Printen

Verbond en doop - 2

 

D. J. Bolt
10-02-24

 

2 - Een gereformeerde apologie [1]

 

We willen graag de Bijbelse leer m.b.t. verbond en doop verdedigen zoals die naar de Schrift verwoord is in onze gereformeerde belijdenissen.
Op te beginnen, er is in het getuigenis een en ander dat onze instemming heeft. Wat wij als gereformeerden ook zo belijden. En daar zijn we blij om. Dat geeft in elk geval aanknopingspunten voor inhoudelijke gesprekken met evangelischen en baptisten. Dat neemt niet weg dat er wel diepgaande verschillen zijn die leiden tot heel verschillend inzicht en handelen. En dat niet alleen op het punt van de kinderdoop. Ook b.v. in de visie op Israël gaan de wegen uiteen. Maar dat laten we rusten in deze artikelen.
In het navolgende willen we kort de manier beschrijven waarop wij geloven en belijden dat de Schrift spreekt over het verbond, de beloften en de doop.

 

2.1 Het verbond in het Oude Testament

 

Terecht is in het getuigenis aandacht gevraagd voor de verschillende verbonden in de Schrift. Het is ook zeer terecht dat er begonnen is bij zgn. moederbelofte.[2] Het woord 'verbond' wordt dan wel niet zo uitdrukkelijk genoemd in Genesis 3 maar het spreken van de Heere heeft alle kenmerken van een verbond: er is een aanleiding, er zijn beloften en eisen[3]. Dat zien wij steeds terug bij al die verbonden die daarna nog zullen volgen. Waarin de beloften en eisen ook steeds duidelijker en uitgebreider wordt beschreven.
Een kernvraag is nu: zijn dat allemaal op zichzelf staande, losse verbonden?
Het lijkt ons dat het getuigenis dat min of meer zo ziet. Het verbond met Abraham b.v. staat helemaal los van het Nieuwe Verbond in Jezus Christus.
Ons antwoord op deze vraag verschilt dan ook fundamenteel hiervan. Wij geloven dat al die beschreven verbonden, in feite heilshistorisch[4] bepaalde vormen zijn van het ene genadeverbond[5] dat de Heere in het paradijs met de in zonde gevallen mens heeft gesloten.

Laten we proberen dat wat verder te verduidelijken.
In het paradijs is het door onze schuld fundamenteel misgegaan met de schepping van God. Dat wat Hij had gecreëerd, werd door onze opstand verwoest. Zo grondig dat de schepping er vandaag nog zwaar onder zucht als een vrouw die in barensnood is[6]. De Heere had alle recht en reden om zijn schepping te vernietigen en ons voor eeuwig onder te laten gaan in de hel.
Hij heeft dat niet gedaan. Uit genade!
Want Hij heeft een 'plan' gemaakt, een verbond opgericht met Adam om zijn wereld, de kosmos, te redden, te her-scheppen. Dat kon alleen via zijn eigen Zoon. Die vanuit de onvoorstelbare heerlijkheid van de hoge hemel, op aarde zich moest laten molesteren tot in de hel. Alleen het vergoten bloed van zijn eigen lieve Zoon kon de toorn van God om onze zonde stillen en zo weer verzoening brengen tussen Hem en ons.

Het hele Oude Testament is een beschrijving van de lange voorbereiding en worsteling om die enige Zoon van God, de Christus, naar onze wereld te doen afdalen. Verslaglegging van een duizenden jaren lange strijd tussen God en de Satan die altijd bezig is geweest om Gods reddingsplan te verstoren en te laten falen. Dat lijkt hem te lukken. Bijna! Maar steeds grijpt de Heere krachtig en genadig in. Satan heeft het verloren!
We lopen in vogelvlucht de geschiedenis van Gods volk verder langs.
 

Noach

Adam en Eva en hun kinderen worden als eersten in Gods verbond opgenomen. Maar in het leven van hun nakomelingen gaat het weer fundamenteel mis. Kaïn is de eerste moordenaar. Daar blijft het niet bij. De boosheid van de mens was groot op aarde en al wat hun hart voortbracht was ten allen tijde boos[7]
God grijpt in. De zondvloed komt. Alleen de rechtvaardige Noach met zijn vrouw en met zijn zonen en hun vrouwen (8 zielen) worden gespaard en mogen in gehoorzaamheid aan de HEERE verder. In het kader van het genadeverbond belooft de HEERE Zijn volk niet weer in de golven om te laten komen. Elke keer als de regenboog verschijnt wordt het daaraan herinnerd.
 

Abraham

Maar de zonde blijkt niet met de mensheid verzwolgen te zijn in het water maar woekert voort. Gods volk verheidenst en komt opnieuw in opstand tegen de HEERE: "Laat ons een toren bouwen tot in de hemel". De wereld verwordt tot een Sodom en Gomorra.
Opnieuw grijpt God in. Nu op een andere manier. Niet door vernietiging met een watervloed maar door afzondering. De gelovige Abraham die zich onbesmet van de wereld heeft bewaard, wordt geroepen om met zijn familie het goddeloze Ur der Chaldeeën te verlaten om zich te vestigen in een eigen land dat de Heere zal wijzen. In het kader van het genadeverbond belooft God dat Abraham zal uitgroeien tot een groot volk. Zijn geslacht zal zelfs koningen voortbrengen. Een van die koningen is dé Koning. Om Hem draait uiteindelijk alles. Hij wordt de Koning van een groot volk talrijk als de sterren aan de hemel en als het zand aan de oever van de zee.
Als teken daarvan geeft de Heere de besnijdenis, een bloedig teken dat wijst naar een noodzakelijke bloedstorting[8]. Bij elke geslachtsgemeenschap herinnert dit teken aan het toekomstige grote volk met zijn Koning die tegelijk Hogepriester is.
 

Mozes

Maar voorlopig is er nog maar een heel klein begin van dat volk. De clan van Abraham, Isaak en Jacob is slechts rond zeventig mensen groot als er hongersnood komt. De geschiedenis van Jozef en zijn broers leert ons hoe God ook deze aanval van de Satan pareert. