Printen

GS Meppel Verslag 10 – Vrouw in ambt 2

 

D.J. Bolt

10-06-17

 

Op vrijdag 2 juni 2017 boog de generale synode zich opnieuw publiek over de zaak van de vrouw in het kerkelijk ambt. De synode besloot op deze dag een extra meningsvormende fase in te lassen, gezien de vele vragen die nog leefden.
Op 15 juni a.s. zullen besluiten worden genomen, zo is de bedoeling.
 


 

Vrouw in ambt

 

Ds. Dreschler opent de vergadering op christelijke wijze. Hij spreekt n.a.v. 1Tim. 2: 8-15.

 

Preses

Ik heet de deputaatschappen welkom:

 

M/V in de kerk (MVIK)

M/V en ambt (MVEA): (enkele leden komen wat later)

MV IN DE KERK

 

MVIK - Zr. Wijnalda

Begonnen in 2015, zijn er m.n. in 2016 veel activiteiten, in gemeenten en regio's georganiseerd.

Kwalitatief onderzoek is gedaan in 13 gemeenten, grote, kleine, missionaire, stads- en dorpsgemeenten.

Aan de interviews deden kerkenraadsleden en vrouwen mee. Er kwamen een veelheid van argumenten en meningen aan de orde. Een groot deel weet het niet of gaat op zijn gevoel af.

De jeugd ontbrak vaak in de onderzoeken en was bij interviews ook veelal afwezig. Maar een enkeling kwam naar de avonden. Jongeren hebben niet een heel duidelijke mening. Ze begrijpen niet waar het over gaat.

 

Documentatie is er zelden over de vele taken die vrouwen doen. Vrouwen zijn blij met de taken die ze doen. Wel ervaren ze hypocrisie, want ze doen (ook) taken die bij het ambt horen, bijvoorbeeld een vrouwelijke scriba die meestemt. Of een zuster die besluiten voorbereidt en die zonder meer overgenomen worden door de kerkenraad.

 

Aan het kwantitatief onderzoek heeft driekwart van de gemeenten meegedaan. Er is maar weinig nieuws uitgekomen. Vrouwen doen veel, maar zelden in een officiële positie. Er is de laatste jaren op dit gebied veel veranderd. In 15% van de gemeenten is er sprake van beleid hierin.

 

Er zijn veel gemeentevergaderingen gehouden. De avonden verliepen in goede sfeer. Gesprekken werden gevoerd zonder te oordelen. Geen discussie en dat vonden de mensen heel prettig. Wel waren er emoties. Bijvoorbeeld een man die met tranen in ogen zich afvraagt hoe het kan dat zo ineens anders over de Bijbel wordt gedacht. Er zit een stukje angst.
Anderen zijn verwonderd waarom het allemaal zoveel tijd moet kosten. Vrouwen voelen de nieuwe benadering als bevrijdend. Want vrouwen voelen zich achtergesteld, ze worden wel gevraagd voor zusterwerk, schoonmaken. Er is een soort onveiligheid, ook discriminerend gedrag bijvoorbeeld door een opmerking dat vrouwelijke ambtsdragers niet praktisch is want dat geeft moeite bij zwangerschap.
Opvallend is dat beide partijen teruggrijpen op de Bijbel, die serieus nemen.

 

Op de regioavonden van MVEA was er veel opkomst, tweemaal zoveel als gepland. Mensen vonden het prettig meegenomen te worden door het deputatenrapport. Ze kwamen er daardoor met een betere, duidelijker mening uit en toonden beter begrip. Het was prettig om over te praten en daarbij niet weggezet te worden.
Het rapport is ontvangen als goed en grondig, het werd als een bevrijding ervaren.

De gespreksronden waren spannend, de stellingen raakten de harten. Luisteren bleek moeilijk, daar moet in geoefend worden. Maar men ziet m.b.t. de vrouw in het ambt geen reden om de kerk te verlaten.

 

Er zijn ontzettend veel verschillende meningen. Maar de sfeer bleef goed ook als de meningen ver uiteen lagen. Men wilde zich blijven inzetten voor eenheid, en niet elkaar bekogelen. Soms was er te weinig leiding aan vergaderingen, m.n. ook doordat predikanten buiten beeld wilden blijven.

Het werk had nog langer voortgezet kunnen worden. Er zijn kerken die het nu pas op de agenda zetten. De mensen zijn nu opgewarmd. Er zal discussie komen over de uitslag. Hoe dan ook zal er een vervolg van het werk moeten komen. Bijvoorbeeld in de vorm van een adviespunt voor gemeenten?

 

De noodzaak van een keuze is toch geen vraag meer? Het kan zó niet nog langer voortsudderen. Er is ongelijkheid tussen de leer en de praktijk. Teveel ambtsdragerarbeid wordt al door vrouwen gedaan.

De jeugd begrijpt het ook niet meer. Het is voor hen geen issue. En GKv Utrecht-NoordWest wilde niet langer wachten. Dat is ook m.n. in missionaire kerken het geval. Hoe zal het dan gaan in de classis, enzovoort? Zal men daar deze vrouwen accepteren?

 

Die constructie van een kleine kernkerkenraad (mannen) onder een 'gewone' kerkenraad (mannen en vrouwen) is krom, een schijnoplossing. Daarmee wordt vrouwen geen recht gedaan, want ze worden weer uitgesloten van taken. Zie daarvoor Ineke Baron, die eigenlijk gewoon predikant is. Gaat u die kromme redeneringen volgen?

 

Er is nu al een soort moeheid m.b.t. onderwerp. Moeten we dan nog weer een paar jaren wachten? Men verwacht een duidelijke keuze. Zie ook de samenwerking met de NGK, daar zijn vragen over.

Het is zorgelijk dat de conservatieven zich wat teruggetrokken hebben en dat nu pas een punt is gekomen waarop we met elkaar spreken.

 

Preses

Helder verhaal en ook confronterend.

 

BESPREKING - Ronde 1
 

[Zie voor de conceptbesluiten Bijlage 1 en ook 2]

 

Br Feenstra

Na lange tijd zijn er in veel gemeenten bezinningstrajecten gestart. Maar ook in veel niet. Welke van deze bewering is het sterkst? Wat is het percentage van kerken dat gereageerd heeft?

 

Uit contacten blijkt dat men met de materie aan de slag wil maar niet weet hoe. Gaat er hulp geboden worden bij de implementatie? Er is veel begeleiding nodig nadat besluiten zijn genomen. Hebt u dit financieel niet veel te krap begroot?

 

Br. Van der Eijk

Ik heb enorm veel waardering voor het deputatenwerk.
Wat is de urgentie van het maken van een keus, van de vrouw in het ambt? Als dat niet gebeurt, wordt dat dan ook als een goede zaak aanvaard of gaat het escaleren?

 

Wat betekent het dat het rapport stelt dat als de ambten niet opengesteld worden 'dan de praktijk teruggedraaid moet worden'? Is daarover belangrijke inbreng geweest vanuit de gemeenten?

 

Ds. Kramer

Het onderwerp leeft wel onder de jongeren want op de catechisaties wordt gevraagd om uitleg. Ik proef onder de jeugd een zeker keerpunt: 'het staat gewoon in de Bijbel dus het mag niet'.

 

Ds. Basoski

Het gesprek is nog niet op gang gekomen. Toch is er urgentie gemeld om een keuze te maken. Hoe verhouden die twee zich? Als een keuze gemaakt is, hoe verloopt het traject daarna? Welke tips hebt u daarvoor?

 

Br. Van den Berg

Er is veel variatie in de bestuursmodellen in de kerken. Moet er een herindeling komen?

 

Ik ben het eens met voortzetting van het deputatenwerk. Als we een besluit nemen is dat een groot markeringsmoment in onze kerken. Mijn voorstel het MVIK deputaatschap te stoppen, gezien ook dat binnen het deputaatschap verschillen van inzicht leven, en een nieuw deputaatschap de implementatie laten verzorgen. De kerken moet uitgelegd hoe het besluit tot stand is gekomen en ook hulp geboden worden.

 

Br. Van der Tol

De praktijk mag het principe niet aan de kant schuiven. We moeten er wel over praten en niet de kop in het zand steken.

 

Vrouwen vinden openstelling van de ambten een bevrijding. Dat is mooi, maar waar word je dan van bevrijd? Gaat het wel om een geestelijke bevrijding? Is het wel geestelijk spreken als termen als 'onderdrukking' worden gebruikt? Waar leef je dan uit?

 

Een vrouwelijke scriba kan ik me wel voorstellen. Maar mannen maken zich het daar wel makkelijk mee. Hebben jullie een uitsplitsing van de taken gemaakt die wel/niet specifiek tot de ambten behoren?

 

Waarom kon Utrecht-NoordWest niet wachten? Immers, 'zij die geloven haasten niet'. Wat zegt dit over het geestelijk leven daar?

 

Openstelling van alleen het diakenambt wordt niet voldoende geacht. Het is kennelijk nooit genoeg. Wat is precies de rol van de Bijbel hierin, is daar wel over gesproken?

 

Ds. Van Dijk

Waarom toch moet er een besluit komen als het gesprek nog niet klaar is?

En om welke 'bevrijding van vrouwen' gaat het eigenlijk?

 

Wat zijn die 'behoudende krachten die zich wat terugtrekken', om welke organen gaat het? En welke motieven hebben hen daartoe bewogen?

 

MVIK – Zr. Wijnalda

Er is veel verschil per gemeente, sommige zijn net begonnen met bezinnen, andere zijn toe aan het openen van de ambten, hebben hun keuze al gemaakt. Het is moeilijk om hier getallen aan te hangen.

 

Het budget is prima toereikend. Het gaat om reiskosten en onderzoek doen. We verwachten geen extra onderzoek meer. Misschien wel bijvoorbeeld een bijbelstudieproject.

 

Er is veel onduidelijkheid over de vrouw in het ambt. Denk ook aan de relatie met de NGK. Welke uitslag er ook komt als er maar duidelijke lijnen zijn uitgezet.

 

Eventueel terugdraaien van taken die nu vrouwen uitvoeren, wordt niet zo duidelijk gezegd. Wel vindt men het hypocriet dat bijvoorbeeld vrouwelijke pastoraal-werkers wél het werk van ouderlingen mogen doen maar niet hun status krijgen. M.n. de jeugd prikt daar duidelijk doorheen.

 

Het leeft wel bij jeugd. Ze vraagt zich af waarom de vrouw in het ambt een punt is. Maar meestal besteden ze er weinig tijd aan. 'Het staat in de Bijbel'?, ja, maar dan moet je deze uitspraak ook bij meer zaken toepassen.

 

In veel gemeenten is het gesprek op gang gekomen. Maar enkele gemeenten lopen ver voorop. Er zijn al verschillende gemeenten met de vrouw in het ambt. Als er nu geen sturing komt maakt iedereen hierin zelf zijn keuze en wordt de situatie onhoudbaar.

