Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Kiezen of verliezen 2

 

D.J. Bolt

21-02-15

 

In het eerste deel van kiezen of verliezen, ruim een maand geleden, blikten we rond in onze kerken. Daarna woonden we de synode te Ede bij die nog een aantal belangrijke zaken behandelde, m.n. het nieuwe ondertekeningsformulier, nu bindingsformulier geheten, en de benoeming van de nieuwe docenten dr. D. te Velde en dr. J.M. Burger in de Dogmatiek (Systematische Theologie).

Het bijwonen van deze synodevergadering was aanleiding om een uitgebreid commentaar te schrijven GS Ede – Impressie 10. Het verhaal leidde tot de verdrietige conclusie dat de Schrift niet meer veilig is in de GKv en eindigde met de aankondiging 

 

'Het is tijd om daarvan de consequenties onder ogen te zien en onze verantwoordelijkheid jegens de HERE, onze kinderen en onszelf te overwegen.'

 

Dat willen we in deze aflevering doen. Voor degenen die niet de gelegenheid hebben het hele verhaal te lezen geven we eerst een beknopte samenvatting ervan.

 


 

Samenvatting

 

We hebben veel en lang geworsteld met de vraag of we wel lid kunnen blijven van de vrijgemaakt-gereformeerde kerk want we hebben diepgevoelde moeiten met de koers van ons kerkverband. De vraag of we moeten blijven of afscheid nemen wordt steeds klemmender. Moeten we niet daadwerkelijk gaan kiezen en zo ja, op basis waarvan dan? En bovenal mogen we wel vertrekken uit Christus' kerk?

 

We nemen als uitgangspunt wat we als gereformeerden belijden over de kerk. Die geeft helder aan waaraan Christus' kerk moet voldoen:

 

… De kenmerken waaraan men de ware kerk kan kennen, zijn deze: dat de kerk de zuivere prediking van het evangelie onderhoudt; dat zij de zuivere bediening van de sacramenten onderhoudt, zoals Christus die heeft ingesteld; dat de kerkelijke tucht geoefend wordt om de zonden te bestraffen. Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd. Hieraan kan men met zekerheid de ware kerk kennen en niemand heeft het recht zich van haar af te scheiden… NGB art. 29.

 

Dáár gaat het om.

Wij zijn het vertrouwen dat onze kerken als geheel hierdoor gekenmerkt worden, kwijtgeraakt. In deze kerken wordt niet meer 'zonder in enig opzicht te twijfelen alles geloofd wat de boeken van de Heilige Schrift bevatten', NGB art. 5. Het vermaan hierover binnen de kerken en door zusterkerken in het buitenland werd verworpen. Daarmee is de deur naar leervrijheid en Schriftkritiek geopend.

 

De vervaging van het gezag van Gods Woord heeft allerlei consequenties gehad voor het praktische leven. Bijvoorbeeld: ontrouw in het bezoeken van kerkdiensten, open Avondmaal, pleidooien voor een optionele kinderdoop en ook nalaten daarvan, alternatieve opvattingen over huwelijk en seksualiteit, verdwenen kerkbesef en valse oecumene, de facto acceptatie van de vrouw in ambt, verslapping in de tuchtoefening.

 

We hebben gestreden tegen verkeerde ontwikkelingen en geprobeerd voor ons deel bij te dragen aan pogingen de voortgaande afval te stuiten. Maar dat is niet gelukt. De ongereformeerde koers is door de synode van Ede krachtig bevestigd en verder uitgezet.

 

Moet de strijd niet binnen de GKv worden voortgezet? Echter we zien dat in andere kerken (syn. geref. Kerken, hervormde kerk bijvoorbeeld) permanente oppositie geen resultaat oplevert, zeker niet als de (op)leiding van de kerken voorop gaat in deformatie.

 

Revisie verzoeken aan synodes is ons in het nieuwe kerkrecht onmogelijk gemaakt. Bovendien heeft de synode van Ede de dossiers m.b.t. afwijkingen van de Schrift en de belijdenis voor gesloten verklaard. Revisie daarvan is niet meer mogelijk.

 

Vluchten naar een gemeente met een orthodoxe predikant kan alleen tijdelijk een optie zijn en geen definitieve oplossing bieden. Bovendien laten de ontwikkelingen in de GKv orthodoxe gemeenten en hun predikanten niet ongemoeid, zo blijkt steeds weer in de praktijk. Het is ook geen goede kerkelijk-verantwoorde oplossing.

 

De gereformeerde belijdenis spreekt van vervolging door een valse kerk. Is daarvan sprake in de GKv? Vervolging kan op een subtiele manier: door uitsluiting van de ambten en belangrijke posities in de kerk, door negatie, neutralisatie en isolatie. In de praktijk blijkt dat orthodoxe predikanten het hoe langer hoe meer moeilijk krijgen. Verschillende voorgangers hebben door oppositie in hun gemeente hun plaats moeten verlaten. In de nieuwe kerkorde is de hoeksteen van het gereformeerde kerkrecht, art. 31, geamputeerd: besluiten van classis en synode dienen onverwijld door kerkenraden te worden uitgevoerd zelfs als de raad overtuigd is dat ze in strijd zijn met Gods Woord.

 

Behoren bij een kerkverband betekent ook verantwoordelijkheid er voor dragen. Maar hoe kunnen we onze verantwoordelijkheid voor een deformerend verband nog waarmaken en verantwoorden voor de Here? Als door voortwoekerende ondermijning van het gereformeerde geloof steeds meer twijfel aan het gezag en de betrouwbaarheid van de Schrift in (jonge) harten wordt gezaaid? Laden geen zware schuld op ons?

 

Staat afscheid nemen van de GKv gelijk met het verlaten van Christus' kerk?
Het springende punt is dat de GKv zélf fundamenteel veranderde. Juist blijven in dit verband betekent feitelijk afscheid nemen van gereformeerde kerken zoals we die belijden in onze confessies en die geregeerd worden overeenkomstig de aloude gereformeerde kerkorde. Dat is de cruciale overweging die ieder moet maken.

