Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Junk DNA

Een concept dat wijst op een “Junk evolutionaire aanname”

 

Dr. Rod Stadler

04-11-17

 

Als we het goed begrijpen is het Human Genome Project (een project dat menselijke genen in kaart probeert te brengen) in 2003 min of meer tot de slotsom gekomen, dat slechts een klein deel (1,2%) van het menselijke DNA een functie had. Het resultaat werd door het evolutiekamp in dank afgenomen, het bevestigde immers hun voorspellingen van “junk DNA”, rudimentaire restjes van ons evolutionaire verleden.

In het decennium dat op het Human Genome Project volgde heeft een internationaal team van 400 wetenschappers aan het vervolgonderzoek ENCODE deelgenomen. Deze studie heeft bijzonder bijgedragen aan vergroting van onze kennis van het functioneren van menselijk DNA. In een in 2012 gepubliceerde serie van 30 lezingen heeft de ENCODE studie de wereld versteld doen staan doordat bleek dat meer dan 80% van de menselijke genen bekende functies bezat (vergeleken met de oorspronkelijke 1,2%). Naarmate onze kennis hiervan toeneemt, zal het >80% cijfer waarschijnlijk na verloop van tijd nog hoger worden.

 

Je zou denken dat deze onjuiste evolutionaire voorspelling het evolutiekamp tot een snelle terugname van de nu gênante term “junk DNA” zou brengen en zou leiden tot een zoektocht naar een verklaring van hóe hoog het functionele DNA dan wel in hun theorie past. Maar degenen die voor de tempel van Darwin buigen, verafschuwen het om zich er bij neer te leggen.

Ryan Gregory van de Universiteit van Guelph zei:

 

“Ik zou graag zien dat de bekendste biologen die in feite de evolutie-theorie aanhangen en de genetische diversiteit, zich de vele problemen met de ENCODE-claim realiseren.”

 

Dan Graur, evolutiebioloog aan de Universiteit van Houston, besloot de aanval in te zetten op het team van ENCODE wetenschappers met behulp van een krachtig wiskundig model en de ongegeneerde, brutale aanname dat evolutie door toevallige mutaties en natuurlijke selectie een feit is (Genome Biol Evol, July 2017. DOI: https://doi.org/10.1093/gbe/evx121).

 

Gezien het feit dat bij elke nieuwe generatie mensen zich ongeveer 30 nieuwe mutaties voordoen en dat verreweg de meeste mutaties schadelijk zijn (deze feiten zijn wereldwijd geaccepteerd), kan natuurlijke selectie maar heel weinig doen aan het uitfilteren van de mutaties en het behouden van het gezonde DNA. Dit filterproces vereist heel grote aantallen menselijke geboorten, die dan weer van de meest gezonde soorten moeten komen om het gezondere DNA voort te planten. Anders zou ons DNA in de loop van de tijd alleen maar achteruit gaan. Hoe hoger het percentage DNA dat functioneel is, hoe waarschijnlijker het is dat een mutatie op een willekeurige plaats de gezondheid zal doen afnemen en daardoor meer filtering nodig heeft (d.w.z. meer reproductie vereist van alleen maar de meest gezonde mensen).

 

Indien 100% van ons DNA functioneel is, dan is Graurs schatting dat, om ten minste onze huidige bevolking en gezondheid op peil te houden, ieder stel minimaal 24 kinderen moet krijgen. En van die 24 zullen er dan ook nog maar 2 een volgende generatie voortbrengen. Mutaties van niet-functionele DNA-delen hebben natuurlijk geen (functionele) gevolgen. Dus is daarvoor het filter van de natuurlijke selectie niet van toepassing.

Met minder functionele DNA-delen wordt ook het vereiste aantal kinderen per stel verminderd. Indien 80% van ons DNA functioneel is (zoals ENCODE aangaf), dan zou [in het wiskundige model van Graur] ieder paar minstens 15 kinderen moeten krijgen om onze huidige bevolking op peil te houden. Als we uitgaan van een realistisch menselijk geboortecijfer van 3,6 kinderen per paar, kan op basis van Graurs model geschat worden dat niet meer dan 25% van onze genen functioneel kan zijn. En dat is ook wat het evolutionaire paradigma voorspelt.

 

Echter, in tegenstelling hiermee liet de ENCODE studie (gesteund door meer dan 400 wetenschappers en een budget van $ 400 miljoen) zien dat tenminste 80% van ons DNA functioneel is. Deze empirische werkelijkheid staat dus tegenover het evolutiemodel. Deze realiteit  ondersteunt het “Genetic Entropy” model van John Stanford. Dit model zegt dat ons DNA geleidelijk achteruitgaat vanwege de langzame opeenstapeling van mutaties – het tegenovergestelde van evolutie.

 

Wat geeft nu meer vertrouwen: een resultaat van een studie, uitgevoerd door 400 wetenschappers, of een wiskundig model van één wetenschapper gebaseerd op een aangenomen evolutie? In plaats van te pogen de ENCODE resultaten in diskrediet te brengen zou de evolutionaire aanname op basis van het model van Graur ter discussie moeten worden gesteld!

 

[JUNK: iets wat waardeloos is en bij het afval kan! – noot vertaler]

 

* Dr. Rob Stadtler heeft een B.Sc. in biomedical engineering (Case Western Reserve University), een M.Sc. in electrical engineering (Massachusetts Institute of Technology). Hij promoveerde in Medical Engineering (Harvard/MIT Division of Health Sciences and Technology). Hij schreef meerdere peer-reviewed papers en is auteur van het boek The Scientific Approach to Evolution.

 

Dit artikel is eerder verschenen op logos.nl (juli 2017).

 

Vertaling: R. Sollie-Sleijster