 

We hebben geen concrete ideeën voor begeleiding. Dan moet je weten wat er speelt in de gemeenten. Begeleiding is nodig, want ook predikanten weten het niet. Er moet een aanspreekpunt zijn, gemeenteavonden georganiseerd. Maar er zijn ook gemeenten die dat wel zelfstandig kunnen doen.

 

Met bestuursmodellen hebben we bewust niets mee gedaan, dat is een zaak van MVEA.

 

Hoe een volgend deputaatschap dit moet voortzetten weet ik nu niet..

 

Als de praktijk niet bij het principe past dan moet je ook nadenken over het principe.

 

Bevrijding is geestelijke bevrijding. Het gaat om erkenning van het werk van vrouwen op die zelfde plek als mannen. En om erkenning van de gaven van God en dat in de breedte van de kerken.
Willen uitsplitsen van taken komt neer op om de hete brij heenlopen. Het gaat om onrecht. Er moet een duidelijke keuze worden gemaakt, of de praktijk terugdraaien.

 

Utrecht-NoordWest heeft goede bedoelingen. Ze lopen inderdaad voor de club uit, maar de urgentie kan ook heel hoog worden. Dat is nu eenmaal een feit. In Blija is het misschien minder urgent, maar met al die nieuwe leden in Utrecht ligt het anders.

 

Ieder neemt de Bijbel voluit serieus. Het gaat niet om doordrukken. Maar wel om de overtuiging dat er onrecht wordt gepleegd. En dat teksten van 2000 jaar geleden anders uitgelegd kunnen worden. Als we verder gaan, moeten we op God vertrouwen dat het wel goed komt.

 

Ik ga geen uitspraken doen over welke instanties niet meewerkten. Sommige kerken wilden het gesprek zelf organiseren. Maar vaak waren mensen tégen de vrouw in het ambt niet te horen of afwezig. Ze gingen het gesprek uit de weg. Dat is pijnlijk, maar daar was geen oplossing voor. Wel verscheen er documentatie van bezwaarden maar het kwam niet tot een gesprek.

 

Preses

We zijn dankbaar voor dit verhaal en willen het hierbij laten. Het heeft geholpen voor the case for action.

 

BESPREKING - Ronde 2

 

Ds. Basoski

Ik zie de MVIK voorstellen nu voor het eerst.

Komt er na dit deputaatschap nog weer een nieuw deputaatschap?

 

Moderamen - Ds. Harmannij

Het is nog niet duidelijk welk besluit t.a.v. de vrouw in het ambt wordt genomen. Er kan daarna nog wel weer een deputaatschap worden ingesteld. Dan zien we wel welke mannen en vrouwen daarvoor nodig zijn. Dus op dit moment niet.

 

STEMMING

Besluiten met algemene stemmen aangenomen.

 

MV EN AMBT

 

Preses

We gaan nu de bespreking van man/vrouw en ambt verder bespreken.

Br. De Haan van de voorbereidingscommissie geeft een toelichting op de behandelingswijze.

 

Commissie - Br. De Haan

Op 19 mei is de eerste bespreking van het onderwerp geweest. De volgende bespreking zou over de besluiten gaan. Maar 26 synodeleden gaven aan daarvoor nog niet klaar te zijn en nog niet alles te hebben ingebracht. Zij willen er in een meer 'intieme sfeer' over doorpraten en zo mogelijk een breder draagvlak creëren voor een samenbindend besluit. Er was dus nog een tussenstap gewenst. Daarvoor zijn twee ingrediënten nodig:

Maar ook andere onderwerpen mogen vandaag aan de orde komen.

We gaan daarom in groepen met elkaar in gesprek en wisselen na het eerste gesprek allemaal van groep. Voor elk groep is een gespreksleider beschikbaar die als enige rapporteert in de synodevergadering. Wel moet zijn samenvatting de instemming van de groep hebben.

Als samenvattingen zijn gemaakt en gepresenteerd kan er in een open ronde nader worden toegelicht, amendementen voorgesteld of opmerkingen gemaakt.

 

De gesprekken zullen worden gevoerd a.d.h.v. stellingen die door de deputaten zijn geformuleerd. Maar ze mogen aangepast en uitgebreid worden. Het zijn er veel en zullen niet allemaal in alle groepen kunnen worden besproken. Sommige stellingen kunnen wellicht gelijk afgetikt worden.

 

Vindt u deze werkwijze goed?

 

[Niemand is tegen. Vijf groepen synodeleden zijn ingedeeld door de commissie. Gespreksleiders worden [of waren?] aangewezen. Ook de deputaten MVIK en MVEA werden bij de groepen ingedeeld en hadden spreekrecht.]

 

Preses

Gasten en de pers mogen toehoorders zijn bij de groepen. Het gaat niet om een Poolse landdag voor de vrouw in het ambt maar om een bespreking van de synode om zo heen te werken naar een oordeel.

 

Br. Van der Tol

Kom er ook een evaluatie van deze dag?

 

Commissie – Br. De Haan

Dat kunnen we doen.

 

Preses

Ideeën van Van der Tol kunnen naar De Haan.

 

BESPREKING VAN STELLINGEN 'WAARDERING'

 

Stellingen over de waardering van de situatie van nu

  1. In het merendeel van onze gemeenten dienen vrouwen niet in de ambten, maar vervullen zij allerlei taken op het gebied van onderwijs en catechese, leiding en bestuur, pastoraat en diaconaat. In enkele gemeenten zijn zij toegelaten tot een of meerdere ambten
     
  2. Rond de taakgebieden leiding en bestuur, onderwijs, pastoraat en diaconaat vervullen begaafde vrouwen taken met een grote mate van verantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente. (denk aan geestelijk verzorgers, pastoraal bezoekers/werkers, bestuursteam/beleidsteam)
     
  3. In een minderheid van de gemeenten vloeit de huidige taakverdeling voort uit beleid en worden mannen en vrouwen in deze taken bevestigd. In een meerderheid van de gemeenten is verlegenheid rond de ontstane situatie.
     
  4. Tot begin deze eeuw was het ambt een exclusief kanaal om officieel kerkenwerk te doen. Dat is veranderd doordat een spectrum aan taken vervuld wordt door niet-ambtsdragers. Doordat de ambtsleer bij die ontwikkeling achterbleef laat de vrijmoedigheid waarmee we begaafde vrouwen de ruimte geven voor kerkenwerk ons in de steek zodra het over het bijzondere ambt gaat.
     
  5. In onze gemeenten en ter synode wordt de inzet van begaafde vrouwen in de gemeenten met dankbaarheid ontvangen en herkend als geschenk van God aan de gemeenten.
     
  6. Daarmee is het urgent geworden dat de synode duidelijkheid verschaft over de positie van mannen en vrouwen die taken uitvoeren die voorheen vielen onder het ambt.

MVEA – Zr. Haan

De belangrijkste stelling is 4. In de afgelopen 60 jaar zijn taken verschoven van het ambt naar de gemeenten, vrouwen doen zelfs tuchtgesprekken. Weliswaar niet overal maar het ambt is wel uitgehold. Het zit ook niet in de naam maar in de taken van het ambt.
Onze kerkelijke visie is niet meegegroeid. Daardoor is er onhelderheid ontstaan en is er een urgentie om een koers te kiezen.

 

STELLINGEN WAARDERING – Selectie

 

[Br. De Haan leest de stellingen voor en licht de methode toe.

Er wordt getracht een selectie van de meest significante stellingen te maken die besproken gaan worden in de groepen. De synodeleden kunnen aangeven welke stellingen zij daarvoor willen behouden uit de lijst.


Kritiek is er op de kwalificatie begaafde vrouwen in de stellingen. Aangegeven wordt dat God ook vrouwen met minder gaven wil gebruiken in zijn kerk. Iedereen mag mee doen. En verder leidt het hebben van begaafdheid niet automatisch tot een goddelijke roeping. Dat lijkt teveel door elkaar te gaan lopen (ds. Van Dijk).


De stellingen 4 en 6 blijven over en gaan besproken worden.]

 

STELLINGEN WAARDERING – Groepsbespreking 1 en 2

 

[De stellingen worden in vijf groepen besproken waarbij de deelnemers na een afgesproken tijd wisselen met andere groepen voor een tweede ronde van bespreking.
Aangegeven was dat toehoorders niet tijdens de besprekingen in een groep van groep mochten wisselen. Er kon dus ook maar heel beperkt worden waargenomen. Daarom zien we af van verslagen van de groepsdiscussies en beperken ons tot wat plenair en publiek werd besproken.]

 

BESPREKING VAN STELLINGEN 'ROND DE AMBTEN'

 

Stellingen rond de Ambten

  1. Een Bijbelse ambtsleer neemt zijn uitgangspunt met de apostolische brieven in de gemeente als lichaam van Christus (Ef 4,11-16). (itt de RK ambtsleer die start bij het ambt)
     
  2. Christus gebruikt ambtsdragers als hulplijn (dus niet als bemiddeling, RK) van de Geest tussen Hem en de gemeente (naast de directe lijn van de Geest naar de gemeente toe).
     
  3. Ambtsdragers zijn gaven van de Geest aan de gemeente (1 Cor. 12: 28-29), bedoeld om de gemeente te doen functioneren (Ef 4: 12).
     
  4. Met het ambtelijk gezag wordt bedoeld het gezag van het Woord. (2 Kor 2,17)
     
  5. Het NT kent een staalkaart aan taken en functies, maar gebruikt nergens het woord ambt. Het enige ambt dat als een normatieve trend in het NT naar voren komt is dat van oudste (Hand. 14: 23, Titus 1:5).
     
  6. De zwijgteksten zijn niet gerelateerd aan de ambten, maar aan de onderlinge verhouding manvrouw. Toch gebruiken we deze teksten om vrouwen van de ambten uit te sluiten.
     
  7. De bijbel verbindt het dragen van het ambt aan persoonlijke voorschriften met betrekking tot een heilig leven, voorschriften waaraan zowel mannen als vrouwen kunnen voldoen (1 Tim 2, Titus 1)
     
  8. In de bijbel en in de kerkgeschiedenis werken ambtsdragers in gezamenlijkheid aan de opbouw van de gemeente. Zo wordt overheersing door de enkeling uitgesloten en wordt het gezag gedragen door het collectief.
     
  9. In de gezamenlijkheid van het ambt kunnen mannen en vrouwen in hun onderlinge verhouding functioneren en zo samen het beeld-van-god-zijn representeren.
     
  10. Het ambt is meer dan een taak. Het ambt komt voort uit een innerlijke en een externe roeping, namelijk de roep door de gemeente die in geschonken gaven de leiding van Gods Geest ziet.
     
  11. Wanneer de gemeente iemands roeping bevestigd, wordt daarmee door de gemeente de volmacht van Christus verleend, waardoor iemand zijn gaven kan inzetten in het ambt.
     
  12. De bevestiging in het ambt komt met een gelofte en toewijding in liefde, tijd en kracht. Ambtsdragers zijn aanspreekbaar op deze gelofte aan God en zijn gemeente.
     