 

Alles overwegend hebben we ons voorgenomen het verband van de gereformeerde kerken vrijgemaakt te verlaten. We zien geen andere uitweg meer. Zo willen we de stem van goede Herder Jezus Christus volgen en wegvluchten van de vreemde, Joh. 10.
En we roepen ook onze broeders en zusters daartoe op.

 

We zijn leden van een plaatselijke gemeente en niet van een kerkverband. Daarom zullen we onze moeiten en bezwaren aan de eigen kerkenraad voorleggen en op hen een dringend appel doen en om in lijn daarmee ook concrete stappen te doen. Mocht het zo zijn dat zij daaraan geen gehoor willen geven dan zal persoonlijk afscheid van deze kerken moeten worden genomen. Het is goed om hierin contact te zoeken met verontruste broeders en zusters in eigen gemeente.

 

Als het zover komt dat we ook afscheid moeten nemen van onze plaatselijke gemeente dan is de volgende vraag waar dan heen? Het is een vraag die naar onze belijdenis 'nauwgezet en met grote zorgvuldigheid, vanuit Gods Woord[1]' moet worden beantwoord. Daar willen we in een volgende aflevering in deze artikelenserie aandacht aan geven.

 

Tot zover de samenvatting van onderstaand verhaal.

 


 

Worsteling

 

Kunnen we blijven in onze vrijgemaakte kerk? De vraag houdt ons al lang bezig. Daar liggen we af en toe wakker van. Want afscheiden van een kerkgemeenschap waar je sinds je prilste jeugd deel van hebt uitgemaakt voelt als een zware amputatie. Je maakt je los van de gemeenschap waarin jezelf groot geworden bent, belijdenis hebt gedaan, getrouwd bent, kinderen hebt gekregen, die op hun beurt weer het geloof daarbinnen mochten ontvangen en hun kinderen kregen. Je maakt je los van broeders en zusters waar je een band mee hebt gekregen die onvermijdelijk verliezen zal opleveren. Het zal pijnlijk zijn dat niet meer gezamenlijk in de vertrouwde omgeving naar het Woord wordt geluisterd, Gods lof bezongen bij fijn orgelspel en de sacramenten genoten. Een kerk met een erkende positie in staat en maatschappij waarin we gezien worden en internationaal theologische aandacht trekken. Zie 'al die mooie gebouwen van onze tempel…'

 

Moeten we dan weer helemaal opnieuw beginnen? Op aardappelkistjes als stoelen bij wijze van spreken? In lokaaltjes met veel preeklezen? In kleine gemeenschappen waarin zo gemakkelijk ruzie kan worden gemaakt en persoonlijke tegenstellingen groeien? Zonder gezaghebbende namen die centraal orde op zaken kunnen stellen? Waar de kosten in allerlei opzichten hoog zijn en de behaaglijke rust veelal elders gezocht moet worden.

Moet dat? Belangrijker, mag het wel?

Het mag zeker niet als het zou gaat om bagatellen. Of om gekoesterd persoonlijk welbevinden. Om een gezang of honderd meer of minder of zelfs niet als je alleen nog met een lantaarntje een psalm kunt vinden in het liturgiebord vol opwekkingsliederen op huppelmelodieën. Ook niet omdat veel broeders en zusters ons langzamerhand niet meer zo aardig of soms zelfs ronduit vervelend vinden en je daarom maar liever in de kerkelijke berm parkeren. Er moet toch echt wel heel veel aan de hand zijn als je de band met de kerk, het Lichaam van Christus, vanuit jouw kant verbreekt.

 

Klein is meestal níet fijn. En strijd is zwaar. De Bijbel staat er vol van. En de kerkgeschiedenis ook. Wat een 'zooitje' was het in jaren na de Afscheiding, na de Vrijmaking. En dat is zelfs in onze moderne verlichte tijd zomaar weer het geval.  

Vanaf de zondeval woedt er een strijd op leven en dood. De ene keer meedogenloos publiek, dan weer geniepig, listig achter kerkpolitieke schermen. De strijd is hevig en vermoeiend, maakt soms moedeloos. Wat hebben jullie nou bereikt?, vroeg een ouderling ons een poos geleden retorisch.

 

Maar de strijd is wel opgelegd. Zonder goede strijd ben je geen christen, hooguit een religieuze pantoffelpersoon. En Gods kinderen overwinnen, zij het in zwakheid, maar wel in Christus' kracht. Misschien wil de Here dat we, in het einde van de tijden, weer een oefening zullen ondergaan in klein denken van onszelf. Alle verworvenheden waar we in het (voormalige) vrijgemaakte bolwerk toch best wel wat trots op waren, maar even vergeten – ze zijn trouwens ook veelal al ausradiert. En dus maar weer gewoon de hand aan de basale ploeg slaan: geloven en liefhebben, loven en prijzen, Gods Woord lezen, bewaren en doen.

 

De vraag is: afscheid nemen van de kerk moet én mag het wel? We hebben veel gebeden om terugkeer van onze kerken naar de 'oude paden'. Om herstel van vertrouwen in voorgangers en kerkelijke vergaderingen. Om licht om zelf het pad te vinden waarlangs onze voet kan gaan.

Steeds weer moeten we kiezen in ons persoonlijk maar ook in het kerkelijke leven. Zoals ds. J.R. Visser dat verwoordde in een preek over Jer. 6:16.

 

Wij staan allemaal voor de keuze. Als gemeente en ook in ons eigen leven. Welke weg kiezen wij? Welke weg kies jij? Restloos achter Christus aan en zo over het spoor van Zijn bloed en daarom volgens Zijn Woord dat zo oud is maar eeuwig nieuw maakt. Of kies je voor de geest van de tijd, voor eigen gedachten en gevoelens.

