aarde en het universum niet veel ouder zijn dan zesduizend jaar.'
Vervolgens refereert Fransen aan enkele zaken waarop deze 'consensus' zou zijn gebaseerd. En passant wordt ook het Bijbelse zondvloedverhaal onderuit gehaald. Er zijn immers geen sporen van te vinden? 'Het bewijs voor een wereldwijde zondvloed blijkt simpelweg niet te bestaan'.
Is God eigenlijk nog wel nodig in dit evolutieproces dat immers 'vanzelf' gaat en waarbij alles door toeval is ontstaan? Alles, ook wij, 'zoogdier onder de zoogdieren en vertebraat [gewerveld dier, djb] uit het rijk der dieren' want 'onze genen gaan deels terug tot de bacteriën en we delen ze met bananen en zeeanemonen', aldus van Fransen.
Echter de mens is toch beeld van God? Ja dat is ook wel zo, maar dát moeten we 'gerust een mysterie noemen' volgens deze wetenschapsjournalist.
Tot zover een kort schets van de evolutionistische achtergrond van het boek.
Prof. H.G.L. Peels – pag. 89 e.v.
'Dienen we Genesis 1 te lezen als een historische tekst?', is de vraag die de hoogleraar in zijn bijdrage aan het boek wil beantwoorden.
Na de nodige overwegingen is zijn 'conclusie onontkoombaar dat een letterlijk-historisch lezen van Genesis 1 de exegeet voor serieuze problemen stelt.' En dat niet alleen, 'daarnaast hebben de moderne wetenschappen een theorie ontwikkeld met krachtige aanwijzingen voor het bestaan van een zeer oude aarde en de langzame ontwikkeling van de enorme biodiversiteit.' Peels is niet bang voor de evolutietheorie, want die 'beoogt immers niets anders dan een verklaring van de biodiversiteit op aarde te geven'.
Je hoeft de tekst van Genesis 1 en 2 niet letterlijk te nemen en dus ook niet proberen 'een zeer jonge aarde' te bewijzen. Dan 'overvraag' je de Bijbel en houdt je geen rekening met 'de bedoeling van de tekst zelf'. Het gaat er in Genesis 1 om
'een pakkende samenvatting te geven van boodschap van Gods machtige scheppingswerk. En dat in de eenvoudige dagelijkse waarneming van de werkelijkheid, niet die van de (geschied) wetenschap. Daarom is deze taal ook zo bevattelijk voor de mens van toen en op een bepaalde manier nog steeds voor de mens van heden'. Hierin wordt de essentie van de schepping ons geopenbaard. Achter de tekst van Genesis 1 liggen de eeuwen der eeuwen van het ontzagwekkende proces van hoe het universum geworden is, zoals de wetenschap dat poogt te traceren'.
En
'of God, bijvoorbeeld, met één machtswoord in een ondeelbaar ogenblik alle insecten tegelijk schiep, of dat Hij daarvoor een lange weg via stimulering van stoffelijke processen ging, is een vraag waarop Genesis 1 natuurlijk geen antwoord geeft. Wel ontvangen we hier de bevrijdende boodschap dat wij de oorsprong en ontwikkeling van het leven niet aan puur toevallige processen danken hebben maar aan God, die in zijn wijsheid en voorzienigheid zo geleid heeft, en nog leidt.'
Duidelijk. Genesis 1en 2: geen historie, maar een eenvoudig 'bevattelijk' weergegeven 'essentie' van het feit dat God eens heeft geschapen. Hoe precies dat zoekt de moderne evolutiewetenschap voor ons uit. In elk geval niet door het 'eenvoudige' zesvoudige spreken van de Schepper volgens het begin van de Schrift. Want dat kunnen we niet meer geloven op basis van onze wetenschappelijke kennis.
Prof. Peels stelt met krachtige woorden dat zijn inbreng in de controverse Schepping-evolutie 'totaal iets anders is dan een harmoniseren van ons Schriftlezen met een evolutionistische wetenschap.'
Op basis van bovenstaande aanhalingen durven we het aan om te stellen dat met het ontkennen van het historisch karakter van Genesis 1 en 2 de 'harmonisatie' toch wel mooi tot stand is gekomen.
Maar wij verwerpen deze hartgrondig.
