Printen

Een ander evangelie? 4

 

D.J. Bolt

13-01-24

 

We willen tenslotte de vraag beantwoorden die onze drie voorgaande artikelen 'siert'. Maar eigenlijk is het antwoord al in de vele kanttekeningen te lezen die we in de tekst van de rede van prof.dr. Paas plaatsten:

Paas promoot een ander evangelie dan wij uit Gods Woord hebben leren kennen!

 

Een paar samenvattende kernpunten. Paas constateert uit zijn onderzoeken dat

 

'… heel wat trouwe kerkgangers en missionair actieve mensen verlegen zijn geraakt met onderdelen van de klassieke protestantse heilsleer. We kunnen dan denken aan het verdwijnen van het geloof in de hel als straf op de zonden (niet alleen Huijgen zegt het, maar onderzoek laat het ook zien: er is nauwelijks nog een dominee te vinden die erover preekt), aan moeite om het kruis van Christus te zien als offer voor of verzoening van onze zonden, maar ook aan de ervaring van sprakeloosheid in missionair werk onder echt seculiere mensen, en aan teleurstelling over het uitblijven van bekeringen. De architectuur van het klassieke soteriologische gebouw brokkelt af. Als het klopt dat soteriologische verlegenheid steeds meer doordringt in de protestantse orthodoxie, stuiten we hier dus op een serieus probleem.'

 

En dus?
Dr. Paas blijft niet bij het 'oude' Evangelie van Jezus Christus en gaat daarom een boodschap verzinnen die de mensen wél aanspreekt, een die hij met zijn missiologie aan het protestantisme en de moderne mens wél kan verkopen. Dat 'aanstootgevende', dat moet er af. Om te beginnen met het ouderwetse versleten woord 'heil'. 'Vrede' moet het worden want daar snakken we naar met al de afschuwelijke beelden van afgrijselijke terreur en wrede oorlogen voor ogen. Dan wil een rechtvaardige God die een paar millennia geleden een Man liet martelen, bloeden en sterven aan een kruis als genoegdoening en verzoening voor wat wij verkeerd doen, er niet meer in. Dwaasheid voor de moderne mensen van de 21ste eeuw! Ergernis kennelijk ook voor opleiders missiologie aan de TUUt.     

 

Aanstoot

 

Toch is het 'verhaal' van die Man in Zijn lijden, sterven en opstanding wel dé solide kern van het Evangelie. Dat wij als mensen daar gemakkelijk aanstoot aan kunnen nemen, het kan niet worden ontkend. Dat is van alle eeuwen. Al in het Oude Testament werd Christus 'steen des aanstoots' genoemd (Jes. 8:14, ook Rom. 9:32). En dat gaat maar door in het Nieuwe Testament. Aanstoot voor Farizeeën (Mat. 15:12), voor zijn dorpelingen (Mat. 13:57), zelfs voor zijn leerlingen vlak door Zijn dood (Mat. 26:31), toen Hij, bij wijze van spreken hen het hardst nodig had.
Hoe confronterend is datgene wat Petrus schrijft

 

'Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: De steen die de bouwers verworpen hebben, die is de hoeksteen geworden, en een steen des aanstoots en een struikelblok…' 1Petr.2:6,7.

 

Om deze aanstoot en dit struikelblok te vermijden wil prof. Paas een context-afhankelijk evangelie, gesierd met het universele begrip vrede. Laten missiologen het vroegere 'heil' herpakken in culturele terminologie zodat plaatselijk goed kan klinken en clicken, is zijn boodschap. Een evangelie dat, bij wijze van spreken, lijkt op een kompas dat wel altijd naar het aardse Noorden – onderlinge vrede - wijst maar de stand verschilt per plaats op aarde. Zo kan het universeel aanvaardbaar gemaakt worden, 'geloofwaardig' worden voor mensen in alle hoeken van de aarde.

Maar zo'n kompas 'van onder op' wijst niet naar boven. Het blijft aardsgericht.  

 

Kern

 

Wat is dan wel het 'echte' evangelie? We doen een greep uit het grote aantal Schriftgedeelten dat ons dat snel duidelijk kan maken.

Paulus zegt in z'n eerste brief aan de gemeente Korinthe:

 

'… ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.' 1Kor.2:2.

 

Dat is kennelijk de kern van het Evangelie. 'Niet anders'!
In zijn brief aan de Kolossenzen verwoordt hij helder wat deze gekruisigde Christus doet, namelijk 

 

'… dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, ja door Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn.' Kol.1, vers 20.

