Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Katholieke Kerk 2

 

D.J. Bolt

28-04-18

 

Er lagen twee verzoeken op de synodetafel van Lansingerland. We laten ze hieronder volgen.

 

Verzoek Liberated Reformed Church at Abbotsford (LRCA)

 

Op de generale synode van Groningen (2014/15) werden twee rapporten ingediend over het gereformeerde karakter van de Westminster Confessie (WS): een meerderheids- en minderheidsrapport. De bespreking leidde tot het besluit beide documenten als studierapporten te aanvaarden zonder inhoudelijk er een uitspraak over te doen.

 

Nu wil de Canadese LRCA die een zusterkerkrelatie met DGK heeft dat de synode het minderheidsrapport over de Westminster Confessie (WS) verwerpt en dat het meerderheidsrapport alléén wordt gebruikt in de contacten met presbyteriaans kerken.[1] Voor degenen die de rapporten niet kennen, het meerderheidsrapport uit zware kritiek op tal van onderdelen in de WS. Zo concludeert het rapport bijvoorbeeld

 

'de wijze waarop WS geloofszaken als verbond en kerk heeft uitgewerkt achten wij onverenigbaar met de wijze waarop de Drie Formulieren van Eenheid over deze zaken de Schrift naspreken. Dientengevolge vormen deze leringen een niet te onderschatten gevaar voor de kerk.' (Acta GS Groningen, p291).

 

Maar het minderheidsrapport concludeert samenvattend:

 

'Prof. Biesterveld, dr. Doekes en prof. J. Kamphuis karakteriseren alle drie de WS als een gereformeerde belijdenis. Met name dr. Doekes en prof. Kamphuis ontkennen niet dat de WS op een aantal punten vragen oproept. Maar dit is geen verhindering voor een zusterkerkrelatie. Zij wijzen dan op de mogelijkheid van een (voorzichtige) emendatie' (tekstkritiek). (Acta GS Groningen, p298).[2]

 

De LRCA wil dus dat dit minderheidsstudierapport van tafel gaat. Alleen het meerderheidsrapport mag in contacten met presbyteriaanse kerken worden aangewend.

 

Verzoek DGK Dalfsen

 

In 2008 ontstond de Liberated Reformed Church at Abbotsford (LRCA, nu ongeveer 45 leden) als afsplitsing van de Canadian Reformed Churches (CanRC). De synode van Emmen 2009/2010 besloot tot een zusterkerkrelatie met deze gemeente.
Maar er zijn vragen gerezen over de wettigheid van haar afscheiding als wel over de gang van zaken bij de totstandkoming van de kerkelijke relatie met DGK. Onder andere zijn de Canadese kerken niet gehoord bij de overweging van de kerkelijke relatie met de LRCA. En is het zware oordeel terecht dat de CanRC 'volledig verbasterd' zouden zijn, zoals te vinden is in de acta van de GS Emmen/Groningen? Maar ook zijn er vragen over het oordeel van de LRCA over de Westminster Confessie en over relaties met kerken die deze belijdenis voeren, zie ook bovenstaand verzoek van de LRCA. Welke rol heeft dit gespeeld bij de afscheiding van de CanRC?

De kerkenraad van DGK Dalfsen meent dat het hier om een uiterst fundamentele zaak van het wezen van de kerk van Christus gaat. De kerneigenschappen van de kerk zijn in geding, haar eenheid, haar heiligheid, haar katholiciteit en haar apostoliciteit.

Daarom richtte hij het volgende verzoek aan de synode

 

Met de zusterkerk te Abbotsford het gesprek aan te gaan over de rechtmatigheid van haar afscheiding van de CanRC en over haar kerkelijke positie nu.

 

Impact

 

Het zal duidelijk zijn voor wie het eerste artikel zich eigen heeft gemaakt dat deze verzoeken rechtstreeks het kernpunt katholiciteit (en ook andere eigenschappen) van de kerk raken. De generale synode heeft er dan ook intensief aandacht aan besteed en vervolgens een aantal besluiten genomen. Echter voordat we deze de revu zullen laten passeren, geven we eerst bijzonder belangwekkende adviezen door, die dr. P. van Gurp, adviseur van de synode, gaf.

 

Een van die adviezen betreft de Evangelical Presbyterian Churches. Deze hebben de Westminster Confessie als belijdenis. De beantwoording van de vragen heeft dus ook direct en actueel invloed op de relatie met deze kerken!


We laten nu de adviezen van dr. Van Gurp in extenso volgen.

