Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Synodeverslag week 13 - Buitenlandse gasten 3

D.J. Bolt
23-04-11

De tweede publieke synodedag met buitenlandse gasten op vrijdag 1 april 2011, wordt geopend door br. K. Mollema met een meditatie over Psalm 3.

Ook deze dag houdt een aantal buitenlandse afgevaardigen toespraken. Verder zullen de bijlagen 8 en 9 van het rapport van de Deputaten Kerkelijke Eenheid (DKE) samen met de gasten worden besproken. Daaraan nemen ook de deputaten BBK en DKE deel. Op deze zitting worden geen besluiten genomen.
De besprekingen werden eerder die week ingeleid op een conferentie van de buitenlandse gasten met BBK-deputaten.
Het DKE-rapport en zijn bijlagen is, evenals andere deputatenrapporten, te vinden via de website www.gkv.nl.

BESPREKING DKE-RAPPORT BIJLAGE 8

Notitie over de leer van de doop, de Heilige Geest, de kerk en het avondmaal.
Notitie van Deputaten Kerkelijke Eenheid GKv en Commissie Contact en Samenspreking met andere kerken NGK

BESPREKING RONDE 1

Ds. Van Benthem
Het onderwerp kerk lijkt geen item voor volgende generatie. Op de catechisatie zei een jongere dat het over geloof moet gaan en niet over de kerk, "anders loop ik weg".
Het rapport heeft een groot 'enerzijds-anderzijds-gehalte' bijvoorbeeld t.a.v. de cultuur. Dat geldt m.n. als er gehandeld wordt over de leer van de Heilige Geest. Men is blij met de belijdenis enerzijds, maar anderzijds mist men toch ook veel dingen.
Er wordt gesproken over twee soorten christenen. Geestelijke vernieuwing is nodig, maar de concretisering mist. Waarom komen 'in tongen spreken', ministry gebed en bevrijdingspastoraat niet aan de orde? Daar is toch meer over te vertellen? Als dat niet besproken wordt wat moet ik hier dan mee.

Br. De Groot
Mooi dat er gesproken wordt over handhaving van de belijdenis. Maar het woord moet wel samen gaan met de daad. Daar zit het pijnpunt van 1967. Laat de NGK het 'Candle Statement' onderschrijven en alles is opgelost.
Voor de 'vrouw in het ambt' wordt steeds de maatschappij met de kerk vergeleken. Dat is jammer. De kerk mag toch anders zijn? Er wordt voortdurend gesproken over de cultuur. Maar deze verandert steeds, daar zijn we toch niet van afhankelijk?

Ds. Trimp
Ik heb waardering voor het werkstuk. Het functioneert binnen het kader van de samenwerking met NGK. Na de synode van Zwolle-Zuid was er een behoorlijke patstelling m.b.t. de NGK. De samensprekingen komen nu weer op gang. Daarover zijn goede dingen gemeld hoewel er wel spanning is. De vraag is: wat levert dit in de praktijk op? Bijvoorbeeld t.a.v. van de leer over de doop van kinderen zoals geleerd wordt in HC zondag 27. De kinderdoop is een goed recht en noodzaak. Maar bij de NGK is het mogelijk de kinderdoop te verwerpen en toch ambtdrager te zijn. Er moeten nadere afspraken over komen als men zich niet voegt naar de belijdenis. Zit daar een probleem binnen de DKE in de relatie met de NGK?

Over de leer over de Heilige Geest worden mooie dingen gezegd maar New Wine vindt veel steun in de NGK. Daaruit blijkt toch een behoorlijk verschil van inzicht.

Wat het Heilig Avondmaal betreft wordt eerlijk gezegd dat daarop een andere visie in onze kerken is gekomen. De toelating is ruimer geworden. Instemming van gasten met de Apostolische Geloofsbelijdenis wordt voldoende geacht. In Zwolle-Zuid is bepaald dat dezelfde vragen moeten worden gesteld als aan belijdeniscatechisanten. NGB art. 35 verbindt het Heilig Avondmaal met de samenkomst van Gods volk als lichaam van Christus. Op dat punt zit er spanning in het rapport. Daarover is opheldering gewenst.

Br. De Vries.
De leer over de Heilige Geest is te vinden in HC zondag 20. Maar de Heilige Geest komt door de hele belijdenis aan de orde.
Charismatische vernieuwing is een legitiem verlangen. Ik heb in het stuk HC zondag 45 gemist namelijk de noodzaak zonder ophouden te bidden om de Heilige Geest. Ook in onze tijd.

Ds. Gunnink
Ik heb de opdracht van GS Zwolle-Zuid aan de DKE gelezen. Vergelijking met wat door de deputaten wordt gezegd en hun opdracht is niet helder. Het lijkt alsof de opdracht was na te gaan of de belijdenis in overeenstemming is met de Schrift. Maar wij hebben toch ingestemd met de drie formulieren van eenheid aan het begin van de synode? Hoe kun je met elkaar in gesprek gaan als de belijdenis in twijfel wordt getrokken? Schiet die dan tekort? Op de catechisatie kunnen al dit soort vragen worden gesteld maar niet in het gesprek met de NGK. Kortom, hoe zit het met de verhouding tussen de binding aan de leer en de praktijk?
Er zijn verschillende vragen bij het stuk te stellen. Bijvoorbeeld: wat houdt de veranderde visie op de kerk in? En is die dan een verbetering? Spoort die wel met de Schriften?

