Printen

GS Meppel Verslag 16 – Vrouw in ambt 6

 

D.J. Bolt

04-07-17

 

De generale synode Meppel bracht het sluitstuk aan van haar diepingrijpende besluiten over de openstelling van alle ambten voor vrouwen. Deze besluiten zullen binnen de gemeenten moeten worden geaccepteerd en ingevoerd. Dat is nogal urgent want de onrust neemt toe en naar verluidt verlaten verschillende leden al de kerken. Hoe denkt de synode de opkomende storm te bezweren en ieder binnen boord te houden?

 

We volgden de besprekingen van 29-06-17 weer op de voet en geven hier een gedetailleerd samenvattend verslag van. Lees en weet wat er precies gebeurde in deze historisch dagen en wat de gevolgen zijn voor eigen gemeente en kerklidmaatschap.

 

In de bijlage zijn alle definitieve besluiten opgenomen die betrekking hebben op de vrouw in het ambt.


 

Vrouw in ambt

 

OPENING

 

[De preses dr. M.H. Oosterhuis heropent de vergadering na de bespreking van de relatie met de NGK.]

IMPLEMENTATIE VAN DE VROUW IN HET AMBT (vervolg)

 

Deputaten – Ds. Wisselink

Er is op het laatste nippertje nog een nieuwe versie, ik weet niet of iedereen het kon bekijken. Het slot van het besluit Dijkema e.a. is daarvan het laatste gedeelte ingrijpende gewijzigd. Straks dus even een leespauze

 

Het gaat om versie 2 [23-MVEA-170629-versie 2] van genomen en te nemen besluiten, de besluiten 8-11. De deputatenbesluiten zijn opnieuw genummerd.

 

Besluit 9 is iets aangepast, de zusterkerken in het buitenland zullen uitsluitend de besluiten worden toegestuurd.

 

Besluit 10 is niet bedoeld om nu overal maar de vrouw in het ambt te krijgen als ondersteuning van een heel aantal kerken en classes. Er is materiaal in ontwikkeling voor bezinning. Er kunnen adviezen gegeven worden bij knelpunten, richting aangegeven in samenwerking met kerkrechtdeputaten om tot goede en zorgvuldige oplossingen komen. We kijken nog of de KO moet worden gewijzigd maar hebben de indruk van niet.

 

Besluit 10.4: Toevoegen 'ambtelijk', dus 'ambtelijke en niet-ambtelijke diensten'. De formulieren hoeven we misschien niet aanpassen.

 

Besluit 10.5 Beter is te formuleren: 'informatie verzamelen hoe kerken en classis de besluiten implementeren met het PC'.

 

Conceptbesluit Van Loon. Adviseren we niet, m.n. gezien grond 2. Het past niet in geheel van de besluiten

 

Conceptbesluit Dijkema c.s.

We zijn onder indruk van het resultaat en willen het overnemen als besluit 12. Wel zijn er hier en daar nog kleine formuleringsdingen. Bijvoorbeeld: de inzet van de brief is nu heel bescheiden verwoord, maak ervan 'heeft er toe besloten'.

Deputaten willen als het besluit wordt aanvaard dat het moderamen de puntjes nog op de i zet.

 

Preses

De besluiten worden nu als geheel besproken.

 

AMENDEMENTEN

 

Ds. Van Loon

Ik vind heel belangrijk dat de twee lijnen naast elkaar blijven bestaan. Grond 2 geeft aan het nog niet helemaal uitgekristalliseerd is. Daar moet nog body aan worden gegeven.

En de kerken zijn niet verplicht te kiezen voor één lijn, namelijk voor de lijn alle ambten te openen. Dat staat ook zo in het verhaal Dijkema. Daarmee ik mijn amendement in.

 

Ds. Dijkema

Het concept is een product van samenwerking tussen Messelink, M.H. Oosterhuis, Van der Eijk en mij. Het heeft geleid tot een evenwichtig voorstel.

 

BESPREKING RONDE 1

 

Ds. Dreschler

Om wat voor argumenten past Van Loons voorstel niet?

Stukje historie: bij besluiten rond het actief stemrecht in 1993, was er toen wél sprake van een expliciete lijn?

 

In de brief moet de verwijzing naar Maryam Klinker-de Klerck worden weglaten.

 

In het besluit van 2014 werd door de meerderheid gesteld dat de twee lijnen als gereformeerd kunnen worden bestempeld, moet daar hier niet iets meer over worden gezegd?

 

Is het niet handiger om aan het slot geen aandacht aan lidmaatschap te geven en aan 'onopgeefbare standpunten'?

Het is beter deze informatie niet via een brief van de synode te verspreiden.

 

Br. Poutsma

Besluit 10: In de vrijheid laten van de kerken, daar ben ik blij mee. Maar gaat de begeleiding alleen over de inhoud? Wat is er mis mee om ook de meer procesmatige kant te ondersteunen?

Kerkenraden zitten te wachten op handreikingen van de synode en willen na de vakantie met de zaak aan het werk.

 

Ds. Stolper

Ik ben wel tegen de vrouw in het ambt maar het is wel een mooie brief.

1 Onder 'Voorgeschiedenis'
'Ede' had naar mijn gevoel veel meer kanten en voorgeschiedenis.

2 Onder 'Waarom is dit onderwerp zo actueel'
Er wordt gezegd: 'We hebben niet gemakkelijk willen berusten in de verschillende duidingen van de teksten'. Mijn pijnpunt is dat dit niet zo is. Wij worstelen nog steeds om de juiste exegese.

3 Onder 'Kerken aan zet'

De vraag die mist is: vinden de kerkenraden en gemeenten deze keuze van exegese verantwoord? Benoem dat de ruimte voor die vraag er inzit.

4 Onder 'Bede'

Ik deel de oproep tot eenheid maar het is mijn vraag of de synode dat moet doen. Wij zijn immers partij geworden. Houd die oproep tot eenheid bij jezelf en God. Praat er niet over en leg het niet een ander op.

 

Br. Van der Eijk

Besluit 8 roept kerkenraden op tot nadenken over verschillen tussen mannen en vrouwen. Zijn daar in een kerkenraad goede manieren voor om er mee aan de slag te gaan en moeten wij daar niet wat inspanning voor aanleveren?

 

Besluit 10: Oók het deputaatschap vragen op de volgende synode verslag te doen en duiding te geven van de gesprekken onder andere m.b.t. de onderbouwing van de besluiten.

 

Ds. Messelink

Het inhoudelijk werk is biddend door ons gedaan, de besluiten liggen er nu. Het deputatenwerk is als proces uitgevoerd. De kerken zijn nu aan beurt in het proces. Dat moet nog beginnen. Het PC heeft gezegd: de kerken zijn in transitie.
Het verhaal achter de besluiten is belangrijk omdat het om meer dan formele besluiten gaat. Daarom is een soort overdrachtsmoment gewenst waarbij aangeven wordt wat we zelf hebben doorgemaakt. Een echt inhoudelijke boodschap kan meerwaarde hebben.

 

Ds. Balk

Besluit 8: Wat verwachten de deputaten van 'recht doen aan de verschillen tussen man en vrouw'. Normatief vanuit God, en verschil in rol? Ik geloof er gewoon niet in. Verschillen zijn alleen maar cultuurbepaald. Mijn angst is dat dit leidt tot 'zo is een man' en 'zo is een vrouw' én zij 'horen zó te zijn'. Dat geeft vervelende gesprekken.

 

Ds. Roth

Besluit 8 gaat er vanuit dat aan de verschillen MV recht kan worden gedaan. Maar daar blijkt weinig van in het deputatenrapport, er worden zelfs twijfels over geuit. Het is echt veel te dun om dat tot uitgangspunt te maken voor dit besluit. Ede 2014 gaf 'de verschillen' als uitgangspunt voor onze gesprekken maar niet voor besluiten.