Die man vrouwverhouding. Eeuwenlang hebben we de Schriften ontvangen, zoals ze ons gegeven zijn en door de kracht van de Heilige Geest hebben we daar zo ontzaglijk veel uit mogen putten, zeker aan het begin van Genesis, waar uitermate wezenlijke zaken over mens-God relatie met schepping, relatie man-vrouw ons worden meegegeven voor alle eeuwen door. Maar wat er staat in het begin van Genesis moeten wij niet onder de stolp zetten van een obligaat letterlijk historisch chronologisch lezen, want dat is wel een leesbril die je dan de Bijbel oplegt. Wij hebben de Bijbel te lezen, zoals die zichzelf presenteert. Wat is dit voor soort tekst? Wat wordt ons hier gezegd? In Genesis 1 heb je allerlei signalen dat die tekst zelf zo oneindig veel meer wil zeggen dan historisch chronologisch. En dat past in ons modern wetenschappelijk post verlichtingsdenken prima. Maar de Bijbel zegt ons zo eindeloos veel meer en ook inzake die manvrouwverhouding. Ik vind het prachtig, zoals ons gezegd wordt, in Genesis 1 de Heere God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk, dat voorop, absoluut gelijkwaardig aan elkaar.
Prachtig die lofzang weer op het Genesis. We juichen van harte mee. Maar waarom zou toch dit gejuich moeten verstommen als de Schepper van hemel en aarde in zes gewone dagen sprekend die oneindige kosmos tot aanzien riep, die ongelooflijk rijke verscheidenheid van levensvormen bedacht en die ook tot leven bracht?
Neem als voorbeeld het licht. Als God spreekt Er zij licht dan is er maar niet een schijnseltje om het donker op te klaren ontstaan, dat ook, maar dan is er een uiterst complex natuurkundig fenomeen uit het niets geschapen waarvan de natuurkundige geheimen nog steeds niet geheel zijn ontraadseld. Waar we in onze moderne maatschappij op een vernuftig wijze gebruik van kunnen maken door internet glasvezeltransport van ongekende snelheden.
Hoe sla je toch dit grootse en andere scheppingswonderen plat met evolutionistisch gedram over miljarden jaren van 'toevallige ontwikkelingen'. We zouden prof. Peels van weeromstuit willen aanbevelen het licht (Licht!) van Genesis niet onder korenmaat van een evolutietheorie te zetten waarin voor het geopenbaarde scheppend spreken van de Almachtige geen plaats is, of waarin Hij hoogstens Boem mag roepen aan het begin.
Peter - Oké Eric, maar sinds de jaren 60 gaat het wel heel hard, hè? Het gaat wel heel hard. Onze opvattingen over seksualiteit, de opvattingen over wat mannelijk en vrouwelijk is, de opvattingen over nou alles wat daarmee eigenlijk samenhangt, hè? Lopen we nou niet het gevaar dat we de Bijbel binnenstebuiten keren en dat die Schrift dan toch iets moet gaan zeggen wat past bij wat ons toch erg goed uitkomt. Die angst die daarachter zit het gevaar dat de cultuur onze exegese compleet gaat bepalen.
Eric - Nou ik begrijp dat en dat risico loop je altijd in alle culturen en alle tijden. Dat was in de middeleeuwen zo. Dat was een tijd van de 17de 18de eeuw zo en vandaag de dag dat we de oren laten hangen naar wat de cultuur ons aanreikt. Maar nu een stap verder. De cultuur, dat is niet hetzelfde als de tijdgeest. De cultuur, dat is niet deze boze wereld tegenwoordige boze wereld…
Peter - de god van deze eeuw
Eric - … precies de cultuur is iets waar we met zijn allen in zitten. We ademen dat allen in en in die cultuur heb je goede en minder goede aspecten. Ik denk dat er minder goede slechte ontwikkelingen in onze cultuur zijn en doorgeslagen gelijkheidsdenken. Het weggewist ze van de verschillen tussen man en vrouw. Ik denk dat we het daar volledig eens over zijn. Of het hyperindividualisme of het consumentisme wat we met zijn allen beoefenen. Het is allemaal cultuur, nemen we mee en we wij dreigen zomaar de Bijbel daaraan te muilkorven. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar je hebt ook de mogelijkheid dat de Heilige Geest inderdaad in een nieuwe tijd vanuit cultuur, ook ons dwingt om de Schriften op bepaalde onderdelen nieuw te lezen.
Van harte mee eens. Maar in het kader van dit convent toch niet adequaat? Het gaat om de plaats van vrouw in relatie tot de kerkelijke ambten. Hoe vaak werd, ook op het convent, zie even verder, niet gezegd dat je het 'niet meer kunt maken in deze tijd' en 'het niet meer van deze tijd' is, om vrouwen van de ambten uit te sluiten. Dáár had hier toch een helder antwoord op mogen worden verwacht, vanuit de Schrift?
Peter - Oké, en op dit punt vind ik het spannend, Arjan, dat ik zit met tot in mijn kruin in de cultuur. Ik ontvang dat woord en we zeggen dan tegen elkaar, in discussies zeggen we tegen elkaar dat we gehoorzaam willen zijn aan de Schriften. Terwijl, ik heb die leesbril, ik zit midden in de cultuur, ik ontvang die Schriften zo en ik, en soms voel je ook zo machteloos in de zin van: je kunt haast niet anders, hè? Op welke manier wilde Heilige Geest mij dan bij de hand nemen? Hoe, kan ik daarvan verzekerd zijn?
