Ethiek

Liturgie en eredienst

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Muziekinstrumenten in de eredienst 4

 

F. Hoogland

18-03-17

 

Tot besluit van mijn eerdere bijdragen aan dit internetmagazine over bovengenoemd onderwerp, grotendeels bestaand uit overgenomen artikelen van de hoogleraren Van Dam en De Visser in het Canadese blad Clarion, wil ik graag mijn aan het slot van het derde artikel aangegeven mening nader toelichten. De mening namelijk dat professor De Visser wel erg positief oordeelde over het gebruik van ‘praisebands', 'leadzangers’ en wat dies meer zij. [Hierop komt een correctie] Naar mijn ervaring is in de talrijke discussies, artikelen en andere bijdragen over dit verschijnsel  in de kerkdiensten, zowel in Nederland als in Canada, een heel belangrijk aspect nauwelijks aan de orde gekomen, en ook in de door mij weergegeven artikelen wordt dit element helaas node gemist. Ik bedoel het betreurenswaardige feit dat het Geneefse Psalter als rechtstreeks gevolg van de invoering van o.a. praisebands en leadzangers, hoe langer hoe meer in onbruik is geraakt en nog verder dreigt te raken in het kerkelijk leven.

 

Geneefse psalmmelodieën

 

Over de niet te onderschatten waarde en betekenis van de psalmmelodieën van Geneve  lezen we in het boekje ‘Kleine geschiedenis van het kerklied’ van de hand van ds. G.E. Zevenbergen en (toen nog) drs. J. Luth:

 

De melodieën van onze psalmbundel vormen een kostbare schat. Zij zijn in de reformatietijd een unicum: een gehele bundel in opdracht samengesteld door een kleine groep mensen. Er is een grote eenheid in opzet en stijl. Er worden slechts twee notenwaarden met overeenkomstige rusten gebruikt en de melodieën zijn krachtig en welluidend, het ritme is pittig, mits juist uitgevoerd.

 

En in het boek ‘Psalmzingen in de Nederlanden van de 16e eeuw tot heden’ (onder redactie van dr. J. de Bruijn en dr. W. Heijting) schreef de hymnoloog dr. Bernard Smilde:

 

Internationaal groeit steeds meer de overtuiging, dat ons in de Geneefse psalmen een schat van 125 schone melodieën is overgeleverd, een verzameling die in eenheid en variatie uniek is en als één van de grootste en meest waardevolle culturele nalatenschappen van de calvinistische Reformatie beschouwd mag worden. De melodieën hebben stilistische en pedagogische kwaliteit; ze zijn meer dan vier eeuwen door geleerden en eenvoudigen gezongen; ze werkten aanstekelijk in de zestiende eeuw en wekken nog bewondering in de twintigste. Ze zijn in staat de niet-geoefende kerkganger, maar evenzeer de doorgewinterde vakmusicus te inspireren. Ze zijn gebleken waardige dragers te zijn van teksten die om hun religieuze en dichterlijke diepgang al enkele duizenden jaren mensenharten in beweging zetten en doen ontvlammen in de lof van God.

 

Bands

 

De vraag is dus gewettigd hoe in veel kerken met deze kostbare schat, met dit rijke bezit, om te gaan. Wat we zien is dat er vaak nog wel eens een psalm of gezang wordt gezongen in de diensten, maar dat daarnaast een steeds grotere plaats ingeruimd wordt voor zgn. opwekkingsliederen, begeleid door praisebands. Van de predikant wordt verwacht dat hij samen met leden van zulke bands en 'leadzangers' de diensten voorbereidt en vorm geeft. Als hij nog wel één of meer psalmen wil laten zingen halen  de bandleden hem over tot het gebruik van meer populaire, zogenaamde  ‘eigentijdse’ psalmmelodieën, bijvoorbeeld uit bundels als  ‘Psalmen van nu’, e.d.  Die kan men nu eenmaal beter spelen. En dat is ook geen wonder want bands kunnen heel weinig beginnen met het melodisch materiaal uit de Renaissance, ze zijn daarvoor eenvoudigweg niet opgeleid. De muzikale uitgangspunten van het hun vertrouwde repertoire wortelen immers hoofdzakelijk in uitingen van meestal uit de Amerikaanse uitgaans- en danswereld afkomstige muziekrepertoire, kort gezegd: de popmuziek. Geen wonder dat dat moeite geeft want de Geneefse psalmmelodieën zijn immers al ontstaan in de 16e eeuw, in het tijdperk van de Renaissance, dat inmiddels al meer dan vijf eeuwen achter ons ligt. Zij ademen in een totaal verschillende muzikale wereld!

 

Orgel

 

Zelfs in die oude tijd bestond het orgel al in de vorm die wij tegenwoordig nog kennen, als een muziekinstrument met verschillende reeksen pijpen, op met wind gevulde verdeelkasten (laden) geplaatst welke door klavieren en mechaniek in combinatie zijn te bespelen. Een instrument dat naar zijn aard buitengewoon geschikt is voor het muziekgenre van de psalmen en gezangen. Geen wonder dat dit instrument op den duur in de meeste kerken werd ingevoerd en tot op de dag van vandaag nog op veel plaatsen als zodanig functioneert.

Kerkmusici werden (denk b.v. aan Sweelinck en Van Noort) en worden al eeuwenlang door dit Psalter buitengewoon geïnspireerd. Een schat aan goede kerkmuziek is daardoor beschikbaar gekomen. Ook in onze eigen tijd wordt door kerkorganisten en componisten voortdurend nieuwe, interessante en kwalitatief uitstekende kerkmuziek geschreven die de erediensten optimaal kan opluisteren, en waarvan veel amateur-organisten dankbaar gebruikmaken.

 

Een nevenverschijnsel van het geschetste veranderingsproces in veel kerken, is dat door het groeiende gebrek aan goed opgeleide organisten, het orgel hoe langer hoe minder door het kerkvolk wordt gewaardeerd, doordat het in de kerken steeds vaker op ondeskundige wijze wordt bespeeld. Een gevolg is dat de impopulariteit van dit mooie instrument in gemeenten hoe langer hoe groter wordt. En ook dat steeds minder jongeren zin krijgen om het te leren bespelen. Om nog maar te zwijgen van het gevoelige verlies dat de gemeenten als geheel lijden: een steeds voortschrijdende verloedering van het repertoire van de gemeentezang als het trieste resultaat van deze ontwikkelingen.

 

Conclusie

 

We concluderen dat als gevolg van al deze factoren het Geneefse Psalter steeds meer in onbruik is geraakt in de kerk en we schetsten een betreurenswaardige culturele armoede in de erediensten als één van de gevolgen. Dit zou mijns inziens kort en goed het hoofdargument moeten zijn voor een kloek besluit: het resoluut afdanken van het gebruik van bandjes, populaire muziek, zogenaamde eigentijdse psalmmelodieën en dergelijke. En zo haast als mogelijk (om het eens ouderwets te formuleren) het onovertroffen Geneefse Psalter in de eredienst aan onze God en Vader in ere te herstellen.

Ja deze schat van de Kerk der eeuwen weer te gaan koesteren!