Ethiek

In de pers

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vrouwen op vrijgemaakte kansels 17

 

Redactie een in waarheid
13-12-14

 

Een maand geleden publiceerden we een artikel van br. D.A.C. Slump in de GKv Kerkbode van het Noorden. Hij gaf daar weer op een heldere manier in aan dat het niet schriftuurlijk de ambten open te stellen voor zusters. Click hier.

Maar het laat de verwarring en verdeeldheid zien in onze kerken, want nu publiceert dezelfde kerkbode een interview met de jonge vrijgemaakte predikant M. Veurink te Franeker. Het artikel heeft de omgekeerde strekking: vrouwelijke ambtsdragers?, geen probleem van maken en hou er over op.

Wie kan hier nog wijs uit? Hoe zou dit bij onze jongeren overkomen? Waar blijft zo de ervaring van de kerk als pijler en fundament van de waarheid?
 

We geven het artikel in extenso weer en reageren daar vervolgens kort op.

 


 

Gereformeerde Kerkbode van het Noorden

Ds. M. Veurink, GKv predikant te Franeker

 

EEN GOED GESPREK OVER DE VROUW IN HET AMBT

 

In het verslag van de classis Leeuwarden van 18 juni stond te lezen dat de CGKv van Harlingen in het kader van art. 41 K.O. aan de classiskerken de vraag heeft voorgelegd hoe je een goede discussie begint binnen kerkenraad en gemeente over een beladen onderwerp als 'de vrouw in het ambt'. Als kerkbode waren we benieuwd naar wat de classis hier over heeft gezegd. Siske van Oostrum ging op onderzoek uit en vond Mark Veurink bereid te reageren.

 

Waar komt die verlegenheid vandaan om je uit te spreken over de vrouw in het ambt?

"In de aanloop naar de synode heb ik wel eens gedacht: 'Ik ben blij dat ik hierover geen beslissing hoef te nemen.' Op de achtergrond speelt namelijk veel meer mee dan alleen de vraag of vrouwen wel of niet een ambt kunnen bekleden. Voor sommigen is de vraag hoe de GKv omgaan met deze kwestie, bepalend voor de vraag of de GKv nog wel gereformeerd zijn. Er wordt veel gewicht aan dit ene thema gehangen, naar mijn mening veel te veel.

Aan de andere kant zijn er ook leden van de kerk voor wie het een grote teleurstelling is als vrouwen niet in de ambten kun­nen dienen. Dus welke beslis­sing een synode ook neemt, het roept altijd vervreemding op bij een deel van de mensen. Er zijn hoe dan ook mensen die zich beraden op hun positie in de kerk als de synode een standpunt inneemt. De synode is voorzichtig geweest, er is nog geen duidelijk standpunt inge­nomen, en het trieste is dat ook daardoor mensen teleurgesteld zijn. Ga er maar aan staan: in die belangenstrijd een zuivere beslis­sing nemen.

 

Bescheiden

Verlegenheid is niet helemaal het goede woord, maar ik zou wel willen dat we in deze discussie wat beschei­dener zouden zijn. Uitspraken als 'wie Gods Woord serieus wil nemen, kan geen vrouwen in de ambten toelaten', en andersom 'God vraagt van ons om vrouwen in de ambten toe te laten', dat zijn te stellige woorden. Scherper gezegd: dan misbruiken we Gods naam. Juist hierom was ik onder de in­druk van het gewraakte deputatenrap­port: dat ademde bescheidenheid. In mijn ogen was dat geen pleidooi om overal vrouwelijke ambtsdragers in te voeren, maar een pleidooi dat beide standpunten, zowel voor als tegen de vrouw in het ambt, passen binnen de bandbreedte van wat gereformeerd is. Een pleidooi voor verschil van me­ning. Heerlijk!"

 

U pleit voor een open houding voor een discussie over dit onderwerp, hoe krijg je zo'n open houding?"

Met een open houding bedoel ik dat je de discussie niet ingaat met de gedachte dat je anderen van jouw mening moet overtuigen omdat die de enige juiste is. Helaas zie ik dat wel gebeuren. Toen de synode over het deputatenrapport sprak, had iedereen die zich een mening wilde vormen dat ook al gedaan. De synode kon hooguit een goede of slechte beslissing nemen. Vanuit zo'n hou­ding krijg je geen vruchtbare discus­sie. In de politiek gaat het vaak zo: de coalitie neemt een standpunt in, de oppositie vraagt om een debat, de posities zijn bekend. Het eind van het verhaal is dat niemand van stand­punt is veranderd. Zulke discussies zetten in de kerk alleen maar kwaad bloed. Als je in discussie gaat, sta dan open voor de mening van een ander. Laat de mogelijkheid open dat de ander je overtuigt, of dat je tenminste begrip opbrengt voor het standpunt van de ander. Hoe je zo'n open hou­ding krijgt? Door jezelf te relativeren. Door je in te leven in de ander. Op de middelbare school discussieerden we soms en dat werd extra moeilijk gemaakt doordat je het standpunt moest verdedigen waar je het niet mee eens was. Dat lijkt me nou mooi voor de discussie over vrouwen in het ambt: laat de voorstanders daar tegen argumenteren en de tegenstanders voor. Dan krijg je begrip voor elkaar."

 

Een goede discussie vraagt om vertrouwen. Hoe neem je wantrouwen weg?

"Ik ben bang dat we dit soort discus­sies voeren zonder elkaar op gees­telijk vlak echt kennen. Dat we wel discussiëren over zulke onderwerpen, maar ons geestelijk leven voor ons­zelf houden. Dan is het gevaar groot dat je op basis van zo'n discussie mensen het stempel 'oerconservatief of 'flierefluiter' opdrukt. Maar het maakt nogal verschil of iemand die van God noch gebod wil weten pleit voor vrouwen in de ambten of dat iemand dat doet die je hebt leren kennen als iemand die met heel zijn hart van God houdt en zijn wil zoekt. Dan kun je het nog steeds met elkaar oneens zijn, maar weet je ook dat je elkaar in het hart van het christelijk geloof wel degelijk kunt vinden. Dat bewaart je voor oordelen. Ik pleit er daarom voor om pas in discussie te gaan over zo'n onderwerp, als je eerst een geloofsge­sprek met elkaar kunt voeren: 'Wie is God voor je en wat betekenen zonde, genade en Gods koninkrijk voor jou?' Discussies komen daarna een keer."

 

Zou het helpen als je af zou stappen van de ambten en het werk in de kerk gewoon zou verdelen naar ieders kennis en kunde?"
Ik denk van niet. De synode heeft opdracht gegeven om studie te doen naar de ambten, en dat kan ik alleen maar toejuichen. De ambtsstructuur is niet rechtstreeks op de Bijbel te herleiden en dat hoeft ook niet. Elke tijd vraagt om een eigen doorden­king. Calvijn deed dat in de 16e eeuw en daarmee doen wij het nu al meer dan 400 jaar. Dus goed om weer eens na te denken over: wat is een ambt, hoe verhoudt zich dat tot 'gewoon' werk in de kerk, wat moet absoluut door ambtsdragers gedaan worden en welke ambten moeten er zijn? Maar ambten zullen er altijd blijven, zij zijn een cadeau van Jezus aan de kerk. Natuurlijk kun je vrouwen meer taken geven, maar de vraag zal blijven: mogen vrouwen daar wel of niet in dienen en is er een reden waarom de ambten voorbehouden blijven aan mannen. Ik geloof dus niet dat een nieuwe doordenking van de ambten het vraagstuk naar vrouwen in de amb­ten kan oplossen."

 

Waarom beroept men zich op de zogenaamde zwijgtek­sten, terwijl zoveel andere teksten figuurlijk worden genomen?

