Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Waarom eigenlijk nog vrijgemaakt? - Een nieuw ideaal

D.J. Bolt
14-02-09


Een kerkgemeenschap waar men alleen maar roemt op afbraakprocessen en -producten houdt natuurlijk niet erg lang stand. En een kerk die haar belijdenis van haar christelijke kenmerken heeft losgelaten houdt ook haar leden niet vast. Er moet iets anders komen dat mensen boeit en trekt. Een nieuw ideaal om warm voor te lopen. Dat moet de groeicijfers weer opkrikken.
Het ideaal is kerkelijke eenheid.

Eenheidsstreven

Het streven naar kerkelijke eenheid manifesteert zich sterk in de vrijgemaakte kerken. Op de synode van Zwolle-Zuid is daar heel veel aandacht aan gegeven.1 Het ging daar m.n. over kerkelijke eenheid tussen GKv, CGK en NGK. Deputaten Kerkelijke Eenheid (DKE) rapporteerden uitgebreid over de voortgang van de samensprekingen met deze kerken. Hun conclusie was in meerderheid dat m.n. vereniging met NGK verantwoord is en nu verdere stappen kunnen worden genomen om die ook op landelijk niveau daadwerkelijk te realiseren.
Maar zowel een minderheid van de deputaten alswel een meerderheid van de synode vond dat (nog) een brug te ver. Eerst dienen de NGK onder meer uit de kerkelijke praktijk aan te tonen dat zij daadwerkelijk ernst maken met de handhaving van de gereformeerde leer en het niet laten bij alleen schone (deputaten)woorden. En er moet worden doorgesproken over de invoering van 'de vrouw in de ambten' in hun kerken.

Ook de relatie met de CGK is moeizaam. Want de synode van deze kerken besloot af te zien van een voortgaande eenheid volgens het eerder omhelsde "federatieve groeimodel". Dat betekent dat een verdere landelijke eenwording met de GKv verder weg is dan ooit. Laat staan zo'n eenheid met de NGK, waar heftige bezwaren tegen worden gemaakt in die kring.

De conclusie zou kunnen zijn dat kerkelijke eenheid dus nauwelijks bereikbaar is. Er zijn te belangrijke principiële verschillen m.n. met de NGK om al de weg naar landelijke en plaatselijke eenwording te zetten.
Echter, het zou naïef zijn als met die conclusie uit de synodebesprekingen en -besluiten zou worden volstaan. Want er zijn sterke krachten in onze kerken die coûte que coûte het ideaal wensen te verwezenlijken.
We willen daar, gezien het belang van de zaak, wat uitgebreider bij stilstaan.

Eenheid met de Nederlands Gereformeerden

In De Reformatie2 besprak prof. dr. A.L.Th. de Bruijne de zaak van kerkelijke eenheid n.a.v. de Zwolse synodebesluiten. Eerder deed zijn predikant, ds. G. Zomer (Kampen-Noord) dat al in een ingezonden in het Nederlands Dagblad waarin hij de verwachting en de hoop uitsprak dat maar weinig kerken zich t.a.v. de plaatselijk gesprekken met de Nederlands Gerefor meerde Kerken zullen laten tegenhouden door de synodeuitspraken.
Ook De Bruijne zijn de besluiten van deze synode t.a.v. de relatie met de NGK dwars in de keel blijven steken. Op niet mis te verstane wijze hekelt hij de lijn die de synode koos. Een bloemlezing: 

  • De synode nam met de ene hand terug wat ze met de andere gaf.
  • De synode sprak mooie woorden maar haalde tegelijk weer oude koeien uit de sloot van wantrouwen. Dat is kwalijk en ondankbaar jegens de Here.
  • De besluiten pinnen vast op patstellingen en zelfs op het verleden.
  • De synode voert ineens het NGK-besluit om vrouwen in alle ambten toe te laten weer op: de NGK zouden dat besluit moeten herzien. Maar dat doet geen recht aan 'het proces' van toenadering. Bovendien weten we het antwoord zelf niet eens, gezien de studieopdracht hierover.
  • We meten met twee maten in vergelijking met de relatie tot de CGK.
  • We handelen t.o.v. de NGK niet naar de Bergrede: de andere behandelen zoals jij zelf graag behandeld wilt worden.
  • De besluiten bevatten elementen die ten diepste het wantrouwen legitimeren en zelfs onbedoeld in stand houden.