Kies wie je dienen wilt in je hele leven met je hart. Ik kan jou en ons samen niet beter de oproep laten horen dan wat de HERE zelf tegen het volk Israël door Mozes heeft gezegd:

 

"Ik roep vandaag hemel en aarde als getuigen op: u staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen, door de HEER, uw God, lief te hebben, Hem te gehoorzamen en Hem toegedaan te blijven. Dan zult u lang blijven wonen in het land dat Hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft beloofd. Ik en mijn huis zullen de HERE dienen."
Toch samen met jullie?!
[2]

 

Kiezen dus.

Of verliezen…

 

Geloof en kerk

 

Wat wil de Here in onze kerkelijke situatie van ons?
Het antwoord ligt naar onze overtuiging in onze gereformeerde belijdenis. Immers daar spreken we uit wat we aangaande de kerk geloven met ons hart en belijden met de mond. Dan zien we wat de kerk van Christus is en hoe je haar kunt kennen en vinden. Haar confessionele antwoord is:

 

… De kenmerken waaraan men de ware kerk kan kennen, zijn deze: dat de kerk de zuivere prediking van het evangelie onderhoudt; dat zij de zuivere bediening van de sacramenten onderhoudt, zoals Christus die heeft ingesteld; dat de kerkelijke tucht geoefend wordt om de zonden te bestraffen. Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd. Hieraan kan men met zekerheid de ware kerk kennen en niemand heeft het recht zich van haar af te scheiden… NGB art. 29.

 

Zó spreekt onze gereformeerde belijdenis de Schrift na: 'kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt, en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd', dat is de kern, dáár gaat het om.

Wij zijn het vertrouwen dat onze kerken als geheel hierdoor gekenmerkt worden, kwijtgeraakt.. De Bijbel is niet meer veilig in de vrijgemaakte kerken concludeerden we de vorige keer. Het is niet meer zo dat we in deze kerken 'zonder in enig opzicht te twijfelen alles geloven wat de boeken van de Heilige Schrift bevatten[3]'. Het is voor velen, met de theologische universiteit voorop, een oud boek geworden dat cultureel bepaald is, mythes bevat, meer en meer metaforisch moet worden begrepen en alleen via theologisch wetenschappelijk onderzoek de waarheid voor nu aan het licht kan brengen. Onderzoekers mogen in hun wetenschapswerk vrijelijk afwijken van de belijdenis. Een dieptepunt vormde de ontkenning dat Christus' plaatsvervangend dragen van onze straf als betaling van onze schuld in het Nieuwe Testament te vinden is[4].

 

Jarenlang hebben voorgangers deze zaken gerelativeerd met het argument dat het om individuele afwijkingen van het gereformeerde Schriftgeloof gaat en níet om het belijden van de kerk. Het zou gaan om incidenten die in elke kerkgemeenschap en altijd weer in de geschiedenis kunnen voorkomen. Maar sinds Ede kunnen we dat niet meer geloven. Het zijn geen incidenten maar symptomen van een dieper liggende kwaal: formeel getolereerde Woordverlating en Waarheidsrelativering.
Op de synode te Ede kwamen via een heel aantal buitenlandse zusterkerkelijke vermaanbrieven nog weer vrijwel álle fundamentele bezwaren tegen dwalingen en afval in onze kerken aan de orde. Echter zonder zich daar inhoudelijk mee te confronteren heeft de meeste vergadering van onze kerken ze van tafel geveegd en zelfs hen die dwalen beloond met hoge posities aan de universiteit. En in het nieuwe bindingsformulier werd tegen principieel verzet in bewust ruimte voor publieke afwijking van Schrift en belijdenis ingebouwd.

Daarmee is naar onze overtuiging op kerkverbandniveau de deur naar leervrijheid geopend en Schriftkritiek gelegitimeerd.

 

We zien het doorwerken in de ontheiliging van het Avondmaal door openstelling voor niet-kerkleden. In de ontrouw om op de sabbat, dat is de rustdag de erediensten trouw te bezoeken. Het is te merken aan pleidooien voor een optionele kinderdoop en de tolerantie jegens hen die hem verwerpen.

Er is een grote verwarring gegroeid over de betekenis van de Bijbel voor het leven van alle dag. Beroep op concrete bijbelse geboden en voorschriften t.a.v. bijvoorbeeld huwelijk en seksualiteit, vrouw en ambt wordt als wettisch afgedaan en heeft voor het leven van velen geen normatieve betekenis meer. Kerkbesef is stilaan weggeëbd, een pluriforme kerkgeest doorbreekt 'de muren die door mensen zijn gemaakt'.

Daarmee staat ook de handhaving van de kerkelijke tucht op de tocht zoals blijkt in de praktijk rond bijvoorbeeld het vierde en zevende gebod.

 

Hoeveel verdriet het ons ook doet, onze conclusie kan niet anders zijn dan dat wij van de GKv niet meer kunnen belijden

 

'dat deze kerk de zuivere prediking van het evangelie onderhoudt; dat zij de zuivere bediening van de sacramenten onderhoudt, zoals Christus die heeft ingesteld; dat de kerkelijke tucht geoefend wordt om de zonden te bestraffen'.[5]

 

Wij ervaren deze constatering als een van de meest ingrijpende dingen van ons leven. Vele tientallen jaren hebben we met vreugde deelgenomen aan het gereformeerd-vrijgemaakte kerkelijke leven en ons er van harte voor ingezet. We hebben de (heils)weldaden genoten die meekomen met het lidmaatschap van Christus' kerk. We hebben jarenlang een strijd gevoerd tot behoud van haar christelijke, gereformeerde karakter. Maar zoals wel vaker gezegd, de honden blaffen maar de caravaan trekt verder. In steeds hogere versnelling lijkt het wel. In hoog tempo worden niet alleen allerlei instituties afgebroken maar sneuvelen ook allerlei opvattingen en overtuigingen waarvan we vast geloofden dat ze op de Schrift of onze belijdenis waren gebaseerd. Soms lijkt het alsof een kudde theologische olifanten onbekommerd door de eeuwenoude gereformeerde porseleinkast stampt.