Zie Mat. 28:20 en Col 3: 27: iedereen wordt aangesproken. De verbinding is met God en zijn Woord. Dit ligt niet in de sekse maar in het Woord en in Christus.

Die ervaring doen we ook op in de praktijk. Dus ga niet zoeken naar MV verschillen in de pastorale bediening. Ben hier faliekant op tegen.

 

Br. Heij

B10.5 mist een inventarisatie. We moeten ook inzicht krijgen waarom kerken op een bepaalde manier omgaan met de besluiten, dat apart formuleren in grond 5.

Gedachte is: we kunnen de discussie niet helemaal sluiten over de twee lijnen omdat we er nog verlegen mee zijn. Er moet ruimte zijn voor verder denken met elkaar over de Bijbel en de ambten. Op een volgende synode bijvoorbeeld.

 

Ds. Waterval

Besluit 8: Je overvraagt de kerken ermee. Het verschilt ook per individu. Interessant, maar doe er een studie over, en zie dan bijvoorbeeld naar de PKN waar de praktijk al langer zo is. Dit besluit lijkt te vragen om vertaald te worden in richtlijnen…
 

Ds. Koster

We willen de besluiten wijs en verstandig begeleiden in de kerken. Maar ik twijfel sterk of daarvoor de brief wel een goed middel is. Ik schat in dat tegenstanders deze brief in het verkeerde keelgat schiet, en heb dat al ervaren.

Hij komt ook te laat want de kerkrechtelijke kennis schiet te kort. De brief is te lang, niet secuur en evenwichtig genoeg opgesteld. Ook inhoudelijk zwak, worden er wel genoeg woorden gewijd aan de pijn die er is? En wat vindt onze communicatieadviseur er van?

Er zijn hier 32 ambassadeurs, predikanten die de gemeente kunnen meenemen in deze gevoelige materie.

 

Br. Feenstra

Besluit 8: zie Balk e.a.

 

Besluit 10: Als het uitgebreid wordt met Heij's voorstel wordt er een enorm appel op het nieuwe deputaatschap gedaan. Dus is een andere naam (DIVA?) gewenst om de overgang naar een nieuw tijdperk te markeren, en met een ruime budgettoekenning.

 

Ds. Van Dijk

Ik heb er moeite mee dat we opnieuw praten over stukken die we amper gezien hebben. Dit is nu echt de druppel die de emmer over laat lopen.

21 februari werd ik benaderd om ds. Wisselink (deputaat MVeA) te vervangen en ben ik tijd gaan vrijmaken.
Ik ben buiten de schriftelijke vragenronde gelaten. Weliswaar heeft het moderamen zich ervoor verontschuldigd maar het was wel een valse start.

Zo werd ik vaker door dingen overvallen die eerder voor mij verborgen waren. Een voorbeeld is een stuk over de zwijgteksten van M.H. Oosterhuis met als enige mogelijke conclusie: vóór  de vrouw in het ambt. Het stuk kost uren om te lezen en te verwerken, tijd die de synodeleden nauwelijks hadden. Oosterhuis bracht het ook niet in het plenaire debat, maar wel heeft een van de synodeleden er een behoorlijk lange spreektijd voor geclaimd. Voor een weerwoord was amper gelegenheid en dus werd het beeld: Zwijgteksten, moeilijk, moeilijk…

 

Nog een voorbeeld. Na 4 juni ingediende tegenvoorstellen en amendementen vormen geen serieuze bijdrage meer voor een zindelijk bespreking, zei de preses na de zitting vlak voor Pinksteren. Dus heb ik niet kunnen doen wat ik wilde: een stevig doordacht tegenvoorstel indienen. Maar, 15 juni blijkt er wel diezelfde ochtend een amendement van M.H. Oosterhuis in de dropbox te staan. En dat stuk is nu zelfs besluit 3 geworden en het vervangt de bekritiseerde vierlagenstructuur van deputatenrapport met een andere heilshistorisch aandoende verhandeling! Na een leespauze van nog geen half uur werd het besproken en aangenomen.

 

Nu ligt er weer een brief, die, boem, weer veranderd is. Ook is er onder besluit 6 een nieuwe grond 5 opgedoken. Waar komt die vandaan? Er worden drie teksten in aangehaald en de conclusie is: 'het voorschrift om te zwijgen kan in ieder geval kan worden opgevat als een absoluut verbod tot spreken in de eredienst'. In ieder geval niet. Dat bestrijd ik. Profeteren is ongelijk aan preken. En zusters mogen bidden en profeteren buiten de eredienst. Het is wél mogelijk de teksten op te vatten als een verbod tot spreken in de eredienst. En het woord 'absoluut' in de grond is onnodig en zet andere standpunten in een hoek.


Besluit 8. Ik zal er voorstemmen maar na alle eerdere besluiten heeft het iets van een lachertje. We hadden recht kunnen doen aan de verschillen tussen mannen en vrouwen, ruimte kunnen bieden voor een formeler inzet van zusters met behoud van de onderscheiden Bijbelse taken. Maar de dijken zijn doorgebroken en dit besluit zal dat niet repareren. We praten complementair maar onze besluiten werken egalitair, staan onvoldoende haaks op een egalitair denkende cultuur.
 

Besluit 10. Gaat het bij de diverse taken ook over die van besluit 8 te implementeren? Gaan deze deputaten ook ambtsdragers en kerken in gewetensnood bijstaan en beschermen?

De hele week vergader ik met verontrusten om hen binnen de kerk te houden en te helpen. Maar op de kerkenraadstafel liggen straks de besluiten naast de onttrekkingsbrieven. Droevig, en niet goed dat het gebeurt, maar wel de droevige werkelijkheid die we hier, in zeg maar de grachtengordel van kerkelijk Nederland, wel even moeten beseffen.

 

De brief Dijkema werkt niet. Het historisch overzicht is ontluisterend. Zijn de zaken werkelijk wel op kerkelijke wijze aan de orde gesteld of is de vraag van Voorthuizen-Barneveld 2005 gewoon uit de hand gelopen?

 

De duiding van het niveau van onze besprekingen is te rooskleurig. We zijn zeer aardig voor elkaar, baden samen, hebben elkaar en de Heere lief. Maar het doet heel veel verdriet dat we het niet eens zijn over wat Hij van ons wil, dat u broeders dwaalt en dwaling sanctioneert. Als synodeleden hebben helemaal niet zoveel gediscussieerd over de ambtsleer, de hermeneutiek, de zwijgteksten en de verschillende MV rollen. De meeste discussie was met deputaten, zelden met leden van de synode.

We doken weg voor veel discussies. We MOESTEN besluiten, case for action. Stel je toch voor dat we bladzij na bladzij van de verhandeling van Melle zouden moeten doorvlooien in een plenaire zitting en dan ook nog met ingevlogen adviseurs uit Kampen? Dan zouden we 2020 met deze synode hebben gehaald…

 

De brief geeft goed aan dat er geen verbod is op het oude standpunt. Daarmee sanctioneren we twee elkaar uitsluitende standpunten: De Heere wil geen vrouwelijke ouderlingen en predikanten, én je mag ook het tegenovergestelde zeggen van de meerderheid van de synode. De GKv gaat voor een vorm van pluraal kerkzijn want zij kan niet wachten op eenstemmigheid op basis van de Schrift. We gelóven daar zelfs niet meer in.

Deze brief gaat bij onttrekkingen aantonen dat de GKv officieel plurale kerk aan het worden is. Dat is een overdreven interpretatie, dat vind ik ook. Maar je kunt er op wachten.

Het voortdurende hameren op eenheid in Christus zonder dat wij het eens zijn, doet veel verdriet. Het zet mij gevangen i.p.v. in de vrijheid. Ik wil niet zo geknuffeld worden door mensen die ongehoorzaam zijn aan de Heere.
Ik hechtte aan Rom. 15:19-23, het hoofdstuk waar in de eerdere versie naar werd verwezen. Daar gaat het over de broeder in gewetensnood: dan ga je niet door. Hier dus wel. Zelfs een uitstel tot 2020 was al teveel gevraagd.

Deze brief gaat niet werken.

 

Ds. Basoski

Ik ben voor de brief, als voorbeeld voor de kerken. Ondanks verschil gaan we toch verder en leiding geven aan de kerken. Het is een afgang als we niet zouden kunnen communiceren.

 

Preses

Denk aan de klok. Misschien zo mogelijk afzien van amendementen.

 

Ds. Dreschler

Grond 5 stond wel onder het besluit?


Deputaten – Zr. A. Haan

We zijn geschrokken van de opmerkingen van Van Dijk over wijzigingen.

Nieuwe besluit 6/grond 5. Besluit 6a/b is een samenvoeging van de besluiten over preekbevoegdheid/consent en het besluit voor vrouwelijke predikanten. Bij het besluit voor preekconsent was een amendement Van Loon genomen, daar was het besluit 4/grond 5. En dáár komt de tekst vandaan. Niet spontaan maar als deel van het amendement. We wilden de gronden van het besluit nieuwe besluit 6a en 6b gelijk trekken.

 

Er is een enorm groot verschil hoe afgevaardigden met elkaar omgaan. Daardoor kun je veel missen van het proces. Het vraagt veel van onze lenigheid.

Besluit 3 is zoals het was al voor 10/6. Was dus al eerder ingediend, dus niet last minute.

 

Ik heb gemerkt dat veel synodeleden stukken hebben geschreven. Ook over de zwijgteksten. Die heeft niet iedereen altijd gezien. Maar er is niet bewust buiten de bespreking gehouden. Het is soms lastig, zeker als je van buiten naar binnenkomt. Er zijn geen kwade bedoelingen.

 

Besluit 8: Banale reden: de synode gaf de opdracht. Het is ons gelukt om de 'twee lijnen' uit alle besluitteksten gehouden, en dat was maar goed ook. Want die keren dat we het over de beide lijnen hebben gehad durf ik niet te beweren dat het over dezelfde twee lijnen ging. Ik ben heel blij dat we dat het erbuiten hebben kunnen houden.

Besluit 8 gaat over bezinning. We zijn aanvullend aan elkaar geschapen maar niet om daarmee patronen vast te stellen. Samen kom je tot dat wat God heeft bedoeld. Egalitair en complementair: wij zien ons wel in het complementaire kamp, dus daarom besluit 8.

Daarom willen we ook het voorstel Van Loon niet. Zijn grond 2 lijkt een lijn te trekken van de scheppingsorde naar taken en organisaties van ons. Dat kan ook een volgende synode niet. Die stap kan niet gemaakt worden want er is verlegenheid over. Dat is het precies het object van inventarisatie in besluit 10.

Maar Van Loon heeft zijn voorstel al ingetrokken.

 

Besluit3/grond 4 roept op tot voortdurende bezinning gezien de vragen van de voortdurende cultuurvragen. Het gaat niet om een studierapport want dat is nodig als er sprake is van één visie. Hier gaat het er om: hoe staat ik voor God met wat ik heb gekregen. Dus alleen bezinning proberen te bereiken. En dat begeleid door het nieuwe deputaatschap.

 

Besluit 10 gaat over inhoud én proces. In de kerken moet een inhoudelijke bezinning starten. Dat gaat procesvragen oproepen: wat is de rol van de classis rol als b.v. 3 kerken wel, 5 niet willen.

We vinden de grond van Heij prima maar niet als achterdeurtje voor nieuwe besluiten.

 

We kunnen snel beginnen en hebben geen hoger budget nodig. Er is veel materiaal in het MViK. We gaan ook een PEP-cursus organiseren over dit onderwerp.

 

De brief

1 De opdracht werd in 2008 aan Klinker-de Klerck gegeven, daarom apart genoemd.

2 Als de toon niet goed is kan er nog wel even over nagedacht worden.

3 Het is goed de brief te sturen om met deze synode het geheel van de kerken te bereiken. Wel moeten we een toon te vinden waar ieder achter kan staan. En ook de worsteling een plek te geven. Deputaten willen meedenken maar het is een taak van de synode.

4 De synode is verantwoordelijk voor de besluiten. Nu wordt de verantwoordelijk voor de uitvoering overgedragen aan gemeenten die er zelf mee aan het werk moeten.

 

Preses

U hebt het respectabel en in hoog tempo verwoord.

 

Preses

Het amendement Heij is overgenomen.

 

Br. Feenstra

Laat de nieuwe naam voor het deputaatschap zijn: Samen dienen.

 

Br. Poutsma

Of iets met 'adviezen' en 'begeleiding'.

 

Ds. Dreschler

De naam wordt nu ineens gedropt. Is het niet beter MViK te handhaven?

 

Preses

Laat het over aan het moderamen.

 

STEMMING

 

Besluit 1: Met algemene stemming aangenomen.

Besluit 8: V20T10O01, aanvaard.

Besluit 9: Met algemene stemmen aanvaard.

Besluit 10: V30T00O01, aanvaard.

 

Preses

We gaan de brief aanpassen maar hij blijft inhoudelijk blijft hij gelijk.

 

[Protest]

 

Deputaten – Ds. Wisselink

Zie het voorstel van deputaat Haan. We gaan met de opmerkingen aan het werk zodat we ons er samen in vinden. Hoe hem precies vorm te geven is nu te lastig.

 

Preses

Dus nu er mee instemmen om de brief te sturen, de bestaande tekst bewerken met in achtneming van de opmerkingen van de afgevaardigden.

 

Ds. G. Oosterhuis

Van Dijk bijvoorbeeld kan zich niet in vinden, dus het kan niet namens synode. Als we het samen willen doen is de brief er in 2020 nog niet. Dus stuur hem namens het moderamen.

 

Br. Van Winden

Je kunt niet met 32 mensen een brief schrijven. Het is belangrijk dat wij nu op korte termijn naar alle kerken gaan als 32 ambassadeurs met de boodschap dat we als synode achter de besluiten staan.
 

Mocht er meer geld nodig zijn dan zijn daar reserves voor beschikbaar.

 

STEMMING

 

Met algemene stemmen aangenomen.

 

Ds. Van Dijk

Twee dingen. Ik ben zojuist aangespreken op de term grachtengordel, die neem ik terug. Het is niet juist u zo te bestempelen.

 

Ik heb de behoefte aan het eind van de bespreking een verklaring uit te spreken.

 

STEMVERKLARING

 

Ds. C. van Dijk

 

Voor mij is na deze besluiten het einde gekomen van mijn aanwezigheid op de generale synode. Ik heb het ervaren als een intensieve en tenslotte intens verdrietige periode.

 

Ik ben zeer teleurgesteld over de genomen besluiten. Ik zal mij ervoor inzetten dat ze weer uit de kerken worden weggenomen. Al heb ik er weinig hoop op. En wat dan?

We hebben niet op eenstemmigheid gewacht of zelfs maar gekoerst. We hebben gekozen voor een plurale weg, waarbij het duidelijk is dat er beperkt ruimte is ‘voor wie nog niet zover is’.

 

Gods Woord is als een onontwarbare knoop van verschillende lijnen voorgesteld. Dat wij die lijnen hebben te ontwarren tot we de stem van de ene God weer duidelijk horen hebben we niet meer gezien als een mogelijkheid of zelfs maar de taak van de synode.

 

We zijn keihard voor de troepen uitgelopen en hebben in mijn ogen het contact met de werkelijkheid van de gemeentelijke praktijk verloren. We laten veel kerken in ontreddering achter.

 

Ik heb een sfeer van broederschap en vriendschap beleefd tijdens de synode. Niet slechts met de broeders die het met me eens waren. Ook met anderen die soms heftig anders dachten. Dat maakt ook dat ik deze periode als zeer verdrietig heb ervaren. Het zijn mijn geliefde broeders die dwalen en de dwaling sanctioneren.

 

Het spreken over verbondenheid in Christus die boven de onenigheid uitgaat verwart mij zeer. Ik ervaar het niet als bevrijdend, wat verbondenheid in Christus toch zou moeten zijn, maar juist als beklemmend. Ik wil mij liever uit deze knuffel vrijmaken.

 

De besluiten van de generale synode kenmerken zich niet door bescheidenheid. Om de eenheid met het kleine genootschap van de NGK te faciliteren hebben we de CGK in de steek gelaten. En hebben we de breuk met de kerken in het buitenland voor lief genomen.

Dat kan ik niet anders zien dan als klein-vaderlands gedoe dat ons losmaakt van het niveau van de wereldkerk.

 

Het gebrek aan bescheidenheid blijkt eens te meer als we de generale synode van Meppel vandaag in de krant vergeleken zien worden met het apostelconvent uit Handelingen 15. Het moet niet gekker worden. De beslissing van de apostelen, met hun bijzondere ambt, wordt vergeleken met ons samenzijn hier. Het gebrekkige schriftbewijs onder onze besluiten wordt vergeleken met hun spreken met apostolisch gezag. 'Het heeft de Heilige Geest en ons goedgedacht…'.

Broeders, het heeft óns goedgedacht ons los te zingen van het apostolisch leergezag. En daarmee van de apostolische wereldkerk.

 

Broeders, ik hoop dat u tijd krijgt om te overdenken wat er op deze synode werkelijk gebeurd is. En dat u tot bezinning komt en tot bekering. Opdat de eenheid in de kerken terugkomt.

 

Preses

Het is moeilijk om dit ter harte te nemen. We nemen het mee in onze zelfbeproeving, in onze evaluatie en persoonlijke overwegingen. We zullen je woorden willen wegen en doen een appel op jou om ook je eigen woorden te wegen en de kwalificaties die je hebt gebruikt. Denk er nog eens goed na over dat 'losgezongen van het apostolische gezag en het Schriftgezag'.

 

Deputaten – Prof. E.A. de Boer

Naar aanleiding van Van Dijk.

De vorige synode riep zeven deputaten op die elkaar niet kenden op dit thema. Er is lang gewerkt in de lijn van de opdracht en niet uitgesproken waar we naar toe zouden gaan.
Ik was zelf graag naar het zusterambt gegaan maar heb dat niet doorgezet om de gezamenlijkheid van het rapport te bereiken. Dat is toen aan jullie overgedragen. Dat is ook dienend begeleid is door de synodecommissie.
 

Deze zaak kan niet tot op het bot besproken worden op een synode. Maar ik ben onder de indruk hoe deze zaak over de agenda verspreid is geweest om aan ieder recht te doen. Maar niet ieders voorstel of amendement kan worden aangenomen.

De meerderheid van 2/3 is niet gering. Daarbij gaat het nooit om 'het heeft ons en de Heilige Geest goed gedacht'. Maar de meerderheid is niet marginaal.

 

We kozen niet de gemakkelijkste weg. Er kan nog ontzettend veel gepraat worden. We hebben elkaar daar nog hard voor nodig. Deputaten hebben zich gezegend geweten en willen voorzitter en moderamen bedanken. De vraag- en antwoordlijsten zijn nu op de website. De besluitteksten zijn nu definitief. Niet als laatste schans, we zijn aanspreekbaar op het Woord van God. Ook verdere theologische doordenking kan.

 

Het is een opluchting dat dit werk nu is afgesloten. Het was een bijzondere synode, heel ingrijpend. Een student was geschokt en van erg streek door het besluit maar ook in deze situatie ben je hartelijk welkom in de kerk van vandaag. Dat te aanvaarden is bijna net zo moeilijk als de erkenning destijds dat er meer ware kerken op één plaats kunnen zijn. Dat ging ook met heel veel stress en zweet gepaard.

 

Preses

Heel veel dank voor het werk van deputaten. Uw besluiten zijn niet met algemene stemmen genomen. Maar namens hele vergadering: u hebt een geweldig stuk werk verricht. Daarom applaus.

[Applaus.]

 


 

Bijlage - MVEA besluitvorming

donderdag 29 juni

 

Tijdens de synodezittingen van 15, 16 en 17 juni 2017 heeft de synode gesproken over de conceptbesluiten 2-8 van de deputaten MVEA en de daarbij behorende amendementen en tegenvoorstellen. Vervolgens is de synode tot besluitvorming gekomen. Het is de bedoeling dat we tijdens de synodezitting van 29 juni a.s. de resterende besluiten met de daarbij behorende amendementen en tegenvoorstellen bespreken om daarmee de besluitvorming over MVEA af te ronden.

 

Genomen besluiten MVEA

Hieronder zijn alle genomen besluiten op een rij gezet en opeenvolgend genummerd. Om verwarring te voorkomen is bij elk besluit aangegeven wat de nummering was op 15 juni. De genomen besluiten zijn zorgvuldig nagekeken. Op een aantal punten zijn taalkundige correcties toegepast. Op twee punten is de bedoeling meer expliciet gemaakt (nl. in grond 5 onder nieuw besluit 6 en in grond 2 onder nieuw besluit 7). Zie de bijlage bij dit document voor de details.

 

Conceptbesluiten deputaten MVEA

Verder staan de resterende conceptbesluiten van de deputaten op een rij, aangepast aan de nieuwe nummering maar steeds met vermelding van de oorspronkelijke nummering. De deputaten hebben hun voorstellen nogmaals bekeken en op onderdelen aangepast; die voorstellen vormen de basis voor de besluitvorming.

 

Conceptbesluiten Van Loon en Dijkema c.s.

Over de oorspronkelijke amendementen en tegenvoorstellen valt het volgende te melden: Van Loon handhaaft besluit 6 uit zijn besluitenreeks; dit is in de nieuwe nummering een amendement op besluit 8. Dijkema komt met een aangepaste versie van zijn voorstel. Deze voorstellen staan in ditzelfde document. N.B.: Dijkema en anderen hebben wijzigingen aangebracht in het conceptbesluit Dijkema c.s. Die wijzigingen zijn te vinden in deze versie (versie 2) van de

‘Genomen en te nemen besluiten’ is

De overige amendementen en tegenvoorstellen zijn ingetrokken.

 

Verzoek

Mochten synodeleden het voornemen hebben om amendementen of tegenvoorstellen in te dienen op de voorliggende conceptbesluiten, dan is het verzoek dat ze hun tekst zo spoedig mogelijk aanleveren zodat we zoveel mogelijk tijd overhouden voor inhoudelijke bespreking.