  13. De verlegenheid rond vrouw en ambt gaat niet om de vraag of vrouwen van de Geest gaven hebben ontvangen die in de gemeente ingezet mogen worden, maar of daaraan de volmacht tot optreden met ambtelijk gezag verbonden kan worden.
     
  14. Het kerkelijk ambt is een door God gegeven opdracht tot continue en institutioneel bepaalde dienstverlening aan zijn gemeente met het oog op haar interne en externe opbouw (C. Trimp).
     
  15. Deze opbouw vindt plaats op alle onderscheiden taakvelden, de bijbehorende verantwoordelijkheid is op alle onderscheiden taakvelden relevant. Door alleen het ambt van oudste als regeerambt te zien wordt aan die verantwoordelijkheid geen recht gedaan.
     
  16. Het kerkelijke begrip ambt is in afgelopen eeuwen inhoudelijk ontwikkeld onder invloed van de cultuur van onze samenleving en heeft de klank van regeren gekregen. Dit denken drijft ons echter weg bij wat de Bijbel zegt over bediening en gezag binnen Gods gemeente.
     
  17. Ambtsdragers vertegenwoordigen Christus. Als de mens als man-en-vrouw geschapen is in Gods beeld, mogen we verwachten dat mannen én vrouwen Christus kunnen vertegenwoordigen. Daarom kunnen ook zij dienen in de ambten, als zij daartoe geroepen worden door de gemeente.

MVEA – Zr. Haan

 

Deputaat A. Haan

De Bijbel is de basis voor ons handelen. Wij hebben de Geest en elkaar gekregen. Daarmee moeten we het doen. Neem dus nu een beslissing, neem uw verantwoordelijkheid, hoe heftig dat ook is.

Wees een biddende synode. Dat betekent ook de zaak met een zekere relativiteit bekijken. Vorige generaties kunnen ook verkeerde keuzen hebben gemaakt. Maken wij die dan zal God ons wel terugroepen.

De vorige keer waren we er nog niet uit, wisten nog niet genoeg. Maar we kunnen niet even een ambtsleer vaststellen. Dat is een zaak van het niveau van minstens twee hoogleraren. Maar wel kunnen we het gesprek faciliteren, om the case of action vast te bepalen. Daarvoor zijn deze stellingen. Zij hebben dus niet het karakter van besluiten, niet dat niveau, maar bepalen waar we nu verder over gaan praten. Na deze gesprekken gaan de stellingen weg en gaan we over tot besluitvorming.

 

Commissie – Br. De Haan

De stellingen zijn niet een soort besluiten en we hoeven het er ook niet over eens te zijn. Ze dienen om de gesprekken op gang te brengen.

 

Br. Van der Tol

Kunnen stellingen worden geclusterd?

 

Commissie – Br. De Haan

Nee, dat kan niet. Als u vindt dat er een stelling bij moet, kunt u dat aan de groep voorstellen.

 

STELLINGEN ROND DE AMBTEN - Selectie

 

[Br. De Haan leest de stellingen voor en licht te methode toe.

De 17 stellingen worden als de 6 vorige weer in groepen besproken. Maar het zijn er zoveel dat ze niet allemaal besproken zullen kunnen worden in de korte beschikbare tijd. Daarom wordt er een poging gedaan het aantal te reduceren. Dat gaat als volgt.

Alle synodeleden gaan in een kring staan. De Haan leest een stelling voor. Als er vier personen de stelling willen handhaven moeten zij uit de kring stappen naar het midden ervan.
Maar sommige synodeleden protesteren tegen deze methode, waarom vier? Eén persoon kan toch iets waardevols hebben in te brengen n.a.v. een stelling terwijl anderen dat (nog) niet zien? Het aantal wordt vervolgens teruggebracht tot 1.

Het proces leidt er toe dat van de 17 stellingen er 15 overblijven te bespreken, stelling 2 en 3 vervallen.

 

STELLINGEN ROND DE AMBTEN – Groepsbespreking 3

 

[De stellingen worden in groepen (in weer een andere samenstelling) besproken.]

 

Commissie – Br. De Haan [Na de groepsbesprekingen.]

 

We zijn nog niet uitgepraat. Daarom komt er na de lunch nog een ronde. Daarbij moet wel gefocust worden op waar het op vastzit om tot besluiten te komen. Als je alleen maar blijft doorpraten, kom je nooit aan besluitvorming toe. Het gaat ook om gewoon doen, zonder dat dat betekent over dingen heen te walsen.

 

In elk geval wordt urgentie gevoeld. Het gaat nu om de kern van de problematiek. Probeer dat scherp te krijgen. Ga de focus in. U krijgt daarvoor maar 20 minuten. Daarna zal gevraagd worden wat nog moet gedaan worden voor de besluitvorming over twee weken.

 

STELLINGEN ROND DE AMBTEN – Groepsbespreking 4

 

[Als input voor deze bespreking zijn een aantal vragen en mogelijke gevolgtrekkingen geformuleerd.]

 

A. Vragen aan het eind van de bespreking van de stellingen over de ambten

  1. Waar (in welke aspecten van de ambten ) zit hem precies het punt waarover de meningen verschillen?
     
  2. Waar wordt dit door veroorzaakt?
     
  3. Zijn er, gezien de aspecten waarover géén meningsverschil bestaat, besluiten die dan dus wel (met algemene stemmen) genomen kunnen worden, eventueel met kleine aanpassingen?

B. Vragen over de conclusies die getrokken worden t.a.v. de meningsverschillen

  1. Zijn we het erover eens dat, zeker binnen de beschikbare tijd gedurende deze synode, maar ook op korte termijn binnen de kerken, de verschillende meningen niet dichter bij elkaar te krijgen zijn?
     
  2. Zijn de afzonderlijke meningen acceptabel; wordt in alle gevallen volgens de Bijbel geredeneerd?
     
  3. Wat doen we met deze conclusie? Wat betekent het voor (de soorten) besluiten die we moeten nemen? Waarmee zijn de kerken in deze situatie het meest gediend?
     
  4. Rechtvaardigt deze situatie een of meerdere van de gevolgtrekkingen a tot en moet e?:

Mogelijke gevolgtrekkingen

  1. Omwille van het recht doen aan de beide in de Bijbel te herkennen lijnen rond mannen en vrouwen, is het wijs om de bestaande ambtsstructuur te doorbreken en voor vrouwen een eigen ambt in te richten op taakvelden verkondiging, leiding, pastoraat en diaconaat.
     
  2. Omwille van de door God gegeven orde en met het oog op de ontstane praktijk kunnen we erkennen dat vrouwen kunnen dienen in de onderscheiden taakvelden, maar is het wijs om de eindverantwoordelijkheid te beleggen bij een kleine kernkerkenraad, die met name gericht is op opzicht en tucht.
     
  3. Omwille van het recht doen aan de beide in de Bijbel te herkennen lijnen rond mannen en vrouwen, is het wijs om slechts een deel van de ambten open te stellen voor vrouwen.
     
  4. Het spectrum aan taken dat het kerkelijk leven in de huidige praktijk te zien geeft nadert weer tot het beeld dat het NT te zien geeft. Dat geeft reden om meer dan de drie tot nu toe bekende als bijzondere ambten te erkennen en een aantal daarvan voor vrouwen open te stellen.
     
  5. Omwille van de kerkelijke eenheid en de aansluiting bij wat gebruikelijk is, is het wijs om niet in te grijpen in de structuur en inrichting van de ambten, maar de bestaande ambten voor vrouwen open te stellen.

Commissie – Br. De Haan [Na de groepsbesprekingen.]

De zes groepsleiders (een was reserve) gaan nu plenair/publiek een samenvatting maken van de resultaten.

[De groepsleiders nemen midden in de zaal plaats.]

 

Br. Van Arkel

Er wordt een sense of urgency gevoeld bij de stellingen/waardering 4 en 6. Het scharnierpunt is de oude ambtsleer, die bestaat al 400 jaar. Het is urgent geworden hierover een beslissing te nemen.

 

Ds. Dijkema

Wat is het specifieke van het ambt? Is het de volmacht de verzoening te bedienen? Of de notie van gezag? Of alleen het oefenen van de tucht? Is 'gezag' misschien teveel in het ambt ingebracht?

 

Br. Van der Eijk

Regeren wordt gekleurd door dienen. Regeren in de kerk is niet zaak van een groepje managers. Voor uitsluiten van vrouwen van regeren vormt 1 Timotheus een betrekkelijk zwakke exegetische basis.

 

Ds. Buitenhuis

Bijbels regeren is niet een ander exclusief uitsluiten. Wel gaan mannen voorop. Hoe dan? Dat was de vraag, wat is daar specifiek aan? Daar is geen eenduidigheid over gekomen.

 

Ds. Dijkema

Efeze 4 zegt dat het voorop gaan slaat op toerusten en motiveren tot dienstbetoon. Dienaren zijn we allemaal, daarin gemeenteleden en ambtsdragers gelijk.

 

Wat voor gewicht heeft urgentie? Wat is het gewicht van de zwijgteksten? En van ambten?

'Urgentie' is gericht op duidelijkheid verkrijgen. En ook urgentie om tot erkenning en waardering van het werk van vrouwen te komen. Er is in de kerkorde ruimte om nog meer taken aan vrouwen te geven.

 

In de zwijgteksten zit een boodschap, maar hoe breed is de context ervan? Wordt daar niet alleen voor de man en zijn vrouw teruggegaan naar de schepping? De zwijgteksten zijn geen bindende teksten m.b.t. de positie van de vrouw en ambt.
Wat kan dan wel en niet? Waar het niet kon, ging het om gezag vertaald in tucht, verkondiging.

 

Ds. Dreschler

Ambt betekent volmacht tot bediening van verzoening, tot tuchtoefening. Maar het is vooral dienen.

 

Ds. Dijkema

Paulus zegt in het collectivum van apostelen: Laat u met God verzoenen. Voortaan ligt dat in de gemeente, en niet expliciet bij ambtsdragers. Hij draagt het op aan de kerk der eeuwen. Deze ambtsopvatting is vrij laag vergeleken met de huidige.

 

Br. Van der Eijk

Het gezag van het ambt is het gezag van de Bijbel zelf, het is niet klerikaal. Maar wat is dit voor soort gezag? Welke additionele elementen zijn er? Daar zijn we niet helemaal uitgekomen.

 

Br. Van Arkel

Het gaat om een persoonlijke innerlijke roeping. Deze wordt door een externe roeping bevestigd. Wordt dat gedeeld door de synode?

 

Br. Stelpstra

Roeping wordt gewerkt door de Geest, vergelijk Mirjam. Er is ook aanstelling, dat is dan de roeping van de gemeente.

 

Ds. Buitenhuis

Er zijn teveel taken terecht gekomen bij de ambten.

 

Br. Van der Eijk

We moeten nu eerst een samenvatting gaan maken.

Met de ambtsopvatting zijn we niet klaar. Wel zijn er misverstanden weggewerkt. Het is in elk geval geen baas spelen maar dienen. En vertegenwoordiging van Christus. Maar welke taken er wel en niet onder vallen? En het specifieke daarvan is niet zonneklaar.