"Het antwoord weet ik niet. Dat verbaast mij ook. Neem bijvoorbeeld 1 Tim. 2. In vers 8 zegt Paulus dat hij wil dat bij iedere samenkomst de mannen met geheven handen bidden. Dat heb ik in gere­formeerde kerkdiensten nog nooit meegemaakt! Vier verzen later zegt Paulus: ik sta niet toe dat de vrouw on­derwijst of gezag over mannen heeft. Waarom gaan we met twee teksten die zo dicht bij elkaar staan en onderdeel zijn van hetzelfde betoog van Paulus, zo verschillend om?! Waarom zeggen we van de ene: 'ja, dat was toen, maar Paulus bedoelt voor ons natuurlijk wat anders', en van de andere 'het staat in de Bijbel, dus moeten wij het ook zo doen'? Ik snap dat niet."

 

Serieus

Een van de slogans in de Reformatie was 'sola scriptura': alleen de Schrift. Je kunt niet gereformeerd zijn als je de Bijbel niet serieus neemt. Maar in deze discussie is dat niet aan de orde. Zowel voor- als tegenstanders nemen de Bijbel serieus en zoeken met een goed geweten naar wat God van hen wil. Er wordt wel gedacht dat een nieuwe ma­nier van Bijbellezen, met een moeilijk woord: hermeneutiek, zo de kerken binnensluipt. Ik geloof dat niet. Juist de vrijgemaakte kerken hebben altijd gezegd dat je teksten in hun verband moet lezen en voor zover mogelijk op de hoogte moet zijn van de context waarin teksten zijn opgeschreven, dat je moet vragen naar de bedoeling van de A/auteur, en dat voor een goed antwoord op theologische vragen niet alleen naar losse teksten moet worden gekeken maar ook naar de doorgaande lijn van de Bijbel. Waarom is dat opeens zo moeilijk als het gaat om de plaats van vrouwen in de kerk?"

 

Hoe zou u het graag zien in de kerk?

"Wat ik vooral graag zou willen is dat we in de kerk minder over dit soort dingen discussiëren. Ik vind dat de hele discussie afleidt van de dingen die op dit moment echt belangrijk zijn. Een kerkenraad die op een verga­dering discussieert over de vrouw in

het ambt, heeft daardoor minder tijd om na te den­ken over de vraag: hoe zijn we kerk in onze tijd en hoe geven we daar­aan geestelijk leiding. Een gemeenteavond over de vrouw in het ambt, gaat ten koste van een gemeenteavond over getuigend christen zijn. Een gesprek op de kring/groeigroep/miniwijk over de vrouw in het ambt, gaat ten koste van het elkaar geestelijk leren kennen, bemoedigen en vermanen. Ik hoop dus dat er wei­nig discussies gevoerd worden over de vrouw in het ambt.

En, omdat ik er door deze vraag toch toe wordt uitgedaagd: wat mij betreft is het in de vrijheid van plaatselijke ge­meenten of ze wel of geen vrouwen in de ambten toelaten. En hoe die beslis­sing ook uitpakt: houdt ook rekening met wie er anders over denken."

 

De conclusie van ds. Veurink is:

  1. We steken teveel tijd en energie in de discussie over de vrouw in het ambt. Dit gaat ten koste van écht belangrijke dingen.
  2. Voor een goede discussie heb je respect voor elkaars standpunt nodig.
  3. De basis is vertrouwen. Begin discussies over dit beladen onderwerp met het voeren van geloofsgesprekken.

Zo houdt dominee Veurink ons weer een andere kant van de spreekwoordelijke medaille voor: Hij benadrukt hierin de vrijheid van plaatselijke kerken in het oprechte zoeken naar wat Christus wil.

 


 

Reactie

 

Het interview vraagt om een reactie. We willen dat kort doen want inhoudelijk is er nauwelijks iets overtuigends aan de orde gekomen. Enkele punten.

 

Bescheidenheid

 

Het is opvallend dat vrijwel steeds als er zich belangrijke verschuivingen en ontwikkelingen in de kerk voordoen die indruisen tegen wat we jaren - ja soms eeuwenlang - als schriftuurlijk hebben geloofd en beleden, voorstanders ervan ons oproepen tot bescheidenheid. Het kwam bijvoorbeeld ook prominent aan de orde in de besproken preek van ds. Meijer[1]. Dat lijkt ook zo mooi: je niet verheffen met jouw mening boven die ander, jij bent bescheiden, de ander is een opgewonden standje.