Ds. Veldman, FRCA Australië
Ik mis in het rapport dat de buitenlandse afgevaardigden al in 2008 erg gewaarschuwd hebben tegen de relatie met de NGK m.b.t. de 'vrouw in het ambt'.  Het lijkt alsof deze kwestie ondergesneeuwd dreigt te worden door zaken als de leer over de doop en het Heilige Avondmaal.
Wat de toelating tot het Heilig Avondmaal betreft, hoe bewaak je de Tafel? Aangaan wordt nu meer overgelaten aan de deelnemer. Als er maar instemming met de Apostolische Geloofsbelijdenis is. Maar dat is een veel te breed toelatingsbeleid.
Moeten we uit de slotconclusie constateren dat de kwestie van de binding aan de belijdenis in de NGK is opgelost?

Br. Van Dixhoorn
De DKE spreekt positief over de samensprekingen, ook over de 'vrouw in het ambt'. Wat is nu de reactie van de Landelijke Vergadering die nu bijeen is? Is er over gesproken? M.n. ook over de binding aan de belijdenis?

Ds. Ophoff
Het 'enerzijds-anderzijds' maakt het rapport een beetje krachteloos. Maar het is te waarderen dat de DKE naar de basisonderwerpen gaat. Waarom zijn deze drie onderwerpen gekozen en wat zijn daarvoor de motieven?
Het rapport stelt dat de belijdenis over de kerk het missionaire aspect mist, maar dat is een merkwaardige constatering. Denk aan b.v. HC zondag 48 waar we belijden "bewaar en vermeerder uw kerk". Zondag 21 heeft toch ook missionaire spits?

Het ruimere toelatingsbeleid voor de viering van het Heilige Avondmaal zou ook voort kunnen komen uit een "verplatting van het geestelijke leven", schrijven deputaten. Waarop is dit gebaseerd? Als meer mensen verlangen als gasten mee te vieren, hoe durft u dan van "verplatting van geestelijk leven" te spreken?

Als deputaten kiezen voor een 'enerzijds-anderzijds' wat is daarvan dan de vrucht? Wat zijn we er mee opgeschoten? Moet de conclusie niet zijn, ook t.a.v. de leer over de Heilige Geest en de charismatisch beweging New Wine, dat wij dezelfde diversiteit vertonen en dáárom elkaar dicht genaderd zijn?

Br. Feenstra
Het is mij ook opgevallen dat concreetheid mist. De kinderdoop is onopgeefbaar maar daarna worden er allerlei opmerkingen gemaakt over andere accenten en kanttekeningen die bij de formulering in de belijdenis zouden moeten worden gemaakt. Wat gaan we hier mee doen? Wat kunnen we verwachten van de NGK? Individuele kerken er op aanspreken?

------------------------------------------------------------------------------------

TOESPRAAK VERENIGDE STATEN (1)

Rev. Jim Sawtelle, RCUS
Het is een eer hier vandaag te zijn en u de groeten en beste wensen over te brengen van uw broeders en zusters van de Gereformeerde Kerk in de VS.

Laat me eerst een indruk geven hoe ik en veel van onze kerken jaren profijt hebben gehad van uw kerken. Op het seminarie ontving ik een introductie in de werken van geleerden als K. Schilder, B. Holwerda, M.B Van ’t Veer, en, meer van deze tijd, J. Douma, J. van Bruggen en C. Trimp. Waarschijnlijk is de helft van onze actieve predikanten beïnvloed door bovengenoemde geleerden tot groot nut voor ons en onze kerken.

Het is een zegen dat we uw afgevaardigden op onze synodevergadering mochten ontvangen. En hen ontmoeten en spreken op de ICRC bijeenkomsten. Uw zendelingen en docenten hebben samengewerkt met onze kerken in de Congo. We waarderen dat zeer en prijzen God ervoor.
We hebben met vreugde de gemeenschap ervaren in uw erediensten en met leden van uw kerken die zijn geëmigreerd naar de VS. Het is mij een groot voorrecht pastor te zijn van een man die geroepen werd tot het geloof in Jezus Christus en die belijdenis deed en werd gedoopt in Vlaardingen. Wij herkennen elkaar in hetzelfde geloof, in leer en het leven, en de vreugde van het eren van de ware God. Dit zijn nog maar kleine voorbeelden van de zegeningen van een zusterkerkrelatie maar ze mogen dienen om iets daarvan te laten zien.

Ik wil u iets vertellen over de RCUS en het Noord-Amerikaanse kerkelijke leven. De levensgang van rev. Maynard Koerner en mij weerspiegelen daar iets van. Rev. Koerner is zijn hele leven al lid van de RCUS. Hij stamt oorspronkelijk, vele generaties geleden, van de Duitse Gereformeerde Kerk. Mijn vader en moeder zijn echter eerste-generatie christenen die tot geloof in Jezus Christus kwamen toen ze tieners waren. Eerst waren zij baptisten, mijn vader was daar predikant. De Here deed hem echter de gereformeerde traditie en de verbondstheologie omhelzen. Nooit zal ik de zondag vergeten toen mijn vader mij op vijfjarige leeftijd samen met drie verwanten doopte.

De RCUS vormt een mozaïek van etnische Duitsers, broeders en zusters die tot geloof kwamen en hen die uit andere tradities komen. Twintig van de drieënveertig gemeenten zijn begonnen in de afgelopen twintig jaar. Sommige zendingsgemeenten worden nog financieel ondersteund. Een van de twee nieuwe zendingsposten, die in Minneapolis, mag ik dienen.

We zitten in een overgangsfase van voornamelijk landelijke gemeenten in boerengemeenschappen naar stedelijke kerken. Naast zendingsactiviteiten in de VS hebben we het voorrecht hulp te kunnen bieden aan zich ontwikkelende kerken van de Kisi-stammen in Kenia en in Congo, en meer recent, in de Filippijnen. We ondersteunen het werk van rev. Eric Kayayan en de 'Reformed Faith and Life' radiouitzendingen naar Frans sprekend Afrika, Frankrijk, Madagascar, de Caribische eilanden en Quebec in Canada. Rev. Kayayan is verbonden aan de Reitvallei Reformed Church in Zuid-Afrika (RCSA).