Arjan - Die Geest doet dat op verschillende manieren. De cultuur kan een gevaar zijn. De cultuur kan ons helpen om de Schrift op een nieuwe manier te lezen en nieuwe lijnen te ontdekken die er eerder niet ingezien zijn. Maar absoluut is het waar. De cultuur kan ons ook op het verkeerde been zetten. De Schrift blijft Gods Woord voor ons, nu, zoals het Gods Woord was voor generaties van vroeger net zo goed. Hoe voorkom je dat je je oren laat hangen naar de cultuur? Is door echt die Schriften laten spreken te onderzoeken met de bril die je op hebt biddend om de leiding van de Geest, maar vervolgens ook dus met elkaar. In de traditie wanneer staat met de veel bredere kerk. Luisterend naar wat de cultuur misschien aan vragen geeft naar die tekst toe, maar ook vanuit die Schrift nog weer luisterend van ja, maar moet die cultuur misschien niet ook tegengesproken worden? En daar is niet zomaar een recept voor te geven. Als je het zo doet, dan komt de wil van de Geest eruit, de betekenis van de Geest.
Peter – Florimco, er zijn kerken in ons midden die in de ambten vrouwen hebben bevestigd. En een van de dingen die je met regelmaat terug hoort, is dat kerkenraden zeggen: Wij kunnen haast niet anders, want wij leven in zo'n cultuur, dat wil dat Woord missionaire kracht kunnen doen dan is het niet hebben van vrouwelijk leiderschap voor de buitenwacht zo'n blokkade geworden. Wij kunnen eigenlijk niet anders dan, en we zouden ook niet meer anders willen in sommige gevallen, maar we kunnen ook niet meer anders dan omwille van de voortgang van het Evangelie omwille van het Woord juist vrouwen te bevestigen. Hoe, hoe luister je naar zo'n argument? Heb je daar begrip voor in de cultuur waar dat is en dat ook culturen waar dat helemaal niet aan de orde is op die manier?
Florimco - Nou allereerst zou mij dat uitdagen om daar verder over door te praten, want dan heb ik wel wat vragen bij. Maar dat gesprek moet dan plaatsvinden, hè? Laat dat duidelijk zijn. Kijk als het over zo een opvatting gaat, heb ik altijd wel de vraag daarbij van ja, dan ga je er dus vanuit dat wanneer dat vrouwelijk leiderschap er niet is en mensen zullen zijn die zullen zeggen: Nou, dan komen wij niet, of we sluiten ons niet aan of zo, dat dat die blokkade is. Kan het zo zijn dat daarin juist ook een getuigenis nodig is? Een kerk is anders en moet ook anders leven en zich anders inrichten, denk ik dan de haar omringende wereld. Wat dat betreft is het verschil tussen cultuur en tijdgeest, dat is denk ik een erg lastig onderscheid om dat zo te maken. Ik zie dat ook meer als iets wat sterk aan elkaar verbonden is. De cultuur ademt de tijdgeest en de tijdgeest op dit punt is, denk ik, zeer sterk. Alle verschillen tussen het mannelijk en vrouwelijk van Genesis 2 zijn naar mijn gedachte een diepe lijn in de Schrift is die ook door Christus wordt benoemd en die ook bij Paulus dan weer terugkeert. Dat is even heel kort natuurlijk. Maar dat de cultuur daar juist heel anders over denkt. En ik denk dat dan ook op dit punt de kerk juist geroepen is om ten opzichte van die cultuur een ander geluid te laten horen. En dat zal dan denk ik ook gevolgen hebben voor de manier van kerkregering.
Peter – Pieter, als jij een trouwdienst doet in Renswoude, dan komen er verschillende mensen binnen, ook allemaal jongeren, waaronder ook jongeren die voor het allereerst in een kerkgebouw binnenkomen. Ervaar jij verlegenheid bij het lezen van het huwelijksformulier als daar klinkt over onderdanigheid Efeze 5? Waar die manvrouwverhouding dan op zon manier ook scherp komt dat je zoveel woorden nodig hebt om die cultuur te bereiken. Ervaar je dat? Hoe kijk jij daarnaar?