 

Met dit alles willen we beslist niet zeggen dat nu in elke gemeente van het kerkverband de Schrift is losgelaten en de sacramenten en de tucht niet zuiver worden bediend. Zeker niet. (On)regelmatig horen wij ook goede gereformeerde preken in erediensten die primair op God zijn gericht.  We lezen schriftuurlijk verantwoorde publicaties in vrijgemaakte kring. Maar het valt naar onze overtuiging niet meer te loochenen dat de ongereformeerde koers van het kerkenverband in zijn geheel in Ede menselijkerwijs gesproken definitief is uit- en vastgezet.

 

Nadere overwegingen

 

Hoe nu verder? We hebben daar veel over nagedacht. Wat vraagt de Here in deze situatie? We geven een aantal overwegingen weer.

 

Voortzetten binnenkerkelijke strijd

 

Is het mogelijk om 'gewoon' de strijd binnen de GKv voort te zetten? Tot nu toe zijn er weinig belemmeringen voor 'gewone'  kerkleden. Zou een oplossing mogelijk zijn waarvoor destijds in de syn. gereformeerde kerk of in de hervormde kerk werd gekozen: een verontrustenvereniging of –bond waar een soort permanente oppositie wordt gevoerd tegen het officiële beleid en de generale besluiten van de kerk?

Er zijn nogal wat argumenten tegen.

 

Wat levert het op?

De verontrustenverenigingen[6] in de syn. gereformeerde kerk zijn ten ondergegaan in het vrijzinnige klimaat en door vergrijzing. Hoe ze ook opgekomen zijn voor het gezag en de betrouwbaarheid van de Schrift en de eer van God, de koers van de kerken werd er nauwelijks door beïnvloed. Uiteindelijk werd deze kerk geïntegreerd in de PKN en haar identiteit is niet meer terug te vinden. Wat erger is, honderdduizenden verloren hun geloof door de invloed van dwaalgeesten als Kuitert, Den Heyer en andere voormannen. Die uitstroom gaat nog steeds door[7].   

 

Binnen de PKN heeft de gereformeerde bond nog steeds een onderscheiden plaats. Gemeenten die zich via hun predikant daartoe rekenen vormen een soort schuilplaats in het geheel van deze kerk. Tegelijk moet worden geconstateerd dat ondanks hun protesten de goddeloze vrijzinnigheid het beeldmerk van de PKN blijft. De protestantse dominee K. Hendrikse die preekt dat 'God niet bestaat en Jezus zijn Zoon is' hoort hooguit een 'foei toch'. In deze dagen beweert een andere dominee, Van der Kaaij van de Nijkerkse PKN, dat Jezus historisch nooit heeft bestaan. Alweer 'foei toch' maar de officiële leiders piekeren er niet over kerkelijke leertucht te gaan oefenen over zulke schenders van het evangelie want dan kun je iedereen wel uit de kerk zetten[8]

 

Onze conclusie moet wel zijn dat als de (op)leiding en regering van de kerken verziekt is en losgeraakt van de gereformeerde wortels het tij menselijkerwijs niet ten goede kan worden gekeerd door oppositiegroepen. In de afgelopen jaren zijn er in de vrijgemaakte kerken verschillende van zulke groepen opgetreden. LWVKO, GB/GKB, EIW[9], BKO, FKO, SMN, SKO. Maar wat hebben zij bereikt als je kijkt naar de koers van de kerken en de gereformeerde identiteit van de universiteit. Is het veel meer dan niets? Moet je niet eerder constateren dat veel zaken in een stroomversnelling zijn gekomen? Velen van 'de strijders van het eerste uur' hebben bovendien al dan niet gedwongen (allang) de GKv verlaten waardoor de verontrusten-beweging verzwakt werd. En dat proces gaat nog steeds voort.

 

Appel op volgende synode

 

Kunnen we met onze bezwaren niet naar de volgende synode en haar vragen nog eens diepgaand de bezwaren te onderzoeken bij het licht van de Schrift? Dat is toch de normale kerkelijke weg die bezwaarde broeders en zusters hebben te gaan?

Echter we denken dat die weg afgesloten is. We hebben daar een aantal argumenten voor.

 

Individueel beroep ontzegd

In de eerste plaats kunnen in het nieuwe kerkrecht zoals dat haast ongemerkt is ingevoerd, individuele kerkleden geen bezwaren meer indienen bij meerdere vergaderingen als het niet zaken zijn die betrekking hebben op persoonlijk belang. En daar horen nadrukkelijk geen zaken van de leer van de kerk toe. Bezwaar maken tegen een ontkenning van de Drie-eenheid om maar eens een extreem voorbeeld te noemen, kan niet door 'gewone' kerkleden. Wel is individueel beroep mogelijk als iemand voor bijvoorbeeld één euro tekort is gedaan. Artikel 31 DKO, dat hoeksteen van het gereformeerde kerkrecht is, bestaat niet meer voor bezwaren m.b.t. de leer van de kerk (en de kerkorde).

 

Afgesloten dossiers

Veel bezwaren hebben betrekking op schriftkritiek door voorgangers in onze kerken. Zoals eerder aangegeven zijn alle bezwaren zonder inhoudelijke beoordeling door de synode van Ede van tafel geveegd met de nadrukkelijke uitspraak dat hiermee deze zaken zijn afgesloten. Dat betekent dat een eventueel nieuw appel op de volgende synode te Meppel onontvankelijk zal zijn.

 

In de zaak docent dr. Burger heeft de generale synode kennende de bezwaren t.a.v. zijn bezwaren tegen 'verzoening door voldoening' naar art. 21 NGB, toch zijn benoeming, zelfs zonder nader onderzoek door laten gaan. Het is niet te verwachten dat een revisie van dit besluit door een kerkenraad (als die gevonden kan worden) nog enige resultaat zal hebben. Andere vergelijkbare bezwaren tegen docenten hebben niets opgeleverd[10].

 

Kortom, nuchterheid gebiedt dat voor kerkleden de kerkelijke weg niet meer begaanbaar is.