Daar de RCUS geen eigen seminarie hebben houden twee van onze kerken in samenwerking met hun classes toezicht op seminaries in Sacramento and Sioux Falls. Wij ondersteunen ook het America Reformed Seminary, het Greenville Presbyterian Theological Seminary en het New Geneva Theological Seminary. Die bevelen we ook onze studenten aan.
Binnen een paar jaar zullen een aantal predikanten met emeritaat gaan. We bidden vurig of de Here jongeren wil geven die de bediening van het Woord kunnen overnemen.

De burgers van de VS seculariseren meer en meer. Het aantal mensen dat onkerkelijk wordt groeit snel. Relativisme en tolerantie t.a.v. elke idee is aan de orde van de dag terwijl de zekerheid van de Waarheid vijandschap en verachting ontmoet. Materialisme, individualisme en een onverzadigbare begeerte naar amusement schijnt de meeste mensen te beheersen waarbij het christendom irrelevant lijkt. De tolerantie, of misschien wel volledige acceptatie van de homoseksuele praktijk is de overheersende houding van de komende generatie.

De tijdgeest is de kerken in de VS binnengedrongen. De grote historische kerken hebben zich in veel aspecten aangepast. Zelfs aanvaarden zij homoseksuele stellen met een samenlevingscontract, als ook de wijding van homoseksuelen van beider geslacht.
Veel evangelische kerken gebruiken het moderne amusement in een poging leden te behouden of terug te winnen. Erediensten gaan zo steeds meer lijken op entertainment.
Het individualisme wordt ook bediend door erediensten aan te bieden op zaterdagavond, door meerdere diensten op de zondag en op andere dagen van de week. Behalve vrijdagavond, dat schijnt een 'heilige avond' te zijn, daarop wordt niets aangeboden. Dat individualisme ervaren we ook in confessionele gereformeerde en presbyteriaanse kerken. Daar zie je dat mensen om allerlei redenen naar andere kerken gaan waar ze zich op dat moment beter voelen. Het percentage echtscheidingen is ruwweg even hoog als dat van ongelovigen.

Zo is de omgeving waarin we leven, loven en getuigen. Met deze verleidingen worstelen wij. Amerika heeft zo dringend het evangelie van onze Here Jezus nodig. We weten dat onze arbeid in de Here niet ijdel is. Het is voor de opgestane Christus, onze Koning! Het evangelie is niet geboeid maar levend en krachtig, een kracht van God voor hen die gered worden. Bid voor ons werk om de boodschap van onze volkomen Redder te brengen aan een wereld die in slavernij is, zoals ook wij dat eens waren.

We hebben begrepen dat ook u, in een omgeving, waar dezelfde tijdgeest heerst, het geloof in Jezus Christus moet behouden. Wij veronderstellen niet dat we uw samenleving en cultuur begrijpen zoals u zelf dat doet, toch zijn de problemen vergelijkbaar. Om ons heel zien we kerken hun principes opgeven onder de druk om cultureel relevant te zijn. Natuurlijk moeten we ons bewust zijn van de cultuur waarin we staan. Maar als eisen van de cultuur in strijd zijn met het Woord van God dan moeten we profetisch en vrijmoedig het Woord spreken. Onze gemeenschappelijke wijsheid, kracht, troost en vrede is Hij die de "wonderbare Raadsman, machtige God, eeuwige Vader en Vredevorst" is.

Zoals u gemerkt zult hebben, zijn we maar klein in vergelijking met u. Maar we rekenen het als een voorrecht met u een relatie als zusterkerk te mogen delen. Die relatie willen we ook serieus nemen. Dat betekent open en eerlijk zijn naar elkaar, en naar elkaar luisteren, elkaars lasten dragen, en in liefde en nederigheid elkaar bemoedigen en vermanen.

Onze laatste synode heeft ons opgedragen in die geest ook een aantal zorgen en vragen met u te bespreken, waarvan we sommige hier al kenbaar hebben gemaakt. Een aantal vragen zijn opgehelderd, hoewel niet geheel opgelost. Het gaat om de stand van zaken m.b.t. de samensprekingen met de NGK en de vragen rond de theologische en hermeneutische trends aan de Theologische Universiteit. We waarderen de inspanningen van BBK en de TUK om ons en anderen een en ander toe te lichten.

De studie over de vrouw in het diakenambt en de plaats van mannen en vrouwen in de kerk interesseren ons in hoge mate. En geven bezorgdheid. We begrijpen dat u nog bezig bent met uw studie. Maar tot nu toe hebben wij bij u geen nieuwe argumenten uit de Schrift kunnen bespeuren die rechtvaardigen dat de ambten zowel voor mannen als vrouwen opengesteld zouden mogen worden. Wij zijn ervan overtuigd dat de eenheid van het getuigenis van Christus' kerk hier op het spel staat. We dringen er bij u op aan samen met uw zusterkerken te blijven bij het Bijbelse en historische verstaan van de Schrift, namelijk dat de ambten zullen moeten worden vervuld door mannen. Niet omdat zij superieur zijn in godvrezendheid of intellect of fysieke mogelijkheden - want dat is niet zo - maar omdat dit de leer is van het geïnspireerde Woord van God.

Tenslotte, het is onze grote zorg dat het resultaat van boven aangegeven zaken niet weinig onrust veroorzaakt in uw kerken. We ontvingen het droevige nieuws dat kortgeleden kerken zich van de GKv hebben afgescheiden en een verband van gereformeerde kerken in Nederland (hersteld) zijn aangegaan. We zijn bezorgd over de eenheid en de kerken. Deze scheuring doet ook ons pijn.

Broeders, wij bidden voor u, zoals wij u vragen voor ons te bidden in de moeilijke tijden waarin we leven. Wij bidden dat onze Here Jezus Christus, het Hoofd en de Koning van de kerk, ons besprekingen en overwegingen zó mag zegenen dat het is tot zijn glorie, het de kerken opbouwt en uw band met trouwe kerken elders bevordert.

BBK-deputaat br. Wezeman
We hebben respect voor elkaar en waardering voor de contacten die we mogen onderhouden. Daarbij besteden we veel aandacht aan allerlei aspecten. Het is niet voor het eerst dat er zorgen worden geuit. Dezelfde ontwikkelingen zijn er ook in de VS waar te nemen. Hier en daar zijn het dezelfde dingen die ons beroeren. We willen dicht bij het Woord blijven.
We hebben elkaar in heel veel dingen kunnen bemoedigen. Graag hadden we meer contact willen hebben maar door onderbezetting is het er niet van gekomen. Zo konden we door allerlei externe omstandigheden ook de synode in 2010 niet bezoeken. De uitoefening van de contacten heeft er onder geleden. Het was geen onwil maar het lukte niet. We gaan vandaag nieuwe afspraken maken om over allerlei punten met elkaar te kunnen spreken. Het is geweldig dat na een moeilijke periode er weer groei te zien is over een groter gebied in de US, b.v. in Californië in het zuiden.
We wensen u Gods zegen op uw kerken en groeten hen hartelijk.

TOESPRAAK INDIA (2)

Rev. Hiralal Solanki, RPCI
Hartelijke groeten van onze kerken. Er is officieel en informeel een uitstekende relatie met u, broeders en zusters in Jezus Christus.
India kent veel uitdagingen. Er zijn aanvallen op de kerk, spanning wordt ervaren met de grondwettelijke vrijheid. We leren afhankelijk te zijn van Jezus Christus. Dat geeft veel beloning en zegen. We hebben nog een enorme vrijheid. Er is groei. De kerk heeft een behoorlijk aantal voorgangers, tien kandidaten zullen worden bevestigd. Bidt voor ons die leven in een omgeving met veel verwereldlijking.

BBK - Ds. Oosterhuis
Het is ontroerend zo te horen spreken. Dit is echt 'quality time': een paar minuten luisteren naar de broederschap in die wereld. Zo openstaan voor het werk van de Geest. Daar kunnen we als kerk van Jezus Christus onze winst mee doen. Prijs de Heer dat we deze momenten mogen hebben.
Het ontroert ook hoe deze kerken in India leven te midden van discriminatie en vijandschap van verschillende kanten. Met een overheid die moeilijk doet als er bekeringen plaats vinden. Hoe ingewikkeld is het daar om überhaupt iemand te mogen dopen. Daar is een publiek interview voor nodig zodat de hele wereld bezwaar kan maken voordat de overheid toestemming verleent. En om dan te zien dat de broederschap de rug recht houdt, de naam van Christus blijft verkondigen. Opoffering aan de dag legt. Blijft bidden en vasten. Bijvoorbeeld: in plaats van zeven eten zij zes keer per week. Met zeven mensen kan dan een zendeling aan het werk en ergens weer een schooltje stichten zo de naam van Christus te verbreiden. Dat is fundamenteel Jezus Christus volgen. Om doodstil van te worden. Daar kunnen we wat van leren. Laten we hen in ons hart sluiten en de Heer prijzen om wat Hij geeft.
De kerken daar worden steeds meer op elkaar betrokken omdat het een moeilijk subcontinent is. We willen graag de contacten onderhouden, willen verder uitbouwen.
We zijn heel dankbaar voor het naar voren gebrachte. Wij willen hen aan de Here opdragen om zijn blijvende zegen en bewarende hand. Graag willen we vruchtbaar samenwerken zodat we wederzijds kunnen groeien in de dienst van de Here.

------------------------------------------------------------------------------------

BESPREKING RONDE 1 vervolg

DKE - Ds. Messelink
We hebben voor ons werk minder dan twee jaar tijd gehad. Op de synode van Zwolle-Zuid was een behoorlijk dosis wantrouwen richting de NGK. Dat hebben zij ook geproefd en gemeld aan de Landelijke Vergadering. Er was teleurstelling. Maar we kunnen dit ook weer relativeren. Want er zijn nu nieuwe broeders in de CCS die de situatie van Zwolle-Zuid vergelijken met de zestiger jaren, zij constateren dan een verbetering. Zo konden er snel inhoudelijke gesprekken worden gevoerd.

Waarom is deze manier van bespreken gevolgd?
Eerst is in aansluiting bij de synodebesluiten een aantal onderwerpen vastgesteld. Op de synode van Zwolle-Zuid was er een meerderheids- en minderheidsrapport. Dat wilden nú persé voorkomen.
Gekozen is voor de lange weg. Het huidige rapport moet worden gezien als een 'rapport onderweg'. De komende jaren hopen we gezamenlijk vruchten te plukken. Met afspraken die doorwerken in de plaatselijke situatie. Het NGK-rapport beveelt haar conclusie niet alleen de LV aan maar ook aan de plaatselijke kerken. Daar moet het uiteindelijk gebeuren. In al bijna 40% van de kerken is er een vorm van samenwerking of spreken we met elkaar. Wel moet er evenwicht blijven tussen 'landelijk' en 'plaatselijk'.