 

Zo leert hij dat ook aan de Romeinse christenen:

 

'Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God.' 'Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven.' Rom.3:25; Rom.5:10.

 

Het groots(t)e wonder van ons leven is dat we dít mogen horen, aanvaarden en vast geloven:

 

'Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden.' 1Joh. 4:10.

 

In boven aangehaalde Schriftgedeelten komt het allemaal bij elkaar: bloed en kruis, verzoening en vrede, leven en liefde. In het Evangelie zijn ze onlosmakelijke verbonden in onze Heer en Heiland.

Dát Evangelie in zijn heldere scherpomlijnde Bijbelse verwoording willen we ongerept vasthouden. Daar hoeven we ons niet voor te schamen hoe verachtelijk het de seculiere mens ook in de oren klinkt. Want, zegt Paulus,

 

'… het Evangelie dat door mij verkondigd is, [is] niet naar de mens.' Het komt niet 'met wijsheid van woorden opdat het kruis van Christus zijn inhoud niet verliest'.
En
'… ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God.' Gal.1:11; 1Kor.1:17,18.

 

Laten we het niet wagen hier wat toe- of af te doen. De Schrift waarschuwt ons indringend in sterke, niet-sparende bewoordingen voor hen die 'in verwarring brengen en het Evangelie van Christus willen verdraaien', Gal. 1:7. Want

 

'…. zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.' Gal. 1:8,9.

 

Wij moeten dus gewoon van onze 'verlegenheid' af want er staat veel op het spel! Eeuwig leven of eeuwig oordeel! Voor ons behoud zullen we deze Christus moeten volgen hoe moeilijk dat ook kan zijn. Immers Hij zegt

 

'Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.' Mat. 16:24-27.

 

We menen oprecht dat prof. Paas op een verkeerd spoor zit met zijn missiologie m.b.t. het Evangelie. Een karikatuur maakt van wat christelijk geloof en leven inhoudt, inhield voor vorige geslachten. De vertekening dat het geloof alleen maar oog zou hebben over het eeuwige leven in hemel of hel. Laten we iets aanhalen uit het eeuwenoude leerboek van de kerken, de Heidelbergse Catechismus waaruit nog steeds wekelijks in de (gereformeerde) kerken wordt gepreekt.

Dankbaar leven

 

De Catechismus is in drie 'stukken' verdeeld: 'ellende, verlossing, dankbaarheid'. In het eerste deel worden we geconfronteerd met de diepe ellende waarin we ons als mensheid hebben gestort en waarvan we de gevolgen nog steeds ondervinden. Het tweede deel gaat erover hoe wij verlost kunnen worden door Jezus Christus en zó weer verzoend worden met onze hemelse God en Vader. Het laatste onderdeel gaat breedvoerig in op het leven van christenen. Hoe zij als Gods kinderen in dankbaarheid een verlost leven kunnen leiden naar Zijn geboden, tot eer van Hem en tot heil(!) van hun naasten. Dit laatste gedeelte maakt zó duidelijk dat een echt kind van God niet alleen oog heeft voor zijn of haar zielenheil op korte en vooral lange termijn maar ook als dankbaar mens volop het welzijn van zijn naasten zoekt en bevordert. Enkele aanhalingen.

 

In de behandeling van het Vierde Gebod horen we naast de oproep 

 

'… trouw tot Gods gemeente te komen om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Here publiek aan te roepen'

 

óók dat we de armen niet zullen vergeten maar hun

 

'christelijke barmhartigheid bewijzen'.
v/a 103.

 

De omgang met onze naasten krijgt een prachtige positieve uitwerking bij het Zesde Gebod. Wij zullen

 

'… onze naaste liefhebben als onszelf, jegens hem geduldig, vredelievend, zachtmoedig, barmhartig en vriendelijk zijn, zijn schade zoveel mogelijk voorkomen…'
 

en zelfs dat

 

'… wij ook onze vijanden goed doen.'

v/a 107.

 

Misschien gaat het antwoord bij het Achtste Gebod wel het diepst als de positieve inhoud ervan zo wordt weergegeven

 

'Dat ik het welzijn van mijn naaste, waar ik kan en mag, bevorder en zo met hem doe, als ik wil dat men met mij doet.
Bovendien dat ik mijn arbeid trouw verricht, om ook de behoeftige te kunnen helpen.'  

v/a 111

 

'Als ik wil dat men mij doet…', een aanhaling uit de Schrift: Matt. 7:12; Matt. 22:39. Kan het indringender worden opgedragen?!