 


 

Adviezen

inzake rapport commissie 5 deputaten betrekkingen buitenlandse kerken (BBK) 

 

Dr. P. van Gurp

 

Advies m.b.t. de Westminster Confessie

 

Algemeen


Het heeft na de vrijmaking van 1944 nog 23 jaar geduurd voor de zaak van de zusterkerkrelatie met buitenlandse kerken de aandacht kreeg die ze verdiende. Al die jaren werd alleen een zusterkerkrelatie onderhouden met de zogenaamde emigrantenkerken, die de Drie Formulieren van Eenheid als belijdenis hebben. Maar er kon geen voortzetting zijn van de zusterkerkrelaties zoals die toen bestonden met allerlei andere kerken. Zij wezen namelijk de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt af als onwettige kerken.

 

De Heere leidde in 1967 op de synode van Amersfoort-West de weg van de kerken allereerst naar de kerken in Zuid-Korea, die de Westminster Confession als belijdenis hebben. Sindsdien kwam er op elke synode een uitvoerige rapportage over de zusterkerkrelatie met zogenaamde 'Westminster-kerken'. Dat kwam voort uit de belijdenis inzake de katholiciteit van de kerk en het besef dat het de roeping van de kerken is de rijkdom van de gereformeerde erfenis te delen met die buitenlandse kerken.

 

Het gaat in de rapporten over de Canadese Liberated Reformed Church at Abbotsford (LRCA) en over het rapport van de deputaten betrekkingen buitenlandse kerken (BBK) over de vraag of het overeenkomstig de katholiciteit van de kerken is om de zusterkerkrelatie te beperken tot die kerken die als grondslag hebben de Drie Formulieren van Eenheid en de Dordtse Kerkorde. Dat is niet alleen een beslissende zaak met betrekking tot de LRCA, maar ook fundamenteel voor de hele arbeid van de deputaten en de daarvoor vastgestelde instructies.

Als antwoord op die onontkoombare vraag inzake de katholiciteit van de kerk spreek ik als mijn overtuiging uit dat het nu meer dan voorheen zo is dat de kerken met betrekking tot deze zaak op een tweesprong staan. 

 

Een belangrijke ontdekking
 

Ik heb de moeite genomen om een uitgebreid onderzoek in te stellen in de Acta en rapporten van de voorbijgegane jaren. Daarbij zijn bijzondere zaken gevonden die beslissend zijn voor de besluitvorming over de vraag met welke kerken een zusterkerk kan worden aangegaan en/of onderhouden.

De vorige synode gaf de deputaten de instructie:

 

'zij zullen, uitgaande van de hartelijke bereidheid de kerkelijke eenheid zoeken met allen, die op de grondslag van Schrift, de drie Formulieren van eenheid, en Dordtse kerkorde willen leven contact zoeken, c.q. contact onderhouden met die kerken in het buitenland…'

 

De deputaten stellen voor dit ook nu weer in hun instructie op te nemen. Niemand, ook ikzelf niet, heeft er echter aan gedacht dat we met zo’n besluit ingaan tegen een synodebesluit van het eerste uur. In de Acta van de generale synode van Mariënberg 2005 (p234) staat te lezen dat deze synode deputaten benoemde en hen de volgende instructie gaf:

 

'Zij zullen, uitgaande van de hartelijke bereidheid de kerkelijke eenheid zoeken met allen, die op de grondslag van Schrift, belijdenis (waaronder wordt verstaan de Drie Formulieren van Eenheid en/of de Westminster Confessie) en Dordtse Kerkorde willen leven, contact zoeken c.q. contact onderhouden met die kerken in het buitenland, die met de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt in Nederland zoals bijeen op de GS Leeuwarden-1990, in correspondentie staan (zoals genoemd onder punt 2).
Op ondergeschikte punten van kerkorde en kerkelijke praktijk zullen buitenlandse kerken niet veroordeeld worden.'

 

En dan worden onder punt 2 niet minder dan 12 kerken genoemd (p234).

Opmerkelijk is dat de zinsnede 'en/of de Westminster Confessie' niet voorkwam in het oorspronkelijke concept, maar in de latere vaststelling van de instructies eraan is toegevoegd, onder meer op de volgende gronden:

  1. Er zijn buitenlandse kerken die als zusterkerken erkend moeten worden, die echter niet de NGB hanteren maar de Westminster Confession;
  2. er zijn buitenlandse kerken die als zusterkerken erkend moeten worden maar die een andere dan de Dordtse Kerkorde hanteren (art. 26).

