Ethiek

Ethiek

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

De beschermwaardigheid van het menselijk leven (1)

 

Mr. Elisabeth P. van Dijk en mr. Marianne Daverschot

12-01-19

 

Inleiding

 

In ons vorige artikel in het Weerklanknummer van september jl. hebben we in grote lijnen de inhoud van de Nota medische ethiek van minister Hugo de Jonge weergegeven. We concludeerden "dat het om een groot aantal onderwerpen gaat die allemaal betrekking hebben op de waardering en de bescherming van het menselijke leven."

 

In dit artikel willen we eerst ingaan op die beschermwaardigheid van het menselijk leven vanuit Bijbels perspectief en in het volgende en laatste artikel over dit onderwerp vanuit het perspectief van het nationale - en internationale recht.

 

Door God gemaakt

 

De beschermwaardigheid van het menselijk leven ligt verankerd in Gods scheppend handelen én in Zijn reddende gerechtigheid.

 

Gód schiep de mens. Hijzelf blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen (Genesis 2:7); Dat maakt dat het menselijke leven intrinsieke - dat wil zeggen wezenlijke - waarde heeft; allereerst voor God, omdat God er waarde aan heeft gegeven. Daarmee is de beschermwaardigheid van het menselijk leven gegeven. Psalm 139 en Job 10 laten met tere bewoordingen zien hoe het menselijk leven vanaf het prilste begin het scheppende werk van God is. En het is de Here die de baarmoeder opent en sluit.

 

Dit laat zien dat het menselijk leven echt vanaf dit allereerste begin, het samensmelten van eicel en zaadcel, beschermwaardig is. Dit betekent ook dat de beschermwaardigheid van het menselijk leven niet iets van het platte vlak is. Niet wij mensen hebben dat bedacht. Nee, het is van Boven gegeven. De beschermwaardigheid voor het menselijk leven staat voor alles in het teken van eerbied voor de heilige en almachtige God die ons heeft gemaakt. Dat geldt voor iedere samenleving en voor ons persoonlijk. Daarom is het niet aan de mens om zijn eigen leven of dat van een ander te beëindigen (abortus provocatus, euthanasie en hulp bij zelfdoding). Wie dat doet ontneemt de ander de mogelijkheid God in zijn leven te eren en vergrijpt zich aan de Schepper van dat leven.

 

Die beschermwaardigheid vloeit dus niet voort uit een of meer (goede) eigenschappen van de mens zelf, bijvoorbeeld het hebben van mentale vermogens of van de mate waarin je maatschappelijk deel kunt nemen om de mensheid of een samenleving vooruit te helpen. Als dat het geval zou zijn, dan zou dat - gemakkelijk - tot uitsluiting kunnen leiden van die mensen die dat niet kunnen. Een extreme uiting hiervan vormen de leer en praktijken in nazi-Duitsland waarbij mindervalide mensen uit de weg werden geruimd.1 Hoe dat kon doorwerken in Nederland op instellingsniveau lees je bijvoorbeeld in 'Vergeten slachtoffers, Psychiatrische inrichting de Willem Arntz Hoeve in de Tweede Wereldoorlog'.2 In dit boek wordt onder meer beschreven hoe het gedachtengoed uit Duitsland de leiding van de genoemde instelling beïnvloedde, waardoor de patiënten op een gegeven moment ernstig in hun voedselvoorziening werden beperkt. Hun weerstand verminderde daardoor, zij werden vatbaar voor bepaalde ziektes waaraan zij vervolgens overleden.

 

Als we onze eigen criteria stellen, doen we alsof wij mensen het oordeel kunnen vellen over de beschermwaardigheid van het menselijk leven. Alsof wíj daar zeggenschap over zouden hebben. Als je zo denkt en handelt, leef en handel je vanuit het platte vlak van deze wereld. Dit is het denken vanuit de mens als middelpunt. Dit denken botst fundamenteel met het denken vanuit het Woord van God.

