Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Jezus zei niets over homoseksualiteit?

 

Dr. Wes Bredenhof

15-05-21

 

Sommige mensen claimen christenen te zijn en beweren tegelijk dat er niets verkeerd is met homoseksuele lusten of gedragingen. Soms stellen zij zich voor als ‘progressieve christenen’. Een andere keer noemen zij zich ‘seks-positieve christenen’. In een vorige post heb ik één van hun argumenten onderzocht, namelijk dat de Bijbel tot 1946 nooit over homoseksualiteit heeft gesproken. In deze post onderzoek ik een ander argument: Jezus heeft niets over homoseksualiteit gezegd.

 

Er zijn twee manieren om de onjuistheid van deze claim vast te stellen. De ene is om na te gaan dat deze claim een veel te beperkt begrip heeft van hoe Jezus spreekt. Alleen al door Christus' goddelijkheid is de hele Bijbel zijn woord. Door zijn godheid staat Jezus Christus achter alles wat in de 66 boeken van de Bijbel staat geschreven, ook achter wat zowel het Oude als het Nieuwe Testament leren over homoseksualiteit. Als Jezus God is en als de hele Bijbel het Woord van God is, dan is de hele Bijbel ook het woord van Jezus. Dus als Romeinen 1:26-27 over homoseksualiteit spreekt in termen als ‘oneervolle hartstochten’ en relaties ‘tegengesteld aan de natuurlijke omgang’, is het ook Christus die zo spreekt. Als 1 Timotheüs 1:10 ‘mannen die met mannen slapen’ noemt bij degenen die ‘goddelozen en zondaars’ zijn, dan is dat ook onze Heere Jezus die daar spreekt.

 

De andere manier om de onjuistheid van de claim te bewijzen is om goed te kijken naar wat Jezus heeft gezegd toe Hij Zijn dienst hier op aarde verrichtte. Met andere woorden laten we kijken naar de  woorden van Jezus als weergegeven in de synoptische Evangeliën en Johannes. Toegegeven, Jezus heeft het woord 'homoseksualiteit' nooit in zijn onderwijs gebruikt. En inderdaad ook, dat Hij nooit rechtstreeks over homoseksuele lusten of relaties heeft gesproken. Dit kan heel gemakkelijk worden verklaard vanuit zijn context. Jezus diende immers vooral in een Joodse omgeving, waar het een vaststaand gegeven was dat homoseksualiteit niet in overeenstemming was met Gods wil – per slot van rekening was de Torah in Leviticus 18 en 20 duidelijk. Zo ben ik er heel zeker van dat als je met een tijdmachine terug zou reizen naar de gereformeerde predikers uit de negentiende eeuw, er evenmin heel weinig sprake zou zijn van het noemen van homoseksualiteit, vanwege de bredere culturele consensus hierover. Er bestond geen dringende noodzaak om het hier over te hebben.

 

Maar Jezus heeft homoseksualiteit wel indirect besproken. Onder de Joden uit zijn tijd stonden Sodom en Gomorra bekend om hun seksuele immoraliteit. De aard van die beruchte immoraliteit wordt in Judas 7 beschreven als het navolgen van 'tegennatuurlijke begeerte’. Dit type begeerte en gedrag werd als weerzinwekkend beschouwd. Wanneer een leraar als Jezus de namen van Sodom en Gomorra noemde, riep Hij dus bij Zijn hoorders die reactie op. En dat is precies wat Jezus doet in Mattheüs 10:15. Hij spreekt daar over iedere Joodse stad die weigert de predikers van het Koninkrijk der hemelen welkom te heten. Hij zegt: ‘Voorwaar, Ik zeg u: Het zal voor het land van Sodom en Gommorra verdraaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad’. Dit is een opmerkelijke uitspraak. Voor de Joden destijds en ook voor Gods verbondsvolk vandaag, zei Jezus dat er een zonde is die erger is dan homoseksuele lusten en gedragingen: het verwerpen van de verkondiging van het evangelie. Ongeloof binnen het verbond is afschuwelijker dan homoseksualiteit! Maar vergeet daarbij niet dat Zijn verrassend onderwijs gebaseerd is op aanvaarding van wat het Oude Testament leert over homoseksualiteit: het is een gruwel.

 

We zouden ook kunnen verwijzen naar wat Jezus in Mattheüs 19 leert over huwelijk en echtscheiding. De Farizeeën vroegen Hem of scheiding om welke reden dan ook wettig was. Voordat Hij daarop inging bevestigde Hij wat het Oude Testament over de instelling van het huwelijk leert: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten en die twee zullen tot één vlees zijn’ (Matt. 19:5). Jezus bevestigt hier dat God het huwelijk als een relatie tussen één man en één vrouw heeft ingesteld. Hij bevestigde het heteroseksuele huwelijk als de enige context waarbinnen seksuele intimiteit (‘zullen tot één vlees zijn’) behoort te bestaan – consistent met de leer van Zijn Woord elders.

 

Om te claimen dat ‘Jezus niets zei over homoseksualiteit’ is gewoon niet eerlijk omgaan met de feiten in de Bijbel. Ik zou daarom een nieuwe naam voor ‘progressieve christenen’ willen voorstellen. Laten we hen noemen wat ze zijn: ‘wishful thinkers’ (‘wensdenkers’). Zij zouden willen dat de Bijbel hun meegaande aanvaarding van wat de wereld ten aanzien van seksualiteit vindt, ondersteunt. En daarvoor scheppen zij zich hun eigen persoonlijke Jezus die hun verwereldlijking zal goedkeuren. Het is precies zoals Christus ons in Zijn Woord heeft gezegd:

 

'Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft en brengen zij een snel oordeel over zichzelf. En velen zullen hen door wie de weg van de waarheid gelasterd zal worden, op hun verderfelijke wegen navolgen.' (2 Petrus 2:1-2).

 

Vertaling: R. Sollie-Sleijster

 


 

Dr. Wes Bredenhof is predikant van de Free Reformed Church, Launceston, Tasmania (FRCA).

Dit artikel is op 11 mei 2021 gepubliceerd op YINKAHDINAY, de blog en resource site van de predikant.