 

Genomen besluiten MVEA

 

Materiaal:

  1. eerste rapport deputaten MVEA – Pijnpunten rond vrouw en ambt (08-07-2016);
  2. tweede rapport deputaten MVEA - Samen dienen (01-11-2016);
  3. brief van de GK Brunssum-Treebeek (23-12-2016) waarin zij aangeeft blij te zijn met het rapport Samen dienen en het van harte eens te zijn met conceptbesluit 4;
  4. brief van de GK Sint Jansklooster-Kadoelen (13-01-2017) waarin wordt ingegaan op het rapport Samen dienen: de inzet bij de schepping van man en vrouw is mooi, maar alleen de man is naar het beeld van God geschapen en de vrouw niet; de vier ‘lagen’ zijn onjuist; het is gewenst dat de inzet van vrouwen in de kerk wordt geoptimaliseerd maar dat het onderscheid tussen man en vrouw niet wordt verdoezeld;
  5. brief van de GK Kantens (23-01-2017) waarin wordt ingegaan op het rapport Samen dienen:
    de wijze waarop in hoofdstuk 2 aandacht is voor het reliëf, is inzichtgevend en waardevol, maar het lijkt er toch op dat te sterk gewerkt wordt met een aanname van gelijkheid van man en vrouw; hoofdstuk 3 lijkt er vooral op uit om aan vrouwen ruimte te geven binnen de bestaande ambtsleer en ambtsstructuren; verruiming van het diakenambt en dan openstelling van dat ambt voor vrouwen zou een goede optie zijn; dit thema moet niet overgelaten worden aan de vrijheid van de kerken;
  6. brief van de GK Bussum-Huizen (24-01-2017) waarin als analyse van de kerkenraad wordt gegeven: het rapport Samen dienen komt tot een ander oordeel over de positie van de vrouw in de gemeente dan we tot nu toe in de GKv leerden maar gaat daarbij te summier in op de zogenaamde zwijgteksten;
  7. brief van de GK Emmeloord (26-01-2017) waarin zij vraagt dat de synode zich beperkt tot de uitspraak dat de vrouw in het ambt niet in strijd is met Gods Woord en dat een volgende synode de ambten daadwerkelijk openstelt voor belijdende zusters.
  8. aanvullend rapport deputaten MVEA (31-01-2017), als aanvulling op hoofdstuk 5 van het rapport Samen dienen;
  9. brief van de Canadian Reformed Church (24-01-2017) waarin wordt ingegaan op het hoofdstuk 2 van het rapport Samen dienen: de wijze waarop de vier ‘lagen’ worden beschreven, laat zien dat de cultuur bepalend is geweest in het rapport; 1 Korintiërs 14:33b35 en 1 Timoteüs 2:11-14 maken duidelijk dat de Bijbel geen grond geeft voor de kerkelijke bevestiging van vrouwen; het rapport geeft geen duidelijke omschrijving van wat profeteren in de Bijbel inhoudt; man en vrouw zijn gelijkwaardig, maar vrouwen moeten het gezag van hun man erkennen volgens Ef. 5:22 en in dat kader is de verwijzing naar 1 Kor. 7:4b onbehoorlijk; het is een misser dat geen aandacht wordt besteed aan 1 Tim. 3:2 en Tit. 1:6;
  10. brief van de GK Capelle ad IJssel-Noord (10-02-2017) waarin wordt gesteld dat in het rapport Samen dienen geen recht wordt gedaan aan het Woord van God: in hoofdstuk 2 laten de deputaten ten onrechte Paulus’ uitleg van Gen. 1-3 niet normatief zijn waardoor de deputaten aan de ‘gezagslijn’ te weinig recht hebben gedaan; in hoofdstuk 3 verwatert het verschil tussen het regeerambt, en allerlei diensten in de kerk;
  11. brief van de GK Spakenburg-Noord (24-01-2017) waarin gevraagd wordt om nu niet verder te gaan dan principebesluiten en pas tot uitvoering over te gaan als een volgende synode daar in grote meerderheid mee instemt;
  12. brief van de GK Veenendaal-Oost (27-02-2017) waarin zij stelt dat de lijn die de Bijbel aangeeft over het leidinggeven in de gemeente, wijst naar een rol voor de man; zij vindt dat onvoldoende is meegewogen dat Adam als eindverantwoordelijk wordt gezien bij de zondeval en dat Jezus 12 mannelijke discipelen roept; zij maakt bezwaar tegen de nieuwe formulering van de opdracht; zij pleit voor optie e, eventueel uitgebreid met openstelling van het diakenambt voor zusters;
  13. brief van deputaten BBK (15-05-2017) waarin zij het advies geven om nu niet verder te gaan dan de conclusie dat het in het licht van de Schrift verantwoord is de ambten voor zusters open te stellen en om de daadwerkelijke openstelling op zijn vroegst te laten nemen door de GS 2020;
  14. schriftelijke reactie van de VGKSA op vragen van de synodecommissie M/V en ambt (22-052017): in het rapport Samen dienen wordt de huidige cultuur dominant onder invloed van nieuwe hermeneutiek; Gen. 3:16 is op zichzelf geen vloek maar de vloek is in de manier waarop dit na de zondeval functioneert en daarom is het kunstmatig als het rapport deze tekst plaatst in de ‘laag’ van na de zondeval.

Besluit 2: reeds aangenomen

de kerken ertoe op te wekken:

  1. in onderwijs, pastoraat en diaconaat dankbaar gebruik te maken van alle gaven die de Heer zowel aan mannen als aan vrouwen geeft;
  2. zorgvuldige regelingen te treffen met het oog op de aanstelling van mannen en vrouwen in niet-ambtelijke diensten.

Gronden:

  1. Naast mannen zijn ook vrouwen op allerlei vlak actief in de gemeente zonder dat ze bevestigd zijn in het ambt van predikant, ouderling of diaken. Ze participeren in de liturgie, in de catechese en in commissies of posities in het kerkenraadswerk, soms op leidinggevende posities. De laatste jaren is die participatie steeds intensiever geworden en dat is een goede zaak.
  2. Wie in een bijzonder ambt de brede verantwoordelijkheid voor de gemeente draagt, dient daarvoor roeping te voelen, de gaven te bezitten en door verkiezing en bevestiging de volmacht van Christus Jezus bij de toewijding aan die taak te ontvangen. Dat biedt bescherming, zowel aan de ambtsdrager als aan de gemeente. Die bescherming is ook van belang als het gaat om niet-ambtelijke diensten.

Besluit 3: dit was besluit 2a; reeds aangenomen

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om volop ruimte te bieden voor de inzet van gaven van vrouwen in taakvelden zoals verkondiging, onderwijs, pastoraat, diaconaat.

 

Gronden:

  1. Onder het Oude Verbond vervulden mannen alle reguliere kerkelijke ambten van profeet, priester en koning. Ze werden daartoe gezalfd, als teken van hun aanstelling en hun toerusting. Ook waren het mannen, die tal van buitengewone kerkelijke leidinggevende functies vervulden, zoals de aartsvaders, Mozes, Jozua en de Rechters. Ten slotte vervulden de mannen de meer burgerlijke rol van oudsten. De enkele uitzondering dat vrouwen een leidinggevende (Debora, Recht. 4:4; Mirjam, Micha 6:4) of een profetische (Debora, Recht. 4:4; Hannah, 1 Sam. 2:1-10; Hulda, 2 Kon. 22:14; Maria, Luc. 1:46-55, Hannah Luc. 2:36) rol vervulden, bevestigt deze regel onder het Oude Verbond.
  2. Tegelijk tekent zich in het Oude Verbond het verhaal af van de sleutelrol, die vrouwen in de loop van de heilsgeschiedenis onder Gods volk hebben vervuld (Eva (Gen. 3:15), Sara (Gen. 17:15, 16; Tamar, Gen. 38:13 ev; Jochebed, Ex. 1:22-2:10; Rachab, Joz. 2:2-7; Deborah, Recht. 4 en 5; Ruth, Ruth 1:16, 17; Ester, Ester 4:15, 16; Maria, Luc. 1:38), het verhaal van de vrouw in Openb. 12:1-6, die dapper de dreiging van de draak doorstond. Een verhaal, vaak in schril contrast met het falen van mannen (Abraham, Gen. 12:12, 13; Gen. 20:2; Juda, Gen. 38:24; Aäron, Ex. 32:2-6; Eli, 1 Sam. 1:14; David, 2 Sam. 11 en 12; Salomo, 1 Kon. 11:1-8). Deze historie wordt door de Heer in een terugblik in Mat. 1:1-17 aan de mannelijke leiders in de kerk van toen en in die van alle eeuwen, ter waarschuwing, als spiegel voorgehouden.
  3. Zo is onder het Oude Verbond gesmacht om de komst van het Nieuwe. In het NT wordt de vervulling van dat verlangen geopenbaard. De komst van Gods unieke gezalfde, onze Heer Jezus Christus, dankzij wiens ambtsdienst en dankzij de zalving met zijn Geest, Gods volk daadwerkelijk mag zijn, wat het sinds het verbond van de Sinaï reeds heet, een koninkrijk van priesters (Ex. 19:6; 1 Pt. 2:9).
    Het is tegelijk de komst van en zalving van heel het volk met de Geest van de profetie, Hand. 1:8, 14 en 2:4, waarop Mozes hoopte (Num. 11:29) en waarvan de profeten gesproken hebben (Joël 3:1, 2). Het perspectief van de vrijheid in Christus, het heil waarin geen onderscheid meer is tussen mannelijk en vrouwelijk (Gal. 3:28). Allen zullen profeten en priesters en koningen zijn. Het Nieuwe Verbond waarin de wet op steen, de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buitenwerking is gesteld (Jer. 31:31-33; Ef. 2:15-17; 2 Kor. 3:6), omdat het, juist ook in de inrichting van de oudtestamentische ambten, niet bleek te werken (Hebr. 8:8) en als verouderd is bestempeld (Hebr. 8:13), vervangen door het Nieuwe Verbond dat gekenmerkt wordt door gelijkheid. Allen zullen de Heer kennen, iedereen van groot tot klein onder hen. (Jer. 31:34; Hand. 2: 17, 18; 1 Joh. 2:20, 27)
  4. In deze openbaring van Oud en Nieuw Testament is voor de christelijke kerk een reden tot voortdurende bezinning gelegen. Ze zal in alle eeuwen tot Jezus’ komst kritisch naar zichzelf moeten blijven kijken, naar haar inrichting van het kerkelijk leven, de functies die daarin volgens de Schrift vervuld moeten worden en naar de rol die haar mannen en vrouw en al haar leden, van de grootste tot de kleinste daarin vervullen. Ze wordt hierdoor blijvend aangespoord met het oog de invulling van de ambten kritisch te kijken naar haar Schriftverstaan.
  5. Gevolg gevend aan die roeping is de synode tot de conclusie gekomen, dat het getuigenis van de Schrift alle aanleiding geeft aan de gemeente van het Nieuwe Verbond, om mannen en vrouwen gelijkwaardig te laten functioneren in al de profetische, priesterlijke en koninklijke taken in de kerk, waar hun beider christennaam gelijkelijk van spreekt (HC, zondag 12). Verder is de synode tot de conclusie gekomen dat die plaatsen in de Schrift, waar sprake is van een apostolisch voorschrift inzake zwijgen, resp. niet leren of gezag oefenen door vrouwen, in zichzelf geen onbetwistbare grond kunnen zijn om in onze tijd en omstandigheden vrouwen categorisch uit te sluiten van het leer- en het regeerambt, omdat de exegese van deze teksten daarvoor te zeer omstreden is.
  6. Binnen deze diensten zal naast gelijkwaardigheid ook verscheidenheid tot uitdrukking komen en behoren mannen en vrouwen elkaar over en weer te aanvaarden op de plaats en in de wijze van functioneren, die met hun onderscheiden talenten gegeven is.

Besluit 4: dit was besluit 3; reeds aangenomen

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst der barmhartigheid en daardoor tot het ambt van diaken.

 

Gronden:

  1. Naar het getuigenis van het Nieuwe Testament deelden in de apostolische tijd vrouwen in de dienst van de diakenen (1 Tim. 3:11 en 5:9) en werden ze ook diaken genoemd (Rom. 16:1-2).
  2. Ook de vroegchristelijke kerken kenden het ambt van diacones. De functie komt nog altijd in enkele gereformeerde kerken voor.

Besluit 5: dit was besluit 4; reeds aangenomen

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst in het opzicht, het pastoraat en het onderwijs en daardoor tot het ambt van ouderling.

 

Gronden:

  1. De figuren van Mirjam (Micha 6:4) en Debora (Recht. 4-5) laten vrouwen in het Oude Verbond zien die in samenwerking met mannen optreden in bestuur en rechtspraak.
  2. Zij konden daartoe ook door God geroepen worden, zoals blijkt uit Micha 6:4, waar de Heer aan Israël voorhoudt: ’Ik zond … Mirjam om jullie voor te gaan’.
  3. Terwijl het Nieuwe Testament mannen als ouderen-oudsten noemt worden ook oudereoudste vrouwen opgeroepen tot voorbeeld en zielszorg (Tit. 2:3-5).
  4. Paulus’ aanduiding van Junia en haar man Andronikus als apostelen die veel aanzien genieten, Rom. 16:7, of van andere echtparen als zijn medewerkers, Rom. 16:3, en zijn vermelding van echtparen en van een broer en zus, bij wie aan huis een gemeente samenkomt, Rom. 16:5, 15, wekken de indruk dat man en vrouw in een gelijkwaardige positie samen leiding gaven in Christus’ gemeenten.

Besluit 6: 6a was besluit 5 en 6b was besluit 7; reeds aangenomen

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om behalve aan mannen ook aan vrouwen die daarvoor de gaven hebben ontvangen, preekbevoegdheid te verlenen en daartoe in de generale regeling preekbevoegdheid artikel 1 het woord “mannelijk” te laten vervallen.

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst van verkondiging en onderwijs en daarmee tot het ambt van predikant.

 

Gronden:

  1. Reeds in het Oude Testament is sprake van profetessen (Ex. 15:20,21; Recht. 4:4-7; 2 Kon. 22:14) of van profetisch optreden van vrouwen (1 Sam. 2:1-10). Ook in het NT, reeds voor de uitstorting van de Heilige Geest, lezen we over profetisch optreden van vrouwen. Te denken valt aan Maria en haar Magnificat (Luc. 1:46-55). Verder lezen we over de profetes Hanna, die zij aan zij met de profeet Simeon profeteerde ter gelegenheid van de voorstelling van Jezus in de tempel, en die de Heer ook dag en nacht in de tempel diende (Luc. 2:36-38).
  2. De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid. De apostelen en de andere leerlingen, waaronder mogelijk de vrouwen (Hand. 1:14) traden op de Pinksterdag, gezalfd door de Heilige Geest, op als Jezus’ getuigen (Hand. 1:8; 2:4-8). Ook op andere plaatsen is sprake van vrouwen die profeteren. (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).
  3. De Schriftuurlijke duiding is dat ‘iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (1 Kor. 14:3). Deze wijze waarop geprofeteerd wordt kan voor mannen en voor vrouwen gelden.
  4. Het nieuwtestamentische profeteren is wat de inhoud betreft in de gereformeerde traditie opgevat als uitleg van de heilige Schrift en door de Geest geleid toepassen op het heden, en wel in de prediking
  5. Hoewel er veel onzekerheid is rond de precieze uitleg van het apostolisch voorschrift inzake zwijgen, laat vergelijking van 1 Kor. 14:34 met 1 Kor. 11:5 en 14:26 zien dat dit voorschrift in ieder geval niet opgevat kan worden als een absoluut verbod tot (s)preken in de eredienst.