Maar met het etiket kan je jezelf ook op een voetstuk plaatsen. Een verheven plaats van tolerantie, verdraagzaamheid, ruimdenkendheid, vredelievendheid. En dat tegenover die (misschien nog van vroeger overgebleven) hardliners, radicalisten, betweters, gelijkhebberisten die fanatiek en star onhorend aan hun eindje vasthouden. Het is dan snel duidelijk wier ster schittert en glanst.
Oproepen tot bescheidenheid in onze kerken hebben zo langzamerhand voor mij een signaalfunctie gekregen. Als iemand daartoe oproept ben ik op m'n qui-vive. Vergelijk het maar met een ontslaggesprek waarbij de baas eerst zijn slachtoffer hemelhoog prijst voor alle inzet en vervolgens de zak geeft. Want de vraag is: Waar wil hij naar toe, wat moet er gemasseerd worden?

 

Is op voorhand manen tot bescheidenheid eigenlijk ook niet wat vreemd? Bescheidenheid is toch afhankelijk met de inhoud en het belang van de zaak? Als iemand bijvoorbeeld zegt: 'Naar mijn bescheiden mening moet jouw hoofd eraf', dan voelt ieder toch dat hier iets wringt. Het potentiële slachtoffer zal zeggen, bescheiden?, hou op, vertel, waar gaat het om!

En waar is trouwens Veurinks bescheidenheid als hij onomwonden verklaart dat Gods naam wordt misbruikt door hen die geen vrouwen in de ambten willen toelaten omdat zij menen zo Gods Woord serieus te nemen?
 

Inhoud

 

Met de nadruk op bescheidenheid verschuift het accent in de MV-discussie haast ongemerkt van de Schrift naar het gevoel van de mens. De mens staat in het middelpunt met zijn ruimdenkende mening. Hij laat de ander vrij. Van hem mogen de kerken zelf kiezen wat ze willen. Maar als we gereformeerd willen zijn is toch niet doorslaggevend wat wij vinden maar wat de Here vindt, wat Hij in zijn Woord gebiedt? Daar moet toch de spits van onze discussie liggen? Het is toch onder de maat om de worsteling in deze zaak als een belangenstrijd te typeren, zoals Veurink doet? M.i. heb je er dan niets van begrepen, in elk geval niet van hen die ernstig verontrust over deze zaak zijn en hun kerkmaatschap mede daaraan verbinden.

 

Maar ds. Veurink haalt er ook de Schrift bij. Hij verwijst zelfs naar 1Tim.2! Daar staat toch maar de mannen bij het bidden hun handen heilig moeten heffen heeft hij ontdekt. En net als ds. Meijer, als ook deze dominee zijn kerkzaal rondkijkt, ziet hij dat niemand doen. Welnu, waarom zouden dan wel die andere geboden van Paulus, enkele verzen verder, nog gelden?! Een kind kan hier toch de theologische was doen?, is de suggestie. 

Ik denk dat in de vrijgemaakte kerken de theologische naald van de kerkgrammofoon in een groef is blijven hangen. Het 'niet-en dus niet' is inmiddels eindeloos gehoord en internationaal vermaard, we hoorden het de Kamper docenten met verve in Hamilton bezigen. Maar dat kan toch niet een valide tegenwerping zijn? Als dit argument echt serieus genomen moet worden zouden de mannen misschien wél hun armen in de lucht moeten houden. Dat is toch op z'n minst óók een te overwegen optie?

 

Maar wat belangrijker is, waarom noemt Veurink hét argument waarom zoveel broeders en zusters, zelfs zij die op zich geen bezwaar tegen vrouwelijke ambtsdragers hebben, niet met hem mee kunnen gaan? Het argument namelijk dat Paulus voor zijn voorschriften verwijst naar de scheppingsorde[2]. Daar kunnen we toch niet omheen?