We willen een nieuwe start maken. Waar hebben we het dan over? Er is wantrouwen: er wordt gezegd dat de NGK confessioneel betrouwbaar is, maar is dat wel zo? Dat gaan we toetsen. Daarom bespreken we deze onderwerpen die spelen in de kerken. De zaak van de hermeneutiek is heel belangrijk. Dat was steeds al een issue en daar borduren we nu op voort. We gaan het VOP-rapport bestuderen. Dat heeft niet zo'n verschrikkelijk sterke onderbouwing. Dus moet ook de conclusie dat alle ambten openstaan voor vrouwen wel weer aan de orde komen. Echter tegelijk loopt de trein. Het is dus wel ingewikkeld.
Toch moeten we opnieuw met veel hulp van Kampen doorspreken over exegese en hermeneutiek en dat ook toe spitsen op de 'vrouw in het ambt'. En dat niet teveel in een wij-zij verhouding alsof de vragen dáár niet spelen in onze kerken. Onder ons zijn er ook genoeg stemmen voor de 'vrouw in het ambt' en zijn er discussies over de kinderdoop. Het is de wens van de NGK, dat we ons gezamenlijk bezinnen. Daarbij zijn vragen gesteld over de inzet van onze gesprekken. Vragen als hoe zit het precies met de relatie Bijbel belijdenis. Achtergrond in de NGK en de GKv daarvan zijn vragen over het functioneren van de belijdenis, kritische vragen over belijdenis en de binding eraan. We willen die vragen expliciet maken. Hoe binden we ons vandaag aan de belijdenis? Het is een open deur: 'belijdenis stemt met de Schrift overeen'. Maar er leven wel vragen, daarvoor moeten we onze ogen niet sluiten. Alles is niet al in de belijdenis geregeld. Dan zou er geen discussie meer nodig zijn. We willen antwoorden op de vraag hoe de belijdenis als norm, als uitgangspunt werkt in de praktijk. Bijvoorbeeld de norm van belijdenis in NGB art. 27-29, wat betekent die in de praktijk?
Wat bereikt is willen de deputaten uitdragen in de praktijk, naar de kerken toe. Het gesprek daarover gaande krijgen. Tot zover de algemene lijn.

Van Benthem ziet dat dit alles door jongeren als een achterhoede gevecht wordt ervaren. Veel jongeren weten niets van een synode en wat daar gebeurt, zegt hij. Dat is wel waar maar toch gaat het over zaken die velen bezig houden, bijvoorbeeld de kinderdoop. Het heeft ook betrekking op hún leven.
Belangrijk is dat de NGK ons duidelijk maken dat ze ons nodig hebben. Dat is een opmerkelijk gegeven. De NGK als kleine kerk van 30.000 leden wil de theologische diepgang gebruiken die bij ons aanwezig is.

Je kunt wel willen dat het 'Candle Statement' wordt onderschreven maar ook bij ons heeft niemand dat gedaan.

Ds. Trimp vraagt wat het in de kerken opgeleverd heeft.
We willen nu de bereikte resultaten van de deputaten breder uitzetten.
Wat de belijdenis betreft, we binden ons daar van harte aan maar niet aan elke formulering. Er kan ook op andere manieren worden verwoord. Zondag 27 is te rechtlijnig in het spreken over de besnijdenis naar de doop. Tegenwoordig is daarbij veel uitleg nodig en op catechisaties veel discussie, want in de belijdenis is wel erg kort geformuleerd.
De gemaakte afspraken moeten meer body krijgen nu de LV het rapport heeft aanvaard. Wat betekent dit voor de kerken? Als iemand vindt dat kinder- en volwassendoop niet gelijkwaardig zijn, wat heeft dat voor consequentie voor de toegang tot het ambt?

De toelating tot het Heilige Avondmaal is een wat lastig punt. De synode van A'foort-Centrum heeft daar besluiten over genomen en die van Zwolle-Zuid heeft ze verduidelijkt. Van de zinsnede over de Twaalf Artikelen in het formulier bij openbare geloofsbelijdenis is niet aangegeven wat het betekent. Dus neem het zoals het er staat. Dát is de norm. Je merkt dat plaatselijke kerken er hun eigen invulling aan geven. Er is één kerk die een extra criterium heeft aangelegd. Dat is heel opmerkelijk. Blijkbaar wordt onze eigen besluitvorming dus niet geheel vertrouwd. Plaatselijke kerken worstelen er mee.
Als er kritiek is dan hoort dat hier op de synode. Als besluiten hierover niet functioneren  dan moet dat hier worden doorgesproken. DKE is uitvoerder en kan het niet zelf veranderen.

Ds. Gunnink vraagt naar de binding aan de belijdenis en de uitwerking daarvan. De opstelling van Zwolle-Zuid maakte dat weer terug naar de basis werd gegaan: wat betekent het precies, 'binding aan de belijdenis'? Er was wantrouwen, dus moest er eerst aan een nieuw vertrouwen worden gewerkt. Dat is binnen het deputaatschap gelukt.
Is er een veranderde visie op de kerk? Er zijn vragen over de kerk. Hoe zien we die? Er wordt heel veel over geschreven. Als deputaatschap hebben we daarop geen visie. Wel constateren we dat de visie verandert. De vraag is: wat betekent dat? Maar we beoordelen dat niet allemaal, oordelen niet of het een verbetering of verslechtering is.

Ds. Veldman vroeg over bewaking van de toegang tot het Heilige Avondmaal.
Het wordt niet ontkend dat dat de verantwoordelijkheid van de kerkenraad is. Dezelfde voorwaarden die aan belijdeniskandidaten worden gesteld gelden ook voor gasten.

