Ethiek

In de pers

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Signalen 38

 

R. Sollie-Sleijster

12-11-16

 

Tien tips voor als je in de schepping gelooft

RD 14/10/16

 

Als christelijke (eerstejaars)student in een grote stad kun je je afvragen hoe je om moet gaan met je geloof in een God die hemel en aarde in zes dagen heeft geschapen. Een schepping die zeer goed was, maar door een historische zondeval niet goed is gebleven.

Is het wel verstandig hier voor uit te komen? Studenten, maar ook hun ouders en andere wetenschappers en zelfs promovendi vragen Jan van Meerten, woordvoerder van het Logos Instituut en redacteur van Weet Magazine, om tips hoe hiermee om te gaan. Studeren in een universitaire wereld is intellectueel en spiritueel niet altijd gemakkelijk. Op een onlangs gehouden scheppingscongres in Engeland kocht Van Meerten een boekje van de Britse geoloog Paul Garner, waarin deze tien tips geeft voor studenten. Van Meerten geeft ze graag door. Hier een korte samenvatting:

  1. Gods Woord vormt de basis van je geloof. Dat vraagt om studie daarvan, zodat je weet wat je gelooft.
     
  2. Zoek Gods eer in alles wat je doet en gebruik het verstand dat Hij je heeft gegeven.
     
  3. De evolutietheorie in de zin dat alle levensvormen afstammen van één voorouder, is in strijd met het christelijk geloof. Maar er lijken goede argumenten voor te bestaan. Bestudeer die om ze te begrijpen en tot de kern ervan door te dringen. Zo kun je feiten van interpretaties onderscheiden.
     
  4. Erken dat er argumenten zijn voor de evolutietheorie, al maakt dat die theorie nog niet tot ultieme waarheid. De Bijbel, de Waarheid, geeft redenen om de evolutietheorie niet als waarheid te erkennen. Een compromis is niet mogelijk en ook niet nodig, omdat veel argumenten wijzen op een schepping.
     
  5. Probeer de theorie van gemeenschappelijke afstamming beter te begrijpen door vragen te stellen. Probeer niet het debat met je docent of medestudent te winnen. Anderen zijn soms vaardiger in een debat. Accepteer dat om schade te voorkomen.
     
  6. Neem je opponent serieus en drijf niet de spot met hem of haar.
     
  7. Lees de academische creationistische literatuur. Niet alles is goed en niet alle boeken zijn geschikt voor studenten, maar blijf op de hoogte van de sterke argumenten, maar ook van welke achterhaald of onjuist zijn. (zie de literatuurlijst in de onlineversie van dit artikel)
     
  8. Creationisten hebben niet op alle vragen een goed onderbouwd antwoord. Wees daarover eerlijk. Een (creationistische) theorie-van-alles bestaat niet en gaten zullen er altijd blijven. Daar is wetenschappelijk onderzoek juist voor.
     
  9. Kies als je van een uitdaging houdt voor een studie die dit geeft. Creationisten kiezen daarom vaak voor biologie, geologie, astronomie en aanverwante vakgebieden, die belangrijk zijn in het debat over schepping en evolutie.
     
  10. Welke studie je ook kiest, blijf in contact met een creationistische deskundige in je vakgebied. Het helpt enorm als je steun krijgt van iemand die deze ervaringen ook heeft gehad. Zoek een christelijke studentenvereniging en houd contact met je thuisgemeente.

Van Meerten sluit af met de bemoedigende woorden dat je mag weten dat God alle dingen in Zijn hand heeft en dat je Hem mag vragen om vertrouwen in Zijn Woord en hulp bij het in aanraking komen met gegevens die in tegenspraak lijken met Zijn Woord.

 

GKv rapport: Open alle ambten voor vrouwen

Yinkahdinay (internet) 3/11/2016

 

Dr. Wes Bredenhof wijdt vanuit de buitenlandse GKv zusterkerken een blog aan het net uitgekomen eindrapport van de deputaten Man/Vrouw en ambt ten behoeve van de Generale Synode Meppel 2017. Het nieuws is niet bemoedigend, want deputaten adviseren de GS alle ambten voor vrouwen open te stellen.

Het rapport vermeldt de bezwaren vanuit de Canadese en Australische zusterkerken, maar niet vanuit de RCUS (Verenigde Staten). Het stelt dat de zusterkerken in Japan en Zuid-Afrika en ook de Nederlands Gereformeerde zusterkerken in Nederland vrouwelijke ambtsdragers kennen. Daarom zou er ruimte bestaan voor diversiteit in hoe om te gaan met de vrouw in het ambt en dit zou dan weer afhankelijk zijn van tijd en cultuur in bepaalde gebieden. Hoewel deputaten melden dat een dergelijk besluit gevolgen zal hebben voor oecumenische contacten, noemen zij niet het lidmaatschap van de ICRC (Internationale Conferentie van Gereformeerde Kerken). Dr. Bredenhof verwacht dat in lijn met het buitensluiten van de Christian Reformed Church van Noord-Amerika van de North American Presbyterian and Reformed Council over de zaak van de vrouw in het ambt, de daarbij betrokken ICRC-kerken zo'n besluit van de GKv evenmin voorbij zullen zien.

 

Worden de aanbevelingen van dit rapport aangenomen? Al dan niet, het hek is van de dam, want in de plaatselijke kerken worden reeds ambten voor de vrouw geopend ongeacht dit rapport of het besluit van de synode hierover. Een synode mag achteraf nog een stempel van goedkeuring zetten om het daarmee een officiële status te geven. Mocht de synode anders besluiten, zouden deze kerken dan alsnog op hun schreden terugkeren? De predikant concludeert dat het een verdrietige, in feite al uitgemaakte conclusie is dat zelfs als de vrouw in het ambt niet de officiële GKv-lijn is, het toch getolereerd zal worden.