Veurink verwijt tegenstanders dat ze werken met losse teksten, geen oog hebben voor de context, en de doorgaande lijn van de Schrift niet in rekening brengen. Je moet maar durven! Juist broeders als bijvoorbeeld Slump besteden alle aandacht aan de context waarin Paulus zijn uitspraken deed en de doorgaande lijn in de Bijbel m.b.t. de taak van mannen en vrouwen in de eredienst. Inderdaad, de verzonnen context m.n. door de MV-deputaten meerderheid verwerpen zij. En terecht. Maar dat rechtvaardigt Veurinks simplistisch oordeel toch niet?

Neemt ds. Veurink zijn broeders en zusters eigenlijk wel serieus? Belangrijker, taxeert hij de argumentatie uit de Schrift wel onbevooroordeeld? We zouden toch argumenteren vanuit de Schrift? Volgens Ede?

 

Geen discussie

 

Maar ds. Veurink wil helemaal geen discussie. Hij vindt gesprekken over 'kerk-zijn in onze tijd' 'geestelijk leidinggeven', 'getuigend christen zijn' veel belangrijker. Nu zijn dat inderdaad belangrijke zaken. Dat wordt ook sterk gestimuleerd door Kampen[3]. Ook wij willen daar graag aan deelnemen en stellen voor daar overkoepelend het onderwerp gereformeerde kerk blijven aan toe te voegen. En daar hoort ook bij een eerlijke omgang met de Schrift zoals we die belijden in onze confessies. We zullen daaraan niets toe- of afdoen, ook niet in de zaak van de vrouw in het ambt.

 

Maar het probleem is geworden dat velen helemaal niet meer willen spreken op basis van de Schrift, om na te gaan 'of deze dingen zo zijn[4]'. De strijd om de waarheid wordt ontweken met vrome geloofsgesprekken waarin ieder zijn eigen verhaal heeft. Waar hij of zij vertelt wat het geloof voor hem of haar inhoudt en waarin discussie, laat staan debat, taboe is. Ieder vertelt van zijn eigen 'waarheid' en we vallen elkaar niet lastig met kritiek of beoordeling.

 

Overal kerk?

 

In een gemeentevergadering in Drachten promootte Veurink dat ook. De nieuwe orde van zo'n vergadering werd al in praktijk gebracht: 1 - toespraak, 2 - uiteengaan in groepen en daar geloofsgesprekken houden, 3 - met een lief lied weer naar huis. Geen plenaire bespreking of discussie. Mede op basis van Veurinks ideeën worden in onze gemeente vervolgens dialoogkringen ingericht waaraan ieder moet deelnemen. Nadrukkelijk wordt de pin op de neus gezet: elkaars overtuiging respecteren en géén discussie of debat!

Inderdaad, zo gaan we naar een nieuw kerk-zijn. In ds. Veurinks kerkbesef zie je overal kerken: de samenkomst 's zondags natuurlijk, maar je gaat ook naar de kerk als je mannen-,  een vrouwenvereniging of een bijbelkring bezoekt. Je bent immers samen kerk.
Inmiddels komt een aanzienlijk deel van onze gemeente niet meer in de middagdienst want er is immers 's avonds de 'bijbelkringkerk'…     

 

Als ik dit allemaal bij elkaar optel raak ik mijn vertrouwen kwijt of we nog een gereformeerde kerk (willen) zijn die zich laat vergaderen naar de normen van de Schrift, zoals we die belijden in onze confessies.

 

NOTEN



[1] Zie MV in Assen, in de rubriek Rond de Schrift.

[3] Zie het artikel deze week TUK in zwaar weer, in de rubriek Kerkverband.

[4] Vergelijk Paulus vergelijkt de gezindheid van de Thessalonicenzen met die van Berea. De laatsten "waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren", Hand. 17:10. 'Edeler' moet hier gezien worden als onbekrompen, eerlijk en bedachtzaam. (HSV).