De Landelijke Vergadering van 12 januari is bijgewoond. Daar is kort en positief op de CCS-rapportage 2007-2010 gereageerd. Zij waren heel blij met de deputatengesprekken en zien die graag voortgezet worden om zo te streven naar landelijke eenheid. Ze willen ook werken aan een goede verwoording van de belijdenis voor deze tijd. Daarbij betrekt men graag de GKv. Ze gaan hun kerken die nog geen gesprekken hebben met GKv daartoe stimuleren.

Ds. Ophoff ziet een missionair element in 'de vergadering' van HC zondag 21 maar daarvoor moet je dus wel diepgraven. Bij 'vergadering' denk je niet zo snel aan zending en evangelisatie. In de CCS zit een predikant die 40 jaar zendeling in Zuid-Afrika was en die viel het ook op dat het specifieke element van zending niet zo benadrukt wordt in de belijdenis. Alles van de kerk heeft een missionaire spits maar het is wat onderbelicht, wat verstopt in de belijdenis.

We streven ernaar de komende jaren zo concreet mogelijk te worden. Wel is er wat zorg hoe dit gaat doordruppelen naar de plaatselijke kerken, hoe en wat het gemeentelid daarvan merkt.

DKE - Ds. Wesseling
De Heilige Geest doorzoekt de diepten van God en openbaart ons wat daaruit nodig is. We moeten dat in een breder kader zetten. Betrekken bij de herkenning van het gereformeerde geloof. Beginnen met te zeggen dat het uiterst bijzonder is dat we een mens tegenkomen die vanuit de gereformeerde belijdenis wil leven. Dat is een wonder, een geschenk van God. Daar zit niets van ons tussen. Er mag misschien verschil in ligging zijn maar er is wel eenheid in streven.
We moeten wandelen in de waarheid, zoals die geopenbaard wordt in de Schrift. Als je bijvoorbeeld naar India gaat, ontdek je hetzelfde geloof. Ook daar wordt de Redder verwacht, dat is het meest wezenlijke van het leven.
Wij moeten in gesprekken niet teveel in een wij/zij-verhouding denken. We hebben te maken met het grote kwaad van onverbondenheid in de samenleving. Het is ongemerkt in de kerken binnengekomen en vreet in alle relaties door. We worden beïnvloed door de cultuur van evangelicalisme, postmodernisme en relativering, zie b.v. ook het voorbeeld dat Van Benthem noemde.

In dat kader zijn de gesprekken gevoerd. De belijdenis leert over deze dingen naar de Schrift maar er zijn aanvullingen en andere accenten nodig in deze tijd. Onze ondertekening van de belijdenis is zonder reserve. Maar de belijdenis is wel 400 jaar oud. Er zijn nu nieuwe probleemstellingen, een andere cultuur. Er is gigantisch veel veranderd.
We moeten proberen een impuls te geven aan gezond en opgewekt gereformeerd-zijn. Streven naar gereformeerde bezieling, spiritualiteit. Dat inzetten tegen desintegratie. Zo kan onder zegen van de Here iets goed worden neergezet dat een impuls kan geven aan de GKv en de NGK.

Wat de enerzijds-anderzijds kwestie betreft: die tegenstelling wordt ook bij het lezen van de confessie ervaren. De confessie aanvaarden we maar er zijn ook andere punten, nuances. De lijn tussen bijvoorbeeld besnijdenis en doop is erg kort. Als je Van Bruggen leest komt dat door het historische proces. Daarom is het zo kort in de belijdenis terecht gekomen.

Wat betreft de status van de gesprekken, beschouw de notities als gespreksverslagen, als een verzameling uitspraken van deputaten, als een boeket van opmerkingen. Niet elke opmerking moet als 'leeruitspraak' worden opgevat.
Vraag is of er voldoende vertrouwensbasis is om de gesprekken zó voort te zetten en de volgende fase van kerkelijk eenheid in te gaan. Zwolle-Zuid zei daarvan: nee, nog niet.

Nog eens inzoomen op de Heilige Geest. Kunnen we samen instemmen over het werk van Hem? Er is niet gesproken over het ministry gebed, spreken in tongen en het bevrijdingspastoraat. Er wordt daarover heel verschillend gedacht in de NGK, zie Houten. De deputaten spraken wel grotendeels eenstemmig maar er waren wel nuances. Er is een legitiem verlangen in New Wine. Maar we hebben ons daar niet zonder meer als deputaten achtergesteld. De oplossing kan zijn een dwaling haar legitieme verlangen te ontnemen en zo haar kracht te laten verliezen.

De vraag aan de synode is: kunnen we hiermee het volgende traject in.

Ds. De Gelder, CanRC, Canada
In 2008 heeft Zwolle-Zuid een opdracht aan deputaten gegeven om de landelijke samensprekingen voort te zetten en tegelijk gestimuleerd ook plaatselijk door te gaan. Plaatselijk zijn er nu veel contacten. Is de synode nog wel in staat om richting te geven aan de ontwikkelingen? Plaatselijk gaat men gewoon door. Daar is zorg over.

Ds. Wesseling zegt dat er op hetzelfde vlak ook vragen leven in de GKv. Gaat dat dan ook over de binding aan de belijdenis? Zijn de problemen daarmee in de NGK ook de onze geworden? Zijn wij dan veranderd?
De eerste synodes zagen geen mogelijkheid voor eenheid. Dat is veranderd sinds 2008. Toen oordeelden een minderheid en meerderheid nog verschillend. Maar nu vinden de deputaten dat we heel dichtbij elkaar zijn. Komt dat door veranderingen in de GKv?
Appendix 8 van het DKE-rapport verraadt een grote mate van eenstemmigheid onder de deputaten t.a.v. kritische kanttekeningen bij de belijdenis. Dat bewijst dat de GKv zijn veranderd. Bijvoorbeeld m.b.t. 'M/V in de kerk'. De Gkv staan voor een voldongen feit. Niemand verwacht dat hier een weg terug wordt gevonden. En wie vindt met zoveel enthousiasme voor eenheid de verschillen nog relevant? Hoe voer je nu nog die strijd?