Daarentegen wordt de loftrompet gestoken over de NGK. Ook een rijtje:

  • De Nederlands Gereformeerde blijven vaak dicht bij de bijbel.
  • Zij denken en leven in een directe wisselwerking met de Schrift en haar uitleg terwijl wij soms vooral onze éigen samenvattende concepten ter sprake brengen.
  • Zij tonen een sterke beleving van de christelijke vrijheid terwijl er bij vrijgemaakten vaak een neiging is tot controledwang die geestelijke vernieuwing remt.
  • Vrijgemaakten willen ontwikkelingen graag in de hand houden terwijl in de NGK meer christelijke onbevangenheid wordt geproefd.
  • De Nederlands Gereformeerden hebben zich royaal over de binding aan de belijdenis uitgelaten. Erkenden de noodzaak tot ondertekening van de belijdenis.
  • Zij lieten zich indringend bevragen over hun rapport tot openstelling van de ambten voor vrouwen en schaamden zich niet voor zwakke punten er in.
  • Ze gingen een mijl met de GKV mee om te laten voelen dat ze echt buigen voor de Schrift.

Prof. De Bruijne wil de NGK niet "idealiseren", want met genoemde punten zijn ze ook "kwetsbaar". En met het benadrukken van de christelijke vrijheid loop je misschien gemakkelijk "op de rand van een modern, individualistisch vrijheidsbegrip". En ze komen ook maar moeilijk de trauma's van de zestiger jaren te boven.

Desalniettemin is De Bruijne wél toe aan de overgang van verkennende naar gesprekken gericht op kerkelijke eenheid, zo zegt hij. Hij begrijpt dat niet ieder daar zo over denkt in de kerken. Daarom moeten we maar niet gaan "steggelen" over landelijke eenheid want dat zou teveel energie kosten en bovendien gaan nog meer jongeren afhaken, redeneert hij.
Maar wel "het net aan de andere kant uitgooien". Niet alle energie steken in punten die verdeeld houden en die uitdiscussiëren tot ze opgelost zijn. In plaats daarvan eerst zoeken naar punten waarin men het eens is of waarin men elkaar kan dienen. Daarin kan het pas over verschillen gaan.

Mag wat kan?

Het is goed om te signaleren wat hier voor geluiden komen uit Kampen, zowel van de voorganger van de Eudokia-gemeente als van een hoogleraar van de universiteit.
De Bruijne zette boven zijn artikel: Kan wat moet? Zijn punt is dat kerkelijke eenheid wel moet maar nog niet altijd kan.
Echter had hij toch niet eerst zichzelf de vraag moeten stellen: Mag wat kan? En dan zich moeten confronteren met de argumenten die een heel aantal synodeafgevaardigden aanvoerde dat het niet verantwoord is nu tot eenheid met de NGK over te gaan? Je kunt de bezwaren tegen b.v. de vrouw-in-het-ambt wel wegwuiven met te wijzen naar een studie waartoe de synode heeft besloten maar dan maak je het jezelf wel erg gemakkelijk. Want nog steeds verwerpen we als kerken vrouwelijke ambtsdragers toch? De invoering daarvan in de NGK vormt (o.a) een wezenlijke barrière of blokkade met de NGK.

Het is goed om in dit kader ook aandacht te schenken aan het andere deel van prof. De Bruijnes artikel, namelijk dat over de verhouding met de Christelijke Gereformeerden.

Eenheid met Christelijke Gereformeerden

In het ND3 stond een opmerkelijk bericht over de relatie van GKv en CGK te Kampen. Het vermeldde dat de classis Zwolle van de Christelijke Gereformeerden een streep heeft gezet door kanselruil en gezamenlijke avondmaalsvieringen tussen christelijk- en vrijgemaakt gereformeerden te Kampen/IJsselmuiden. Het zou er om gaan dat de CGK te Kampen onvoldoende de prediking van de GKv te Kampen heeft beoordeeld of daar te weinig over heeft gerapporteerd. De CGK-classisafgevaardigde ds. J. van Langevelde zegt "zich niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat in dit besluit de jongste synodebesluiten van zijn kerkverband doorklinken". Die synodebesluiten betreffen het niet verder doorzetten van kerkelijke eenheid met de GKv volgens het zgn. federatief groeimodel.

Was dit negatieve classisadvies misschien de achtergrond van de scherpe toon van prof. De Bruijne in zijn beoordeling van de situatie in de CGK v.w.b. kerkelijke eenheid?
Want net als bij onze eigen synode "voelt" bij De Bruijne de houding van achtereenvolgende CGK-synoden als "minstens onwaarachtig": met de ene hand het federatieve groeimodel aanprijzen om het vervolgens met de andere weer terug te nemen.
Hoe moet het dan verder?
Volgens de hoogleraar moet er "geestelijk iets in beweging komen bij dat deel van de CGK dat eigenlijk niet wil". En hij vervolgt: "Ik aarzel niet om te zeggen dat velen van hen die zo de mond vol hebben over bekering zich op dit punt zelf hebben te bekeren tot God en zo tot hun broeders en zusters in de GKV".