Op die eerste synode blijkt dus dat de pas vrijgemaakte kerken beslist niet de weg van de sekte willen opgaan, maar katholiek willen zijn. Voor zover ik mij kan herinneren is dit besluit uit 2006 nooit herroepen. Er is wel op de vorige synode een besluit genomen in negatieve zin, namelijk door de verwerping van het voorstel van de meerderheid van deputaten om uit te spreken dat er geen zusterkerkrelatie kan worden aangegaan/geoefend met kerken die de Westminster Confession als belijdenis hebben. Maar in de instructie aan deputaten heeft de synode over het hoofd gezien dat de kerken gebonden zijn aan het besluit van de eerste synode om de Westminster Confession niet als een verhindering te zien om een zusterkerkrelatie te hebben.

 

Bij de besluitvorming inzake  LRCA en eveneens bij de bespreking van het rapport van de deputaten is het met het oog op de katholiciteit van de kerk onontkoombaar de besluiten van de synode van Mariënberg voor vast en bondig te houden. Tenslotte hierover nog het volgende.

 

De deputaten BBK zijn in hun rapport aan de synode te Arnhem in 1981 (dat op mijn naam staat) op deze zaak ingegaan. In hoofdstuk 5 schrijven zij uitvoerig over het beleid dat gevoerd moet worden als volgt:

 

'Uitgangspunt moet altijd zijn dat er geen gemeenschap mogelijk is met hen die openlijk afwijken van de leer en de ordeningen van Gods Woord, of die zich schismatiek hebben afgescheiden van de ware kerk. Daarnaast moeten we erkennen dat Christus is gegaan en nog gaat de weg van eigen historie in Zijn kerkvergadering. Er zijn daardoor verschillen ontstaan in confessie, kerkregering en liturgie. Kerkelijke correspondentie houdt in een over en weer elkaar kennen als zusterkerken in de Heere Jezus Christus.'

 

Over de les van de historie schrijven zij dat men handelde volgens de regel dat men correspondentie onderhield met kerken, die zelf verklaren dat zij in leer, dienst en tucht overeenstemmen met de ‘aloude Gereformeerde kerk’, tenzij het tegendeel blijkt! Het positieve in deze wijze van gemeenschap oefenen was, dat men er besef van had, dat het niet gereformeerd was zich op te sluiten in eigen land.

Prof. B. Biesterveld heeft op de synode van Middelburg 1896 er met nadruk op gewezen dat de belijdenis de katholiciteit van de kerk van onze Heere Jezus Christus handhaaft en dat daarom het Gereformeerd beginsel niet gedoogt dat wij ons opsluiten in eigen land. Hij vervolgt dan

 

'Integendeel, het eischt, dat wij de eenheid met alle Gereformeerde Kerken in de wereld belijden, en naar onze belijdenis handelend, met die kerken gemeenschap houden, ook tot meerdere uitzuivering van alles in hun of in ons midden wat niet met de ware Gereformeerde beginselen strookt. In den bloeitijd onzer kerken leefden die gedachte; en zij werkte zoo machtig, dat op de Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 de buitenlandsche kerken van Gereformeerde belijdenis een zeer werkzaam aandeel aan den arbeid dier roemruchtige synode namen, gelijk ons allen bekend is. '

(Acta p85).   

 

Advies m.b.t. de Liberated Reformed Church at Abbotsford (LRCA)

 

De kerkelijke weg
 

Ten aanzien van de bewering van LRCA als zou de kerkelijke weg zijn afgesneden, ben ik van oordeel dat de commissie terecht opmerkt dat die weg wel verlegd is, maar niet afgesneden. Het voordeel daarvan is nu dat door het gaan van het traject langs alle kerkelijke vergaderingen de zaak kerk breed wordt voorbereid. Ook in de GKv is sinds enige tijd dezelfde regel toegepast. En hetzelfde geldt van de Australische kerken 

 

De toelating tot de  LRCA
 

Verder lijkt het mij noodzakelijk dat er ook duidelijkheid komt over de vraag op welke wijze de toelating tot de kerk van LRCA in de praktijk geregeld en toegepast is. Het is bekend dat enkele kerkleden door een plaatselijke kerk waren afgesneden. Er moet wel duidelijkheid komen over de vraag of zij als lid van de kerk LRCA zijn toegelaten en op welke wijze. Het is een legitieme vraag over de toepassing van de kerkelijke tucht.  