Pieter - De missionaire kracht van de kerk ligt hierin dat wanneer we met ons gezicht naar het Kruis gaan, we met onze rug naar de wereld staan. Dat is de missionaire kracht. En, dat betekent niet dat je je rug toekeert naar mensen die vanuit de wereld naar de kerk komen, maar het gevolg is wel door luisterend naar de stem van de Heere dat je dan ook op je schouders wordt getikt. En dat mensen aan je vragen, waarom sta je anders in het leven dan wij? In de achterliggende twintig jaar heb ik tientallen trouwdiensten geleid waar echt van alles onder kwam: samenwonenden, homoseksuelen, mensen met een hele andere seksuele identiteit. Alles wat in deze samenleving is kwam onder de dienst in de kerk. En de uitdaging van de kerk is om gewoon eerlijk te blijven. De boodschap, transparant en eerlijk uitdragen. En inderdaad, dan breng je woorden die prikkelend zijn. Het woord onderdanig. Maar dat prikkelt mij ook. En, ik ervaar niet mijn huwelijk als heerschappij hebben over mijn vrouw. Daar voel ik ook ongemak bij. Waar komt dat ongemak vandaan? En hoe laten we dan tegen dat wat we voelen ervaren als ongemak, als misschien ook wel een stukje vervreemding de Schriften klinken. Daar ligt de uitdaging. En dat betekent niet dat we dan die woorden moeten wegpoetsen. Het feit dat Schriftwoorden mij triggeren dwingt om mij geconcentreerd te gaan luisteren naar de Schrift zelf en dan heb je een machtige boodschap te brengen in deze tijd.
Peter - Is het een onneembare drempel, Eric, is het een onneembare drempel of is het een onnodige drempel dat dit soort dingen lezen op die manier? Hoe kijk jij daarnaar?
Eric - Nou ik, ik zou graag willen aansluiten bij wat Pieter net zei. Zo'n woord onderdanig, hè, dat zou mij nou ogenblikkelijk triggeren om des te beter de Schrift te lezen. Hoe is dat woord daar gebruikt? Je kent het Griekse woord en je weet dat het precies hetzelfde gebruikt wordt als de apostel de slaven oproept een positie in te nemen tegenover een heer en meester, exact hetzelfde woord. En dan denk ik, ja, en dat kan ik heel goed begrijpen tegen een specifieke cultuur, historische achtergrond. Waar deze vorm van onderdanigheid heel duidelijk een plek en een functie had. En ik word geroepen altijd weer als ik de Bijbel lees om die te vertalen en te vertolken in elk nieuw tijdperk en daarbij de hele Schrift mee te nemen. Daarbij ook mee te nemen dat er een boek als Hooglied in de Schrift staat waar de vrouw voortdurend als eerste het initiatief neemt. Daarmee mee te nemen dat de Bijbel ons spreekt over wijze vrouwen die de dwaasheid van de mannen aan de andere kant schuiven en vrouwen die alle mogelijke posities hebben gehad. Ook in leidinggeven, dat kan ik allemaal niet vergeten.
Maar dat brengt me dan terug bij de vraag, hoe kan ik Genesis 2 lezen waar de man als eerstverantwoordelijke wordt gesteld. Het is de man die voorop gaat. De vrouw is uit de man genomen en niet andersom. Hoe kan ik dat vertolken, vertalen in het leven van de dag van vandaag, in deze cultuur om het evangelie zo te laten klinken. En ik denk dan niet dat ik aan een woord als onderdanig, dat is ook maar een woord. Je kunt ook anders vertalen, en niet met alle geweld vast zou willen houden, want het woord onderdanig klinkt in de oren van al die mensen die bij jou in de kerk zitten als slaaf je onderwerpen. En dat weten de mensen wel na 18 eeuwen patriarchaal denken waar de vrouw vaak inderdaad tot een slaafje bij het aanrecht werd gemaakt. Dat willen we helemaal niet. Vandaar dat je de Schriften vertolkt. Maar we zijn volledig eens als we zeggen wat de Bijbel zegt over een manvrouw verhouding. Dat moeten wij vandaag de dag zien door te vertalen. Ik zal het alleen met andere woorden doen dan jij, denk ik.
Peter – Pieter, nog een laatste zin.
Pieter - Ja, dit gaat te snel op dit punt. Dit gaat echt te snel. Wij zijn het hier ook niet eens Als het gaat om de verhouding manvrouw in deze tijd, anders zaten we hier vanmorgen niet. Ik denk dat we wel in alle eerlijkheid moeten zeggen dat op dit punt we de Schriften anders lezen en anders verstaan. Anders was deze dag ook niet nodig.
Peter - Oké, dankjewel. Ik wil heel graag toe naar een enkele vraag uit de zaal, misschien gericht aan een panellid en ik krijg van de regie te horen welke vragen daar zijn. Een belangrijke vraag is de vraag naar de normativiteit van de belijdenis.
We hebben die leesbril en is die leesbril niet gevormd door de kerk van de eeuwen. We hebben de belijdenisgeschriften gekregen die ons vertellen over God en over de plek van de Heilige Schrift en ook hoe we de Schriften ontvangen en lezen.
