Middenkerk, doormidden? – 2
D.J. Bolt
20-04-24
We willen nog weer verder aandacht geven aan de geluiden die opklinken uit de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). De vorige keer hebben we prof.dr. H.G.L. uitgebreid gehoord over zijn visie hoe het verder moet met zijn kerken die in grote nood verkeren en waar velen vrezen voor een scheuring.
Luisterden we in de eerste aflevering in deze serie naar een oudere emeritus theoloog nu willen een jonge predikant gaan horen, ds. B. Hofland. Hij is verbonden aan CGK Hasselt. Zijn verhaal staat op zijn eigen website, het werd later overgenomen door Cvandaag (20-03-24). We geven het samengevat weer en sluiten af met enkele 'overwegingen' onzerzijds.
De uitweg van ds. B. Hofland
De boodschap van ds Hofland vat hij zo samen: Laten we als CGK weer werkelijk kerk onder het kruis worden. Maar wat betekent dat? De predikant omschrijft de bedoeling van die naam, 'Kerken onder het kruis' zo:
'Men had die naam gekozen omdat de afscheiding ervoor zorgde dat je vervolgd kon worden vanuit de overheid, dat kerkdiensten tegengehouden werden, dat je dus onder het kruis kwam van vervolging en moeite in het leven. Later is uit deze groep onder andere de huidige CGK gekomen.'
In zekere zin zijn de CGK nu ook aan te duiden als 'kerken onder het kruis'. Maar dat kruis hebben we ons dan wel zélf opgelegd, volgens Hofland. Namelijk het 'kruis' van 'discussies hoe we als CGK verder moeten, daadkrachtmetingen onder de kerken op een convent, en pogingen tot het afsnijden van gemeenten uit ons verband'. 'We vervolgen onszelf' en 'de band van de eenheid die de Geest ons geeft is vervangen door een band van de eenheid van de handtekening', zo beoordeelt de predikant de situatie.
En daarmee is de CGK 'een eind weg van wie we waren'.
Zijn analyse is niet mals. Er heeft in zijn kerken een transitie plaats gevonden van
'een groep bevindelijk gelovigen – zoekend en schatgravend in de Bijbel – naar een club waarbij je ‘binnen’ bent als je je houdt aan alle gezamenlijke afspraken, en ‘buiten’ als je je daarin bezwaard voelt.'
En dat verbaast Hofland hogelijk! Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat predikanten met dezelfde opleiding aan de TUA tot totaal verschillende exegeses komen en dan vervolgens durven te zeggen: 'Die van jou is onbijbels en buiten de belijdenis'? Hoe kan het dat, als je je niet houdt aan een synodaal rapport, dat 'zonde en tuchtwaardig' is?
Hofland kan er totaal niet bij.
En 'het doet hem zeer dat hij niet meer geaccepteerd wordt als broeder in Christus' omdat hij 'anders denkt rondom omgang LHBTI en avondmaal/huwelijk en anders denkt rondom de vragen die er zijn met vrouw/ambt'.
Hoe moet het nu verder volgens ds. Hofland?
Gewoon weer echte 'kerken onder het kruis' worden, raadt hij aan. Onder het kruis van Jezus. Zodat weer alles samen wordt gedaan in wat voor stijl dan ook. Want het gaat om genade en liefde.
En we kennen maar ten dele, dus 'in plaats van harde woorden, 'schelle cimbalen', klare taal en weinig liefde, weer centraal zetten de woorden van Paulus
‘Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.’
Dan zijn de CGK weer echt 'kerk onder het kruis'.
Overwegingen
We hebben hier wel enige vragen bij. Misschien eerst een klein kerkhistorisch uitstapje over die aanduiding 'kerk onder het kruis'. Ds. Hofland gebruikt maar een stukje van de naam van de kerk van zijn, en ook onze, voorvaderen. Want die luidde vanaf de Afscheiding in 1834 Christelijke Gereformeerde Kerk onder het Kruis.
En dat 'gereformeerde' in de naam was en is van fundamentele betekenis. Dáárom werden ze vervolgd door een overheid die het 'aanmatigend'[i] vond dat de Afgescheidenen het waagden zich te presenteren als voortzetting van de gereformeerde kerk van de Reformatie. De Nederlandse Hervormde Kerk had die unieke plaats, vond men! De Afgescheidenen waren toch maar een sekte?![ii]
Voor de Afgescheidenen was hët kernpunt: Zijn wij gereformeerd of niet? Ds. Hendrik de Cock schreef aan koning Willem I in reactie op zijn tirannieke besluiten (o.a. 5 juli 1836)
'Wij kunnen niet verzaken, wat Uwe Majesteit in de eerste plaats van ons eischt, dat wij Gereformeerden zijn, evenmin als de eerste Christenen, dat zij Christenen waren.'