Maar hebben de Christelijke Gereformeerden dan toch niet gelijk met hun kritiek op de GKv?
Het opmerkelijke is dat De Bruijne in dit artikel niet inhoudelijk op de bezwaren die er leven in de CGK ingaat. Wel trekt hij zich één verwijt aan. Misschien heeft de "rechterflank" (bedoeld zullen vooral zijn de Christelijke Gereformeerden rond het blad 'Bewaar het pand') "huns ondanks wel een beetje gelijk" als zij ons verwijten dat wij in onze manier van samenspreken "iets te verstandelijk en activistisch" zijn. De Bruijne vat dat samen in de leus "het moet, dus het kan".
Maar eenheid moet God geven. Daar moet aan gewerkt worden maar bidden is zeker zo belangrijk. Gods Geest kan alleen mensenharten neigen en vernieuwen.
De Bruijne kan het wel "in de taal van onze 'zwaardere' christelijke gereformeerde broeders en zusters" zo zeggen: "Och, mocht Hij ons vandaag eens geven wat inderdaad moet in de verhouding tussen onze kerken".

Zelfonderzoek

Prof. De Bruijne wil met zijn oproep tot bekering van de CGK rechterflank zichzelf niet verheffen. Nee, want "de vrijgemaakte kerken moeten zich weer op andere terreinen bekeren".
Maar ik vrees dat we niet verder met elkaar komen als we zo in algemene termen met elkaar blijven spreken. Als je oproept tot bekering moet(en) de zonde(n) ook concreet worden genoemd. En daar met elkaar over doorspreken. Maar dat is nou precies een ultieme zwakte van onze kerken.
Je ziet dat gesprek intern al niet van de grond komen ondanks vele smeekbeden.
Je ziet het in de samensprekingen met de NGK. De dingen die ons werkelijk verdelen mogen niet meer bij de naam worden genoemd: ze heten oude koeien.
Je ziet het als de hoogleraar 'Bewaar het Pand' tot bekering oproept zonder hun moeiten met ons kerkverband werkelijk aan de orde te stellen.
Is het niet dringend nodig dat we tot bezinning komen over de weg die we zijn ingeslagen en aan een diepgaand en kerkbreed zelfonderzoek gaan beginnen in plaats van met een vrijgemaakt vingertje anderen aan te wijzen om tot bekering te komen?

De grote oecumenisch-gereformeerde kerk

Wat vraagt De Bruijne dan van Gods Geest? Hij verlangt naar de "grote oecumenisch-gereformeerde kerk waarin veel verschillende 'liggingen' naast elkaar bestaan". Zonder elkaar te veroordelen. Elkaar aanvaarden in Christus en in christelijke nederigheid. Het "vreemde van de ander hoeft daarbij niet eerst gelijkgeschakeld aan het eigene van onszelf." In deze kerk is plaats voor de CGK met 'Bewaar het Pand' tot de NGK.
We proberen ons in te denken wat dat concreet betekent. Want als je het gesprek niet meer wilt over "oude koeien" en je liever concentreert "op punten waarin men het eens is" en "energie steekt in wat de kerkengroepen in Christus verbindt" dan zie je een bepaald profiel van die nieuwe 'grote kerk' gestalte krijgen.

We vullen het maar even concreet en praktisch in en denken daarbij vooral aan de gevolgen die incorporatie van de NGK zal betekenen.
Gemeenten mogen vrouwelijke ambtsdragers aanstellen. Homo- en heteroseksueel samenleven wordt (op zijn minst) getolereerd. Afdwalingen van de gereformeerde leer zullen niet gauw kerkelijke gevolgen hebben, "alleen als ze het hart van het evangelie raken". Je mag rustig ontkennen dat Gen. 1-11 geschiedenis is en oerknal en evolutie aanvaardbaar vinden. Het Avondmaal staat open voor ieder die 'Jezus als Heer' belijdt, kinderen nemen ook deel. Elders laten overdopen is mogelijk zonder verlies van kerklidmaatschap. Opdragen van kinderen waarvan de ouders de kinderdoop verwerpen is geaccepteerde praktijk. Independentistisch gedrag van gemeenten en voorgangers wordt getolereerd of beter, gezien als "beleving van christelijke vrijheid". Indien gewenst wordt slechts één kerkdienst per zondag gehouden. Er is volstrekte vrijheid van inrichting van kerkdiensten: wie voorgaat en wat en waaruit wordt gezongen wordt geheel bepaald door de gemeenten zelf.
Tolerantie is het fundamentele samenlevingskenmerk van de nieuwe kerk. Je hoeft niet zoveel, maar er mag des te meer. Wil een gemeente een vrouwelijk dominee, goed. Wil een andere het niet, ook goed. Kinderen aan het Avondmaal hier, maar daar niet, allemaal OK.