Hoe kijk jij daarnaar Florimco?
Florimco - De normativiteit van de belijdenis. Nou, ik denk dat dat buitengewoon belangrijk is. Ik denk dat die kerk van alle tijden ons daarin duidelijk richting wijst. Ik denk bijvoorbeeld aan op dit punt aan artikel 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin op een hele, zoals ik het lees en beleef, op een hele nuchtere, maar ook heldere manier wordt gesteld hoe wij het Woord van God ontvangen. Dat woord ontvangen.
Peter - Maar het gaat in die belijdenisgeschriften dan niet over vrouwelijke ambtsdragers.
Florimco - Nee, daar gaat het in die artikelen niet over, maar het gaat er wel over hoe wij de Schriften lezen en dan vervolgens gaan we dat doen op het punt van vrouw en ambt, om het nog maar even zo te noemen, waarbij het inderdaad zo is, hè, dat je er allerlei zaken bij moet bedenken. De Bijbel heeft geen uitgewerkte ambtsleer om zo te zeggen, zoals wij die in ons onze kerken hebben verwoord. Tegelijkertijd, je probeert zo goed mogelijk en dat moet denk ik de houding zijn. Dat is iets waar ik ook wel op terug wil komen, die houding die daaraan ten grondslag ligt: je probeert op zo'n goed mogelijke manier naar die Schriften te luisteren vanuit een voorgegevenheid, namelijk dat die Schriften ons zalig maken, ons de weg wijzen tot zaligheid. En vanuit die eerbied voor de God van de Schriften die ook de eerbied voor het Woord van God is. En ik wil dat nog wat preciezer zeggen, ook het geschrevene van het Woord van God, daartoe zullen wij ons moeten verhouden. Met alle vragen die dat vanuit onze cultuur en tijd kan oproepen, bijvoorbeeld een woord als onderdanig. Wij kunnen onder invloed van de cultuur en zoals er vandaag de dag over gedacht wordt, kiezen voor een andere vertaling. En dat zal in sommige gevallen kunnen. Tegelijkertijd bij dit woord zou ik dat nou juist weer niet willen doen. Omdat in Efeze 5 vers 21, en de pEricoop indeling in de herziene statenvertaling en de statenvertaling is ongelukkig, omdat aan vers 22 vers 21 vooraf gaat: wees elkaar onderdanig in de vreze des Heeren. En, ik denk dat juist die onderdanigheid iets aangeeft van hoe wij ook de Schrift zelf tot ons moeten nemen.
Peter - Oké, dankjewel. Arjan, had jij net niet de belijdenisgeschriften moeten noemen bij die leesbril?
Arjan - Ik heb die in zoverre ook genoemd, de traditie waarin we staan, dat zijn die belijdenisgeschriften.
Peter – Precies, dus we lezen niet voor het eerst de belijdenisgeschriften.
Arjan - Sterker nog, de gedachte dat wij nu voor het eerst de Schrift lezen en dat zoals wij hem lezen het de goede manier is. Nee, laten we vooral onze oren te luisteren leggen naar de traditie waarin we staan en tegelijkertijd beseffen dat die juist die traditie zegt dat boven alles wat beleden wordt door mensen de Schrift nog weer staat. Ja, ik denk aan het gevoel wat door het CG Beraad geschreven is. Daar kan ik heel eind in meekomen. Daarin staat ook een hele mooie zin: Geen enkele menselijk besluit of besluit van een synode staat boven de Schrift. Maar vervolgens aan het eind van al die artikelen komen we wel precies tegen dat het wel op deze manier precies gelezen moet worden. En anders ..! Dan denk ik, pas op, want uiteindelijk moeten we oppassen om mensen te laten bepalen vanuit welke standpunt ze dat ook doen en van de om welke reden ook, om te zeggen: En dit zegt de Schrift en Als je niet daarmee eens bent, dan lees je de Schrift verkeerd.
Vreemd, wordt zo het spreken vanuit de Schrift niet onmogelijk, zouteloos gemaakt? Want zodra je iets aantoont vanuit de Schrift als norm voor het leven voor de Heere kan de ander roepen: ho, pas op, jouw interpretatie! En is dat ook niet precies de kern van het probleem op dit moment in de kerken?
Per ultieme consequentie is zo het vastleggen en handhaven van de leer van de kerk dan ook een staaltje van kerkelijke hoogmoed van onze voorvaderen, lijkt ons.
Peter - Dus je vindt die ruimte binnen de belijdenisgeschriften zelf, is dat wat je zegt?
Arjan – Akkoord.