Al deze geboden horen we elke zondagmorgen. En gemiddeld één keer per jaar komen deze catechetische verwoordingen langs. En licht het Woord op in het leven van Gods kinderen. Wat helpt en bemoedigt het ons als bekwame predikers ook de actuele ontwikkelingen in de samenleving weten te duiden vanuit de Schriften die de basis vormen van de verwoordingen door deze confessie!

 

En van de andere kant ook, hoe zelfgewild arm worden vele kerken in onze tijd, kerken die menen dat middagdiensten niet meer nodig zijn, of niet meer zinvol want er komt nauwelijks nog iemand. Hoe tanen christelijk geloof en leven als de leer van Schrift geen systematische aandacht meer krijgt! De gevolgen zijn onmiskenbaar waarneembaar in sterke oppervlakkigheid en secularisatie! 

 

Problematisering van de Schrift

 

Het verbaast ons dat prof. Paas fundamentele Schriftgegevens en gegevens uit ook zijn belijdenis op geen enkele wijze verwerkte noch aanraakte in zijn rede. Hoe komt dat? Je mag dat toch verwachten van een docent aan een gereformeerde universiteit dat hij zich daarmee confronteert, zeker als het om de kern van het evangelie gaat?
Zou het niet te maken met een andere visie, een andere omgang met de Schrift?
 

We stellen die vraag omdat we een eerdere confrontatie met dr. Paas hebben meebeleefd, namelijk rond zijn benoeming als docent aan de vrijgemaakte theologische universiteit, toen nog te Kampen. Er is heel wat te doen geweest voor hij op deze leerstoel missiologie mocht plaatsnemen! We gaan dat niet breedvoerig uitmeten hier, in meerdere artikelen hebben we dat destijds gedaan over wat er toen, 2009, in de GKv kerken aan de hand was, ook m.b.t. andere docenten aan de TUK. Hier nu enkele citaten m.b.t. basale ideeën van dr. Paas zoals wij die eerder gaven op deze site.[1]

 

Op 4 december 2003 schreef dr. Paas in een artikel in het tijdschrift Theologia Reformata

 

"Vrij algemeen wordt tegenwoordig aangenomen dat de godsdienst van het Oude Testament (een strikte verering van JHWH alleen) niet samenviel met de godsdienst van het historische volk Israël in de periode die door het Oude Testament wordt beschreven. Met andere woorden, het Oude Testament is het document van het geloof van een bepaalde groep in Israël. Het verraadt keuzen en selectie, ontwikkeling, afwijzing en kritiek."
 

"'Echt' monotheïsme (het bestaan van slechts één godheid wordt erkend) is vermoedelijk een vrij late ontwikkeling in Israël. Dit strijdt niet met het beeld dat het Oude Testament zelf laat zien. Ook daar vinden we aanwijzingen dat in Israël voor de ballingschap van tijd tot tijd andere goden dan JHWH werden erkend en vereerd. Zelfs geven oude teksten de indruk dat ook de schrijvers van het Oude Testament aanvankelijk het bestaan van andere goden wel erkenden, al waren deze oneindig inferieur aan JHWH."


"Ik denk dat we ons serieus moeten afvragen in hoeverre het Oude Testament ons bijvoorbeeld in de wetgeving meer een profetisch ideaal schildert dan een historische werkelijkheid en dat in de historische boeken bepaalde 'historische vertekeningen' niet zozeer geschiedvervalsing zijn, maar een profetisch oordeel over een bepaalde praktijk, gegoten in een tendentieuze beschrijving."

 

Om het even wat eenvoudiger samen te vatten: het 'verhaal' in het Oude Testament klopt niet met de echte geschiedenis van Israël. Wat we daar lezen gaat slechts over een bepaalde groep van dat volk. We moeten het feit dat Jahwe vanaf het begin de enige ware God van Israël was met een korreltje zout nemen: dat zou pas "een vrij late ontwikkeling zijn". Zelfs zou er in het begin sprake zijn geweest van een veelgodendom.
 

In het derde citaat suggereert dr. Paas dat de feiten in het Oude Testament helemaal niet overeenkomen met de werkelijkheid, met de geschiedenis. Verhalen hierin zouden een tendentieuze weergave zijn van profeten die idealen schilderen maar bewust de geschiedenis daarvoor verdraaiden. Kort door de bocht, de Bijbelse geschiedenissen vertellen ons niet hoe het is gegaan maar hoe het had moeten gaan volgens "een bepaalde groep".