 

Perforeren en shoppen

 

Er is wel gesuggereerd of aanbevolen dat als de geestelijke nood hoog is en je het in je eigen gemeente niet kunt uithouden, je dan in arren moede maar kerkelijk onderdak moet zoeken bij een nog wel 'orthodox-gereformeerde' gemeente met dito predikant. Zo kan in elk geval binnen het verband van kerken een vluchthaven en rust worden gevonden.

Maar er zijn nogal wat bezwaren tegen deze stap. In de eerste plaats een principiële. Want we belijden dat we in de plaats waar we wonen, we ook gegeven zijn aan en gezet zijn bij de andere broeders en zusters daar. Gemeentegrenzen perforeren om eigen voorkeuren hebben we altijd ten stelligste afgewezen[11]. Hooguit in heel bijzondere situaties werd daarop een uitzondering gemaakt. Het is kerkelijk niet correct om dat nu min of meer als een algemene oplossing te aanvaarden. Bovendien ontstaat op deze wijze een soort kerk-in-de-kerk, vergelijk het met de gereformeerde bondsgemeenten in de PKN of de vleugels van de CGK. Het suggereert een kerkelijke eenheid maar die is in wezen vals[12]. Het lijkt ons dus geen goede kerkelijke oplossing.

 

Is shoppen dan misschien een oplossing? Dus lid blijven van de eigen gemeente maar regelmatig of uitsluitend elders in orthodoxe omgeving kerken? Wij hebben dat de afgelopen jaren (on)regelmatig gedaan maar blijven ons daar schuldig onder voelen.

Want ook hiervan geldt: zo mag het niet in Christus' kerk toegaan. Wat is er bijbelser en heerlijker dan als leden van Gods kerk samen te komen rondom de kansel om het Evangelie te horen? Om daar samen bemoedigd, vertroost en vermaand te worden. Elkaar te ontmoeten en de (avondmaals)gemeenschap te onderhouden? Dat verdwijnt met shoppen, er groeit afstand, gevoelens verkillen.

Bovendien hebben we de afgelopen jaren opgemerkt dat gemeenten gemakkelijk van 'kleur', hoe je het ook wilt noemen, verschieten. Vaak is de predikant hier een sterk bepalende factor. Met zijn vertrek naar elders kan zó het kerkelijk 'klimaat' veranderen dat immers sterk verbonden is met het algemene karakter en de ontwikkelingen in de andere kerken. Bovendien ook van orthodoxe gemeenten wordt gevraagd zich te conformeren aan de algemene koers in de nieuwe hiërarchie.

 

We zien hier geen oplossing, hoogstens tijdelijk uitkomst.

 

Vervolging

 

Er is in dit kader nog een belangrijke overweging waarop een antwoord moet worden gegeven op weg naar een beslissing. Want spreekt de gereformeerde kerk in haar belijdenis ook niet van vervolging?:

 

Wat de valse kerk betreft, deze schrijft aan zichzelf en haar verordeningen meer gezag toe dan aan Gods Woord en wil zich niet aan het juk van Christus onderwerpen. Zij bedient de sacramenten niet zoals Christus in zijn Woord geboden heeft, maar naar eigen goedvinden voegt zij eraan toe en laat zij eruit weg. Zij grondt zich meer op mensen dan op Christus. Zij vervolgt hen die heilig leven naar Gods Woord en die haar bestraffen over haar zonden, hebzucht en afgoderij.

 

Dat belijden we als gereformeerden. Zou je dus niet moeten voortgaan in de kerk waarvan je lid bent tot het moment waarop vervolging aanbreekt en je 'eruit wordt gegooid'? Dat was toch ook het standpunt van K. Schilder?[13] Ook daar hebben we veel over moeten nadenken en dat willen we delen.

 

Allereerst valt het in onze belijdenis op dat vervolging genoemd wordt als kenmerk van de valse kerk, niet van de ware kerk. Voor de laatste hebben we dus drie kenmerken en niet nog een vierde, zoiets als: zij vervolgt de gelovigen niet. Dat is ook vanzelfsprekend want de kerk die de tucht zuiver bedient, vervolgt haar gelovigen uiteraard niet. Dat zou immers misbruik van de tucht zijn en geen zuivere bediening. En als het over de kenmerken van de valse kerk gaat is haar kenmerk bij uitstek vervolging als misbruik van de kerkelijke tucht.

 

Wat houdt vervolging in? Is er sprake van 'vervolging' in de GKv?

Vervolging is van alle eeuwen. De eerste christenen hebben verschrikkelijk geleden onder heidense vervolging. Maar in de belijdenis gaat het om vervolging door een instituut dat zich kerk noemt. Vervolging in die zin komen we ook maar al te vaak tegen in de kerkhistorie. In de tijd van de Grote Reformatie 1517 rookten de brandstapels en werden gelovigen die zich niet wilden bekeren tot het roomse geloof in stukken gehakt, opgehangen of verdronken. In de tijd van de Afscheiding van 1834 werden er op aangeven van de hervormde kerkleiding gevangenisstraffen uitgedeeld en dragonders ingekwartierd als men zich niet wilde voegen naar de synodale reglementen. Zo ver ging het niet tijdens de Vrijmaking van 1944. Weliswaar kwamen er schorsingen en afzettingen maar van fysiek geweld was geen sprake.
Het verschijnsel vervolging heeft dus in de loop van de eeuwen ook een zekere ontwikkeling doorgemaakt hoewel op vele plaatsen in de wereld vervolging van Gods kinderen niet minder bloedig is dan in de zestiende eeuw bij ons. Hoe gaat het in onze tijd en situatie?
 

De vorm van lijden en vervolging is veranderd. In onze tijd zal in ons land vervolging ook niet meer plaatsvinden door geweld[14]. Er is nu veel meer een sluipend proces waarin uitsluiting op een subtiele manier gebeurt. Daarin speelt isolatie een grote rol. Voorgangers en gemeenteleden die 'orthodox-gereformeerd' willen blijven raken steeds meer in het isolement. Predikanten krijgen geen beroepen. Broeders worden niet meer op tal gezet. Zij die hun stem verheffen worden of genegeerd[15], geneutraliseerd of monddood gemaakt[16]. De officiële pers is niet of nauwelijks nog bereikbaar voor orthodoxe stemmen. Verontrusten komen allang niet meer in aanmerking voor sleutelposities in het kerkelijk leven.