 

De vrouw in het ambt – een GKv-rapport

Defence of the Truth (internetmagazine) 6/11/2016

 

Ook ds. Ken Wieske geeft een duidelijke en niet mis te verstane analyse van het deputatenrapport MV en ambt via een bijdrage van Jelte Numan in Defence of the Truth.

Ds. Wieske schrijft:

 

“Gedurende duizenden jaren zijn in de katholieke Kerk in overeenstemming met Gods Woord mannen voorgangers geweest. Dit gaat terug tot het Oude Testament en uiteindelijk tot de Hof van Eden.

In de Nederlandse Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt (GKv) is een synoderapport verschenen dat van mening is dat de Bijbel “ruimte” biedt voor een nieuw leiderschapsconcept in de Kerk. Alle ambten moeten voor vrouwen openstaan.

Dit is geen verrassing, maar het maakt ons toch diep bedroefd. Dit rapport is opnieuw een vreselijk en hartverscheurend blijk dat deze Kerken doortrokken zijn van de kanker van de nieuwe hermeneutiek die naar de Wereld kijkt in plaats van naar het Woord in haar zoektocht naar Gods wil.

 

Hoewel het in allerlei schoonklinkende woorden is verpakt, is toch de kern van de boodschap dit: Wij geloven het Woord van God niet. Wij accepteren wat de wereld gelooft, de praktijken van de wereld, wat de wereld goedkeurt, wat de wereld waardevol vindt, wat de wereld promoot en we zullen een manier vinden om onze wereldliefde door Gods Woord te laten bevestigen.

En – letterlijk – 'to hell' met de consequenties. Dit geldt voor de kwestie van de vrouw in  het ambt, maar ook voor de wijze waarop met homoseksualiteit wordt omgegaan, voor de vragen over scheiding en hertrouwen, de vraag naar onze oorsprong en zo veel andere onderwerpen, waar na duizenden jaren de Kerk plotseling ontdekt dat de Bijbel kan worden aangepast om de tijdgeest te ondersteunen.

 

Per slot van rekening is het schokkend te bedenken dat we misschien op de een of andere manier apart zijn gezet en dat we in onze overtuigingen en praktijk, in leer en leven, verschillen van de wereld als het om de meest fundamentele dingen in een mensenleven gaat, om zaken als gender, huwelijk en seksualiteit en ons verstaan van onze oorsprong. Het zal zeker veel gemakkelijker voor ongelovigen zijn om zich bij de Kerk te voegen, als er geen noodzaak is zijn of haar wereldbeeld radicaal te veranderen en als de Kerk zo werelds is, dat de ongelovige zich direct thuis kan voelen.

Kyrie Eleison!

 

Het rapport is nog niet door de Nederlandse Synode aangenomen. Moge God nog het wonder geven dat harten worden veranderd en een terugkeer naar het Woord van God plaatsvindt.”

 

Prof. Van Vlastuin en dr. Van der Sluijs:

Eenheid buiten het “sola gratia” verwerpelijk

RD 7/11/2016 – digitale editie

 

Prof. dr. W. van Vlastuin en dr. C.A. van der Sluijs reageren op de uitlating van ds. G. de Fijter (RD 3/11 en 14/9) dat er geen kernnoties van het christelijke geloof zijn verdwenen uit de credotekst van de nationale synode in Dordrecht. De Fijter schrijft dat het geen belijdenis is, maar slechts een tekst om elkaar als kerken van de Reformatie te herkennen. De geloofsbelijdenis van Nicea is voor de stuurgroep het centrale belijden.

 

Maar Van Vlastuin en Van der Sluijs brengen naar voren dat het op de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619) juist ging om de noodzakelijke accentuering van het sola gratia, het 'alleen uit genade'. Hierachter kunnen we niet terug. De leerstellingen van de remonstranten zijn duidelijk afgewezen.

 

Arminius

Hoewel in eerste instantie de nationale synode alleen maar een platform zou vormen waar kerken elkaar konden ontmoeten, werd het steeds meer een vervanging van Dordrecht 1618/19.  Toen werd gescheiden, maar nu wordt verbonden. Maar het ging toen om het sola scriptura. Daarbuiten valt er niets te verbinden. Wat is hier aan de hand? Een gerehabiliteerde Arminius moet de volle ruimte krijgen om met een subjectivistisch beroep op Johannes 17 zijn zegje weer te kunnen doen.

De Synode van Dordrecht 1618/19 krijgt zo een plaats in het museum (of mausoleum) van onze vaderlandse kerkgeschiedenis. De oecumene van het hart moet de leer van de Reformatie gaan vervangen. Maar, kerk van Nederland, zo roepen beide broeders op: let op uw zaak, het gaat om leven of dood.

 

Bedenkelijk

Beide broeders zeggen zeker oog voor de broeders verder weg te hebben, maar dit ruimdenkende gevoelen kan nooit een adoctrinaire (onleerstellige) houding impliceren. En dat zien zij wel bij de nationale synode, waar de grenzen vloeiend worden gemaakt door een quasi-gemoedelijk soort piëtisme en we elkaar in het hart moeten kijken om de grenzen te openen voor terugkeer van het arminianisme. Dit ondanks het “Ite... ite... (ga... ga...)” van Dordrecht 1618/19, waarmee de arminianen weggezonden werden. Nu is het in Dordrecht: “Kom erbij... Doe weer mee!”

Van Vlastuin en Van der Sluijs vinden dit uiterst bedenkelijk: ”De liefde tot God en de naasten verbiedt ons ook onze (verre) naaste te bedriegen voor de eeuwigheid door een afglijdende beweging te maken van Schrift en belijdenis naar de autonome vrome mens zonder God.”