Ethiek

In de pers

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Signalen 107

 

R. Sollie-Sleijster

27-06-20

 

Kerkrechtdeskundige: Coronacontrole tijdens kerkdienst verboden

RD 10-6-2020

 

Mr. Dick Alblas, jurist en kerkrechtdeskundige, stelde onlangs op een seminar van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) dat opsporingsambtenaren tijdens een kerkdienst niet mogen controleren of men zich aan de regels houdt. Het is wel toegestaan dat ze voor de dienst tellen hoeveel mensen naar binnen gaan en na afloop hoeveel naar buiten. De jurist hoopt dat christelijke parlementariërs alert zijn bij de totstandkoming van de nieuwe noodwet: welke maatregelen kunnen daarin wel en welke niet worden opgenomen. Horen hygiënemaatregelen daarbij? Wel behoort een kerkenraad op grond van besmettingsrisico’s maatregelen te nemen, want hij heeft “een hoge graad van verantwoordelijkheid om besmetting te voorkomen”.

Omdat zingen het virus kan verspreiden, acht Alblas het niet wijs om de hele gemeente te laten zingen. Liever wacht hij de uitkomsten van lopend onderzoek af. Een kerkenraad kan wel bepalen dat bijv. de voorste rij kerkgangers mag zingen.

En maak niet te veel regels: ”Als je te veel regelt, moet je je aan al die regels houden.”

 

Mr. Peter Raven, werkzaam bij Kenniscentrum Arbeidsrecht, wees vervolgens op het belang van een plan voor o.a.: looproutes in de kerkzaal, uitnodigingsbeleid, collecten en coördinatoren die toezien of men zich aan de regels houdt. Ook adviseert hij om bij het heilig avondmaal bijvoorbeeld wegwerpbekertjes te gebruiken.

Raven zei verder dat kerken zelf mogen bepalen of zij het predikantschap als een “contactberoep” zien. In dat geval mag een predikant namelijk wèl de doop bedienen, ambtsdragers bevestigen en de handen opleggen, zonder de verplichte 1,5 meter afstand te bewaren. “Het gaat hierbij om zelfregulering”, zo was zijn verklaring.

 

Uitleg: Wie mag er weer naar de kerk?

RD 25-6-2020

 

Per 1 juli worden de coronamaatregelen verder versoepeld. Voor kerkdiensten betekent het dat er geen maximum aantal bezoekers meer geldt, mits er 1,5 meter afstand tot elkaar wordt gehouden. Het voordeel voor gemeentes in grote gebouwen is dat zij in principe nu zelfs meer dan 100 kerkgangers per dienst kunnen toelaten. Wel moeten de kerkgangers zich in dat geval vooraf registreren en moet bij aankomst worden gecontroleerd of mensen ziekteverschijnselen hebben.

 

Premier Rutte zei woensdag dat het niet is toegestaan om in groepsverband “hard mee te zingen” of te schreeuwen. Het RIVM komt op korte termijn met een advies voor zangkoren: onder welke voorwaarden kunnen die weer repeteren en optreden. Rutte benadrukte dat gemeentezang sowieso niet mag zolang er geen vaccin is, ook niet als dit pianissimo, heel zacht, gebeurt, want: “In de kerk zelf zingen? Er zijn toch te veel aanwijzingen dat dit tot grote problemen heeft geleid eerder dit jaar”. Maar met een klein koor of een paar individuele zangers op een podium de zang een plek geven in de liturgie wordt waarschijnlijk wel mogelijk, al is dat “onder voorwaarden. Dat wordt nog precies beschreven. Maar dan heb je een beperkt aantal mensen.”  De premier stelde ook nog voor om mooie gezangen of psalmen voor te lezen in plaats van te zingen. Hij hoopt “dat we weer zo snel mogelijk normaal kunnen doen en normaal kunnen zingen, omdat er een vaccin is of goede medicijnen.”

De nieuwe regels gelden tot en met augustus. Per 1 september wordt de situatie opnieuw bekeken.

Update 26-2-2020: Vicepremier Hugo de Jonge licht het antwoord van premier Rutte over niet zingen in de kerk toe: het moet niet als een verbod, maar als een dringend advies worden opgevat.

 

Senaat stemt in met UBO-register

RD 24-6-2020

 

De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat beoogt witwassen en terreurfinanciering tegen te gaan door te voorzien in een zgn. UBO-register. Dit wetsvoorstel verplicht allerlei instanties, waaronder kerken, zich te laten registreren. De Eerste Kamer had nog een extra advies van de Raad van State gevraagd.

 

De SGP stemde (evenals FVD, PVV) tegen dit wetsvoorstel. Daarbij verwees senator Schalk naar dit advies:

 

“De Raad geeft aan dat bestuurders van kerkgenootschappen – ik denk dan in het bijzonder aan de Joodse gemeenschap en vluchtelingenkerken – onevenredige risico’s kunnen lopen of anderszins aan onwenselijk gedrag, zoals intimidatie of pesterijen, dan wel chantage worden blootgesteld, als registratie van hen wordt geëist. Daarom stemt mijn fractie tegen deze wet, hoewel wij het hoofddoel ervan steunen.”

 

Hoofdzonde

ND 16-6-2020

 

In een column vraagt Jan Schippers, directeur van het wetenschappelijk bureau van de SGP, zich af wat vandaag de dag het grootste taboe is in Nederland. Wat hij tegenkwam op zijn zoektocht was dat ‘racisme, discriminatie en het bestendigen of bevorderen van ongelijkheid tegenwoordig de hoofdzonde is, het taboe bij uitstek’ (emeritus hoogleraar Wim Couwenberg, 1926-2019).

Maar als het zo’n taboe is, hoe kan het dan dat zoveel mensen tegen dit ‘wijdverbreide fenomeen’ racisme demonstreren?

Het blijkt dat een dubbele moraal wat dit betreft voor velen van ons geldt. Op vragenlijsten geven we aan dat we hier natuurlijk niet aan mee doen, maar onder de radar geven velen aan dat we over het algemeen meer vertrouwen hebben in mensen met dezelfde etnische of raciale achtergrond.

Racisme is een containerbegrip geworden, waarbij iedere persoonlijke voorkeur of elk onderscheid met deze term gebrandmerkt wordt.

 

In de politiek wordt aan beide zijden stevig gepolariseerd. Rechts schermt met “eigen volk eerst” en “Nederland voor de Nederlanders”. Links schermt met “witte mensen met hun privileges kijken zo anders naar de werkelijkheid, dat zij domweg niet in staat zijn  ‘mensen met een kleurtje’ te begrijpen”. Beide opvattingen zijn vanuit christelijke principes verkeerd en behoren bestreden te worden.

 

Links wakkert de tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen aan door te streven naar een extreme vorm van gelijkheid. Uitgangspunt is niet langer de gelijkwaardigheid van alle mensen, maar de gelijkheid als ultieme norm, waaraan alles wordt afgemeten.

Maar Montesquieu waarschuwde al in 1758 dat democratie verdwijnt wanneer de geest van gelijkheid ‘tot in het extreme wordt doorgevoerd en iedereen gelijk wil zijn aan degene die hij kiest om gezag over hem uit te oefenen’.

 

Schippers sluit af:

 

“Het gelijkheidsbeginsel is bedoeld om willekeur uit te bannen, niet om mensen gelijk te schakelen. Het streven naar radicale gelijkheid mondt uit in de totalitaire staat, omdat het er niet voor terugdeinst politieke middelen in te zetten om gedachten en gewoontes van mensen te veranderen. Dàt lijkt mij een politieke hoofdzonde.”