 

Daar blijft het niet bij. Want we zien dat in toenemende mate moeilijkheden ontstaan in gemeenten waar predikant en (de meerderheid van de) kerkenraad onverkort vasthouden aan de gereformeerde lijn. In de afgelopen jaren zijn er verschillende predikanten zo uit het kerkverband gewerkt[17]. En daarbij lijkt het niet te blijven. Bij moeilijkheden in een gemeente door oppositie tegen onverkort gereformeerde prediking staat al snel het deputaatschap Probleembehandeling op de stoep.

 

Misschien is wel het meest belangrijke punt in dit kader de invoering van de Herziene Kerkorde (HKO of kerkorde 2014) waartoe door de synode van Ede met algemene stemmen is besloten. Met deze geheel nieuwe kerkorde, rechtsgeldig per 1 juli 2015, wordt een hiërarchische kerkregering ingevoerd. Tussen Christus als Hoofd van zijn kerk, zijn de synode en classis geschoven. Zij vragen onverwijlde uitvoering van haar besluiten ook al kan een kerkenraad er nog zo van overtuigd zijn en dat ook bewijzen, dat ze tegen het Woord ingaan. Het laatste w(Woord), zoals dat in het oude artikel 31 KO gold, is haar ontstolen.

Ook nu weer wordt bevestigd wat de kerkgeschiedenis telkens weer laat zien: tolerantie van dwalingen gaat gepaard met dwang tot gehoorzamen aan menselijke inzichten. Waar dat toe leidt zien we in de Nederlandse protestantse kerk.

 

Natuurlijk moeten we niet overdrijven alsof er virtuele brandstapels roken in de GKv. Maar de gang van zaken is zeker zo effectief. Er vindt een geweldige omslag plaats in het denken en de gevolgen voor het gewone gereformeerde leven zijn naar ons inzicht desastreus.

 

Verantwoordelijkheid

 

We willen nog een aspect noemen dat ons hierin steeds intensiever bezighoudt, onze eigen verantwoordelijkheid voor de gang van zaken.

Deel uitmaken van een kerkverband betekent ook een zekere verantwoordelijkheid voor haar reilen en zeilen. Het meest direct komt dat tot uiting in de bijdragen aan financiële bekostiging van haar instellingen en werk. Ook al ben je geen ambtsdrager, kerkenraadslid, synodeafgevaardigde of docent ieder is mede verantwoordelijk voor hetgeen (primair) in zijn gemeente gebeurt. Hoelang is het nog verantwoord om steun te blijven bieden?

 

Onze verantwoordelijkheid geldt in het bijzonder m.b.t. de komende generaties. Hoe worden deze voorgeleefd? En hoe worden deze onderwezen? Van de kansel, in de catechisatielokalen, in de huizen? Als er een vloedgolf van dwalingen en afwijkingen van leer de kerken overspoelt en de dijken zijn doorgebroken, mogen we dan onze kinderen en kindskinderen daaraan bloot blijven stellen? Van compromis naar compromis hobbelen? Terwijl kinderen van Gods verbond het toch al moeilijk genoeg hebben om zich onbesmet van de wereld te bewaren. Het zijn toch erbarmelijke toestanden als kinderen op de catechisaties alleen maar een verhaal hoeven aan te horen en verder niets hoeven te leren? Als jonge ouderlingen gewoon niet meer weten wat ze met hun Bijbel op huisbezoek moeten doen[18]? Hoe zullen we het kunnen verantwoorden als in de toekomst ons rekenschap zal worden gevraagd hoe we dit konden laten gebeuren?

 

Laten we eerlijk zijn en ook ons als ouderen de vraag stellen: is het wel verantwoord onszélf te blijven blootstellen aan allerlei nieuwlichterij waardoor je afgestompt wordt en je geloof schade lijdt? Wij zijn daar toch ook niet immuun voor? Als je niet meer de volle raad van God hoort verkondigen en misschien zelfs al jarenlang het Avondmaal niet meer hebt kunnen vieren? Dat mag toch niet voortgaan?

 

Andere kerk

 

We willen graag lid blijven van de kerk van Christus. Lichtvaardig losmaken van zijn Lichaam is verwerpelijk en scheuren van de kerk roept zijn toorn op. Daarom toch maar lid blijven van de GKv?

Het wonderlijke is dat deze kerken zelf, zo ervaren we nogal eens, helemaal niet zoveel moeite hebben bij verhuizing van haar leden naar een ander(e) kerk(adres). In de door velen omarmde ideeën van onzichtbare en pluriforme kerk wordt het niet meer een probleem gevonden als kerkleden hun plaats inruilen voor bijvoorbeeld een (vrije) baptistengemeente, NGK of PKN. Daar wordt op vrijgemaakte kansels rustig de zegen over afgebeden en of de broeder en zuster met hun kinderen er maar snel vruchtbaar mogen worden. 'Waarom gaan jullie niet weg als je je ginds gereformeerder voelt', kunnen ook wij horen. Of vier maar elders Avondmaal als je dat meer verantwoord vindt. Het lijkt wel dat het gereformeerde kerkbesef geheel is uitgesleten, niet alleen bij ouderlingen maar ook bij predikanten, zo is onze ervaring.

 

Maar dit daargelaten, de kernvraag luidt: is blijven bij de GKv wel blijven bij de kerk? Als de GKv zelf fundamenteel veranderd is, is het ten diepste dan niet zo dat juist als je lid ervan blijft, je van kerk verhuisd bént?