Besluit 7: dit was besluit 8; reeds aangenomen

ruimte te geven aan de plaatselijke kerken om zelf te bepalen of en zo ja op welke wijze en wanneer ze in de lijn van deze besluiten willen handelen.

 

Gronden:

  1. Het is aan iedere kerk om te bezien hoe de gaven die aan haar gemeenteleden zijn gegeven kunnen worden ingezet om de gemeente verder te brengen op weg naar Gods koninkrijk.
  2. Iedere kerk dient dus een eigen bezinningsproces te doorlopen en zelf tot een besluit te komen of en zo ja op welke wijze en wanneer ze in de lijn van deze besluiten wil gaan handelen.

Conceptbesluiten deputaten MVEA

 

Besluit 1:

aan deputaten MV en ambt decharge te verlenen.

 

Grond:

deputaten MV en ambt hebben de hun door de Generale Synode van Ede verstrekte opdracht naar behoren uitgevoerd.

 

Besluit 8: dit was besluit 9

de kerken op te roepen zich nader te bezinnen op de vraag hoe recht kan worden gedaan aan de verschillen tussen man en vrouw in de vervulling van taken en ambten in de gemeente.

 

Gronden:

  1. De Bijbel spreekt zowel over de gelijkwaardigheid van als over het onderscheid tussen man en vrouw, en de daarmee gegeven eigen plaats die beiden hebben tegenover God, in het huwelijk en in de gemeente. In onze sterk op gelijkheid gerichte cultuur verdient dit aspect speciale aandacht.
  2. De Bijbel waarschuwt er herhaaldelijk voor, dat man en vrouw niet in elkaars plaats treden of elkaar overheersen (1 Pet. 3:7, 4:15, 5:3; 1 Tim. 2:8-15; 1 Kor. 14:34-35, 3 Joh. : 9).

Besluit 9: dit is besluit 10 uit de besluitenreeks van 15 juni

de besluiten over MV en ambt toe te zenden aan de zusterkerken in het buitenland.

 

Grond:

Meerdere zusterkerken in het buitenland hebben schriftelijk gereageerd op de rapportage van de deputaten en/of deelgenomen aan het overleg over die rapportage tijdens de buitenlanddagen van de synode.

 

Besluit 10: dit besluit komt in plaats van besluit 11 uit de besluitenreeks van 15 juni

deputaten M/V in de kerk te benoemen met de volgende opdrachten:

  1. de besluiten over het samen dienen van mannen en vrouwen toelichten in plaatselijke kerken en classes;
  2. materiaal verzamelen en ontwikkelen ten dienste van het bezinningsproces in plaatselijke kerken en classes;
  3. adviezen geven bij knelpunten met betrekking tot de genomen besluiten (in samenwerking met de deputaten kerkrecht);
  4. adviezen geven met betrekking tot de bevestiging van mannen en vrouwen in nietambtelijke diensten (in afstemming met de deputaten eredienst);
  5. inventariseren of en hoe de plaatselijke kerken en classes handelen in de lijn van de genomen besluiten (in samenwerking met het Praktijkcentrum).

Gronden:

  1. De genomen besluiten vragen om een zorgvuldige communicatie naar de kerken.
  2. Er is al veel materiaal beschikbaar in de vorm van rapporten aan de synodes van 2008, 2011, 2014 en 2017, maar het is goed een samenhangend pakket aan materiaal te ontwikkelen ten dienste van de kerken.
  3. De genomen besluiten over het samen dienen van mannen en vrouwen hebben een grote impact en worden heel verschillend ontvangen. Daarom is het goed dat de kerken en hun leden een adres hebben voor advies met betrekking tot de genomen besluiten.
  4. Nu het in de vrijheid van de kerken is gelaten of en hoe zij handelen in de lijn van de genomen besluiten is het goed om een overzicht te krijgen van de wijze waarop de plaatselijke kerken met de besluiten omgaan.

Besluit 11:

aan deputaten MV in de kerk voor de periode 2018-2020 een budget toe te kennen van in totaal € 20.500.

 

Conceptbesluit Van Loon

 

amendement op besluit 8 (was in de oorspronkelijke reeks besluit 6):

  1. de kerken op te roepen zich nader te bezinnen op de vraag hoe recht kan worden gedaan aan de verschillen tussen man en vrouw in de vervulling van taken en ambten in de gemeente en daardoor recht te doen aan de apostolische waarschuwingen (1 Pet. 3:7, 4:15, 5:3; 1 Tim. 2:8-15; 1 Kor. 14:34-35, 3 Joh. :9);
  2. de nieuw benoemde deputaten man/vrouw in de kerk opdracht te geven dit proces te faciliteren en hierbij in samenwerking met deputaten BBK ook de buitenlandse zusterkerken te betrekken.

Gronden:

  1. De Bijbel spreekt zowel over de gelijkwaardigheid van man en vrouw, als over de eigen plaats die beiden hebben tegenover God. In onze sterk op gelijkheid gerichte cultuur verdient dit aspect speciale aandacht.
  2. Er is onvoldoende eenstemmigheid binnen de kerken over de vraag of de Schrift ten diepste ons al dan niet een scheppingsordening leert met bepaalde daaruit voortvloeiende onderscheiden taken voor man en vrouw; het feit dat deputaten aangeven dat er verlegenheid is rond de koppositie van de man en het niet lukt deze materieel in te vullen, duidt eveneens op een nog niet afgerond bezinningsproces; daarom zijn we geroepen ons hierop te blijven bezinnen.

Conceptbesluit Dijkema c.s.

 

Besluit (op te nemen als laatste besluit):

aan de kerken een brief te sturen van de volgende inhoud:

 

De synode heeft er behoefte aan om zich na deze reeks van besluiten tot de kerken te richten met een begeleidende brief.

We willen daarin graag iets vertellen over de achtergrond van de genomen besluiten, van hoe we daar als GS mee om zijn gegaan en onze hoop uitspreken dat we als kerken daarin met Gods hulp onze weg kunnen vinden.

 

Voorgeschiedenis

In 2005 (Generale Synode van Amersfoort-Centrum) kwam het thema ‘Vrouwen in de kerk’ voor het eerst op de tafel van de synode terecht.

Aanleiding was een brief van de kerkenraad van de GKv Voorthuizen - Barneveld. Daarin stelde de kerkenraad aan de orde dat het thema ‘vrouw en ambt’ in het contact met de NederlandsGereformeerden vragen met zich meebracht, die “door ons ook niet op eenvoudige wijze te voorzien zijn van Bijbelse antwoorden”. Verder signaleerde deze kerkenraad: “We hebben te maken met een langzamerhand gegroeide praktijk van zusters die hun gaven in de gemeente inzetten zonder dat er een duidelijke Bijbelse verantwoording aanwezig is. Bij nadere studie duiken al snel ingewikkelde exegetische en hermeneutische vraagstukken op; het is een taak die onze krachten te boven gaat. Bovendien denken wij dat deze zaak het plaatselijk belang overstijgt.”

De GS besloot toen op voorstel van de PS Gelderland een deputaatschap ‘vrouwen in de kerk’ in te stellen met de opdracht:

Dat was het begin van het proces dat leidde tot de besluitvorming nu, anno 2017.

 

We vermelden kort de tussenstappen.