Peter - Daar was net even was een botsing rond Genesis tussen Eric en Pieter. En de vraag is eventjes of zo'n soort verschil in Schriftbeschouwing kerkscheidend moet werken, of dat noodzakelijk is, of dat dan automatisch gebeurt? Pieter, mag ik jou daar allereerst het woord geven, is dat wat jou betreft kerkscheidend dat als je zo van elkaar verschilt op het punt van Schriftbeschouwing. Je ontvangt de Schrift en zegt nou, ik denk toch dat het daarmee die kant op moet en iemand anders zegt, nee, ik denk dat het anders zit. Is dat op dit punt zo elementair dat je zegt dan kun je moeilijk in een kerk zitten.
Pieter - Ik denk dat het stellen van deze vraag op dit moment ook de situatie weergeeft waar we als kerk ons nu bevinden. We hadden het over 1996, 98. Wij moesten tentamen doen voor systematische theologie en moesten de beknopte gereformeerde dogmatiek van Van Genderen doornemen. Die dit standpunt wat Eric net verdedigde, afwijst. Dat brengt verwarring in de kerk. En ik denk als we deze discussie laten lopen dat we als we na vandaag uit elkaar gaan en weer als schepen in de nacht aan elkaar voorbij gaan, dat we elkaar dan echt kwijt zijn. En, dat is me niet waard.
Peter - Dus ik hoor je zeggen dat het verlangen er bij je is om wel in een kerk te kunnen blijven, ook al verschil je van elkaar?
Pieter – Nee, wij zullen op dit punt echt duidelijke taal moeten spreken en Zondag 9 en Zondag 10 is voor mij betreft op dit punt ook leidend.
Peter - Help me heel even.
Pieter - Dat de Heere uit niets hemel en aarde heeft geschapen en het standpunt wat net werd verdedigd, is dat achter Genesis een wereld van miljarden jaren schuil gaat waar wij geen idee van hebben. Door de regels heen klonk ook het idee dat wij als mensen in ieder geval met mensapen delen dat we uiteindelijk van dezelfde voorouders afstammen dat ze het standpunt wat Eric ook verdedigt in publicatie. Op dat moment kleur je buiten de lijnen van de Schriften en de confessie.
Peter - Nu trekken we wel heel veel naar binnen en dan trekken we heel veel naar binnen. Ik ga het even houden bij die vraag of het kerkscheidend is. Eric, zou jij daarop kunnen reageren? Ook al zul je in de verleiding zijn om veel meer te zeggen.
Eric - Dat heb je goed aangevoeld, ja, ja. [gelach]
Als het gaat om de vraag hoe wij… laten wij ons daartoe even beperken, de tekst van Genesis 1, want Pieter spitst het daarop toe, ik dacht echt dat vooral over vrouwen in het ambt zou gaan. Maar goed, je kunt veel meer erbij halen. Als het gaat om de rechte uitleg van Genesis 1 en je zal staan voor het dilemma òf we moeten dat historisch chronologisch letterlijk lezen, zoals ik het nu lees vanuit mijn ogen vandaag de dag òf je maakt er een soort poëzie, poëtische belijdenis van, dan ga je vastlopen. Voor mij is altijd bepalend: de Schrift mag het uiteindelijk zelf zeggen die heeft het laatste woord ver boven mijn denkkaders en mijn frames waar ik ze ook vandaan haalt, de Schrift mag het eindelijk zeggen. Hoe presenteert de Schrift zich? Wat wil de Heilige Geest hier zeggen. Wat voor literair genre staat daar? En, wat heeft dat voor consequenties? En voor mijn besef waar mensen daar eerlijk luisterend naar het totaal van de Schriften biddend onder leiding van de Geest, want daar gaat het om die instelling, daarnaar zoeken, dan kan het nooit kerkscheidend zijn. En als je zegt, jet is wel kerkscheidend dan zou er ook iemand als Augustinus de kerk uit moeten zetten die ook een bepaalde visie op Genesis 1 had en dan zouden we tal van gereformeerde exegeten geleerden allemaal de kerk uit moeten zetten. Kortom, wij moeten ons niet laten vangen in dat dilemmatische of strak letterlijke, noem het biblicistisch of libertinistisch, vrij liberaal. Je zoekt het maar uit, de wereld mag het zeggen. Daar moeten we ons niet in laten vangen. Wij moeten een gereformeerde, nogmaals het woord hermeneutiek samen ontwikkelen en dat betekent een ultieme fijngevoeligheid voor wat de Schriften onszelf in hun eigenheid tegen die achtergrond vandaag willen zeggen.
Als ik nu in de collegezaal zou zitten waar Oudtestamenticus prof. Peels dit zijn studenten doceerde, dan zou ik mijn vinger opsteken en vragen: Wat is uw antwoord hierop, professor? Na al die jaren Schriftonderzoek m.n. Oude Testament, biddend om de Heilige Geest, al schiftend en scheidend luisterend naar het 'totaal van de Schriften'?