De GKv is tot het bot veranderd. Dat is niet alleen onze conclusie maar dat kun je officieel in synodebesluiten terugvinden[19]. Deze kerken zijn niet alleen op de schop gegaan door de afbraak van wat men minizuil[20] noemt maar door wat wezenlijk is aan een kerk van Christus: de kenmerken die we hierboven hebben geciteerd uit de gereformeerde belijdenis, samen met een gereformeerde kerkregering. Het is een plurale kerkgemeenschap geworden.

Per 1 juli 2015 bestaat het gereformeerd-vrijgemaakte kerkverband ook formeel niet meer. Met haar nieuwe reglement is ze een synodocratisch en democratisch instituut geworden à la de PKN waar de generale synode het laatste woord heeft. De kern van artikel 31 KO die kenmerkend is voor gereformeerd kerkelijk samenleven werd in Ede weloverwogen geschrapt[21]. Wij zijn na 1 juli 2015 ook wat kerkregering betreft een andere kerk geworden en we gaan bij een ander kerkverband behoren als we aan haar verbonden blijven.

 

Degenen die met ons worstelen om een eerlijk en schriftuurlijk antwoord te vinden op het huidige grote probleem van kerklidmaatschap en onttrekking dienen o.i. hier op te focussen. Niet zíj die hun lidmaatschap opzeggen van de GKv onttrekken zich aan kerk van ons gereformeerde belijden maar zij die blijven.

 

Conclusie

 

In Johannes 10 vertelt de Here Jezus de gelijkenis van de goede Herder en zijn schapen. In dit mooie verhaal klinkt de stem van de Herder. Christus zegt:

 

… de schapen horen zijn stem, en hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.

 En wanneer hij zijn eigen schapen naar buiten gedreven heeft, gaat hij voor hen uit, en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen.

 

Maar een vreemde zullen zij beslist niet volgen, maar zij zullen van hem wegvluchten, omdat zij de stem van vreemden niet kennen. (HSV)

 

In deze tijd wordt vaak gezegd dat we Christus moeten volgen. En zo is het ook. We volgen Hem als we zijn stem (her)kennen die in zijn Woord hoorbaar wordt en die dan ook gehoorzamen. Dan blijven we bij Hem en maken deel uit van zijn Lichaam, dat is zijn kerk. En anders? Wegvluchten, zegt de goede Herder.

Daarom hebben we ons voorgenomen het verband van de gereformeerde kerken vrijgemaakt te verlaten. We zien geen andere uitweg meer.

En we roepen ook onze broeders en zusters daartoe op.

 

Consequenties

 

Hoe moet het nu concreet verder?

In onze kerken ben je als individueel kerklid geen lid van het kerkverband. Er is nergens een centrale ledenlijst waarop alle vrijgemaakten voorkomen. Volgens de gereformeerde kerkregering ben je lid van een plaatselijke zelfstandige kerk. Samen vormen de gemeenten het verband. Zij overleggen over gemeenschappelijke zaken en steunen elkaar.

 

Het eerste wat naar onze overtuiging gedaan moet worden is de eigen kerkenraad van de situatie op de hoogte brengen. Zij zijn het immers die in Christus' naam waken over 'de zielen', zij behoren voorop te gaan in het beschermen en leiden van de kudde. Daarom gaat het niet alleen om het informeren van de ambtsdragers maar ook om het doen van een dringend appel op hen om met ons in te stemmen en de nodige stappen te nemen die daarmee in lijn zijn. We willen immers samen met hen Christus' kerk blijven. Als de plaatselijke kerk trouw wil zijn aan Christus en zijn Woord, concrete dwalingen afwijst en daarvan ook de consequenties aanvaardt dan is er geen reden om afscheid te nemen. Integendeel, met blijdschap vervolgen we samen onze weg.

 

Formeel afscheid nemen van het kerkverband door de kerkenraad en gemeente is in de huidige situatie eenvoudig: niet-ratificeren van het besluit art. 3-12/besluit 2[22] (voorlopige nummering) zal voldoende zijn. In dit besluit wordt immers de nieuwe kerkorde, de HKO ingevoerd. Als een kerkenraad die niet voor zijn rekening neemt, niet ratificeert, staat hij automatisch 'buiten dat (nieuwe) verband' naar onze mening[23].

 

Maar het kan ook zijn dat de kerkenraad (in meerderheid) het appel verwerpt. De minderheid zal dan zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en de gemeente oproepen haar te volgen.

Als er helemaal geen ambtsdragers voorgaan zit er niets anders op dan persoonlijk afscheid te nemen en de stem van deze herders niet te volgen onder verantwoording aan en appel op de medebroeders en –zusters.

 

Samen

 

Wij hebben zelf een appel op de kerkenraad verwoord in een uitgebreid bezwaarschrift uitmondend in een aantal verzoeken. We stellen dat bezwaarschrift ter beschikking op deze site[24]. Ieder kan het al dan niet aangepast met een eigen inleidende brief gebruiken zoals in zijn of haar situatie goed is.

 

Het is een goede zaak om hierin samen te werken met andere bezwaarde broeders en zusters in de gemeente. Wellicht kan daarvoor ook de lijst met ondertekenaars van het Appel door gereformeerdekerkblijven, worden geraadpleegd.

Overigens is het aan te bevelen het bezwaarschrift wel individueel in te dienen om te voorkomen dat het op voorhand onontvankelijk wordt verklaard.

 

Waarheen?

 

Zoals iedereen bekend zal zijn, bestaan er inmiddels twee kerkverbanden met gemeenten die voor een groot deel bestaan uit van de GKv afgescheiden leden, De Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld) (DGK) en Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Het ligt voor de hand om daar aansluiting bij te zoeken.

Het gaat dus om twee verbanden die zich beide in leer en leven van harte willen funderen op de Schrift en de gereformeerde belijdenis. Er zal dus gekozen moeten worden. Daarvoor is nodig om iets meer van de achtergronden te weten te komen zodat een verantwoorde keuze kan worden gemaakt. Daar willen we aan werken.