In 2008 verscheen een eerste rapport, dat veel basisinformatie bevatte. Op basis van literatuurstudie en empirisch onderzoek constateerden deputaten dat er meerdere argumentatielijnen rond dit thema speelden en dat de opvattingen hierover binnen de kerken verschilden. Het toenmalige deputaatschap stelde voor om zowel via fundamenteel onderzoek als door in gesprek te blijven in de kerken dit thema blijvend te agenderen. Het volgende deputaatschap (2011) publiceerde een handreiking en rapporteerde over het gebruik hiervan in de gemeenten; als theoretische studie verscheen het boek Als vrouwen het woord doen van Myriam Klinker-de Klerck, 2011. Een nieuw deputaatschap werd benoemd dat een traject richting besluitvorming zou voorbereiden. In 2014 concludeerde de meerderheid van deze deputaten dat de visie dat naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen, past binnen de bandbreedte van wat als schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld. De discussie op de synode leidde niet tot een beslissing, maar richtte zich met name op cultuur, hermeneutiek en ambt. De synode stelde twee nieuwe deputaatschappen in, één voor het gesprek in de kerken en een studiedeputaatschap.

Dit studiedeputaatschap Man Vrouw en Ambt heeft als taak opgepakt een doordenking van de ambtsleer met het oog op de rol van de vrouw in de kerk in onze tijd en cultuur.

In juli 2016 is een eerste rapport gepubliceerd waarin de pijnpunten rond vrouw en ambt zijn beschreven en waarin nadrukkelijk is ingegaan op de beide lijnen die in de Bijbel zichtbaar zijn (de lijn die laat zien dat vrouwen wordt gevraagd te zwijgen en de lijn die ruimte biedt aan profeteren en leren door vrouwen). Met dit rapport wilde het deputaatschap de kerken oproepen om een geestelijk proces te starten van zoeken naar een gezamenlijke koers voor dit vraagstuk. Hierin is samengewerkt met het deputaatschap Man Vrouw in de Kerk, dat de rol van vrouwen in de plaatselijke kerken inventariseerde en het proces in de kerken begeleidde door middel van gespreksavonden in plaatselijke gemeentes en regionale bezinningsavonden.

In zijn (of: het) tweede rapport ‘Samen dienen’ verwoordde het deputaatschap MVEA zijn bevindingen over: de Bijbel over vrouwen, de Bijbel over ambten, de ontwikkeling van het ambt, de praktijk in onze kerken en de inzichten uit binnenlandse en buitenlandse zusterkerken.

 

Waarom is dit onderwerp actueel?

De GS Meppel 2017 is in haar besprekingen zich steeds bewust geweest van m.n. de urgentie van de vraag die de kerk te Voorthuizen – Barneveld al aan de orde stelde:

er is een gegroeide praktijk van toenemende inzet van onze zusters en hun gaven in de gemeente in allerlei taken. Zusters voeren taken uit in pastoraat, leidinggeven en onderwijs, die vroeger alleen door ambtsdragers werden uitgeoefend. Dit roept een spanningsveld op tussen de ambtsleer en de praktijk in de gemeente.

Tegelijk stond ons als afgevaardigden voortdurend voor ogen dat er veel verschil van mening is over dit thema. Dat is de situatie waarin we ons bevinden als kerken, we proefden het in de diverse ingezonden brieven vanuit de kerken, we kwamen het tegen in intense ontmoetingen met afgevaardigden van zusterkerken uit de wereld tijdens de zgn. ‘buitenlanddagen’ en wij hebben in onze vergaderingen geworsteld met diezelfde verschillen van inzicht.

Er is gediscussieerd over ambtsleer, hermeneutiek, zwijgteksten en de verschillende rollen van mannen en vrouwen.

Alternatieve besluiten zijn overwogen, bijvoorbeeld een opzet vanuit een bijbelse lijn van gelijkwaardigheid en verschil, of een voorstel om wél het ambt van diacones te introduceren en vrouwen preekconsent te geven vanuit een bezinning op het gegeven van ‘profetie in de gemeente’, maar de ambten waar de eindverantwoordelijkheid ligt (dus de ambten van ouderling en predikant) voor te behouden aan mannen.

 

Uiteindelijk riep de synode in een eerste besluit over deze materie de kerken op om zorgvuldige vormen te vinden voor het optreden van mannen en vrouwen in niet-ambtelijke diensten. Dit geeft vorm aan waardering en erkenning van door de Geest gegeven gaven aan vrouwen, die zij op vele manieren in de gemeenten inzetten.

Verder sprak de synode uit dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot het ambt van diaken, ouderling en predikant.

Deze besluitteksten verwoorden dat náást de visie van velen dat (bepaalde) ambten aan mannen zijn voorbehouden op grond van Schriftuurlijke argumentatie, er nu óók ruimte is voor de visie dat vrouwen tot deze ambten kunnen worden geroepen. We hebben niet gemakkelijk willen berusten in de verschillende duidingen van de teksten. Vele inhoudelijke afwegingen over wat de Bijbel zegt zijn daaraan voorafgegaan en vonden ook hun plek in de gronden bij deze besluiten.

Op een aantal punten vonden we elkaar, maar er was ook blijvend verschil van inzicht, met name wat betreft het roepen van vrouwen tot het ambt van ouderling en predikant. Dit weerspiegelt de situatie in de kerken.

 

Kerken nu aan zet

Verder besloot de synode ruimte te geven aan de plaatselijke kerken om zelf te bepalen of en zo ja op welke wijze en wanneer ze in de lijn van deze besluiten willen handelen. Het is nu aan de kerken de synodebesluiten te bespreken, en om te gaan met wat er in de gemeente leeft. Is er draagvlak in de gemeente voor openstelling van de ambten voor zusters? Voelen vrouwelijke gemeenteleden zich geroepen tot een ambt? Hoe hier verder praktisch mee om te gaan?

 

Deputaatschap

Om dit proces te faciliteren besloot de synode opnieuw een deputaatschap Man Vrouw in de Kerk in te stellen om gemeenten en classes hierin te ondersteunen, te onderzoeken wat er leeft in de kerken na de onderhavige besluitvorming en hierover te rapporteren aan de volgende synode.

 

Bede

De synode is zich bewust, dat de besluiten die zij genomen heeft over de vervulling van de ambten door vrouwen, in de kerken heel verschillend worden ontvangen. Al sinds jaren bestaat er over dit onderwerp verschil van inzicht in onze kerken. Gevolg daarvan kan zomaar zijn, dat standpunten onopgeefbaar worden, ongeacht de argumenten die daartegen worden aangevoerd.

Daarom doet de synode een dringend beroep op de kerken en haar leden om de besluiten die zij heeft genomen en de bijbehorende gronden in christelijke welwillendheid te ontvangen en bij een geopende bijbel voor Gods aangezicht zorgvuldig te overwegen.

Intussen is de synode zich bewust dat ook deze benadering van haar besluiten niet als vanzelf tot overeenstemming zal leiden over het onderwerp van de openstelling van de ambten voor vrouwen. Daarmee ontstaat een situatie in onze kerken, waarin er van gemeente tot gemeente een verschillende praktijk ontstaat ten aanzien van de vervulling van de ambten.

Met het oog daarop wil de synode een appel op de kerken en haar leden doen, hieraan niet als vanzelf consequenties te verbinden voor het lidmaatschap van onze kerken of de plaats binnen ons kerkverband. Laten we gehoor geven aan het appel van de apostel Paulus om de eenheid die de Geest ons in Christus geeft, te bewaren door de samenbindende kracht van de vrede (Ef. 4:3). Laten we in het besef dat wij nog door spiegel in raadsels zien en ons kennen onvolkomen is (1 Kor. 13:12), samen met alle heiligen de lengte, de breedte, de hoogte en de diepte trachten te begrijpen en de liefde van Christus, die alle kennis te boven gaat, opdat wij mogen volstromen met Gods volkomenheid (Ef. 3:18, 19). Totdat wij eenmaal allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus (Ef. 4:13).

 

‘Vrede zij met de broeders en zusters, en liefde en geloof, van God de Vader, en van Jezus Christus, de Heer. Genade en onvergankelijkheid zij met allen die onze Heer Jezus Christus liefhebben.’ (Ef. 6:23, 24)