Maar we begrijpen dat er (nog) geen antwoord is, alleen dat we gemaand worden onze 'zoektocht' voort te zetten. Om hypergevoelig een nieuwe hermeneutiek te ontwikkelen waarin, we maken het maar weer even concreet, de vrouw in het ambt past, homoseksuele relaties bekroond kunnen worden met wat een 'huwelijk' heet, en de evolutietheorie de Lange Verklaring biedt voor Genesis 1 en 2.
Peter - Broeders net luisterde ik goed naar Pieter. Toen zei hij woorden in de richting van: Als je het een laat gaan op het terrein van Genesis, dat lezen meeneemt het nieuwe testament in, ja, dan staat het volgende op de stoep, dan stopt het niet bij vrouwelijke ambtsdragers of even bij die andere thema's. Dat gaat alsmaar door. We noemen dat wel eens het argument van het hellend vlak en daar wordt nog wel eens wat misschien makkelijk badinerend over gedaan op de manier van ja, dat is alleen maar een angst argument. Maar, Arjan, wil ik aan je vragen: Is dat nou wel terecht is, laat ons de kerkgeschiedenis ook niet gewoon zien dat het op die manier wel wat werkt, is dat hellend vlak niet ook realiteit en is dat ook niet eng dat je als je dit soort dingen zou moeten omarmen in je kerken, dat je denkt, ja, maar waar kom ik dan uit?
Arjan - Het is en blijft een angstargument. Maar dat wil niet zeggen dat er niet altijd of dat er nooit geen reden is voor angst of bezorgdheid, misschien is dat een beter woord. Je hebt niet voor niets spreekwoorden die zeggen, een gestrand schip is een baken in zee. En ik denk dat dat we daar rekening mee moeten houden, ook dat is iets wat bij het lezen van de Schrift als het goed is gebeurt. Als je luistert naar Gods woord, dan doe je dat altijd met alles wat er verder meespeelt. Wat in de traditie met ons meekomt wat belijdenisgeschriften zeggen. Wat de tekst naar je toe brengt, wat je in gesprek met anderen hebt. En dan hoor je ook bepaalde zorgen die er zijn. En daar zul je rekening mee moeten houden, want die zorgen die helpen je om nog weer scherper te luisteren. Klopt het wel dat als ik misschien ergens een bepaalde weg zie of een bepaalde nuance denk te herkennen in de Schrift. Klopt dat wel als ik van allerlei anderen hoor dat ik veel te gemakkelijk misschien met de cultuur mij mee laat nemen. En juist dan is dat gesprek zo belangrijk.
Peter - Oké, nu zijn er die zeggen, weet je, vrouwelijke ambtsdragers en andere themata, ze zijn ethische thema's. Je kunt er verschillend over denken. Anderen zeggen nee, op het moment dat je op dat soort punten gaat schuiven, dan ligt vrijzinnigheid om de hoek. Dan op een dag is ook de lezing van de opstanding van Jezus Christus uit de doden voor jou een verhaal. Hoe luister je daarnaar?
Arjan - Ik vind dat veel te vlug gaan. Ik denk dat dat onterecht is en dat je dan dingen bij elkaar gaat brengen die niet direct met elkaar te maken hebben. Tegelijkertijd gaat het om ethische thema's, liturgische thema's. Dan wil je daar wel naar luisteren. Wat de Schrift daarover zegt. Ik denk ook niet dat we moeten zeggen, een soort lijstje gaan maken van dit soort dingen die zijn van belang om te luisteren wat de Schrift zegt en dat dit onderwerpen zijn die we verder helemaal vrij geven. Ik denk dat als het gaat om vrouwen in het ambt het argument 'Ach in onze tijd moet dat toch kunnen?' een slecht argument is, een argument is dat in een kerk niet gebruikt mag worden. Als je niet als gemeente als gelovige in de Schrift kunt aanwijzen waarom je vindt dat vrouw in het ambt een mogelijkheid zou zijn, dan moet je het niet doen.
Peter - Zijn we bezig vrijzinnig te worden als kerken vrouwen bevestigen Florimco?