Ieder die onvoorwaardelijk aan de historiciteit van het ontstaan van Israël en het verbond wil vasthouden zoals dat ons in de boeken van Mozes door de Heilige Geest is geopenbaard lopen hiervan toch de rillingen over de gereformeerde rug?! Wat kunnen we nu wel en wat niet nog aannemen als waar gebeurd als we deze docent aan onze universiteit volgen?

 

Berucht is ook hoe dr. Paas in zijn dissertatie zelfs het geloof in de HEERE Zelf steeds weer schetst als een godsdiensthistorische ontwikkeling. Daarbij wordt in de Schrift dan gezocht naar de aanwijzingen voor die ontwikkeling, in plaats dat de Schrift gelezen wordt als de betrouwbare, door de Geest zelf ingegeven, neerslag van de openbaringshistorie. Zo verdedigt dr. Paas herhaaldelijk 'dat JHWH hoogstwaarschijnlijk een Israëlitische afsplitsing was van de Kanaänitische El'. Dit is toch absoluut niet te rijmen met wat God Zelf vanaf het begin bekendmaakt in Zijn Woord? Zoals we het belijden in vraag en antwoord 19 van de Heidelbergse Catechismus:

'Waaruit weet u dat? Uit het heilig evangelie. God heeft dat eerst zelf in het paradijs geopenbaard. Daarna heeft Hij het door de heilige aartsvaders en profeten laten verkondigen. Ook heeft Hij dat evangelie van tevoren laten afbeelden door de offers en andere schaduwachtige gebruiken die Hij in de wet had voorgeschreven. Tenslotte heeft Hij het door Zijn eniggeboren Zoon vervuld.'

Vergelijk ook NGB art. 2 en 7.

 

Er gaapt hier een diepe kloof: de kloof van Schriftkritiek!
Deze man is nu docent aan onze theologische universiteit geworden! Opleider van onze nieuwe jonge predikanten. Ondanks de vele kritiek is zijn benoeming gehandhaafd. Met kracht verdedigd door andere leden van TU senaat o.a. door prof.dr. G. Kwakkel in De Reformatie én Nader Bekeken. In de laatste uitgave van Nader Bekeken liet het blad opnieuw een voorzichtig maar zeer kritisch geluid over Paas' ideeën horen.
Maar de rector van TU, prof.dr. C.J. de Ruijter noemt de bezwaren "indianenverhalen"!

 

Tot zover een citaat uit ons eerdere artikel. We herinneren ons dat destijds het verhaal ging dat het 'slechts' ging om een docent missiologie, niet om een hoogleraar Oude Testament. Dán zou het wel wellicht niet tot een benoeming zijn gekomen…
Maar de Schrift is één. Het Nieuwe Testament is niet 'los verkrijgbaar', niet zonder het Oude Testament. De bezoedelende vrijzinnig interpretatie van wat Gods Geest in het OT openbaarde vindt ook zijn weg naar het NT en besmeurt zijn kern, snijdt genadeloos in het evangelie van Jezus Christus en Die gekruisigd.  

 

Er is destijds indringend gewaarschuwd tegen deze aanstelling door o.a. dr. H.J.C.C.J. Wilschut, ds. Joh. de Wolf, ds. H.G. Gunnink. Maar het mocht niet baten. De aanstelling vond plaats en daarmee werd dwaalleer toegang verleend tot de kerken die ons zo lief waren maar die nu onherkenbaar veranderd zijn en nog verder veranderen. Ja, nog verder, want is het een wonder dat in het licht van wat we in deze artikelen schreven over opvattingen van dr. Paas de gereformeerde belijdenisgeschriften in de Ngk niet meer te handhaven zijn, zo zegt men, en er naarstig gezocht wordt naar alternatieven?

 

Nog een laatste opmerking.
Dr. Paas is lid van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Hij kan daar voor zover wij weten vrijuit zijn ideeën en opvattingen uiten tot op de kansels toe. Is dat niet levensgevaarlijk voor het gereformeerde karakter van deze kerken dat ook al zo wordt aangevallen op andere punten?!

 

Volgen van Jezus

 

Laten we afsluiten met een aan het Oude Testament refererend woord van Christus zelf aan zijn elf discipelen, Luk. 24:44 e.v.:

 

'Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.'


'Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zei tegen hen:'

 

'Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag. En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem.

En u bent van deze dingen getuigen.'

 

Dat is de onloochenbare kern van Christelijke missiologie!

 

NOOT


[1] O.a. in Preken die breken – Onrust in Drachten 3, paragraaf 'Problematisering van de Bijbel - Dr. S. Paas', click hier.