 

We lezen in het Woord van God dat Hij de mens naar Zijn beeld schiep, Genesis 1: 26:

 

"En God zei: laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!"

 

Daarmee gaf Hij de mens een bijzondere, unieke plaats op deze aarde. Dat betekent dat mensen niet op één lijn zijn te stellen met planten of dieren. De mens is de kroon op Gods schepping (Psalm 8).

 

Grondig verknoeid

 

Maar een mensenmoordenaar sloop rond in het paradijs (Johannes 8: 44), de Satan in de gedaante van een slang. Hij heeft de mens door zijn leugenachtig optreden verleid tot ongehoorzaamheid tegen God. Daarmee is het goede begin van het paradijselijke leven grondig verknoeid; door ons mensen.

Moord en doodslag deden al spoedig hun intrede. Het begon met notabene een broedermoord! Dat laat zien hoe grondig 'het doden' ons mensen meteen 'in het bloed' is gaan zitten. Dat betekent dat we uiterst vatbaar zijn geworden voor praktijken die 'het doden' in zich hebben. Die vatbaarheid wordt nog eens versterkt als Nederlandse wetten die praktijken legaliseren, dat wil zeggen wettelijk mogelijk maken. Je kunt zeggen: 'het aanbod creëert de vraag'. Was dat trouwens ook niet de tactiek van Satan inhet paradijs?

 

We geven enkele voorbeelden uit onze tijd.

 

a. Nadat abortus provocatus, euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn gelegaliseerd en daarmee 'beschikbaar' kwamen, zijn de cijfers met betrekking tot de toepassing ervan aanzienlijk gestegen.

 

b. Wat te denken van het beschikbaar zijn van abortieve middelen, zoals het spiraaltje en de abortuspil? Door het voorhanden zijn van deze middelen, ontwikkelt zich een cultuur van vrije(re) seks, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat waarin het een het ander beïnvloedt.

 

c. Van de kinderen met een open ruggetje wordt 80% na een twintigwekenecho geaborteerd (stand 2011). Als een ongeboren kind het syndroom van Down blijkt te hebben, vindt in 90% van de gevallen abortus plaats (stand 2015).3 Met nadruk willen we stellen dat we met deze opmerking geen oordeel uitspreken over de twintigwekenecho.

 

In dit verband wijzen wij erop dat aanvankelijk in discussies over het legaliseren van bovenbedoelde praktijken, extreme situaties als argument werden aangevoerd, zoals een verkrachting of een extreme pijn. Maar gaandeweg is het zogenoemde zelfbeschikkingsrecht als doorslaggevende waarde in deze discussies op de voorgrond komen te staan. In dit denken legt de beschermwaardigheid van het menselijk leven het uiteindelijk af tegen het recht op zelfbeschikking.

 

Naast de wetgevingspraktijklaat dit denken ook zijn sporen na in onze Nederlandse rechtspraak. Hierin worden zelfbeschikking van het individu en zelfbeschikkingsrecht in allerlei situaties, niet alleen in euthanasiezaken, tot uitgangspunten genomen.

 

Laten we niet gering denken van de macht van het kwaad; die kracht is groot.

 

Reddende gerechtigheid van God

 

De mens heeft het grondig verknoeid, maar God spreekt!

 

Op bijzondere wijze zorgt Hij ervoor dat Abraham en Sara een kind ontvangen, waar dit naar de mens gesproken volstrekt onmogelijk is.

Later gaat Israël honderden jaren rusteloos gebukt onder slavenarbeid in Egypte, maar God leidt Zijn volk als Koning van alle koningen uit deze Egyptische slavernij. Het was een onverdiende bevrijding. Ter bekrachtiging hiervan geeft God Zijn Wet, de Tien Geboden of de Tien Woorden van het verbond. Alleen zo zou er 'bevrijd leven' zijn.

