Printen

GS Ede – Impressie 01

 

D.J. Bolt

05-04-14

 

De generale synode te Ede heeft inmiddels heel wat vergaderd. Veel van haar sessies hebben we bijgewoond. Maar er ligt nog heel wat werk op de synodetafel. Zal het lukken om nog voor de zomervakantie tot een afronding te kunnen komen?
Het is hoog tijd voor een eerste impressie.  

 

Buitenlandweek

 

Indrukwekkend in één woord! Al die afvaardigingen van over de hele wereld. Vele talen en naties. Wat is het een rijkdom om zoveel contacten te mogen hebben met de broederschap all over the world. We zien Gods Geest werkzaam in harten van mensen op zo verschillende plaatsen en in zo andere situaties. Terwijl we hier in ons land al zo lang politieke rust en vrede kennen zijn er landen waar onze broeders en zusters om hun geloof voortdurend gevaar lopen. Zo konden de afgevaardigden uit Nigeria niet komen om dat hun situatie zo slecht was door allerlei onlusten dat het niet verantwoord was naar Nederland te komen. Je moet je eens indenken dat de kerken waarin wij komende zondag onze diensten hopen te houden vernield of afgebrand zouden kunnen zijn. Ja nog meer dat ons leven en dat van onze kinderen elke dag gevaar loopt. We kunnen het ons haast niet voorstellen maar het is wel de reële situatie van Gods kinderen in vele delen van de wereld. Wat is het dan goed dat we vanuit onze situatie contacten en relaties mogen onderhouden en daarin proberen te bemoedigen met Gods Woord en ook daadwerkelijk op allerlei manieren hulp en steun te bieden.

 

Een van de ontroerendste momenten van deze buitenlandweek was voor ons de bijdrage van de broeders rev. Wambraw en Wombaki van de Gereja Gereja Reformasi di Indonesia Papua die samen met de synodeleden en anderen Psalm 122 in het Indonesisch zongen. Op de Geneefse wijs(!). We laten hier een filmpje zien van het eerste couplet.

 

 

 

Afgevaardigden van de Gereja Gereja Reformasi di Indonesia Papua.

 

We delen gevoelens van de diepontroerde ds. J.P.D. Groen die jarenlang zendeling op Nieuw-Guinea is geweest en die de broeders antwoordde op hun toespraak. Wat was het goed om deze broeders in ons midden te hebben! Hoe groot is Gods liefde dat Hij het werk van de eerste zendeling, ds. M.K. Drost, en vele anderen zo heeft willen zegenen dat er nu een zusterkerkrelatie kon worden aangegaan met deze kerken in Papualand. Een land dat een onvoorstelbare transformatie heeft ondergaan. Waar de eerste zendeling nog te midden van koppensnellers het evangelie bracht, kunnen nu zelfstandige kerken verwelkomd worden. God is groot!

 

We willen daar nog iets aan toevoegen. Altijd als we aan dit volk denken dan schrijnt er iets. Want we hebben het in de zestiger jaren verkwanseld aan Indonesië, het grootste moslimland ter wereld. Terwijl beloofd was dat het volk zelf over zijn toekomst als land zou mogen beslissen. Natuurlijk, de druk van m.n. Amerika was enorm groot en ons land maar klein maar het blijft pijn doen dat het toen zó is gegaan.

Er wordt in deze tijd regelmatig over ereschuld m.b.t. de slavenhandel in ons verleden gesproken. Een handel die als een smerige smet op ons nationale blazoen kleeft. Men vraagt zich of we misschien (financieel) nog enigszins de historische gevolgen kunnen verzachten. Maar zou het ook niet een erezaak moeten zijn voor ons, zeker als gereformeerde christenen, om ons maximaal in te blijven spannen voor het land en volk van Nieuw-Guinea/IrianJaya/Papua?
Het voelt daarom ook niet helemaal goed, die afbouw van de steun aan deze kerken. We begrijpen best dat financiële ondersteuning afhankelijkheid creëert en kerkelijke volwassenwording in de weg kan staan. Maar kom op, we zijn toch best in staat om hier iets creatiefs, iets verstandigs en vooral iets moois te doen vanuit onze welvaart en mogelijkheden? Zijn we dat eigenlijk niet verplicht aan deze broederschap?