En in een ander (Amsterdams) adres lezen we m.b.t. tot het afstand doen van de naam van de kerk
'Van ons wordt gevorderd, wat wij nimmer kunnen doen, zoo wij geen godloochenaars willen worden en onze conscientie verkrachten.'
Het ging maar niet slechts om de naam van de kerk maar om de inhoud van die naam. Dáár stonden onze voorvaderen voor!
Initieel…
Want toen een van de kerken (Utrecht) onder de druk van vervolgingen bezweek en de overheid tegemoet kwam met de alternatieve naam Christelijke afgescheiden gemeente ontstonden er jarenlang grote moeiten in de kerken.[iii]
We laten het hierbij wat de kerkhistorie betreft, hoe boeiend het ook is over de strijd van onze voorouders te lezen.
We zouden ds. Hofland willen vragen: Is de overeenkomst tussen toen en nu, niet echt een andere dan die u meent te zien? Gaat het in de CGK niet wéér om gereformeerd te blijven en daarvoor ook de strijd aan te gaan? Zit het eigenlijke punt niet uw overtuiging – we extrapoleren nu wellicht wat - dat we over homoseksuele relaties en homo'huwelijken', de openstelling van het Heilige Avondmaal voor hen, geen problemen moeten maken, noch over genderideologie, en zeker niet over vrouwelijke ambtsdragers?
Maar waar gaat het hier om als we wat dieper kijken[iv]? Op Cvandaag lazen we van prof.dr. H.J. Selderhuis, hoogleraar aan de TUA:
‘Er is veel meer aan de hand. Hoe gaan we om met de Schrift? Kijken we op dezelfde manier naar de Schrift? Staan we allemaal nog achter wat de belijdenis over de Schrift zegt? Welke teksten zijn door de cultuur bepaald en welke zijn een geldende norm Gods, onafhankelijk van de tijdgeest? Dat zijn vragen waar het volgens mij echt om gaat en die niet alleen tot verschillende opvattingen over vrouw en ambt brengen.’
Ds. Hofland wil in zijn kerk ieders overtuiging 'aanvaarden in liefde'.
Ja, dat kan. Maar dan wordt CGK een 'klein PKN', prof. Peels noemde dat al in het eerste artikel in deze serie. En dan zijn naar onze overtuiging deze kerken de naam Christelijke Gereformeerde Kerken onder het Kruis niet meer waardig. Want de Gekruisigde verbindt liefde altijd aan gehoorzamen van Zijn geboden. Enkele van Zijn uitspraken
'En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod zoals u vanaf het begin gehoord hebt dat u daarin moet wandelen', 2 Joh.1:6.
'Hieraan weten wij dat wij de kinderen van God liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren', 1Joh.5:2.
'Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf', 1 Joh. 5:3.
Nog een laatste opmerking.
Ds. Hofland ziet in zijn kerk 'harde woorden, schelle cimbalen, klare taal en weinig liefde. Dat nemen wij ook regelmatig waar. We noemen twee voorbeelden daarvan.
Een aantal, wat heet 'behoudende', voorgangers hebben zich verenigd in wat ze noemen Christelijk Gereformeerd Beraad. Ds. A.A. Egas van CGK Damwoude is daar voorzitter van. Kort geleden deed de predikant enkele uitspraken over de situatie in CGK en wat er zijn inziens moet gebeuren.
Het schoot prof.dr. A. Huijgen in het verkeerde keelgat. Huigen, eerder hoogleraar aan de TUA maar inmiddels overgegaan naar Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht, reageerde verbolgen op de uitspraken van Egas (Cvandaag, 17 februari 2024). De behoudende predikanten van de CGK staan met hun uitingen 'een constructieve oplossing, om als kerk uit de huidige impasse te komen, in de weg', fulmineert hij. 'Schadelijk, dit soort machtspolitiek'.
Nog erger maakt godsdienstsocioloog Cors Visser het. Hij is boos dat ds Egas c.s. zich niet stil hebben gehouden en in de media het gesprek over de vier 'denkrichtingen toekomst CGK' zijn aangegaan. Visser draagt een vijfde denkrichting aan: 'Hij [ds. Egas] weet wat 'DE Bijbelse weg' is. Maak hem CGK-Paus, iedereen hem gehoorzamen, problemen opgelost.'