 

De grondoorzaak van de afscheiding
 

Terecht heeft de commissie als grondoorzaak van het besluit van LRCA tot afscheiding van de CanRC gewezen op haar overtuiging dat uiteindelijk alleen reeds het hebben van de Westminster Confessie een kerk maakt tot valse kerk. De kerk te Dalfsen komt in haar verzoek zelfs tot het oordeel dat het betekent dat de LRCA zo een sektarische weg gaat. Wij moeten met name met betrekking tot de relatie met buitenlandse kerken ons ervoor wachten die weg op te gaan. 

 

Stemrecht
 

Met betrekking tot het stemrecht op deze synode adviseer ik dat alleen díe broeders buiten stemming blijven, die als afgevaardigden van de laatste synode (Groningen) over de onderhavige zaak geoordeeld hebben. Deze beperking tot de laatste synode is overeenkomstig de huidige regeling. Anders zou uiteindelijk iedereen buiten stemming moeten blijven, die op een of andere wijze ooit betrokken is geweest is bij de kwestie van de Westminster Confessie, tot zelfs de synode van Mariënberg 2005 toe! 

 

Advies m.b.t. de Evangelical Presbyterian Churches (EPC)

 

In de instructie die door de vorige synode aan de deputaten was gegeven worden twee aparte kerken genoemd, namelijk de EPCI en de EPCNI. Maar dat is een vergissing, omdat het gaat over het een en hetzelfde kerkverband. Men heeft de naam EPCI veranderd in EPCNI omdat de kerken waarover het gaat gevestigd zijn in Noord-Ierland. De deputaten hebben een bericht van de EPCNI opgevat als het zoeken van contact van een nieuw kerkverband en zijn er vervolgens dan ook op die manier op ingegaan. Namelijk door het vergaren van informatie over dit kerkverband door middel van allerlei vragen en verder informatie van onze kant. Maar het ging over het kerkverband van de EPC.

 

Op de synode van Mariënberg is een besluit genomen met betrekking tot de vraag aan welke synodebesluiten uit het verleden de kerken zich gebonden achten. Toen is besloten dat de grens gelegd werd in 1990, zodat alle besluiten tot die datum voor de kerken bindend zijn. Dat houdt met betrekking tot de correspondentie met de buitenlandse kerken in dat wij zusterkerkrelaties met die kerken willen blijven uitoefenen die in 1990 een zusterkerkrelatie hadden met de GKv. Daarom werd een opsomming gegeven van deze kerken. Daar stond ook de EPC bij.

 

Vanaf 1976 hebben de toenmalige deputaten er veel werk van gemaakt om een goed contact met deze kerken in Noord-Ierland op te bouwen. Daartoe zijn verschillende bezoeken gebracht: in 1978 door de deputaten O.J. Douma en P. van Gurp, en in 1980 door S.S. Cnossen en O.J. Douma. In de weg van veel vragen en samensprekingen bracht dat helderheid. Dat werd aan verschillende synoden gerapporteerd met als resultaat dat de synode van Groningen-1981 uitsprak dat de EPC de kenmerken van de ware kerk vertoont, zodat er besloten werd hen de kerkelijke gemeenschap aan te bieden. Dat werd door hen van harte aangenomen. Sindsdien is er een voortdurend contact gebleven.

Mijn advies is dan ook om dat contact te intensiveren om er over en weer de vruchten van te mogen plukken. 

 

Advies m.b.t. de instructie BBK
 

In het voorstel van de deputaten voor de nieuwe instructies wordt geregeld aangegeven dat er bij allerlei contacten de vraag aan de orde moet komen op welke grondslag de betrokken kerken staan. Maar als we de regel van de synode van Mariënberg volgen is dat uiteraard een overbodige vraag.  

Daarom adviseer ik de besluiten van de synode, zoals in het voorgaande verwoord, in de instructies te integreren.

 


 

Het advies is helder en indringend. Dr. Van Gurp ziet de kerken zelfs op een tweesprong staan: gaan de DGK de richting van een sekte óf blijven ze katholieke kerk? Er hing dus veel van af op zaterdag 21 april op de synode in vergadering bijeen te Hasselt. Wat besloten de broeders?

 

Wordt vervolgd

 

NOTEN


[1] Origineel verzoek: '… With these matters in mind we therefore overture General Synod Lansingerland to reject the minority report and to adopt only the majority report to be used in contact with Presbyterian churches.'

[2] Zie de serie getiteld Westminster Confessie (1-4, laatste getiteld 'lets over de Westminster confessie (IV) slot)', in de rubriek Rond de Schrift, click hier. En ook een vergelijking door prof. J. Kamphuis van de WS met de Drie Formulieren van Eenheid in  Het bijzondere karakter van de Westminster Confessie, rubriek Kerkverband, click hier.