 

Br. Van Arkel

Er is duidelijk een stap nodig voor de zusters in de kerken.

 

Ds. Dreschler

Er is urgentie vanuit de cultuur. Maar we lezen de teksten ook anders. Ook dat geeft urgentie.

 

Br. Van der Eijk

We hebben een tweespalt in de leer. Dat heeft te maken met de cultuur. Daarom moeten we ons verdiepen in de Bijbel. Dat is breder dan de vraag naar de vrouw in het ambt. Is het ambt te zwaar opgetuigd? Er is zeker urgentie om de Bijbelse boodschap te vertalen, en dat gaat breder dan over de vrouw in het ambt. Anders zijn onze besluiten te 'kaal'.

 

Br. Stelpstra

Wat mag een vrouw niet in de kerk doen? Tucht, verkondiging, leeruitspraken doen, zeiden sommigen.

 

Br. Van Arkel

De zwijgteksten zijn toch wel belangrijk. De interpretatie daarvan heeft wel invloed op de rol van zusters.

 

VRAGEN A – Bespreking door gespreksleiders

 

Br. Van der Eijk

We gaan nu naar de drie vragen. [zie hierboven de A-vragen]

 

Vraag 1

 

Ds, Buitenhuis

Ambten: waar verschillen we precies van meningen:

Br. Van Arkel

Het woord zwijgteksten is lastig, dat woord blijft aan je kleven. Het komt door de verschillende exegeses. Maar waarom gaan we hier zo moeilijk mee om? We verschillen immers op andere punten ook in de praktijk?

 

Ds. Dijkema

Vrouwen en mannen dienen en helpen elkaar. Dat is verloren gegaan door de zondeval. Gelukkig is er ook herstel door Christus. Maar dan komt Paulus. Waarom zegt die man dat? Het klopt niet met het overige.

 

Br. Van der Eijk

Het is niet zo aan de orde geweest bij ons. Zwijgteksten zijn meer een onderdeel dan een fundamenteel gegeven. Wel ging het over de scheppingsorde. Mannen en vrouwen zijn gelijk in Christus. Toch is er een vorm van verschil. Maar leidt dat dan tot verschillen in het bekleden van functies?

Wat is het bijzondere van het bijzondere ambt? Dat speelt mee in de besluiten.

 

Vraag 2

 

Br. Stelpstra

Het was eeuwenlang duidelijk, maar nu niet meer. Waardoor komt dat?

 

Ds. Buitenhuis

Het gaat erom waardoor het verschil wordt veroorzaakt. Is dat wel of niet in lijn met de Bijbel? Is het wel of niet de grote lijn dat mannen als eerste geroepen worden? En wat voor consequenties verbind je daaraan?

 

Ds. Dreschler

We moeten wel een besluit nemen dat heel goed verwoord is zodat het goed valt uit te leggen.

 

Br. Van der Eijk

Hoe is ons verstaan van de Schrift in de loop van de tijd geweest? De maatschappij heeft altijd heel sterke invloed gehad op de discussies. Dat zit bij ieder individueel heel diep in hem. Hoe kijk ik er zelf deep down tegenaan? Dat speelt zeker een rol en sprak mij erg aan.

 

Vraag 3

 

Ds. Buitenhuis

Als mensen een ambt bekleden, dan vraagt dat bevestiging. En we moeten geen leeruitspraak doen over de exegese van een bepaalde tekst.

 

Ds. Dijkema

Zusters mogen zeker diakenen worden. Zij mogen ook de verzoening bedienen in de gemeente. Als zusters worden ingezet voor pastorale dingen moet dat gedragen en bevestigd worden in de gemeente. We moeten niet met een boog om de openstelling heen lopen.

 

Commissie – Br. De Haan

We hebben gehoord dat er nog steeds vragen leven. Maar het is wel duidelijker waar die vragen over gaan. Hebt u iets absoluut gemist dan kan dat in de groepen nog aan de orde worden gesteld.

Wat duidelijker is geworden:

Het gaat niet meer over het verder bespreken van meningsverschillen, dit is de situatie. Nu gaat het er om wat ons te doen staat. Wat nog aan de orde moet komen hier, en waar nog niet over uit zijn. Of wat niet van belang is .

 

VRAGEN B – Groepsbespreking 5

 

[De stellingen worden in groepen, in weer een andere samenstelling, besproken.]

 

Commissie - Br. De Haan

Het gaat nu om wat we nog moeten doen voor we besluiten. Er zullen nu samenvattingen door de gespreksleiders worden gegeven. Daarna is er plenair nog gelegenheid commentaar te geven of iets toe te voegen.

Vervolgens zullen twee vragen worden gesteld:

- Wie gaat (met wie) werken aan welke amendementen of tegenvoorstellen.

- Wat is het werk dat nog ter voorbereiding op de besluiten moet worden gedaan.

 

VRAGEN B – Bespreking door gespreksleiders

 

Br. Van der Eijk

Het gaat dus om vier vragen.

 

Vraag 1

 

Ds. Dijkema

Er is te weinig tijd om in twee weken nog meningen dichterbij elkaar te krijgen. Maar soms merk ik bij mezelf, bijvoorbeeld over de zwijgteksten, wel verder te komen. We moeten dit ook invullen voor de kerken. Daar kunnen we nog stapjes maken.

 

Br. Stelpstra

Er is een breed palet aan meningen. Maar 'buiten' wacht op een uitspraak van de synode

 

Br. Van Arkel

Conclusie is dat ook bij meer tijd de kans bijzonder klein is dat we dichter bij elkaar komen.

 

Ds. Buitenhuis

De impact van de zwijgteksten nadere aandacht geven zou kunnen helpen.
We moeten investeren in goede voorlichting voor klein en groot.

 

Br. Van der Eijk

We komen op korte termijn niet verder, dus laten we besluiten nemen. Als er verschillen zijn zullen we die wel toelichten. Het moet aandacht hebben hoe we de zaak introduceren in de gemeenten. Die ondergaan een proces als in de synode.

 

Ds. Dreschler

De verschillen moeten ook helder naar buiten

 

Vraag 2

 

Ds. Dijkema

Redeneren volgens de Bijbel is een wat onbeschermde typering. Het zegt niet alles. In de kerk verschilt men ook altijd van mening, niet voor alles hebben we een belijdenis. Maar over de vrouw in het ambt hebben we niet gesproken met de deurknop al in de hand.

 

Br. Stelpstra

Er is wel geprobeerd volgens de Bijbel te redeneren.

 

Ds. Buitenhuis

Ieder redeneerde vanuit de Bijbel. Ieder probeert dat eerlijk te doen. Soms jammer dat we het toch niet eens worden. Het doet wel verdriet als je niet op één lijn uitkomt.

 

Br. Van Arkel

Het antwoord is ja. Maar sta wel open voor correcties. Dat kán in een interactieve en beschermde sfeer. Dat moet ook naar de kerken worden gecommuniceerd. We zijn niet zomaar tot besluiten gekomen.

 

Br. Van der Eijk

Er zijn kleine discussies over de beïnvloeding door de cultuur. Met de juiste houding kunnen we dat wel van elkaar accepteren. We moeten in elk geval geen 1926-uitspraken over teksten doen.

We horen allemaal zo ongeveer hetzelfde geluid. Hoewel er ook synodeleden zijn die vinden dat we bij de grens komen.

 

Vraag 3

 

Ds. Dijkema

We zijn een synode die er niet uitkomt. Maar we kunnen het ook niet aan de kerken overlaten. Dan wordt het een Poolse landdag. Maar als gereformeerde synode volgen we art. 31. Dat meerderheidsprincipe werd ingebracht.

Moet er na de besluiten nog een allerlaatste besluit komen? Waarin we besluiten of de genomen besluiten (bijvoorbeeld bij een krappe meerderheid) gedragen kunnen werden door de kerken? Hoe gaan we om met de eenheid in de kerk? Daarvoor moeten we in elk geval blijven bidden.

 

Br. Stelpstra

Waar zijn de kerken het meest mee gediend? Het gaat in vraag 4 om richting, ruimte, faciliteren en implementeren. Maar daarbij wel grenzen aangeven.

 

Br. Van der Eijk

We moeten zorgen voor heldere besluiten en klip en klare gronden. De context is: we zijn kerken in transitie. Dat begrip moet ook landen in de kerken. Hier ligt een taak voor het praktijkcentrum.

 

Ds. Buitenhuis

Accepteer dat er verschillende exegeses bestaan, vergelijk de verschillende standpunten t.a.v. Israël. Daar pinnen we elkaar ook niet op vast. Ga niet krampachtig om met de Bijbel.

 

Hoe gaan we om met een stemverhouding van bijvoorbeeld 15-17? Hoe krijgen we dan voldoende draagvlak? Niemand wordt daar immers blij van.

 

Br. Van Arkel

Zou er niet een studiedeputaatschap ingesteld moeten worden voor het vervolg?
 

Bij de besluiten moeten de diverse opinies worden genoemd. Verder per ambt besluiten maar dat zit al in de voorstellen. En aandacht voor de implementatie.

Belangrijk is dat we als synode als eenheid naar buiten treden. Niet verschillen uitdragen want die gaan de implementatie bemoeilijken.

 

Vraag 4 Mogelijke gevolgtrekkingen [Zie boven.]

 

Ds. Dijkema

a is geen optie. Geeft meer vragen dan oplossingen.

 

Ds. Dreschler

  1. Nee.
  2. Kan men zich wel in vinden maar de laatste zin aanpassen, want erg smal.
  3. Meningen zijn verdeeld, te weinig richtinggevend.
  4. Voor sommigen een begaanbare weg, maar lastig in de oecumene. Een weg in zoeken.
  5. Niet ingrijpen. Maar verder is er verschil van mening over. Wat doen we om dichter bij elkaar te komen? Een oudstenraad met daarnaast de kerkenraad met ook vrouwen?

Br. Stelpstra

We hebben wat ondervinding nodig. Bijvoorbeeld met vrouwelijke ambtsdragers in verzorgingstehuizen.

 

Br. Van Arkel

  1. Wordt niets voor gevoeld. Te complex.
  2. Vrouwen willen veel bredere taak.
  3. Tussenoplossing, over jaren ga je er toch weer verder.
  4. Is gesleutel aan de ambten.
  5. Unaniem voor, wel tekst iets aanpassen.

Ds. Buitenhuis

  1. Nee.
  2. Veel draagvlak.
  3. Eventueel.
  4. Verdeeldheid over meer ambten: maar zou een vrouw wel als evangelist kunnen opereren (vergelijk Korea)?
  5. Niet iedereen vindt dit een goede oplossing.

Br. Van der Eijk

  1. Nee.
  2. Nee.
  3. Nee.
  4. Nee.
  5. Openstelling alle ambten of een deel ervan. Beslissing is aan de synode. Dus geen workaround.

Samenvattend:

e is een mogelijkheid hoewel niet iedereen er voor is.