Overigens heeft de synode van DGK net deze maand besloten de mogelijkheden tot eenwording met de GKN te onderzoeken en daarvoor de nodige stappen te ondernemen. In elk geval leeft onder het kerkvolk en ook onder de verontrusten in de GKv de grote wens dat het spoedig tot eenheid mag komen, zo hebben we vaak gemerkt. Dat wekt de hoop en de verwachting dat kiezen op dit punt wellicht niet meer hoeft in de nabije toekomst.

We zullen DV in een volgende aflevering in deze reeks hieraan meer aandacht schenken.

 

Wordt vervolgd
 

 

NOTEN

[1] NGB art. 29.

[2]  Click hier.

[3] NGB art. 5.

[4] Dr. J.M. Burger, docent Systematische Theologie aan de TUK, in Cruciaal, p54.

[5] NGB art. 29.

[6] O.a. Schrift en Getuigenis met als blad Waarheid en Eenheid. Dr. J. Schelhaas was een bekende voorman er van. Verder vallen namen te noemen van ds. A.M. Lindeboom met zijn publicaties Moet dat zo doorgaan?; De theologen gingen voorop; en dr. M.J. Arntzen met o.a. Ootmoed of hoogmoed; ds. M.P. van Dijk met naar een nieuwe vrijzinnigheid. Maar er is veel meer gepubliceerd over de neergang van de syn. geref. kerken.

[7] De PKN waarin de syn. gereformeerde kerken zijn opgegaan, verliezen jaarlijks 50 tot 60.000 leden.

[8]Dr. A. Plaisier: "Dan denk ik aan hoe Paulus dat deed. Hij schreef een brief aan een gemeente waar mensen beweerden dat er geen opstanding uit de doden is. Paulus ging daar scherp tegenin. Hij zei: ‘Als je dat beweert, dan is het geloof zinloos. Hou dan maar op met verkondigen.’ Hij zei niet: ‘Gooi de mensen die dat beweren de kerk uit.’ Waarom hij dat niet deed? Misschien omdat je dan kunt blijven gooien. Het eind is zoek".

ND 13/02/15.

[9] LWVKO - Landelijke Werkgroep voor Kerkelijke Ontwikkelingen, GB/GKB – Gereformeerd (Kerk) Blijven, EIW - Een In Waarheid. BKO, FKO, SMN en SKO zijn meer regionale verontrustengroepen.

[10] Zie de behandeling van de bezwaren van dr. S. Paas en dr. K. van Bekkum.

[11] Het was jarenlang ook een belangrijk bezwaar van GKv zijde tegen de Christelijke Gereformeerde Kerken die daar veel gemakkelijker mee omgingen.

[12] Vergelijk 2Kor.6:11v.

[13] Zie bijvoorbeeld Van 's Heeren wegen, p68,69. Maar vergelijk ook p.71,73.

[14] In het inmiddels bekende boekje Cruciaal schrijft Willem Ouweneel: "…als je bij Jezus hoort, is het lijden nagenoeg onvermijdelijk, zelfs in het o zo tolerante Nederland."p88.

[15] Berucht is het artikel in De Reformatie waarin ds. J. Wesseling openlijk opriep de verontrusten te negeren, click voor een commentaar hier.

[16] Een detail maar niettemin tekenend was dat de voorzitter van de synode te Ede op voorslag van ds. W. van der Schee,  ds. R. van Wijnen het woord ontnam toen hij zijn verontrusting uitte over ontwikkelingen in de NGK.

[17] We noemen ds. E. Hoogendoorn, ds. E. Heres, dr. H.J.C.C.J. Wilschut.

[18] Dr. J.M. Burger op de voorlichtingsavond Hermeneutiek te Meppel, 12/02/15.

[19] Voorlopige Acta Ede art. 7.24/besluit 2: "dat de Gereformeerde Kerken van vandaag niet meer dezelfde kerken zijn als veertig jaar geleden, maar daarmee niet minder gereformeerde kerken";

[20] De verzameling gereformeerde kerken, scholen, dagblad, politieke partij, allerlei maatschappelijke organisaties, etc.

[21] Ds. F.J. Bijzet wilde HKO art. F2.4 amenderen:
"In F2.4 moet de kerkenraad uiteindelijk naar de classis, zeggen de deputaten. Waar vind je dat terug? Want dit is art. 31. Een kerkenraad kan een generale synodebesluit niet uitvoeren. Ik heb de neiging te zeggen: dan terug naar de GS terug. Volgens de deputaten moet de kerkenraad naar de classis. Mijn amendement is: 'iemand … geweten' vervangen door 'kerkleden of een kerkenraad worden verlangd als dit hun in hun geweten …'. Verder moet dan 'De betrokkene dient….' vervangen worden door 'In dit geval dienen zij …'"
Maar deputaat HKO br. P.T. Pel antwoordde:
"We ontraden het amendement Bijzet. In de huidige KO wordt de kerkenraad ook niet als tweede instantie genoemd. Het is niet goed in de basisregeling kerkelijke besluitvaardigheid te legitimeren dat een kerkenraad een besluit niet hoeft uit te voeren. Dan wordt independentisme in de hand gewerkt."
En de synode volgde de deputaat …

[22]Art. 3-12/Besluit 2 (de kerkorde):

a. vast te stellen de definitieve tekst van de kerkorde van de Gereformeerde Kerken in Nederland, (hierna te noemen: kerkorde 2014) zoals opgenomen in bijlage 3-11 bij dit besluit;

b. te bepalen dat deze kerkorde 2014 in werking zal treden op 1 juli 2015;

c. in te trekken de kerkorde van de Gereformeerde Kerken in Nederland, zoals deze is vastgesteld door de Generale Synode van Groningen-Zuid (1978) en nadien gewijzigd, met ingang van 1 juli 2015.

[23] Het zou verstandig zijn als hier ook nog eens goed naar gekeken wordt door een kerkrechtjurist.

[24] Het kan per 28-02-15 gevonden worden in de rubriek Kerkverband getiteld BEZWAREN – DEEL 1 Bezwaarschrift. Daar staan ook de andere delen (bijlagen) van het bezwaarschrift.