 

Kapot

 

Het was prachtig die grote kerkvergadering met al die afgevaardigden 'uit den vreemde'. De toespraken, het samen zingen, gesprekken. Het geloofsenthousiasme van broeders ervaren ondanks hun niet zelden benarde situatie tussen Boeddhisten, Hindoeïsten en   Moslims. Wat kunnen we daar veel van leren als vaak verwende Nederlandse christenen in zo'n volstrekt andere situatie.

 

Terecht werd het deputaatschap BBK veel lof toegezwaaid voor hun werk. Het is een intensieve taak om zoveel contacten in zo verschillende culturen te onderhouden. Dat kost veel inspanning. En als dan al die afgevaardigden uit buitenlandse kerken mogen worden ontvangen is het feest.

 

Maar de vraag laat zich niet onderdrukken: hoe lang nog? Zien we afvaardigingen van deze kerken over drie jaren weer terug? Want, zo is wel duidelijk geworden, de relaties met veel buitenlandse kerken staan onder druk door de kerkelijke en theologische ontwikkelingen in de vrijgemaakte kerken. Verschillende kerken waarschuwden voor afval en afdwaling in de kerken. Men vroeg zich openlijk af of de kerken in GKv-verband wel bij het Woord blijven. Als exponent staat de zaak van vrouwelijke ambtsdragers centraal, maar dat is bepaald niet het enige. Het gaat veel dieper namelijk hoe gaan de vrijgemaakte kerken met de Schrift om. Waarom hebben ze het klassiek-gereformeerde spoor verlaten?

 

Je houdt je hart vast. Zal in onze kerken de afval zijn verwoestend werk doen op het terrein van de betrekkingen met buitenlandse kerken? Zijn onze kerken die zo rijk gezegend werden en ook heel veel kunnen betekenen voor de broederschap elders in de wereld, hun rijkdom en gaven aan het verspelen met modieuze cultuurbepaalde nieuwe hermeneutiek? Wat een schade kan zo worden aangericht door allerlei opstekende radicaliteit. Dat we het contact gaan verliezen met een klein kerkverband als in Ierland.

We zouden willen roepen: Houdt toch op en komt tot bezinning, zie wat voor schade op deze manier wordt aangericht tussen kerkgemeenschappen over de hele wereld en ons.

 

Vrouwelijke afgevaardigden

 

Een voorbeeld van die radicaliteit kan gezien worden in de behandeling van een voorstel van BBK om voortaan niet meer rekening te houden met bezwaar van buitenlandse kerken om vrouwelijke (buitenlandse) afgevaardigen een actieve rol te geven in hun synodes.

De achtergrond van dit bezwaar is dat deze kerken de meerdere vergaderingen zien als een instantie die (ook) ambtelijke activiteiten ontplooit, denk aan een actuele zaak als het concipiëren van een vermaan aan een zusterkerk. In bijvoorbeeld de Canadese kerken zijn de werkzaamheden van de afgevaardigden in de synodevergadering gescheiden van deputaten activiteiten. Het is dan ook niet moeilijk voor te stellen dat deze kerken er moeite mee hebben dat in hun synodevergadering buitenlandse vrouwelijke afgevaardigden wel een actieve adviserende rol in de bespreking zouden mogen hebben.

 

Het was opmerkelijk dat de synode, met het BBK deputaatschap voorop, geen ruimte voor deze bezwaren wilde bieden. Het buitenland dient rekening te houden met onze opvatting over deze zaak was de teneur van een duidelijk geïrriteerde voorzitter BBK: "geen vrouwelijke deputaten met een kruis op de rug". En ondanks een aantal volgehouden pogingen van andere synodeleden kwam er geen verandering in de opstelling van synode en BBK.

 

Het kan niet missen dat deze gang van zaken ook tegen de achtergrond gezien moet worden van een ander agendapunt op de synode: vrouwelijke ambtsdragers. Zoals blijkt uit de toespraken van een heel aantal buitenlandse kerken is men principieel volstrekt tegen de invoering daarvan. Gemakkelijk kan dan het ontvangen van vrouwelijke afvaardigden worden gezien als preparatie voor verdere stappen op deze weg. Om maar iets te noemen, als vrouwelijke deputaten volop mee mogen draaien in (buitenlandse) synodevergaderingen waarom kunnen dat te zijner tijd ook niet vrouwelijke ambtsdragers zijn? Volgens dezelfde redenering komen ze immers niet als ouderlingen maar alleen als afgevaardigden van kerken.