Het is hoog tijd dat we ds. Egas c.s. zelf aan het woord laten. Wat is er aan de hand, wat is hun overtuiging en wat willen zij?
De uitweg van het Christelijk Gereformeerd Beraad
Kort na de sluiting van de Generale Synode in juni 2022 hebben enkele predikanten en (oud-)ambtsdragers van de CGK zich bezonnen op de ontwikkelingen in hun kerken en op de gevolgen van de genomen synodebesluiten. Ze besloten de stichting Christelijk Gereformeerd Beraad op te richten. De stichting heeft de volgende leden:
Ds. A.A. Egas, Damwoude, voorzitter
Ds. H.C. Bezemer, Culemborg, cecretaris
Br. A.J. van der Wekken, Leerdam, penningmeester
Ds. W.L. van der Staaij, Scheveningen
Ds. J. van Vulpen, Urk
Ds. W.J. van Gent, Alphen aan de Rijn
Welke richting willen deze broeders op? Wellicht kan het antwoord op die vraag het snelst en helderst gevonden worden in een handreiking die zij schreven ter voorbereiding op het convent dat morgen, zaterdag, 20 april 2024, bijeenkomt. Op dit convent worden immers vier denkrichtingen[v] besproken in een vergadering waarvoor twee afgevaardigden van elke CGK gemeente zijn uitgenodigd. We laten de handreiking hier in extenso volgen.
Meer informatie over het Beraad kan gevonden worden op https://www.cgberaad.nl.
Handreiking voorbereiding op het convent
Redactie CG Beraad
16/02/2024
Op 9 februari jl. hebben deputaten vertegenwoordiging en de commissie die het aangekondigde convent voorbereidt een brief naar alle kerkenraden gestuurd. Deputaten en commissie schrijven over de ernstige situatie waarin ons kerkverband verkeert. Kerkenraden worden de komende weken geroepen om zich intern te bezinnen op de eigen positie. Ook is gevraagd om de visie op de verschillende denkrichtingen die zijn voorgelegd via een korte enquête te delen met de stuurgroep, zodat de opbrengst daarvan op het convent nader verwerkt kan worden en aan de komende generale synode worden aangeboden.
De situatie is na jaren van spanning en verdieping van de impasse nu zo urgent dat in de brief uitgesproken wordt: ‘de christelijke gereformeerde kerken zijn hard op weg om als kerkverband uiteen te vallen’. Dat blijkt ook uit de vier ingrijpende denkrichtingen die worden voorgelegd. Drie daarvan betreffen in de praktijk een gehele of gedeeltelijke ontmanteling van het kerkverband. Het is uw roeping om geestelijk leiding te geven aan de gemeente waarin de Heere u heeft geplaatst als ambtsdragers. Dat vraagt om een grondige bezinning op de brief van deputaten en de commissie. De consequenties van elk van de opties zullen in de beraadslagingen van de kerkenraad een belangrijke rol spelen. Om u bij deze bezinning van dienst te zijn, geven we hieronder onze weging van de brief van deputaten en de commissie en doen we u een handreiking om tot een goede beoordeling van de verschillende denklijnen te komen.
Uit de schets van de vragen rond Schriftgezag, kerk-zijn en geestelijke herkenning is door deputaten en de commissie uiteengezet dat de kerken niet slechts op een organisatorisch kruispunt staan, maar dat de kern van het kerk-zijn in het geding is. De kerk is immers te herkennen aan het Woord en het zich richten naar dat Woord (NGB art. 29). Dat betreft zowel de omgang met het Woord ‘om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden, en daarmee te bevestigen’ (NGB art. 5) als de praktijk van de prediking van het Woord in de eredienst. In aanvulling op de brief van 9 februari jl. merken wij op dat het thema ‘vrouw en ambt’ slechts één van de vele signalen is waardoor een veranderde omgang met de Schrift aan het licht komt. In de verschillende denkrichtingen draait het om de vraag of de kerken – in lijn met de Reformatie en de Afscheiding – blijven staan op de gronden der vaderen, namelijk op het fundament van Schrift en belijdenis. Het alternatief is dat de kerken in een weg van gedogen een plurale kerk worden waarin voor allerlei tegenstrijdige opvattingen uiteindelijk evenveel ruimte is. In dit verband brengen we de ‘Verklaring van gevoelen’ onder uw aandacht. Deze verklaring over het Schriftgezag is in juni 2021 aan de kerken aangeboden door dr. A. Baars, dr. C.P. de Boer, ds. A.A. Egas en ds. J.M.J. Kieviet (www.cgberaad.nl/verklaring-van-gevoelen). In het verlengde van deze verklaring reiken we u per denkrichting een aantal overwegingen aan. We doen dit met het gebed én het verlangen dat de Koning van de kerk ons wil bewaren bij Zijn Woord.