Mensen die voor een kernkerkenraad/raad van oudsten zijn worden uitgedaagd om aan te geven wat die precies inhoudt.

 

BESPREKING SAMENVATTING VAN GESPREKSLEIDERS

 

[Niemand meldt zich.]

 

BESPREKING VOORBEREIDING AMENDEMENTEN

 

Ds. Basoski

Er zouden nieuwe formulieren moeten worden gemaakt.

 

Ds. Stolper

Ik zou willen spreken over de zwijgteksten maar zal dat later bij de behandeling van de besluitteksten doen.

 

Ik stel vóór de besluitvorming een brief naar alle kerken te sturen dat we het nog niet weten en er mee worstelen, en de kerken vragen te bidden om wijsheid voor ons.

 

Ds. Waterval

Ik ben blij met het verloop van deze dag. Er zijn mooie dingen in ontwikkeling. Ik ben voor openstelling. Wellicht is het mogelijk iets creatiefs te vinden voor kerken die er niet voor zijn, en hun bijvoorbeeld de kernkerkenraad als een goede optie aanbieden.

 

Ds. Van Dijk

Ik ben dankbaar voor deze dag. Ik heb er tegenop gezien. Ook ben ik blij geen bezwaar tegen de behandelmethode te hebben gemaakt. Wel kleeft er één nadeel aan deze methode: wij zijn een synode, de gronden en argumenten moeten we delen met iedereen. Het lijkt er nogal op dat we bezig zijn met het formuleren van compromissen. Maar het gaat om 'dit zegt de Schrift'. Dat moet de grond voor onze besluiten vormen. Dat is temeer belangrijk omdat er nog maar amper appelmogelijkheden zijn. Laten we samen in dit opzicht biddend naar de Heere gaan.

 

Br. Heij

Zie mijn voorstellen. Het gaat mij er nu alleen om de denklijn ervan te verduidelijken. Zie Titus 1: 5. Het gaat daar over alles wat in de gemeente gebeurt. De gedachtegang is dat de raad van oudsten kan toetsen wat de kerkenraad m/v heeft besloten over o.a. beleid en tucht. Die raad van oudsten is eindverantwoordelijk. Dat is meer dan alleen gezag hebben. Het voorstel impliceert een nieuw ambt voor mannen. Het kan worden aanbevolen als blijvende structuur of als tussenvorm.

 

Preses

We stemmen in met het voorstel van ds. Stolper. Daar gaan we werk van maken. Beter dat niet te doen via het synodejournaal.

 

Commissie – Br. De Haan

In een nieuwe ronde kunnen amendementen of tegenvoorstellen voorgesteld en toegelicht worden. Het gaat erom dat mensen zo veel mogelijk dingen samen gaan doen. Vat de inhoud samen in één zin.

 

Br. Heij

Toewerken naar een tijdelijke of permanente raad van oudsten met een kerkenraad als we nu hebben waarin ook vrouwen kunnen participeren.

 

Ds. Roth

Besluit 10 (9 in de bijgestelde deputatenversie). Ik wil mijn bijdrage wijzigen en nu besluit 9 verwijderen. Samenwerken in de ambten is meer dan voldoende. We moeten niet weer gaan nadenken over verschillen tussen mannen en vrouwen, dat is niet naar de Schrift.

 

Ds. Waterval

Een raad van oudsten die zuiver bestuursverantwoordelijk is en daarnaast alle ambten openstellen in gemeenten die dat willen.

 

Br. Van der Eijk

Zie mijn bijdrage. Ik ben niet van plan om nog verdere losse besluitteksten aan te leveren voor waar al iets gedaan is met mijn suggestie.

 

Ds. Stolper

Ik wil een amendement op besluit 3 indienen. Er is heel voor ruimte voor pastoraat en hulp. Een uitdaging vormt de vraag wat de taak van de kernkerkenraad is.

 

Ds. Balk

Ik wil meedenken over Roth's voorstel.

 

Ds. Basosksi

Ik voel sympathie voor de voorstellen van Harmannij.

 

Ds. Buitenhuis

Er is niet veel draagvlak om te knutselen aan de ambten. Maar een tegenvoorstel zou dat nader moeten onderbouwen. Óf openingen bieden om meer ambten te creëren voor vrouwen.

 

Br. Van der Tol

Een tegenvoorstel voor een totaalvisie op ambten en diensten. Waarin ook dieper op het Schriftverstaan wordt ingegeven, en nagegaan wat hier adiafora zijn. Ook de informatie van br. Rose wordt daarin verwerkt. Door een verdiepingsslag kunnen we toch dichter bij elkaar komen. En ook om de zusterkerken vast te houden.

 

Br. Zuidhof

Ik ondersteun amendement van Van Loon.

 

Br. Van Arkel

Over de manier van met elkaar spreken, over bidden. Ik zou daar iets mee willen. Gronden toevoegen aan besluit 2 bijvoorbeeld?

 

Ds. Dreschler

Mooi als het diakenambt opengesteld zou worden. Verder wel meer bevestiging van taken in de kerk. Maar niet openstelling van het ambt van ouderling en predikant.

 

Ds. Harmannij

Besluit 9 (nieuw), het verschil neerleggen in de kerken. Daarover iets vastleggen. De twee lijnen vanuit de Schrift beide te benoemen. Geen discussie wie gelijk heeft. Laat de Schrift spreken, dat is best lastig hierin. Dus niet voor één lijn kiezen.

Het voorstel heb ik al toegestuurd. Ook die het er niet mee eens zijn mogen in de voorbereiding meespreken.

 

Ds. M.H. Oosterhuis

Amendementen voor het deputatenvoorstel: een sterkere onderbouwing dan in het deputatenrapport over de zwijgteksten. Met zoveel mogelijk Schriftbewijs. De zwijgteksten zijn niet eenduidig uit te leggen als verbod op de vrouw in het ambt.

 

Ds. Van Loon

Kern van mijn voorstellen: geen vrijmoedigheid nog om openstelling te steunen, m.n. door ´de scheppingsorde´, en ´het gezag´. Ik ben nog onvoldoende overtuigd. Bidt om de wijsheid die nodig is.
Zonder verder inzicht kom ik uit bij de kernkerkenraad met tegelijk pastorale taken voor vrouwen met bevestiging en institutionalisering.

 

Ds. Roth

Ik ga de komende twee weken iemand uitnodigen die het grondig met me oneens is en die uitluisteren. Om zo meer begrip te krijgen. Ik merk bij mijzelf dat ik verhard in mijn standpunt.

 

MVEA – Zr. Haan

We gaan nu niet beginnen aan zes of zeven variantensets formulieren. Eerst moet de synode koers bepalen.

 

Commissie – Br. De Haan

Kunt u niet samenwerken aan een bundeling van amendementen en tegenvoorstellen zodat bijvoorbeeld t.a.v. de kernkerkenraad er één voorstel komt? Eventueel met kleine variaties.

 

Preses

Het moderamen wil de tijd tot aan 15 juni gebruiken om het werken aan gezamenlijke amendementen en voorstellen te stimuleren, te faciliteren en te coördineren. En de producten in te zamelen. We gaan deze ordenen en een besluitenlijn maken. Uiterlijk 10 juni moet alles binnen zijn. 13 juni ontvangt u het spoorboekje. U moet uw huiswerk dus op tijd doen.

 

Commissie – Br. De Haan

Dank voor de goede gesprekken. We gaan nu richting besluitvorming.

 

Preses

Dank aan God dat we in zo'n goede sfeer hebben mogen samenwerken. En op een professionele manier hebben mogen opereren. Dank aan de deputaten, aan de commissie en speciaal aan Maarten, Hans en Gerrit.

 

SLUITING

 

De sluiting wordt verzorgd door br. Van Arkel.

 

Bijlagen

 

Bijlage 1 - Conceptbesluiten, bijgesteld door de deputaten

23-MVEA-170602

 

Besluit 1:

aan deputaten man/vrouw en ambt decharge te verlenen.

 

Grond:

Deputaten man/vrouw en ambt hebben de hun door de Generale Synode van Ede verstrekte opdracht naar behoren uitgevoerd.

 

Besluit 2:

de kerken ertoe op te wekken:

  1. in onderwijs, pastoraat en diaconaat dankbaar gebruik te maken van alle gaven die de Heer zowel aan mannen als aan vrouwen geeft;
  2. zorgvuldige regelingen te treffen met het oog op de aanstelling van mannen en vrouwen in niet-ambtelijke diensten.

Gronden:

  1. Naast mannen zijn ook vrouwen op allerlei vlak actief in de gemeente zonder dat ze bevestigd zijn in het ambt van predikant, ouderling of diaken. Ze participeren in de liturgie, in de catechese en in commissies of posities in het kerkenraadswerk, soms op leidinggevende posities. De laatste jaren is die participatie steeds intensiever geworden en dat is een goede zaak.
  2. Wie in een bijzonder ambt de brede verantwoordelijkheid voor de gemeente draagt, dient daarvoor roeping te voelen, de gaven te bezitten en door verkiezing en bevestiging de volmacht van Christus Jezus bij de toewijding aan die taak te ontvangen. Dat biedt bescherming, zowel aan de ambtsdrager als aan de gemeente. Die bescherming is ook van belang als het gaat om niet-ambtelijke diensten.

Besluit 3:

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst der barmhartigheid en daardoor tot het ambt van diaken.

 

Gronden:

  1. Deputaten M/V en ambt hebben genoegzaam aannemelijk gemaakt, dat naar het getuigenis van het Nieuwe Testament ook in de apostolische tijd vrouwen in de dienst van de diakenen deelden en zo genoemd worden (Rom. 16:1-2; 1 Tim. 3 en 5).
  2. Ook de vroegchristelijke kerken kenden het ambt van diacones. De functie komt nog altijd in enkele gereformeerde kerken voor.

Besluit 4:

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst in het opzicht, het pastoraat en het onderwijs en daardoor tot het ambt van ouderling.

 

Gronden:

  1. De figuren van Mirjam (Micha 6:4) en Debora (Recht. 4-5) laten vrouwen in het oude verbond zien die in samenwerking met mannen optreden in bestuur en rechtspraak.
  2. Terwijl het Nieuwe Testament mannen als ouderen-oudsten noemt worden ook oudereoudste vrouwen opgeroepen tot voorbeeld en zielszorg (Tit. 2).
  3. Deputaten M/V en ambt hebben genoegzaam aannemelijk gemaakt dat het apostolisch voorschrift inzake zwijgen, resp. niet leren of gezag oefenen door vrouwen geen onbetwistbare grond is om in onze tijd en omstandigheden vrouwen categorisch uit te sluiten van het ambt van ouderling zoals de Gereformeerde Kerken in Nederland dat kennen.

Besluit 5:

uit te spreken dat behalve aan mannen ook aan vrouwen die daarvoor de gaven hebben ontvangen, preekconsent kan worden verleend en daartoe in artikel 3 van de generale regeling voor het verlenen van preekconsent, zoals vastgesteld door de generale synode van Harderwijk 2011-2012, Acta Bijlage 3.1, het woord ‘broeders’ te vervangen door ‘leden van de gemeente’ en de overige artikelen dienovereenkomstig aan te passen.