 

Je zou enig begrip mogen verwachten, zeker gezien het feit dat men op allerlei wijzen wel rekening wil houden met cultuurverschillen tussen de kerken. Waarom hier dan niet mee?
Het valt o.i. alleen maar te verklaren uit een toegenomen radicalisering in onze kerken. Er is een gedrevenheid om vooruit te streven, voorop te lopen, met een geïnternationaliseerde brede blik. GKv als gidskerk, of zoals prof. dr. G. Harinck het bij de presentatie van De doorgaande revolutie zei: 'De GKv als oliemannetje voor de kerken, de kerk waar het gebeurt'. We zullen dat hieronder nog verder illustreren met de opvattingen van een van de huidige synodeafgevaardigden.  

 

Je houdt je hart vast als op het punt van vrouwelijke afgevaardigden al zo'n ferme taal wordt gesproken hoe het dan zal gaan bij de behandeling van de zaak van vrouwelijke ambtdragers.

 

Relaties en regels

 

BBK besluit 2a wil 'bij het onderhouden van relaties per geval op maat afspraken maken ten aanzien van de relatie'. Dus zusterkerkrelaties waarin elkaars leden en predikanten worden aanvaard zijn exit? Nee, dat was niet de bedoeling. Deze relatie blijft 'het hoogste doel' waarnaar we streven, volgens BBK, maar dat is niet altijd in de praktijk realiseerbaar.

Maar over wat voor relaties gaat het dan? Het antwoord is netwerken. Netwerken moeten worden gezien als 'uitbreiding van de invulling van de mondiale oecumenische verantwoordelijkheid van de GKv'.

 

Naar onze waarneming klotste in de bespreking de verwarring steeds hoger op. Niemand leek het precies meer te vatten wat netwerken nu precies was, of beter, ieder gaf er zijn eigen invulling aan. BBK beklemtoonde dat bij netwerken niet gedacht moest worden aan instanties (zelfstandig naamwoord) maar meer aan activiteiten (werkwoord), aan attitude: je hoort iets en dan doe je daarmee iets. Een vreemde redenering die o.i. volstrekt niet past bij de tekst van het besluit en ook geen recht doet aan het begrip.  Verschillende synodeleden begrepen het dan ook niet maar definieerden netwerken nu al als de vorm van de moderne (inter)nationale kerkelijke samenleving.

Een amendement (rood) maakte duidelijk welke kant men op wil. Artikel 2a zou moeten luiden:

 

bij het onderhouden van relaties de regels voor zusterkerk relaties niet langer ten aanzien van iedere buitenlandse kerk integraal als voorwaarde te stellen, maar per geval op maat afspraken te maken ten aanzien van de invulling van de relatie.

 

De tekst is zó open geformuleerd dat bestaande relaties tussen zusterkerken ook geherwaardeerd kunnen worden. Sommige synodeleden zien dan ook de huidige zusterkerkrelatie als een rudiment van een ware-kerk-verleden dat als sneeuw voor de zon bezig is te verdwijnen. De huidige regels met de nadruk op (handhaving van) Schrift en belijdenis passen niet meer in deze tijd en moeten gewijzigd. Vandaar dat in voorstel 2c al een deurtje wordt opengezet naar een mogelijke aanpassing van art. 70.2 van de Herziene Kerkorde. (E70.2:  Met kerken waarmee bijzondere banden bestaan kan door de generale synode een zusterkerkrelatie worden aangegaan, die wederzijdse aanvaarding van elkaars leden en predikanten inhoudt.)

 

Geen zusterkerkrelatie meer dus? Ds. Voorberg sprong er als afgevaardigde op in. Hij benadrukte hoe belangrijk deze relatie is die zich in het geheel van de Schrift laat funderen. Hij illustreerde dat met het Heilig Avondmaal dat de avond tevoren met de buitenlandse afgevaardigden van zusterkerken kon worden gevierd.

Maar zagen we sommige afgevaardigden niet wat meesmuilen? Want waarom zou het Avondmaal niet met allerlei netwerkafgevaardigden zonder klassieke zusterkerkrelatie kunnen worden gevierd als in de GKv open Avondmaal zonder problemen gepraktiseerd kan worden?

 

En zo zagen we dat het geamendeerde voorstel als boven aangegeven, in meerderheid werd aanvaard, consistent met de nieuwe oecumenische koers van de GKv inzake relaties met andere kerken. Maar of het schriftuurlijk verantwoord is?

 

Waarschuwingen

 

Er klonken indringende waarschuwingen op de synode. We gaan ze hier niet herhalen, een bloemlezing kan gevonden worden in de Bijlagen 2-6 bij GS Ede Verslag 05-414/Buitenlandse Kerken.