Denkrichtingen
A. Kerkstelsel handhaven
Wanneer wij trouw willen blijven aan de Schrift, de daarop gegronde belijdenis en de daaruit voortvloeiende kerkorde is blijven op deze weg, die nu al geldt, principieel de enig juiste keuze. Deze vorm van kerkregering ligt immers het dichtste bij de gegevens uit de Schrift, zoals bijvoorbeeld in het rapport ‘kerk-zijn’ uiteengezet is. Hieruit volgt dat de oplossing niet gezocht kan worden in het toestaan of gedogen van wat door de kerken altijd is afgewezen op grond van de Schrift. Zie noot 1. Er zal dus daadwerkelijke terugkeer nodig zijn: alle gemeenten voegen zich weer van harte naar de Schriftuurlijke lijn van de besluiten. Zie noot 2. Wanneer gemeenten zich niet willen voegen naar de geldende besluiten is het onontkoombaar dat deze gemeenten de consequenties trekken van de keuzes die ze plaatselijk maken. Deze kerken hebben als zodanig hun positie in het kerkverband onmogelijk gemaakt. Het gevolg zal zijn dat ze hun plaats in het kerkverband verliezen. Gezien de huidige onhoudbare situatie zal deze oplossingsrichting met spoed gewezen en gegaan moeten worden.
Let wel, in trouw aan Schrift, belijdenis en kerkorde, kan deze denkrichting in geweten alleen gesteund worden wanneer de oplossing in bovenstaande zin wordt vormgegeven. Bij een keuze voor deze denkrichting is het dan ook van belang om dit in de toelichting op het digitale formulier te vermelden.
B. Kerkstelsel aanpassen
Bij deze ingrijpende denkrichting zijn er vele vormen en varianten denkbaar die toch op hetzelfde neerkomen: we laten elkaar vrij op punten die altijd principieel zijn geweest. Zie noot 3. Besluiten die met een beroep op de Schrift genomen zijn – zoals ten aanzien van de vrouw in het ambt en homoseksuele relaties – zijn dan niet meer geldig voor het geheel van de kerken. Sterker nog: het omgekeerde wordt dan een geldige mogelijkheid, die u binnen het kerkverband moet aanvaarden. De onkerkordelijke wegen door plaatselijke kerken die het geheel van de kerken in grote nood hebben gebracht worden hiermee feitelijk gelegitimeerd. Kerken zijn niet meer aanspreekbaar op afwijkingen in leer en leven. In de praktijk vervalt daarmee ook het appelrecht over alles waarover geen volledige eenstemmigheid meer bestaat. Daardoor vervalt de binding aan Schrift en belijdenis en wordt het kerkelijk samenleven vrijblijvend. Dit is een breuk met het gereformeerde kerk-zijn dat is hooggehouden op de Nationale Synode van 1618-1619 te Dordrecht en in de Afscheiding in 1834. Deze denkrichting strijdt met wat we als kerken van de Reformatie belijden over de kerk en is daarom geen begaanbare weg.
C. Gezamenlijk aansluiten bij een ander kerkverband
Gezien de huidige spanningen binnen het kerkverband verwachten wij niet dat er eenheid bestaat over het antwoord op de vraag bij welk kerkverband de Christelijke Gereformeerde Kerken zich moeten aansluiten. Concreet zal dit een keuze zijn tussen het collectief aansluiten bij de Nederlandse Gereformeerde Kerken, de Protestantse Kerk in Nederland of de Hersteld Hervormde Kerk. Tegen elk van deze kerkverbanden leven onoverkomelijke bezwaren in verschillende delen van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Deze denkrichting zal hooguit bij een deel van de kerken bijval vinden en daarom leiden tot een ongecontroleerd uiteenvallen van het kerkverband. Daarmee biedt deze denkrichting geen reële uitweg uit de impasse.