 

Voor het leven naar de Wet van God zijn in boeken mooie beelden gebruikt, zoals: "De wet is de melodie waarop het hele leven voor God kan juichen." 4

Voor ons onderwerp springt in het bijzonder het zesde gebod van Gods Wet inhet oog: "Gij zult niet doodslaan". Dit gebod is in het bijzonder gericht op de bescherming van het menselijk leven. Maar wel beschouwd gaat de hele wet uit van de beschermwaardigheid van het menselijk leven: ieder mens is het waard te leven voor God en zijn naaste. Met als uiteindelijk doel God te eren en Hem te eerbiedigen.

 

Maar wie kan deze wet houden? De geschiedenis van het volk Israël laat een heel droevig beeld zien. Een beeld dat ook ons geldt.

 

Gods reddingsplan is beslist in Christus' werk op deze aarde. Dat heeft geleid tot grondig herstel voor wie in Hem gelooft. Hij heeft de Wet in alles volmaakt vervuld. Zo is aan de eis van Gods gerechtigheid geheel voldaan. Het is helemaal Zijn werk. Zoals de uitleiding uit Egypte helemaal Zijn werk is, zo ook de doorleiding in Zijn Koninkrijk.

 

Zo krijgt de bescherming van het menselijk leven nieuwe glans. Temeer wordt duidelijk dat het niet alleen gaat om het niet-doodslaan, maar ook om het niet in toorn naar de naaste te leven en het gericht zijn op verzoening met hem (Mattheus 5: 21 e.v., H.C. Zondag 40), zodat het leven en loven voor God kan opbloeien.

 

Aan de vervulling dóór Christus kunnen we alleen maar deel krijgen in Christus. Christelijk leven is daarom dat we Hem volgen in het doen van de wil van de Vader; in liefde voor Hem leven, door de kracht van Zijn Geest.

 

Slotopmerkingen

 

1. We lezen 's zondags in de Tien Geboden het zesde gebod zo: "Gij zult niet doodslaan".

Drs. J.P. Lettinga stelt voor hier te lezen: Ge zult niet wederrechtelijk doden". Hij wil hiermee aangeven dat het in het zesde gebod gaat om het doden tegen het recht (van God) in: onrechtmatig doden. Niet elk doden valt daarmee onder het zesde gebod. Denk aan het doden in oorlogssituaties.

 

2. Het is van belang er in dit verband op te wijzen dat de Wet van God het hele leven omvat, zie wat Jezus in de Bergrede zegt. Deze levens-omvattende insteek is bepaald anders dan wat voor onze Nederlandse wetten geldt. Ons rechtssysteem en onze wetten zijn gebaseerd op (politieke, menselijke) keuzes. Dat brengt beperkingen met zich mee.

Het betekent ook dat niet alles wat moreel verwerpelijk is, in onze wetten daadwerkelijk wordt geregeld.

Je kunt menen dat alleen strafbaar is wat in onze wetten strafbaar is gesteld en dat wat niet strafbaar is gesteld, wel mag. Maar de werkelijkheid is dat je je handel en wandel voor alles hebt te toetsen aan die ene levens-omvattende Wet van God.

 

Reacties graag naar: elisabeth.p@jag.nl

 

NOTEN

  1. Een uitvoerig resumé is te vinden in 'Op leven en dood', mr. H.M.N. Driesse e.a., Stichting Schreeuw om Leven 1986, hoofdstuk 4.
  2. Uitgeverij Boom Amsterdam 2017
  3. http://www.christipedia.nl/ Artikelen/A/Abortus?
    highlight=abortus
  4. lW. Tunderman, 't Beginsel der eeuwige vreugde 11, Goes 1949, p.110

 

Wordt vervolgd

 


 

Bovenstaand artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen uit Weerklank, gereformeerd maandblad voor toerusting en informatie, jaargang 6 nr 10 – december 2018.