 

Gronden:

  1. De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).
  2. De Schriftuurlijke duiding is dat ‘iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (1 Kor. 14:3). Deze wijze waarop geprofeteerd wordt kan voor mannen en voor vrouwen gelden.
  3. Het nieuwtestamentische profeteren is wat de inhoud betreft in de gereformeerde traditie opgevat als uitleg van de heilige Schrift en door de Geest geleid toepassen op het heden, en wel in de prediking. Het gezag van de prediking is zozeer gelijk aan het gezag van het verkondigde Woord dat het niet aan het geslacht van de prediker gebonden is.

 

Besluit 6:

uit te spreken dat naast mannen ook vrouwen die aan de vereisten voldoen, kunnen worden geroepen tot het ambt van predikant met een bijzondere taak conform artikel B10 van de kerkorde.

 

Grond:

De kerkelijke praktijk is al, dat vrouwen in onze kerken beroepshalve deelnemen aan het geven van theologisch onderwijs en aan de geestelijke verzorging. Dat zijn ambtelijke werkzaamheden, waarvoor een machtiging namens de gemeente door middel van een openlijke bevestiging wenselijk is.

 

Besluit 7:

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst van verkondiging en onderwijs en daarmee tot het ambt van predikant in een gemeente.

 

Gronden:

  1. De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).
  2. De Schriftuurlijke duiding is dat ‘iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (1 Kor. 14:3). Deze wijze waarop geprofeteerd wordt kan voor mannen en voor vrouwen gelden.
  3. Het nieuwtestamentische profeteren is wat de inhoud betreft in de gereformeerde traditie opgevat als uitleg van de heilige Schrift en door de Geest geleid toepassen op het heden, en wel in de prediking. Het gezag van de prediking is zozeer gelijk aan het gezag van het verkondigde Woord dat het in de Westerse cultuur niet aan het geslacht van de prediker gebonden is.
  4. Deputaten M/V en ambt hebben genoegzaam aannemelijk gemaakt dat het apostolisch voorschrift inzake zwijgen, resp. niet leren of gezag oefenen door vrouwen geen onbetwistbare grond is om in onze tijd en omstandigheden vrouwen categorisch uit te sluiten van het ambt van predikant zoals de Gereformeerde Kerken in Nederland dat kennen.

Besluit 8:

ruimte te geven aan gemeenten om zelf af te spreken op welke wijze en wanneer ze aan deze besluiten vorm willen geven.

 

Gronden:

  1. Het is aan iedere gemeente om te bezien hoe de gaven die aan haar gemeenteleden zijn gegeven kunnen worden ingezet om de gemeente verder te brengen op weg naar Gods koninkrijk.
  2. Iedere gemeente dient hierin dus een eigen bezinningsproces te doorlopen en zelf uitvoering te geven aan de besluiten.

Besluit 9:

de kerken op te roepen zich nader te bezinnen op de vraag hoe recht kan worden gedaan aan de verschillen tussen man en vrouw in de vervulling van taken en ambten in de gemeente en daardoor recht te doen aan de apostolische waarschuwingen tegen overheersing (1 Pet. 3:7, 4:15, 5:3; 1 Tim.

2:8-15; 1 Kor. 14:34-35, 3 Joh. : 9).

 

Grond:

De Bijbel spreekt zowel over de gelijkwaardigheid van man en vrouw, als over de eigen plaats die beiden hebben tegenover God. In onze sterk op gelijkheid gerichte cultuur verdient dit aspect speciale aandacht.

 

Besluit 10:

de besluiten van de synode over man/vrouw en ambt toe te zenden aan de binnen- en buitenlandse zusterkerken.

 

Gronden:

Overeenkomstig de regels voor de zusterkerkrelaties (GS Ommen 1993) behoren de zusterkerken op de hoogte te worden gesteld in geval van wijzigingen van of aanvullingen op de belijdenis, kerkorde of liturgische formulieren die inhoudelijk van confessionele aard zijn

 

Besluit 11:

geen nieuwe deputaten man/vrouw en ambt te benoemen.

 

Grond:

De begeleiding van de uitwerking van de genomen besluiten kan gedaan worden door het deputaatschap dat deputaten man/vrouw in de kerk in hun rapport voorstellen.

 

Bijlage 2 - Tegenvoorstellen, amendementen of suggesties

23-MVEA-170602

 

Hans van Arkel

Is het wellicht zinvol om tussen besluit 1 en 2 nog een besluit te nemen?

 

Besluit (of spreekt uit)

Dat een andere visie op de mogelijkheden voor onze zusters om taken te verrichten die tot de ambtsdienst behoren en die tot nu toe alleen door broeders worden uitgevoerd niet is voortgekomen uit Schriftkritiek, maar uit een ander Schriftverstaan.

 

Gronden:

  1. Uit de gesprekken over de rol van onze zusters, zoals deze in onze kerken hebben plaatsgevonden, werd duidelijk dat bij het denken en het spreken hierover het Woord van God leidend is. Het blijkt echter dat uitleg van Bijbelteksten die betrekking hebben op deze rol niet eenduidig is.
  2. In onze kerken wordt op zo grote schaal verschillend gedacht over een beroep op en de uitleg van “de scheppingsorde” en de “zwijgteksten”, teksten die de rol van de vrouw in onze kerken tot nu toe bepalen, dat het niet houdbaar is om één uitleg hiervan als de enig juiste te zien.
  3. Dit onderwerp wordt niet genoemd in de 3 formulieren van eenheid en behoort daarmee niet tot de kern van ons Gereformeerd belijden.

Andries van den Berg

  1. Een van de besluiten is, dat het rapport zal worden toegezonden aan de binnen- en buitenlandse kerken. Is dat het rapport 'Samen dienen' in ongewijzigde vorm? De beantwoording van de vragen, jawel: 50 A4-tjes, ik weet het, is naar ik meen een zeer waardevolle aanvulling (denk o.a. aan veel uitgebreidere informatie over de zwijgteksten). De beantwoording van de vragen heeft mij wel zo ongeveer over de streep van het 'ja' getrokken.
    Moet het rapport niet aangevuld worden? Of gaat de beantwoording van de vragen daar integraal deel van uitmaken?
  2. De gefaseerde invoering -iedere kerk kan zelf besluiten hoe en wanneer- zal tot gevolg hebben, dat op meerdere vergaderingen zusters predikanten en zusters ouderlingen en eventueel zusters diakenen gaan aanschuiven. Moet er niet, afhankelijk van wat besloten wordt en om te voorkomen dat er discussies ontstaan rond de vrouwelijke afgevaardigden, een besluit komen, dat de kerken op meerdere vergaderingen vrouwelijke ambtsdragers zonder meer accepteren. Wellicht een amendement?
  3. Voorlichting aan de kerken is na de besluitvorming zeer wenselijk, zeker als de vrouw in het ambt aanvaard wordt. Moet er niet een deputaatschap komen, dat de kerken die dat op prijs stellen gaat voorlichten/adviseren bij introductie. En de buitenlandse kerken? Er is inmiddels zoveel informatie! Er zullen kerkenraden zijn, die er als een rijstebrijberg tegen opzien om er mee aan de slag te gaan. Ik heb al een (ondeugende?) naam voor het deputaatschap bedacht: Deputaatschap Implementatie Vrouwen in Ambt (DIVA)... :-) Wellicht ook hier een amendement?

Marco Buitenhuis

Aan de ene kant zie ik in de bijbel een grote lijn dat God mannen roept tot de dienst van priester, apostel en oudste. Aan de andere kant is er een lijn van vrouwelijke gaven en inzet. Graag wil ik in het huidige gesprek hieraan recht doen met het volgende voorstel.

Een voorstel dat de eindverantwoordelijkheid legt bij een kleine kerkenraad van mannen, maar tegelijk mannen en vrouwen breed inschakelt in de werkvelden verkondiging, pastoraat en diaconaat. (Helaas is het ambt van ‘doctor’ ooit al eens gesneuveld, waardoor het werkveld ‘onderwijs’ is opgegaan in de verkondiging. Anders had ik de catecheet in het voorstel wellicht ook nog genoemd.)

 

Besluit:

  1. In de kerken is ruimte voor meerdere diensten:
  1. De kerkenraad wordt gevormd door de ouderlingen en predikanten. Deze raad, bestaande uit mannen, heeft namens Christus de eindverantwoordelijkheid over de gemeente.
  2. De ambten van diaken, pastor en evangelist staan open voor mannen en vrouwen.
  3. De kerkorde hierop aanpassen.

Gronden:

  1. In de nieuwtestamentische kerk is sprake van een grote verscheidenheid aan ambten, taken, gaven en diensten.
  2. In de afgelopen eeuwen zijn in de kerkelijke praktijk teveel taken terechtgekomen bij de ambten van ouderling en predikant. Hiermee is tekort gedaan aan de gaven die God in de gemeente gegeven heeft.
  3. Uitbreiding van het aantal ambten doet recht aan de verscheidenheid van taken die God aan mannen en vrouwen in de gemeente geeft en geeft ruimte om hen hierin een geordineerde plek te geven.

Dick Dreschler

Hierbij een amendement op besluit 2 (uit het deputatenrapport):

 

Besluit 2: 2a ‘verkondiging en opzicht’ schrappen. 2d ‘verkondiging’ schrappen.

Grond 2: schrappen: hier is discussie over blijkt uit bespreking.

Grond 3b: Schrappen vanaf ‘Het lijkt …. ‘: vervangen door: op basis van deze gegevens hebben we oog voor de blijvende lijn van het verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw heeft gegeven [tekst heb ik uit het besluit van Ede Besluit 2, grond (pag. 72 deputaten rapport)] Grond 4 schrappen (is gebaseerd op grond 3)

 

Jan van der Eijk

  1. Goed om te beginnen met een besluit waarin we de ‘case for action’ erkennen (cf mijn bijdrage). Dit ter legitimatie van de bespreking van M/V en ambt.
  2. Vervolgens een besluit waarin we blij noteren dat God vrouwen gaven en talenten geeft en de Geest vrouwen aanzet om die gaven en talenten ook in te zetten voor Gods koninkrijk. Dit kan in een aangepast besluit 2 (nu veel te veel een impliciete goedkeuring van het rapport).
  3. Vervolgens een besluit waarin we het rapport legitimeren in zijn zoeken naar wat de schrift over de MV en ambt kwestie zegt. Dit in antwoord op geluiden dat de gevolgde aanpak schriftkritisch is, hermeneutisch twijfelachtig en buigend voor de cultuur. (Is in lijn met wat we in Ede besloten over de gesprekken met de NGK ondanks verschillen van inzicht in actuele vraagstukken). In dit besluit ook opnemen dat er verschillen van inzicht blijven ook na dit uitgebreide rapport.
  4. Vervolgens voorgenomen besluiten mbt openstelling van ambten. Hier niet de gemeente oproepen maar ons verstaan als synode verwoorden.
  5. Vervolgens een besluit om in de kerken over de inzet van vrouwen in de kerk door te spreken inclusief een mogelijke toelating tot de ambten en exclusief het obstakel dat de deputaten opwerpen (of ambt open stellen of bij niet openstellen de rol van vrouwen in onderwijs en leidinggeven beperken).
  6. De resultaten van de gesprekken in de kerken inventariseren en benutten bij het nemen van definitieve besluiten over drie jaar.

