Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Meer over schepping en evolutie 3

 

D.J. Bolt

29-10-16

 

Ha Bolt, heb je een nieuwe auto?

Onze buurman mist het rode loodgieterskarretje waar we tot nu toe in rondreden.

Nee, zeg ik, hij is oud, zelfs stokoud.

Buurman heeft veel verstand van auto's, dus gelooft me niet. Met een kennersblik beschouwt hij het blauwe vehikel.
Van welk jaar is tie dan? vraagt hij argwanend.
Van het jaar twee miljard drie honderd een en twintig miljoen zeshonderd drie en zeventig duizend acht honderd en zestien jaar vóór Christus, zeg ik.

Huh…?

Ik zal het je uitleggen buurman, het zit zo, pareer ik zijn verbaasde blik.

 

Verschrikkelijk lang geleden was er   
Nada, noppes, niente, nothing, ex nihilo. NIKS dus.

Maar toen!

Dat NIKS knalde met een gigantische plof. Ineens lag het overal bezaaid met schroefjes en boutjes, asjes en wieltjes, houtjes en touwtjes die door een woeste wind - die krijg je als NIKS ploft – door de ledigheid warrelden.

Om kort te gaan, op de kop af drie miljoen jaar en één dag later was uit al die onderdeeltjes een allereerste kruiwagentje in elkaar gewerveld!

Ongelooflijk niet?!

 

 

Daar bleef het niet bij …

- nee buurman, loop nou niet weg, want het wordt nog véél mooier! -

…  je houdt het niet voor mogelijk maar na een tijdperkje of wat later was er toevallig wéér een kruiwiel neergedwarreld, deze keer van het andere geslacht, een héle mooie …! Ja ja, je begrijpt al, het werd een vrolijke bende. Ze konden er wat van.
 

Gelukkig was er 'natuurlijke selectie', wel es van gehoord buurman? Gebrekkige vehikels met een vierkant wieltje of een rottend bodempje verloren de strijd om hun kruiend bestaan. Hun foszielige roestige restjes kun je nog overal vinden: in de Holterberg, in het IJsselmeer en in de Amsterdamse grachten. Alleen zíj dus die zich het beste aanpasten aan het barre na-de-plof-klimaat bleven rondkarren en zich vermenigvuldigen.

 

Beste buurman, zei ik, ik ga het kort houden want ik zie dat je naar huis wilt.
Na duizend of wat jaren was het een kruiwagentje gelukt rollatortje te worden. Een enorme stap voorwaarts: van een wiel naar maar liefst vier! Een hogere soort dus! En weer zo vruchtbaar als de pieten, het kwam er overal vol mee te staan. Zelfs nu nog struikel je er zowat over in supermarkten.

Weer later liep een slim rollatortje bij toeval tegen een elektromotortje en bijbehorend accuutje op, en hatsiekadee: het scootmobiel!

En toen was het nog maar een heel klein stapje. Zie dáár maar, op onze oprit: de evolutie van het geplofte NIKS tot een glimmend automobiel compleet met toeter en trekhaak!

 

Mijn verhaal overtuigde buurman niet erg, dat was hem aan te zien. Je belazert me, sprak hij, is het jou helemaal in je bol(t) geslagen? Ik kom wel es langs als je minder lollig probeert te doen.

En hij slofte weg.

 

***

 

Ach, hij heeft gelijk natuurlijk. Het is een onzinverhaal.
Maar nu even serieus.
Waarom gelooft mijn buurman niet in mijn oerplof maar wél in een oerknal waarbij zo ongeveer ineens uit het NIKS alle fysische elementen ontstonden die oneindig veel gecompliceerder in elkaar zitten dan de boutjes en moertjes waar ik het over had?
En waarom gelooft hij wél in het toevallig ontstaan van levende cellen uit dode stofjes, een gebeurtenis die oneindig veel gecompliceerder is dan het ontstaan van het eenwieltje dat ik verzon?

En hoe kan het dat hij wél wil aannemen dat de mens die, alweer, oneindig gecompliceerder is dan de meest luxe Ferrari met alle toeters en bellen die je kunt verzinnen, vanzelf is ontstaan? 

Hoe kan dat toch?

 

Wordt vervolgd