Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Eenheid

 

N. van Dijk

26-11-16

 

In het kader van het terugtreden als scriba van de PKN interviewde het Reformatorisch Dagblad dr. A.A. Plaisier. Ook de relatie met de Hersteld Hervormde Kerk kwam aan de orde. De synode van de PKN heeft te kennen gegeven ‘bijzondere betrekkingen’ aan te willen gaan met de GKv, de CGK, de NGK en de vGKN. Het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk besteedde  aandacht aan de vraag waarom de Hersteld Hervormde Kerk daar niet bij was. In het interview antwoordde dr. Plaisier:

 

“Dat ligt niet aan ons, zeg ik in alle eerlijkheid. Ik merk het aan de uitnodigingen die we sturen. We krijgen steeds nul op het rekest. Van de kant van de HHK is er geen belangstelling voor dergelijke betrekkingen. Waarom niet? Dat moet je aan hen vragen”.

 

In het artikel in het kerkblad van de HHK schrijft ds. Ruijgrok dat na meerdere gesprekken na de breuk van 2004 tussen de moderamina van PKN en HHK, in 2011 de officiële gesprekken geëindigd zijn. Sindsdien zijn van de kant van de PKN geen officiële uitnodigingen meer ontvangen.

 

“Daarbij is van onze kant aangegeven dat we altijd bereid zijn tot gesprek, maar dat het confessionele geding tussen de PKN en de HHK het springende punt is en blijft. De PKN koos in 2004 principieel voor een andere identiteit. Ze is in wezen en grondslag niet langer een gereformeerde kerk, maar een kerk waarin naast het gereformeerde belijden ook wettige ruimte is voor leringen en praktijken die naar onze diepe overtuiging haaks op de Schrift staan”.

 

Dezelfde bezwaren dienen zich aan bij de poging vanuit de stuurgroep van het ‘Comité Nationale Synode’ om te komen tot een laagdrempelige federatie van protestantse kerken en geloofsgemeenschappen, waarbij ook de vier genoemde kerken betrokken zijn. Voorwaarde bij bijzondere betrekkingen of welk federatief model dan ook, is voor de HHK dat er geen erkenning kan zijn van een leer en levenspraktijk die niet naar de Schrift is.

 

En dit is dan ook een vraag die ds. Ruijgrok stelt aan het adres van de afgescheiden kerken die er wél in willen participeren.

 

“De oude Hervormde Kerk was in wezen en grondslag een gereformeerde kerk. Toen waren er van hun kant tal van principiële bezwaren tegen bijzondere betrekkingen, onder andere vanwege het gebrek aan tucht en vanwege alles wat in het midden van de Nederlandse Hervormde Kerk in strijd was met het Woord.

En nu? Wat is hier gebeurd? Hebben eerdere synoden van deze kerken gedwaald? Is dit een vrucht van de Pinkstergeest, zoals sommigen zeggen? Of is hier iets anders aan de hand?”. 

 

De predikant schrijft dit niet met vreugde, de gebrokenheid en verdeeldheid van de kerk in Nederland is schuld, waarbij de een niet naar de ander hoeft te wijzen.

 

“Ons hervormde voorgeslacht wist zich medeschuldig aan het verval van de Hervormde Kerk, aan Afscheiding en Doleantie en aan alle neergang die zich ook nadien op het erf van de kerk heeft voorgedaan. Maar: als dit alles schuld is, zal er ook een biddend en werkzaam uitzien zijn naar herstel van de kerk in ons land en daarmee ook naar haar eenheid. Maar dan wel een eenheid in de waarheid. Een eenheid die verankerd ligt in de ene God, in de ene Christus, in Zijn eeuwig blijvend Woord en dat alles als vrucht van die ene Geest die in al de waarheid leidt. En laten we alles doen wat in ons vermogen ligt om tot die eenheid te komen”.

 

In het kerkblad ‘Inverdân’ van de Gereformeerde Kerken in Bunschoten-Spakenburg schrijft ds. K. Folkersma een serie artikelen over ‘De liefde van Christus en ons Kerk-zijn’. Hij gaat in op de nood die er in het kerkelijk leven te zien is en trekt de oplossingen die vanuit o.a de psychologie en sociologie aangereikt worden in twijfel.