Kornelis Harmannij

Gevraagd: een besluittekst

Besluit 1:

  1. geen verbod in te stellen op het dienen van vrouwen in een ambtelijke positie;
  2. de kerken uit te nodigen om bij voorkeur mannen te belasten met ambtelijke verantwoordelijkheid.

Gronden:

  1. de Schrift vertelt meermalen over vrouwen die zich begeven op terrein waar doorgaans mannen domineren. Telkens valt op dat de Geest hen niet terugwijst, maar hun vrijmoedigheid juist positief waardeert.
    Voorbeelden: Num. 27 (de dochters van Selofchad), Recht. 4 (Debora), 1 Sam. 25 (Abigaïl), 2 Kon. 22 (Chulda), Luc. 10 : 38-42 (Maria, de zus van Marta), Hand. 18 : 26 (Priscilla, vergelijk Rom. 16 : 3);
  2. wanneer de Schrift vertelt over een speciale roeping die God laat uitgaan, blijkt die roeping steeds gericht tot een of meer mannen.
    Voorbeelden: Gen. 12 (Abram), Ex. 3 (Mozes), Ex. 28 (Aäron en zijn zonen), Num. 27 : 18 (Jozua), Recht. 6 (Gideon), 1 Sam. 3 (Samuël) 1 Sam. 9 (Saul), 1 Sam. 16 (David), Jes. 6 (Jesaja), Jer. 1 (Jeremia), Ezech. 3 (Ezechiël), Jona, Matt. 3 (Jezus), Matt. 10 (de twaalf apostelen), Hand. 9 (Paulus);
  3. de Schrift draagt vrouwen op om deze voorkeur van God te respecteren, en zich niet vóór mannen te dringen.
    Zie in het Nieuwe Testament onder meer: Marc. 16 : 7, 1 Kor. 11 : 3-10, 1 Kor. 14 : 34-35, Efez. 5 : 22-24, Kol. 3 : 18, 1 Tim. 2 : 9-15, Titus 2 : 4-5, 1 Petr. 3 : 1-6;
  4. de Schrift draagt mannen op om vrouwen, in het bijzonder hun eigen vrouw, als geschenk van God te eren. Ze mogen hen niet overheersen of minachten, maar behoren hen juist in bescherming te nemen. Ze moeten een voorbeeld nemen aan Jezus, de Zoon van God die zich profileerde als nederige dienaar, de Meester die de voeten van zijn leerlingen waste, de Herder die zijn leven gaf voor de schapen.
    Zie in het Nieuwe Testament onder meer: Matt. 26 : 6-13, 1 Kor. 11 : 11-12, Efez. 5 : 25-33, 1 Tim. 3 : 2 en 12, 1 Petr. 3 : 7.

Besluit 2:

in de generale regeling preekbevoegdheid artikel 1 het woord “mannelijk” te laten vervallen.

 

Toelichting algemeen:

 

Dit besluit mag men een compromis noemen. Maar dan niet in de zin van ‘geen vlees en geen vis’. Wel dat het recht wil doen aan alle Schriftgegevens die zowel door voor- als tegenstanders van vrouwelijke ambtsdienst worden aangedragen. Dat is de enige manier om zo dicht mogelijk uit te komen bij de bedoeling van God zelf.

Ook deputaten hebben in hun rapport aandacht gegeven aan een breed scala aan Schriftgegevens. Terecht hebben ze daarbij gewaarschuwd tegen een verabsolutering van de zgn. ‘zwijgteksten’ die geen recht doet aan wat elders in de Schrift beschreven wordt. Zelf komen ze echter niet met een duidelijk alternatief. Hun verlegenheid rond de uitleg van met name 1 Tim. 2 en 1 Kor. 14 heeft tot gevolg dat deze teksten in hun uiteindelijke voorstellen zijn geneutraliseerd. Deze bescheidenheid van deputaten valt te prijzen, maar in de kerkelijke besluitvorming zou het een onevenwichtigheid veroorzaken die eerder de verontrusting aanwakkert dan dat het overtuigt. Deputaten hebben daarom zelf al aangegeven dat het goed zou zijn om de ‘tweede’ lijn in de Schrift meer te laten spreken in de besluiten van de synode. Deze tekst wil daarin voorzien.

 

Toelichting per onderdeel:

 

Besluit 1a: “geen verbod in te stellen” en niet: ‘het verbod op te heffen’.

Dat vrouwen geen ambtsdrager kunnen zijn is gewoonterecht. Het is nooit vastgelegd in een officieel kerkelijk besluit, al wordt er in kerkelijke besluitvorming wel mee gerekend (recent nog in de generale regeling preekbevoegdheid, vandaar besluit 2).

De kerken staan nu voor de vraag of ze dit gewoonterecht willen codificeren, of niet. Dit besluit kiest voor nee. We gaan geen verbod instellen op de ambtsdienst van vrouwen.

 

Besluit 1a: “dienen in een ambtelijke positie”.

Het is schitterend wanneer zowel mannen als vrouwen bereid zijn om zich dienstbaar in te zetten voor de verkondiging van Gods woord, het geestelijk welzijn van de gemeente en het betonen van barmhartigheid. Geef ze daar de ruimte voor, en gun ze een positie die daarbij past.

 

Besluit 1b: “uit te nodigen”.

Een uitnodiging hoort bij een feest. Dit besluit wil geen praktijk afdwingen; het laat de kerken juist veel vrijheid. Het spoort hen aan om iets moois te doen met Gods creatieve variatie, toen hij de mens schiep als man en vrouw.

 

Besluit 1b: “belasten met ambtelijke verantwoordelijkheid”.

Als we vrouwen laten delen in de vreugde van het werken binnen de kerk, hoeven de mannen zich niet terug te trekken: laat het hun een eer zijn om de last van de ambtelijke verantwoordelijkheid voor hun rekening te nemen.

 

Grond 1: “waar doorgaans mannen domineren”.

De uitdrukking is niet negatief bedoeld: in veel gevallen zijn de betrokken mannen daartoe door God geroepen. Maar dat blijkt dus niet te betekenen dat vrouwen zich er buiten moeten houden. Zij mogen juist een stimulans zijn voor de mannen en hebben hen meermalen met hun wijsheid voor struikelen behoed.

 

Grond 2: “steeds gericht tot een of meer mannen”.

Een uitzondering lijkt de roeping van Maria (Luc. 1). Maar het is als bij de moeder van Simson (Recht. 13): God wil de bijzondere positie van Jezus (zoals ooit Simson) accentueren door zijn moeder vooraf al te instrueren hoe ze zich op de komst van deze zoon moet voorbereiden.

 

Grond 3: over Marc. 16:7.

Vrouwen zijn de eerste getuigen van Jezus’ opstanding uit de dood. Evengoed worden ze door de engel van God naar Petrus en de andere leerlingen gestuurd. Want Jezus wil juist deze door hem persoonlijk geroepen mannen ontmoeten en activeren.

 

Grond 3: over 1 Kor. 11, 1 Kor. 14 en 1 Tim. 2.

Het is al vaker opgemerkt dat 1 Kor. 11 een absoluut spreekverbod voor vrouwen verhindert. Het gaat juist om een relationeel gebod: in hun spreken moeten ze de relatie met “de man” honoreren, zoals die vanuit God en Christus is gegeven.

Hetzelfde is het geval in 1 Kor. 14 (ze kunnen het “thuis aan hun man vragen”) en 1 Tim. 2 (ze moeten mannen niet de les willen lezen).

 

Grond 3 en 4: “in het Nieuwe Testament”.

De genoemde lijnen zijn ook in het Oude Testament aanwijsbaar. De genoemde teksten verwijzen daar ook wel naar. Om echter hermeneutische discussies rond oudtestamentische teksten te voorkomen, beperken we ons tot de nieuwtestamentische: die gelden zeker voor deze eindtijd en zijn op zichzelf al duidelijk genoeg.

 

Grond 4: 1 Tim. 3.

Als de verhalen uit het Oude Testament over polygamie ons iets leren, is het toch wel dat de betrokken vrouwen daaronder te lijden hadden (Gen. 16, 1 Sam. 1). Als een man zijn vrouw in ere wil houden, moet hij op zijn minst ervoor zorgen dat zij voor hem de enige is en blijft.

 

Piet Heij

Ik overweeg een voorstel waarvan de strekking de volgende is. Naar mijn mening brengt het een aantal overwegingen samen. Onder andere: de ’twee lijnen’, de onmacht tot een bepaalde zekerheid te komen die aan de kerken ‘opgelegd’ kan worden, het gegeven dat er verschil in ‘ligging’ is binnen de GKv-kerken en de erkenning dat het vele werk dat vrouwen in de kerken doen onvoldoende publieke erkenning krijgt.

 

Besluit1:

De synode besluit dat het wenselijk is dat er in de gemeentes een Raad van Oudsten wordt ingesteld, die de eindverantwoordelijkheid heeft in de gemeente en die bestaat uit mannen.

 

Gronden:

  1. dit ligt dicht aan tegen wat de Bijbel leert omtrent het verschil in positie van mannen en vrouwen
  2. dit ligt dicht aan tegen wat de Bijbel leert omtrent het leiding geven aan de gemeente
  3. de functies zoals wij de nu kennen (van predikant, ouderling en diaken) kunnen ongewijzigd blijven bestaan en staan open voor mannen en vrouwen
  4. erkend wordt dat de Bijbel geen absolute duidelijkheid geeft over de inrichting van de ambten
  5. voortgaande studie naar de in de bijbel bedoelde verhouding tussen mannen en vrouwen in de gemeente, noch naar de invulling van de verschillende bedieningen in de nieuwtestamentische gemeentes zal naar verwachting nieuwe handvaten opleveren
  6. er is behoefte in de kerken naar een antwoord op de vraag wat de positie van vrouwen in de gemeente zal zijn
  7. er is ruimte voor de plaatselijke kerken een eigen keus te maken die past bij de gemeente.

Besluit 2:

Daar waar geen Raad van Oudsten wordt ingesteld staat alleen het diakenambt open voor vrouwen.

 

Gronden:

  1. deze mogelijkheid is in eerdere besluitvorming al vastgelegd
  2. zo wordt de rust in de kerken bewaard.

Besluit 3:

Aanpassing van de kerkorde.

 

Maarten van Loon

Amendementen op de conceptbesluiten, bijgesteld door de deputaten:

 

Nieuw besluit 4:

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst in het pastoraat.