D. Kerkverband ontvlechten
Wanneer de kerken niet langer in gezamenlijkheid in het klassiek-gereformeerde spoor kunnen of willen gaan, doordat kerkenraden volharden in afwijking daarvan, is deze denkrichting onontkoombaar. Zolang het wonder van wederkeer uitblijft, staan de kerken ongewild voor de keuze ‘buigen of barsten’. Dan is deze denkrichting een beschamende verlegenheidsoplossing die verdere verlamming en kwaad voorkomt. Liever verslagen maar wel ordelijk uit elkaar, om zoveel mogelijk voor plaatselijke scheuringen bewaard te blijven, dan blind op een onoverzienbare schade te blijven aankoersen. We kunnen het niet anders dan onze schuld voor de Heere belijden, dat het ons niet gelukt is om gezamenlijk binnen het ene ons gegeven verband van kerken verbonden te blijven.
Hierbij is van belang dat we in gezamenlijkheid zorgvuldig datgene afbouwen en overdragen waarvoor we als kerken tot nu toe samen verantwoordelijkheid dragen. Een voortijdig vertrek van plaatselijke gemeenten uit het kerkverband maakt een ordelijke ontvlechting onmogelijk. Het vormen van een federatie als tussenstap in het proces van ontvlechting zoals deputaten en de commissie suggereren, zien we als een raadzame optie om zo de druk van de huidige spanningen tijdelijk weg te nemen. Van belang is dat kerken die klassiek christelijk-gereformeerd willen blijven elkaar opzoeken en vasthouden.
Afweging
Een afweging van deze denkrichtingen is niet eenvoudig. Wanneer wij in de klassieke lijn van de Christelijke Gereformeerde Kerken willen blijven gaan, vallen denkrichtingen ‘B. Kerkstelsel aanpassen’ en ‘C. Gezamenlijk aansluiten bij een ander kerkverband’ af omdat deze in geweten niet gedragen kunnen worden. Richting ‘A. Kerkstelsel handhaven’ heeft zondermeer principieel de voorkeur, maar de vraag is wel of dat in gezamenlijkheid nu nog een begaanbare weg is. Is dan niet de eerlijke en wellicht begaanbare weg om de kerken te ontvlechten en te hergroeperen? We kunnen ons deze verlegenheid voorstellen en verwachten dat kerkenraden die eenzelfde bedoeling hebben – namelijk klassiek christelijk-gereformeerd blijven – een verschillende keuze zullen maken; namelijk of ‘A. Kerkstelsel handhaven’ of ‘D. Kerkverband ontvlechten’.
Alles afwegende is onze overtuiging dat denkrichting ‘A. Kerkstelsel handhaven’ principieel de enig juiste optie is. Denkrichting ‘D. Kerkverband ontvlechten’ is naar onze gedachte de optie die niet onze voorkeur heeft, maar is wel te dragen.
Het is denkbaar om vanuit hetzelfde uitgangspunt – namelijk klassiek christelijk-gereformeerd blijven – te kiezen voor optie ‘D. Kerkverband ontvlechten’ als meest begaanbare weg uit de huidige impasse. Dit omdat bijvoorbeeld de situatie in de classis waaronder uw gemeente ressorteert zodanig is vastgelopen dat naar uw overtuiging denkrichting ‘A. Kerkstelsel handhaven’ geen realistische optie meer is om uit de impasse te komen.
Het is van belang om de overwegingen die leiden tot de keuze van uw raad toe te lichten in het formulier. Bij de keuze voor ‘A. Kerkstelsel handhaven’ is de vermelding denkbaar dat dit alleen kan ‘als de kerken als geheel blijven bij de bestaande Schriftuurlijke besluiten en die handhaven voor alle kerken; waarbij er geen ruimte is voor kerken die dat niet doen’. Als u na de kerkenraadsbezinning tot de keuze komt voor ‘D. Kerkverband ontvlechten’ is deze toelichting denkbaar: ‘om zo klassiek christelijk-gereformeerd te blijven, maar dan, als het niet anders kan, buiten het huidige kerkverband’. Met deze informatie zal de peiling duidelijker en completer zijn.
Op weg naar het convent
Nu in deze uitzonderlijke situatie een convent bijeen geroepen is om de gevoelens in de kerken te peilen, is de bezinningstijd van groot belang voor kerkenraden en gemeenten. Van iedere kerkenraad wordt een positiebepaling gevraagd. We hebben u met deze brief willen dienen en zullen de komende tijd op de website uitgebreidere informatie plaatsen. Wanneer we u als kerkenraad en gemeente nog nader van dienst kunnen zijn, kunt u contact met ons opnemen.