De kerk is immers uniek ten opzichte van andere gemeenschappen, verenigingen, enzovoort. Het gaat om terugkeer naar het Woord. De kerk is niet afhankelijk van onze strategieën.

 

“Christus vergadert, beschermt en onderhoudt Zijn gemeente door Zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof (Zondag 21). Het gaat niet om de vraag: wat zou de gemeente fijn vinden? Of wat is jouw droom voor je gemeente? De kerk is niet van ons, maar van de Here. En Hij wil dat wij beseffen hoe wij ons in Zijn huis te gedragen hebben (1 Tim. 3: 14-16).

Er is maar één fundament: Jezus Christus. Dat is hetzelfde fundament als genoemd in Ef. 2: het fundament van apostelen en profeten met Jezus Christus zelf als hoeksteen”.

 

Bij de opbouw van de gemeente moeten we ons aan de waarheid houden (Ef.4).

 

“Paulus heeft in 1 Kor. 1 en 2 al aangegeven hoe zijn prediking en verder optreden helemaal beheerst werd door Jezus Christus en dat nog wel gekruisigd. Want het heeft God behaagd om door de dwaasheid van de prediking te redden hen die geloven.

Van Joh. 17 wordt vaak misbruik gemaakt om een oppervlakkig, gevoelsmatig streven naar eenheid aan te prijzen. Het ‘opdat zij allen één zijn’ wordt dan losgemaakt uit het hele verband. Als ging het om een ‘oecumene van het hart’, waarbij verschillen in de leer er niet toe doen. En je anderen op dat punt ook niet ‘de maat moet nemen’.

Het gaat echter om de eenheid in de naam van Jezus. De eenheid zoals die er is tussen de Vader en de Zoon. Dus de eenheid in de waarheid. Voor die eenheid was allereerst nodig de eenheid van de apostelen. Zij zullen het fundament van de gemeente vormen.

 

En dat kan alleen als zij bewaard worden in de Naam, dat is het Woord van de Vader. Nadat Christus heeft gebeden voor de apostelen, bidt Hij voor de toekomstige gelovigen. Voor allen die door de verkondiging van de apostelen in Hem geloven, ook voor ons. Zo vergadert Christus Zijn gemeente. Zo maakt Hij de gelovigen één.

Die eenheid wordt geschonden als het ene fundament niet gerespecteerd wordt. Als de ene verkondiging, de ene leer van de apostelen niet wordt bewaard. Als wat van de apostelen schreven gezegd wordt: dat is tijdgebonden, dat moet naar inhoud ‘vertaald’ worden naar de context van de hedendaagse cultuur. Dan wordt de hedendaagse cultuur, de geest van onze tijd maatgevend voor het verstaan van de Schrift. En dat leidt er soms toe dat men voor vandaag precies het tegenovergestelde wil laten gelden dan wat bijvoorbeeld Paulus schrijft. Zo wordt de eenheid van het ware geloof met de kerk van apostelen, profeten en martelaren verbroken”.

 

Ds. Folkersma schrijft dat het ingaat tegen het gebed van Christus als van het Woord wordt afgeweken en menselijk denken, gevoel enzovoort niet getoetst worden aan de Waarheid van Gods Woord.

 

“Er wordt geroepen: het gaat om de ‘oecumene van het hart’, die overstijgt verschillen in de leer. Maar dan gaat men uit van de vrome mens ('wij voelen ons zo één') en niet van de Vader Die Zijn Zoon zond en de Zoon Die de opdracht gaf om Zijn boodschap door te geven. Die Zijn gemeente vergadert door Zijn Woord en Geest in de eenheid van het ware geloof”.

 

Ds. Folkersma roept op tot waakzaamheid en zelfkritiek. Het is nodig om de geesten te beproeven of ze uit God zijn (1 Joh. 4).

 

“Niemand hoeft zich op de borst te kloppen. Deze waarheid hebben wij niet zelf bedacht en die hebben wij niet in pacht. Maar die is ons gegeven om die dankbaar te bewaren en te verdedigen. Dat zal ons bij de mensen niet populair maken. Maar kost ons de smaad van de wereld, zo heeft Christus ons geleerd. Ook in Joh. 17 leren we wat Christus’ strategie is voor Zijn vergadering, bescherming en onderhouding van Zijn gemeente. En Hij is met Zijn gemeente alle dagen tot aan de voltooiing van deze wereld, Mat. 28: 20”.