Ds. Sawtelle - RCUS
Het plaatje is mij niet geheel helder. Het gaat mij niet om beschuldigingen maar om helderheid.
NGK en GKv leggen veel nadruk op eenheid in deputatenrapport. Maar wat is die eenheid? Welke instructies hadden de deputaten gekregen? Wat houdt de kerken nu gescheiden?
We lezen dat in de NGK het aanvaarden van de kinderdoop geen vereiste is voor ambtsdragers. Dat er discussies zijn of homoseksueel samenlevenden ambtsdrager kunnen worden. Als zulk samenleven aanvaard is hoe komt men dan in de discussie nog tot overeenstemming? De GKv kunnen toch bij voorbáát het al niet met dit uitgangspunt eens zijn? En als het over vrouwelijke ambtsdragers gaat, hoe wordt dan nog overeenstemming bereikt met de hermeneutiek van de GKv zoals die ons deze week helder is verwoord?
Misschien moet de synode eerst een andere vraag gaan stellen. Namelijk of het acceptabel is dat twee zusterkerken elkaar erkennen die heel verschillende visies en praktijken hebben t.a.v. genoemde zaken. Kunnen die naast elkaar bestaan? Het rapport laat dat open.

DKE - Ds. Messelink
We benadrukken dat er nog twee visies zijn, dus nu nog geen zusterkerkrelatie. Het is zaak verschillen in visie te overbruggen. Er nog geen eenheid, er staat nog wat in de weg. De relatie met de NGK is een andere dan die met zusterkerken.

Wat ds. De Gelder zei is zeer herkenbaar. Er vindt een verschuiving plaats in de Gkv van landelijk naar plaatselijk. Welke houding mag je dan van plaatselijke kerken verwachten? Je ziet die verschuiving ook aan de discussies over de Werkorde. Ook daar is een zekere spanning waar te nemen.
 DKE heeft in opdracht van de synode gehandeld. Deputaten zij uitvoerders. En inderdaad, de trein gaat in zeker opzicht wel verder. Vrouwelijke ambtsdragers zijn moeilijk terug te draaien. Maar winstpunt is wel dat we daar fundamenteel over kunnen doorpraten. En dat dat weerklank vindt. 

De NGK is minder veranderd dan GKv. Maar als een pluspunt kan genoteerd worden dat de NGK niet de synodale kerk achterna zijn gegaan zoals voorspeld werd. Dat is dus positief waarderen. De liefde voor de Schrift is heel duidelijk aanwezig en dat moeten we benadrukken. We kunnen zorg hebben, maar zij stáán voor de belijdenis.
Dat moeten we vertalen naar praktische zaken en niet negatief doen over verandering. Want laten we eerlijk zijn, wij zijn meer veranderd, zonder overigens daar nu een oordeel over uit te spreken. Er is bij ons een andere ontwikkeling geweest. We zijn kerkelijk en cultureel méér veranderd doordat we uit het isolement zijn geraakt. Dat is een feit. En dus hebben we nu meer vragen.

We stellen geen kritische kanttekeningen bij de belijdenis maar binden met ons hele hart er aan. De vragen over binding aan de belijdenis zijn van het begin aan geformuleerd. Hoe komen we daarmee verder en geven daar vorm aan in een tijd van grote verwarring? Bepaalde aspecten van ons belijden komen niet anders ter sprake dan 30 à 40 jaar geleden, vergelijk bijvoorbeeld hoe Wiskerke over de belijdenis sprak. En Trimp HC zondag 48 wel heel erg kort vond geformuleerd. Het gaat niet om de inhoudelijke binding aan de belijdenis. Wel voelen we de enorme druk van secularisatie en Schriftkritiek. Maar we willen bij de belijdenis blijven. Als het ging om elkaar vinden in kritiek op de belijdenis dan zouden we gelijk stoppen.

--------------------------------------------------------------------------------

TOESPRAAK BRAZILIË

Rev. Dr. Davi Charles Gomes, IPB

Groeten van de Presbyteriaanse Kerk van Brazilië.
Geliefde vaders en broeders, het is mijn voorrecht vandaag u allen, heiligen in de Here Jezus Christus, die werken in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Nederland, de meest warme groeten over te brengen van uw broeders, de heiligen en uitverkorenen die samenkomen in de Presbyteriaanse Kerk van Brazilië. Ik groet u met genade en vrede, maar ook met onze warme Braziliaanse omhelzing.
 
We verheugen ons met u als we horen over de wonderbare dingen die de Heer in uw midden en door u heeft gedaan. We bevestigen nog eens onze liefde en partnerschap in het evangelie, en we zijn bijzonder blij nu we bij u zijn gekomen om u te vertellen dat onze kerk, bijeen in  algemene vergadering in de stad Curitiba, in juli 2010,  unaniem – “Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht” (Handelingen 15:28)  heeft besloten uw hartelijke uitnodiging te aanvaarden en een zusterkerkrelatie met u aan te gaan.

Ik maak graag van de gelegenheid gebruik u kort te informeren over de Presbyteriaanse Kerk van Brazilië. We zijn een federatie van plaatselijke kerken die door in het ambt bevestigde ouderlingen worden geregeerd, en waarin bijna één miljoen zielen samenkomen voor de dienst aan de Heer. We komen bij elkaar voor onderwijs, gemeenschap, eredienst en dienstverlening in ongeveer 4200 geïnstitueerde plaatselijke kerken, 3800 kerkplantingsprojecten en meer dan 2400 zendingsgemeenten.  Deze kerken, met ongeveer 6400 predikanten, zijn gegroepeerd in 285 classes, die op hun beurt zijn verdeeld over 75 (regionale) synoden.  Naast de verschillende jaarlijkse bijeenkomsten van de classes en de synoden, vergadert ook jaarlijks de Uitvoerende Commissie van onze Algemene Vergadering, terwijl onze complete Algemene Vergadering om de vier jaar bijeenkomt. 
 