 

Buitenlandse ogen zien de veranderingen scherp. Er is een tijd geweest dat krachtig werd ontkend dat onze kerken zijn veranderd. En je komt het nóg wel eens bij iemand tegen maar langzamerhand is het besef wel bij ieder doorgebroken.

Is de fase van ontkenning zo goed als voorbij, de nieuwe fase van het kerkelijk leven heet verheerlijking. Enthousiasme over en verdediging van de nieuwe koers die de kerken eindelijk (zucht)  zijn ingeslagen. Het werd toch ook wel eens tijd, zeg!

Een voorbeeld van dit euforische vooruitgangsdenken vonden we op de website van synodeafgevaardigde ds. K. van den Geest (Alphen aan den Rijn). Hoewel geen onverdeeld genoegen, is het misschien toch goed om er enige aandacht aan te schenken omdat zijn opvatting 'het nieuwe vrijgemaakte denken' typeert.

Nu is het een beetje lastig om goed op zijn tekst te reageren. Want er was een tekst en nu is er weer een andere tekst. Maar aangezien er geen excuus of verantwoording van de wijzigingen wordt gegeven nemen we af en toe de vrijheid om ook op het oorspronkelijke epistel te reageren. Temeer omdat we er ons nogal door voelen aangesproken hetgeen ook wel de bedoeling zal zijn geweest. We pikken er een paar punten uit en sparen andere slakken het zout.

 

Websites

 

Deputaten BBK hebben meerdere keren in het buitenland benadrukt (we hebben het ook in Hamilton gehoord) dat de kerken zich in hun oordeel moeten baseren op uitspraken van officiële instanties, dus op acta van synodes en zo, en niet op incidenteel bijgewoonde kerkdiensten en vooral niet op informatie op allerlei websites. Daar zit natuurlijk wat in. Incidentele ontsporingen in het kerkelijke leven mogen vanzelfsprekend niet worden aangegrepen om daar een generaal oordeel over het kerkverband op te baseren. Maar juist de Canadese afgevaardigde br. G.J. Nordeman heeft de synode aangetoond dat hun bezwaren niet gebaseerd zijn op maar wat uit digitale lucht gegrepen feiten maar zorgvuldig op officiële kerkelijke documenten zijn gebaseerd.

Even tussen haakjes, waarom zou dat trouwens een wet van Meden en Perzen zijn? Stel ter vergelijking eens, dat een kind zijn wijkouderling op de hoogte stelt van mishandeling in het gezin. Zou het erg verstandig zijn als de wijkouderling reageert met: Joh, daar kan ik niks mee want het officiële huisbezoekverslag vermeldt er niets over?

 

Ds. Van den Geest reageert als de wijkouderling die het kind niet serieus neemt, om even te blijven beeldspreken:

 

Willen we dan van deze kritiek niet leren? Dat wordt ons niet makkelijk gemaakt. Want er zit zoveel eenzijdigheid in, zoveel eenrichtingsverkeer. Vooral als je bedenkt: waarop baseert men het oordeel dat de kerken bezig zijn het spoor van Gods Woord te verlaten? In meer persoonlijke gesprekken kom je erachter, dat dit wordt gebaseerd op verhalen van bezoekers, die een keer een dienst bezochten waarin de wet niet (letterlijk) voorgelezen werd. En op artikelen op zeer gekleurde websites waarop het oordeel de feiten al bij voorbaat vertekent. Dat is niet eerlijk, maar je kunt je tegen zulke beeldvorming nauwelijks verdedigen.[1]

 

Je kunt hier boos om worden. Want hier worden (opnieuw) de zaken precies op z'n kop gezet. Een paar dingen.

'In meer persoonlijke gesprekken', zegt Van den Geest. Dat onttrekt zich natuurlijk aan elke waarneming: welke gesprekken?, met wie?, waarover?, in welke situatie? Een keertje de wet niet letterlijk gelezen? Moeten onze zusterkerken dit argument werkelijk serieus nemen? Even één voorbeeldje uit eigen waarnemingen:

Een recente zgn. leerdienst waarin uiteraard(!) de catechismus niet meer aanbod komt maar een thema wordt behandeld. Een gemeentelid houdt twintig minuten een 'preek' over engelen. Vervolgens vult de predikant het aan met  een preekje van tien minuten want 'het meeste is toch al gezegd'. Het gebed wordt gedaan door een vrouwelijk gemeentelid. Het geheel is omlijst door voornamelijk al dan niet bekende opwekkingsliederen. De slotzegen zingen we elkaar toe …

Misschien is het goed de komende tijd nog eens wat andere ervaringen te publiceren (inzenders welkom). Want het gaat echt heel wat verder dan alleen het verknutselen van Gods wet. Overigens al erg genoeg.