Florimco - Dat is een stelling en die stelling is inderdaad ongenuanceerd. Ik hoorde dat net ook al in de vorige gespreksronde. Ja, er ligt wel vrees bij mij op dit punt. En, dat zit hem niet eens zozeer dan vast op het punt van vrouw en ambt, maar inderdaad op waar we het nu over hebben, dat wat daar achter zit. Kijk een hellend vlak argument is nooit zo'n sterk argument, want dat kan heel makkelijk als drogreden worden gebruikt, hè? Wanneer je a doet dan moet je uiteindelijk wel bij z uitkomen. Dat kan niet anders. Nou, dat is maar heel hypothetisch of dat zo zal zijn. Tegelijkertijd is het wel goed en daar dat onderstreep ik dan nog een beetje ook met wat Arjan zojuist zegt, wij moeten wel daarin om ons heen kijken en er zijn in de geschiedenis wel helaas voorbeelden dat het op het punt van het Schriftgezag nog al is misgegaan. En ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van de geformeerde kerken synodaal. Er zijn meerdere voorbeelden hoor, ook in het buitenland, maar het is misschien het meest bekend. De ontwikkeling in gereformeerde kerken synodaal die al meer een instantie nodig hadden buiten de Schrift zelf die voor ons bepaalt of die Schrift gezaghebbend is of niet. En of we hem ook op die manier kunnen lezen. Wat er gebeurde, was bij het gewone kerkvolk dat als zij een Bijbel in handen kregen, zij niet meer wisten of ze daar gewoon op konden vertrouwen zonder al te veel theologische kennis, enzovoorts. Daar ligt voor mij vandaag ook een zorg.
We denken dat deze predikant hier een belangrijk punt noemt dat wij ook zelf werkelijk zo ervaren. Als het luisteren naar en exegese van de Schrift zo problematisch en ingewikkeld wordt dat alleen top-theologen er (misschien) iets zinnigs over kunnen zeggen op termijn, dan zal het geloof en vertrouwen in Gods Woord naar onze overtuiging wegebben. Dan belijden we wellicht nog wel dat dat Woord helder is, zoals boven, maar voor mijn concrete leven zegt het nauwelijks meer iets concreets.
Zien we dat ook niet op verbijsterende snelle manier tot ontwikkeling komen in onze samenleving en gereformeerde kerken?
Dat wil niet zeggen dat je dan automatisch biblicistisch moet worden en dat je zegt van nou, de inspiratie van het Woord van God is op de punten en de komma's, zo hebben de reformatoren dat ook niet gezegd. Die waren daar vrij onbekommerd in. Zij namen voortdurend weer opnieuw het uitgangspunt in dat gelovig lezen van de Schrift. Dat is een ontzettende cirkelredenering en dat wordt vandaag de dag niet meer zo geaccepteerd, want dat is niet logisch. Als het als mijn geloof uiteindelijk… of als het geloof in de Schrift uiteindelijk bepaald wordt door die gelovige omgang met de Schrift, ja, waar begint het dan? Die Schrift zelf is namelijk ook degene, de instantie die dat geloof bewerkt door, onder leiding van de Heilige Geest. Maar daar ligt naar mijn idee een belangrijk punt. Dat zie ik als het wonder van de Heilige Geest die het geloof in het hart van de zondaar werkt. En wanneer wij vanuit die houding de Schrift gaan lezen, dan denk ik dat er een andere ontwikkeling komt dan in de Gereformeerde Kerk synodaal. En daar zou nog veel over te zeggen zijn, maar ik hoor iets.
Peter - Wij zijn aan het slot van ons panelgesprek. Ik ga nog toch de vrijheid nemen om een afsluitende vraag te stellen die mij op het hart brandt en dat is deze vraag. Broeders, zijn wij op dit punt uitgestudeerd? Soms wordt er gezegd: We zijn uitgepraat, het is klaar, het gesprek is al zo vaak gevoerd. Eric, zou jij daar eens op willen reageren? Eric - Hoe zal ik ooit als emeritus hoogleraar kunnen zeggen: We zijn uitgestudeerd? [gelach] Natuurlijk niet, en laten we allemaal alsjeblieft voor ogen hebben de Schrift is zo rijk, zo diep een diamant met 1000 kanten waar je waar je voortdurend je verwondert bij staat en in nieuwe tijden dat er weer nieuwe schatten, oude en nieuwe schatten uit die Schrift naar voren komen. En ten aanzien van de vragen waar hierover spreken, dit zijn vragen die kerken wereldwijd verdelen. En zelf ben ik wel eens erg bang dat in alle verdeeldheid daarover echt niet alleen vragen over libertinisme of verstarring een rol spelen, maar dat ook de boze daarin een rol speelt. Die broeders en zusters tegen elkaar opzet op punten die ik zou niet zeggen die perifere kwesties betreffen, dat woord viel hier ook, geen perifere kwesties, maar het zijn ook geen kwesties die liggen in het kloppend hart van ons algemeen ongetwijfeld christelijk geloof.
Nee? Ook niet als het gaat om het werk van de Almachtige Schepper van hemel en aarde?
Geloven wij nog wel hetzelfde?
Peter - Daarmee sluiten we ons gesprek. Dank u wel, broeders.
Vandaag. 1 juni 2024, in het ND:
......