Laat er vooral in de kerkenraden een voortdurend ootmoedig gebed om wijsheid zijn, opdat we bewaard worden voor een weg waarop de goedkeuring van de Heere niet zou rusten. Laat het tevens een gebed zijn dat Hij het wonder van een terugkeer naar de beginselen van de Christelijke Gereformeerde Kerken geeft.
Na het convent?
Laten we niet te ver vooruitkijken, maar ons nu richten op de inhoudelijke voorbereiding van het convent. De weging van de uitkomst van het convent is voor later, evenals de vraag wat dan nodig is om te doen. Van belang blijft om deze zaken zorgvuldig te overwegen en daarbij contact te blijven houden met andere kerkenraden die ook klassiek christelijk-gereformeerd willen blijven. We geven u in overweging om, als dat uw uitgangspunt is, uit te spreken op deze grondslag van Schrift, belijdenis en kerkorde te willen voortgaan en andere kerken die op dezelfde grondslag staan op te zoeken, bij te staan en elkaar vast te houden.
We bidden u de verlichting en leiding van Gods Geest toe in uw bezinning en besluitvorming.
NOTEN
Noot 1 - ‘Gemeenten die besluiten en uitspraken van meerdere vergaderingen naast zich neerleggen (met welke achtergrond en verklaring ook, hoezeer daartoe gedrongen door de situatie waarin zij zich bevinden) en tegelijk stellen dat ze van harte onderdeel willen blijven uitmaken van de CGK spreken iets onmogelijks uit. De wijze waarop wij samen kerk zijn, veronderstelt en vraagt dat we de gezamenlijkheid niet loslaten. Toch een eigen koers varen als plaatselijke kerk kan niet anders gezien worden dan als het opzeggen van het vertrouwen in de wijze waarop we als kerken gezamenlijk de wil van de Heere zoeken. Er is geen goede weg uit de impasse als kerken die zich distantiëren van kerkelijke besluiten dit blijven doen. Omdat in het varen van een eigen koers het vertrouwen in het verband van kerken opgezegd wordt, en omdat het strijdig is met de belofte zich te voegen naar besluiten van meerdere vergaderingen (wat eigen is aan ons kerk-zijn), is het onontkoombaar om te spreken over zonde en de noodzaak van vermaning en bekering.’ (Zoekt eerst het Koninkrijk van God, 78-79).
Noot 2 - ‘De oplossing ligt voor de hand: alle gemeenten voegen zich (van harte, vanuit onderling vertrouwen en verlangen eenheid gestalte te geven) naar de praktijk zoals de CGK die hebben vastgesteld, zowel samenwerkingsgemeenten als CGK’s die niet samenwerken of een samenwerkingsgemeente zijn.’ (Zoekt eerst het Koninkrijk van God, 77).
Noot 3 - Een oplossing waarbij we elkaar meer en meer loslaten op punten die naar overtuiging van de kerken (we spreken niet over ‘een meerderheid’ en ‘de synode’ als we kerkelijk denken) principieel liggen, is niet anders dan het aanvaarden van geestelijke verwijdering van elkaar, het ontkennen van het probleem, en het relativeren van de gezamenlijke belijdenis waarop wij staan.’ (Zoekt eerst het koninkrijk van God, 79-80).
Tot zover de Handreiking.
Overwegingen
De 'oplossing' die het Beraad ziet is duidelijk. Kort door de bocht: terug naar een gereformeerd kerkelijk samenleven en de consequenties daarvan ook metterdaad aanvaarden. En besluit de komende synode daartoe niet, dan 'ontvlechten[vi], en dat op een christelijke, waardige en verstandige wijze.
Laten we allen meeleven met de Christelijke Gereformeerde Kerken in de nood waarin ze verkeren. Zij staan dicht bij ons. Velen die de afgelopen jaren de GKv verlieten zijn er lid van geworden. Laat er veel gebeden worden dat deze kerken bij het Woord en de gereformeerde belijdenis blijven.
Wordt vervolgd
NOTEN
[i] J.C. Rullmann, Afscheiding, p265.
[ii] a.w. pp170,365.
[iii] a.w. p264 ev.
[iv] We zouden ook ter lezing willen aanbevelen het artikel Een alarmerende hartekreet van ds. J. Wesseling in het blad Nader Bekeken van maart 2024. Dan kun je peilen hoe diep de zaak van homoseksualiteit te maken heeft met geloof en Schriftgezag.