 

En dan die 'zeer gekleurde vertekenende websites', we trekken het ons maar even aan. Kijk, hier zie je nu precies de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Want waar zijn deze veroordelende statements van Van den Geest op gebaseerd? Inderdaad, tegen dit soort onder de gordel opmerkingen kun je je niet verdedigen. Dit is toch gewoon zwartmakerij als er geen enkele poging wordt gedaan maar iets aan te tonen? Wanneer hebben we van deze predikant ooit gehoord dat de informatie die we publiceerden niet deugde en moest worden gecorrigeerd? Nooit!

Altijd proberen we op onze site uitgebreid te citeren uit bronnen en zijn ook altijd bereid te corrigeren als we mensen niet goed hebben begrepen. Daar zijn ook voorbeelden van, zij het te tellen op één hand. Het gaat ons er om volledig recht te doen aan hen die we menen te moeten bestrijden.

Misschien mag een actueel voorbeeld dat ondersteunen.

Wij zijn naar de conferentie in Hamilton geweest om daar met eigen oren te horen wat er naar voren werd gebracht. En we doen al wekenlang ons uiterste best om precies weer te geven wat er gezegd is en hebben daarvoor zelfs de sprekers gevraagd of we hun toespraken in extenso in het Nederlands mochten vertalen (categorisch geweigerd overigens waardoor onze Nederlandstalige broeders en zusters het helaas met samenvattingen moeten doen, maar dat terzijde).

 

Niks dus uit de lucht gegrepen verhalen, wat ons betreft. Maar inderdaad we hebben wel onze opvattingen over de ontwikkelingen in de GKv en die steken we niet onder stoelen of banken. Want naar ons mening gaat het niet goed in onze kerken, waar we zielsgraag lid van zouden willen kunnen blijven. Ds. Van den Geest zegt dat het wel goed gaat, prima, we nodigen hem uit met ons die discussie op onze site aan te gaan. Maar dan inhoudelijk en niet met losse flodders als boven.

 

Nieuwe koers

 

Die waarschuwingen van onze broeders en zusters in het buitenland zijn toch ook weer niet helemáál op niets gebaseerd als we het verhaal van Van den Geest verder lezen. Integendeel. Volgens hem is de kern van de kritiek de nieuwe hermeneutiek die ligt onder het rapport M/V:

 

"Men ervaart deze als een nieuwe benadering van de Schrift, die de weg opent naar een Bijbelkritische en liberale manier van omgaan met Gods Woord. Ik zou aan de critici willen vragen: zijn zij in staat om in de manier waarop o.a. aan de Theologische Universiteit in Kampen aan Bijbelonderzoek gedaan wordt een integer gereformeerde zoektocht te herkennen naar verantwoorde Bijbeluitleg in onze tijd? Ook in Canada moet men toch in staat zijn tot verantwoorde reflectie op theologisch niveau? Juist als je de Bijbel serieus neemt, lees je Gods Woord niet biblicistisch. Juist als je de Bijbel als Woord Gods aanvaardt, zul je altijd bereid moeten zijn tot kritische reflectie op je eigen inbreng als interpreterende lezer. Dat is het motief achter wat gereformeerde Bijbelonderzoekers momenteel doen. Ik kan daar alleen maar respect voor hebben, maar intussen worden ze door sommigen al bijna afgeschreven, schieten vanuit de heup noem ik dat. Jammer en zeer beschadigend. Suggereren dat hermeneutiek een bedreiging voor de Bijbel is, is naïef en zelf een gevaar voor een echte luisterhouding."


In de eerste plaats heeft ds. Van den Geest kennelijk de bezwaarschriften niet goed voor ogen want deze bevatten veel meer bezwaren dan tegen het rapport MV. Maar hij heeft gelijk, heel fundamenteel is wel de omgang met de Schrift. Uiteraard is het hier niet de plaats om er op in te gaan, dat is in Hamilton uitgebreid gebeurd en ook wij hebben er meerdere malen over geschreven en dat zullen we blijven doen.