De verplichtingen die we als kerkverband zijn aangegaan en onze prioriteiten kunnen worden geïllustreerd door de manier waarop zij zijn gebundeld in een budget-richtlijn die vereist dat we bijna 50% van al onze kerkverbandelijke fondsen investeren in zending en evangelisatie, bijna 20% in theologisch onderwijs and alleen het overblijvende deel in alle andere administratieve en personele zaken. 
We voeren ons missionaire werk uit door de vier grotere organisaties die de IPB heeft: 1) een agentschap voor internationale zending (dit is de Agência PRESBITERIANA de Missões Transculturais = Presbiteriaans Agentschap voor Transculturele Zending);
2) een raad voor binnenlandse zending, in veraf gelegen gebieden, (Junta de Missões Nacionais geheten= Raad voor Nationale Zending);
3) een agentschap dat kerkplanting en kerkplanting-partnerschap opzet en financiert, en dat een blijvend partnerschap heeft met uw eigen DVN en DZD (dit agentschap heet Plano Missionário Cooperativo = Samenwerkend Missionair Plan – we hebben ook in onze delegatie Rev. Dr. Jedeías Almeida Duarte, uitvoerend secretaris van dit agentschap voor kerkplanting. Hij zal enkele specifieke vergaderingen hebben met broeders uit uw kerk); en 4) een agentschap dat werkt op het gebied van communicatie en evangelisatie (de naam is Agência PRESBITERIANA de Evangelização e Comunicação = Presbiteriaans Agentschap voor Evangelisatie en Communicatie).
 
Op het gebied van het theologisch onderwijs hebben we binnen het kerkverband een nationaal bestuur dat het opzicht heeft over alle zaken betreffende de theologische opleiding in de IPB. Dit is de “Junta de Educação Theologica” (JET), = de Raad voor het Theologisch onderwijs. Onder deze Raad valt het kerkelijke centrum voor “post-graduate” studies, dat een theologische opleiding biedt voor afstuderen en een vervolg erop, via verschillende programma’s en op verschillende terreinen (dit heet het Andrew Jumper Presbyterian Post-Graduate Center, dat, overigens een speciale relatie heeft met uw eigen Theologische Universiteit in Kampen). Ook vallen onder de JET zes regionale besturen voor theologisch onderwijs die de taak hebben supervisie uit te oefenen over 8 seminaries, in de steden São Paulo, Campinas, Rio de Janeiro, Belo Horizonte, Brasília, Goiânia, Recife en Teresina. De (nationale) Raad, JET, heeft ook opzicht over drie officieel- kerkelijke bijbelinstituten, in Patrocínio, Cuiabá en Garanhuns.
 
Onze interkerkelijke relaties worden behartigd door de Commissie voor Interkerkelijke Relaties (CRIE), waarvan ik, lerend ouderling Davi Charles Gomes de voorzitter ben. We hebben ook in onze delegatie Rev. Ludgero Morais, die de Uitvoerend Secretaris van ons hele kerkverband is, en vice-voorzitter van de Commissie voor Interkerkelijke Relaties (CRIE); verder: ouderling Solano Portela die de vice-voorzitter is van onze Raad voor Theologisch onderwijs (JET), en tevens de uitvoerende secretaris van de CRIE. 
Door het werk van onze commissie (CRIE) en van uw eigen BBK zijn we nu aangeland bij dit mooie moment waarop we het zusterschap van onze kerken kunnen vieren.
Een soortgelijke relatie zijn we ook aangegaan met de Presbyterian Church in Amerika en met de Evangelical Presbyterian Church, terwijl we met de Orthodox Presbyterian Church, eveneens in de USA, een relatie hebben als corresponderende kerken.  We zijn ook lid van de World Reformed Fellowship.
 
Ik wil mijn toespraak niet te lang maken en zal nu stoppen. Ik wil graag vragen beantwoorden die u heeft over uw zusterkerk. Daarom, schiet me gerust aan.
 
Ik wil de volgende woorden van de apostel Paulus bij u neerleggen :
 
"Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk. Dat doe ik vol vreugde, omdat u vanaf de eerste dag tot nu toe hebt bijgedragen aan de verspreiding van het evangelie. Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus" (Filippenzen 1: 2-6)

BBK - Ds. P.K. Meijer
Gisteren is met algemene stemmen tot een zusterkerkrelatie met de IPB besloten. Daarbij is niet over één nacht ijs gegaan maar voorzichtig afwachtend met elkaar omgegaan.
Het is indrukwekkend wat in Brazilië op het gebied van zending wordt verricht. De kerken van Drenthe werken samen in de IPB in het zuiden van Brazilië.
Samen willen in Christus gereformeerde kerken zijn. Er zijn indrukwekkende verschillen. Wij hebben hier 36 afgevaardigden, zij 1200! Zijn een missionaire kerk, wij zijn nog niet zover.
Er is een samenwerking met onze universiteit, en ook met DVN.
De andere zusterkerk in Brazilië, IRB(RCB) van de CanRC en de GKv, willen we niet uit het oog verliezen.
De hartelijke groeten aan uw kerken.


De preses, ds. Niemeijer overhandigt een speciale brief aan de afgevaardigden van de IPB ter herinnering aan deze bijzondere gebeurtenis.


Wordt vervolgd