Samen op weg

Natuurlijk zal dit niet van het ene jaar op het andere worden gerealiseerd. Maar de aanzet is wel gegeven door vooraanstaande en invloedrijke vrijgemaakten.4 Met het 'inrijden' van de 'progressieve' NGK komt dit (versneld) mee.
Dit zijn ook maar niet alleen hooggeleerde gedachtenspinsels zonder concrete uitwerking. Een van de meest paradoxale en onwaarachtige verschijnselen in onze kerken is, dat wat men op synodaal niveau terecht nog in meerderheid verwerpt, in de praktijk toelaat, sterker: stimuleert. Degenen die menen dat de laatstgehouden synode toch werkelijk de koers van onze kerken op dit punt heeft bijgesteld zijn blind voor de werkelijke situatie. Want in de 'kerkstraat' heerst revolutie. Daar wordt stap voor stap de weg naar de "oecumenisch-gereformeerde omwenteling" gerealiseerd. Wat landelijk niet kan blijkt plaatselijk prima uitvoerbaar. Achter elkaar zie je in de grefo-belt kerken meer of minder vergaand 'samenwerken' zoals dat eufemistisch heet: Amsterdam, Utrecht, Amersfoort, Kampen, Zwolle, Deventer. Gemeenten met soms duizenden zielen. Het wordt euforisch toegejuicht.
Zie b.v. het laatste wapenfeit in Deventer waarin GKv, CGK en NGK samengaan. Nee, een eenheidsgemeente mocht zo'n samengaan van de synode nog niet heten. Maar, neem me niet kwalijk, wat ontbreekt er nog aan als je alle kerkdiensten samen houdt, alle kleuren predikanten mogen voorgaan, samen Avondmaal viert, gemeenschappelijk gemeentedagen houdt, het gereformeerde kerkboek hebt ingeruild voor het Liedboek en opwekkingsbundels, zelf je liturgische formulieren wel selecteert. De vrijgemaakten verkochten hun kerkgebouw, de christelijke gereformeerden zijn er mee bezig en de nederlands gereformeerden zeiden de huur op van hun onderkomen.
Ach, er staat nog een piefje in de kerkelijke administratie dat aangeeft waar de quotacentjes naar toe moeten. Maar dat is toch alleen nog boekhouden? Waar niemand echt warm voor loopt?

De karavaan trekt verder

Deze ontwikkelingen zijn niet meer tegen te houden als ze door de eigen synode en universiteit worden gestimuleerd. Het is nog een kwestie van tijd voor de laatste weerstand die nog bleek uit het DKE minderheidsrapport, is weggebroken. 'Harderwijk' zal geen herhaling van het minderheidsverzet van 'Zwolle-Zuid' te zien geven.
Net als bij het opruimen van gereformeerde organisaties zal ook de algemene en kerkelijke pers hieraan een krachtige ondersteuning geven. Je ziet dat aan het artikel van De Bruijne maar ook aan de aandacht die het ND aan Deventer geeft bijvoorbeeld. Driekwart pagina-2, alle wierookberichtgeving moest er voor wijken. Verlucht met een overmaatse foto van een Deventer kerkdienst met een mevrouw die een minipreekvoorafje mag houden voor de kinderen. Nee, nog geen vrouw-in-het-ambt in de IJsselstad, laat die mevrouw dat eerst maar in de week leggen. Want anders levert dat voorlopig nog problemen met "eenheid", volgens de NGK-dominee. Het komt later wel want in deze en andere zaken "nemen de vrijgemaakten een open houding aan en zijn bereid te leren"?