 

Gronden:

  1. Terwijl het Nieuwe Testament mannen als ouderen-oudsten noemt worden ook oudereoudste vrouwen opgeroepen tot voorbeeld en zielszorg (Tit. 2).
  2. Deputaten M/V en ambt hebben genoegzaam aannemelijk gemaakt dat hoewel er veel onzekerheid is rond de precieze uitleg van het apostolisch voorschrift inzake zwijgen, dit voorschrift in ieder geval niet opgevat kan worden als een absoluut verbod tot spreken binnen en buiten de eredienst (vgl. bijv. 1 Kor. 11 en 14).

Nieuw besluit 6:

Uit te spreken op dit geen moment geen vrijmoedigheid te hebben om de ambten van ouderling en predikant zoals de Gereformeerde Kerken in Nederland die nu kennen open te stellen voor vrouwen.

 

Gronden:

  1. Het feit dat deputaten aangeven dat er verlegenheid is rond de koppositie van de man en het niet lukt deze materieel in te vullen, duidt op een nog niet afgerond bezinningsproces.
  2. Vanwege het onder 1. genoemde is het verstandig om op dit moment zaken van opzicht en tucht alleen door mannen te laten verrichten.

OPMERKING: met besluit 4 en 6 is dus de weg open voor een kernkerkenraad. Daarop heeft besluit 7 mede betrekking.

 

Nieuw besluit 7:

uit te spreken dat het wenselijk is dat mannen en vrouwen die door de gemeente tot een pastorale taak geroepen worden zonder dat zij daarmee het ambt van ouderling bekleden zoals de Gereformeerde Kerken in Nederland die nu kennen, in hun bediening te bevestigen.

deputaten kerkorde opdracht te geven hiervoor voor zover nodig passende regelgeving op te stellen alsmede een formulier voor bevestiging voor deze taak.

 

Besluit 8 kan vervallen

 

Besluit 9 aanpassen: de woorden “tegen overheersing” schrappen want dat is een betwistbare exegetische keuze; een onderdeel b toevoegen:

nieuw te benoemen deputaten man/vrouw in de kerk opdracht te geven dit proces te faciliteren en hierbij in samenwerking met BBK ook de buitenlandse zusterkerken te betrekken.

 

Grond:

De Bijbel spreekt zowel over de gelijkwaardigheid van man en vrouw, als over de eigen plaats die beiden hebben tegenover God. In onze sterk op gelijkheid gerichte cultuur verdient dit aspect speciale aandacht.

 

Melle Oosterhuis

In besluit 3 in grond 1 aan het eind toevoegen:

(1 Tim. 3:11 en 5:9) en zo ook genoemd worden (Rom. 16:1-2).

 

In besluit 4 in grond 2 aan het eind toevoegen:

(Tit. 2:3-5).

 

In besluit 5 voor grond 1 een extra grond toevoegen:

Reeds in het OT is sprake van profetessen (Ex. 15:20,21; 2 Kon. 22:14). In het NT nog voor de uitstorting van de Heilige Geest lezen we over de profetes Hanna, die zij aan zij met de profeet Simeon profeteerde ter gelegenheid van de voorstelling van Jezus in de tempel, en die de Heer ook dag en nacht in de tempel diende (Luc. 2:36-38).

 

In besluit 5 in grond 1 als volgt lezen:

De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid. De apostelen en de andere leerlingen, waaronder de vrouwen (Hand. 1:14) traden op de Pinksterdag door de zalving met de Heilige Geest op als Jezus’ getuigen (Hand. 1:8; 2:6-8). Ook op andere plaatsen is sprake van vrouwen die profeteren. (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).

 

In besluit 7 voor grond 1 een extra grond toevoegen:

Reeds in het OT is sprake van profetessen (Ex. 15:20,21; 2 Kon. 22:14). In het NT nog voor de uitstorting van de Heilige Geest lezen we over de profetes Hanna, die zij aan zij met de profeet Simeon profeteerde ter gelegenheid van de voorstelling van Jezus in de tempel, en die de Heer ook dag en nacht diende, Luc. 2:36-38.

 

In besluit 7 in grond 1 als volgt lezen:

De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid. De apostelen en de andere leerlingen, waaronder de vrouwen (Hand. 1:14) traden op de Pinksterdag door de zalving met de Heilige Geest op als Jezus’ getuigen (Hand. 1:8; 2:6-8). Ook op andere plaatsen is sprake van vrouwen die profeteren. (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).

 

In besluit 7 in grond 4 schrappen:

in de Westerse cultuur

 

Robert Roth

Mijn amendement op de besluiten MVeA (zoals verwoord in het deputatenrapport) is om besluit 10 te schrappen.

 

Jan Jarig van der Tol en Kees van Dijk

 

Besluit 1:

Deputaten MVeA (en MViK) decharge te verlenen onder dank voor de uitgebreide verleende diensten .

 

Besluit 2:

Nog geen besluit te nemen t.a.v. man, vrouw en ambten maar deze op te schorten en intussen nieuwe deputaten te benoemen met de volgende opdracht:

  1. een totaalvisie op de ambten en de ambtsstructuur formuleren.
  2. het leer- en regeerambt helder te positioneren in de huidige ambtsstructuur. Hierbij met name de volmacht van de bediening van de verzoening te betrekken.
  3. Nadere studie te doen over Christus is het hoofd van de man en de man is het hoofd van de vrouw in relatie tot de ambten. (Ef 5: 21 ev)
  4. Bij deze studie uitdrukkelijk de scheppingsvolgorde (Genesis 2) te betrekken en het beroep van Paulus hierop, om vervolgens na te gaan wat daarin wel of niet van waarde en betekenis is en in verband met het ambt van toepassing is.
  5. Tevens bij en vanuit deze studie te komen tot de aanbeveling of de zaak van man, vrouw en ambt wel of niet helder uit te Schrift is te aan te geven. Als dat wel het geval is, dat met goede schriftuurlijke gronden te onderbouwen. Of wanneer de aanbeveling is dat onderhavige zaak niet helder vanuit de Schrift onderbouwd kan worden, er dan op grond van die aanbeveling vrijmoedig geconcludeerd mag worden dat de zaak tot het terrein van de middelmatige zaken behoort (adiafora) en dat we als kerken dus onder leiding van Gods Geest hierin naar eer en geweten zelf een beslissing mogen nemen.
  6. Het verder in kaart brengen van de inhoud en positionering van het diakenambt, waarbij helder vanuit de Schrift aangegeven wordt of en zo ja, hoe dit ambt opengesteld mag worden voor de zusters van de gemeente op basis van de Schrift, de belijdenis en de kerkorde.
  7. en andere bedieningen en aanstellingen, waarbij een duidelijke bevestiging dan wel aanstellingsceremonie passend is. Deputaten zouden kunnen komen met dergelijke bevestiging- en aanstellingsformulieren.
  8. Dit nieuwe deputaatschap samen te stellen, met zowel voor- als tegenstanders van het openstellen van de ambten.
  9. Een nieuw rapport samen te stellen op basis van Schrift en belijdenis en kerkorde, waar mogelijk gebruik kan worden gemaakt van eerdere rapporten, ook de rapporten van de Christelijke Gereformeerde Kerken, Nederlands Gereformeerde Kerken, de inbreng van de kerken en leden van het eigen kerkverband en de inbreng van de buitenlandse kerken.
  10. De nieuwe deputaten op te dragen dit rapport z.s.m. samen te stellen, zodat het kan dienen op de Generale Synode van 2020 of, indien nodig op een nieuwe voor die tijd samen te roepen Generale Synode.

Gronden:

  1. In het huidige rapport zitten veel waardevolle gegevens, maar deputaten hebben geen totaalvisie gegeven op het ambt: het ontstaan en de constituering in het Nieuwe Testament, de vormgeving, de reikwijdte van de diverse ambten, zoals we die vanaf de Reformatie hebben. Eveneens zijn de mutaties binnen de ambten sinds de Reformatie niet helder in beeld gebracht. Goede aanzetten m.b.t. de ambten zijn daartoe reeds gedaan door professor dr. C.Trimp in diverse publicaties, waaronder met name zijn boeken ‘Ministerium’ en ‘De volmacht der bediening’, alsmede door professor dr. Jacob van Bruggen o.a.in zijn boek ‘Ambten in de apostolische kerk’.
  2. Omdat er geen heldere totaalvisie is, is het gevaar groot dat door de generale synode in dit stadium fragmentarische en ad hoc-besluiten wordt genomen, die tevens verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de zusterkerkrelaties met zowel de Christelijke Gereformeerde Kerken als met de buitenlandse kerken.
  3. Vanuit het rapport worden twee lijnen uitgewerkt maar deze lijnen kunnen in het rapport niet geharmoniseerd worden; er wordt zelfs gezegd dat de lijn ‘samen dienen’ zoals voorgesteld ‘een duidelijke breuk’ is met het verleden Dat betekent eigenlijk dat we op basis van deze onhelderheid moeten zeggen: “Bij twijfel: niet inhalen”. Het vraagt een verdiepingsslag.
  4. Ook is er geen heldere inhoud gegeven over het ‘hoofd-zijn’ van de man en moet het rapport met schroom aangeven dat het geen invulling kan geven van de door het rapport gebezigde term ‘koppositie‘ van de man. Dat betekent een danige verzwakking in de bewijsvoering dat op grond van dit rapport alle ambten opengezet worden. We krijgen hierdoor het onderscheid in de diverse ambten en bedieningen en aanstellingen niet scherp in beeld. Daardoor geven we misschien ook geen eerlijke beoordeling van wat in het verleden is gebeurd.
  5. Deze verdiepingsstudie uit te voeren mede gezien de uitgebreide ‘kritieken’ o.a. beschreven in ‘Nader Bekeken’, de artikelen op het Weblog van br. Ds. D. te Velde en br. W. Rose en de diverse bijdragen van de buitenlandse zusterkerken.
  6. Deze verdiepingsslag willen we vooral ook vanwege het bewaren van de vrede en de eenheid, omdat we grote verdeeldheid binnen onze kerken constateren en vervreemding met onze zusterkerken.

Besluit 3:

De kerken op te roepen het verdere proces af te wachten, zodat we samen op basis van Gods Woord zullen afspreken hoe het er ten aanzien van de ambten en de invulling daarvan zullen gedragen. God is toch een God van orde en niet van wanorde.

 

Gronden:

  1. Het is goed dat we als kerken van het kerkverband samen op trekken en elkaar in dit proces vasthouden. Het is niet gewenst dat kerken die al een standpunt innemen daaraan direct uitvoering koppelen, terwijl de andere kerken nog in de studeer- en onderzoeksfase zitten. Ook hierbij geldt dat we ‘samen dienen’ en elkaar als gemeenten tot een hand en een voet zijn.
  2. Ook vanwege de niet geringe uitwerking van een besluit tot openstelling van een of alle ambten voor de zusters richting onze zusterkerk, de Christelijke Gereformeerde kerken in Nederland en ook richting bijna alle zusterkerken in het buitenland, verplichten we ons als gezamenlijke kerken en kerken individueel, tot zelfbeheersing en zorgvuldige afweging.