Maar eerlijk gezegd komt bovenstaand oordeel over hen die grote bezwaren hebben tegen ontwikkelingen op dit gebied arrogant over. Alsof reflectie een monopolistisch product van de GKv en zijn TU is. Op dit moment verwijs ik alleen maar naar de discussies in Hamilton waarin gereformeerde wetenschappers met elkaar op een waardige wijze in discussie gingen zonder de fundamentele verschillen uit de weg te gaan en te benoemen, zie het artikel Hamilton en Hermeneutiek (7) - Panel discussie in de rubriek Rond de Schrift dat vandaag op de site is gezet. Let op een prof. C. van Dam en zijn indringende kritiek op 'Kampen'. Is dat 'schieten vanuit de heup'?

 

Je ziet ook bij ds. Van den Geest hoe diep het gaat. Want degenen die niet meegaan met hem en de zijnen zijn mensen met typisch Amerikaans fundamentalistische trekken. Dat kenmerkte onze kerkelijke geschiedenis. Maar er is licht aan het eind van de tunnel volgens Van den Geest:

 

"Wat er nu gebeurt zie ik als een inhaalslag, waarvoor het de hoogste tijd werd, willen we niet nog meer mensen van Gods kerk vervreemden. Hoe kun je dat duidelijk maken aan zusterkerken in een totaal andere culturele situatie? Het zou al een hele stap voorwaarts zijn, als men ook zelf een aanvang zou maken met een nieuwe impuls te geven aan de Bijbeluitleg. Daarom moet men niet lezen over wat anderen zeggen over een boek als Woord op Schrift [schrift, djb], men zal dit boek zo spoedig mogelijk ook in de eigen taal (Engels) moeten gaan lezen. Om te beginnen de bijdrage van prof. C. Trimp, die schrijft over de gevaren van het Amerikaanse fundamentalisme."

 

Er is veel kerkverlating in de GKv, afgelopen jaar opnieuw ongeveer 2000 zielen. En onderzoek leert dat in 2025 er 30% minder vrijgemaakten zullen zijn. Denk het je eens in, het equivalent van zeg 90 levensvatbare gemeenten.
Eigenlijk wordt hier gesuggereerd dat die vervreemding ligt aan hen die niet mee kunnen komen met de nieuwe hermeneutische denkbeelden, aan hen die nog zijn blijven steken in de oude visie op de Schrift en Gods geboden. Het is duidelijk dat hier over moet worden doorgepraat willen we elkaar niet op korte termijn helemaal kwijtraken.

En ja, prima laat men Woord op schrift  vooral goed lezen en het tot zich door laten dringen, zoals ook wij dat hebben gedaan. Om er vervolgens afscheid van te nemen om gewoon gereformeerd te blijven.

 

Laten we eindigen met iets waar ds. Van den Geest en wij het over eens zijn:

 

…er zijn  hier in Nederland ontwikkelingen die om antwoorden vragen, ook die druk is groot. Als we de kool en de geit sparen, zijn er alleen maar verliezers. Als we eerlijk zijn, zijn er radicale keuzes nodig. Of we dan zusterkerken in het buitenland vast kunnen houden? Misschien wel niet. Maar daar mogen we ons niet door laten gijzelen. We zullen zonder druk van buitenaf in wijsheid en met leiding van Gods Geest zelf onze keuzes hebben te maken. Bid voor ons, zodat we hier een goede weg in kunnen vinden, een weg die beoogt Gods eer en naam groot te maken en gebaseerd op eerbiedig luisteren naar zijn Woord voor nu.

 

Die radicale keuze heet wat ons betreft bekering.

Of, terugkeer naar het Woord

 

 

 

 
 

 

 

 

 



[1] Nieuwe tekst: "In meer persoonlijke en informele contacten en gesprekken kom je erachter, dat de beeldvorming in het buitenland soms mede wordt gebaseerd op verhalen van bezoekers, die dan een eigen leven gaan leiden. Allerlei verhalen doen de ronde: in Nederland wordt in de diensten de wet niet meer gelezen, men houdt zich niet meer aan de zondag als rustdag en de middagdienst wordt niet meer bezocht of zelfs afgeschaft. Dit noem ik oneerlijke beeldvorming. Dat deze dingen voorkomen, ook meer dan ons zelf lief is, betekent toch niet dat wij deze zaken bewust nastreven? Ook laat men zich soms informeren via Nederlandse websites en bladen van auteurs die de kerken al verlaten hebben of dat zeggen te gaan doen als deze koers doorgaat. Dat zet een echte en eerlijke gedachtewisseling bij voorbaat al op achterstand."
Een stuk 'nettere' tekst maar, precies, oneerlijke beeldvorming.