De geluiden van prof. De Bruijne zijn trouwens niet uniek aan de TU. Denk aan de referaten van prof.dr. M. te Velde die hij in Drachten en Ten Boer hield.5 Om niet te spreken van prof.dr. G. Harinck in zijn relativering van de grenzen van de kerk. Nog kort geleden spuugde de laatste ook zijn gif over de synodebesluiten van Zwolle-Zuid m.b.t. kerkelijke eenheid met de NGK6:

Vorige maand waren de vrijgemaakten weer aan zet en waren de Nederlands-gereformeerden het onderwerp van gesprek. Er was een deputaatschap dat een stap voorwaarts voorstelde, maar niet geheel onverwacht werd een smetje ontdekt op het Nederlands-gereformeerde blazoen en de plannen werden afgeblazen.7

De strijd die daar door een aantal synodeleden werd gevoerd zal blijken een achterhoedegevecht te zijn. De intelligentsia van onze kerken hebben hun keus gemaakt en zijn nu bezig het kerkvolk te bewerken. Niet voor niets is de ND-column van prof. Douma overgegaan in handen van prof. De Bruijne?

Klein-protestants

Óp dus naar de "oecumenisch-gereformeerde kerk".
Maar is er eigenlijk al niet zo'n kerk? Want wat onderscheidt De Bruijnes ideaal van de Protestantse Kerk van Nederland? Als daarin een Gereformeerde Bond zich hoe langer hoe meer behaaglijk kan voelen waarom dan ook nog die constructie van die "grote oecumenisch-gereformeerde kerk"?
De PKN is al nationaal-oecumenisch en pretendeert de kerk van de Hervorming te zijn. Ze voert ook de gereformeerde belijdenisgeschriften. Je mag ze voor jouw gemeenten expliciet als enige aanvaarden. De onderlinge liggingen respecteren en tolereren elkaar. Er kan waarachtig gereformeerd leven opbloeien, zegt men. Er zou een hele mooie onderlinge "verrijking van je eigen accent" kunnen plaatsvinden.
Wat let ons? Niemand weet langzamerhand meer wat nou precies onze vrijgemaakte identiteit voorstelt. Onze eigen kerkgeschiedenis wordt afgeschreven. Veel jeugd, maar ook ouderen hebben er in elk geval niets meer mee. Typisch vrijgemaakte organisaties zijn er bijna niet meer, ze zijn vrijwel allemaal PKN-breed geworden en zullen uitstekend in die context kunnen floreren. De universiteit aan de Broederweg kan een filiaal van de Oudestraat worden bijvoorbeeld. Als die nog nodig is?

Volgende keer: Waarom eigenlijk nog vrijgemaakt? - Hoe verder ?

NOTEN
____________________________________________________________

1 Zie rubriek Synode verslagen/archief: Hier zijn de verslagen te vinden van de besprekingen plus impressies ervan.
2 De Reformatie, 1 november 2008.
3 ND, december 2008.
4 Vergelijk ook de opvatting van de pas gepromoveerde vrijgemaakte ds. J. Burger van Franeker.
De predikant promoveerde aan de vrijgemaakte universiteit op "In Christus zijn". Hij is met dit onderwerp aan de slag gegaan "vanuit een gevoel van malaise. Wat kan ik nog met de gereformeerde theologie?" En hij verwijst naar "de identiteitscrisis en het weg-met-ons gevoel" in de vrijgemaakte kerken. Hij heeft zich laten beïnvloeden door de 'Kamsteeg-beweging' en is lid van de werkgroep 'Christocentrische gemeente'.
Burger signaleert in zijn uitwerking dat roomsen, gereformeerden en evangelischen in hun tradities verschillende accenten leggen, ze hebben zich "gespecialiseerd, met de suggestie dat andere tradities fout zijn. Maar heel vaak vult het ene het andere aan. Het zou mooi zijn als er in de kerk ruimte zou zijn voor alle accenten." (ND 15-12-08)
5 Zie rubriek TU Kampen, Vertrouwen gevraagd 4-7.
6 ND, 2 augustus 2007.
7 Vergelijk daarmee de reactie van ds. K. Folkersma, een van de minderheidsdeputaten, in het ND van 12 augustus 2008. "Eenheid is niet maakbaar, maar een gave van de grote Herder van de schapen. Hij vergadert zijn gemeente in de eenheid van het ware geloof. Hij bidt om de eenheid van al de zijnen in de weg van het bewaard worden door de Naam van de Vader, het geheiligd worden door de waarheid, Gods Woord (Joh. 17 ). Daarin hebben wij onze verantwoordelijkheid overeenkomstig Christus' gebed. Zoals beleden in artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de kerk: zich richten naar het zuivere Woord van God, verwerpen alles wat daarmee in strijd is en Jezus Christus erkennen als het enige Hoofd. En zo de eenheid zoeken met allen die Christus naar zijn Woord willen volgen."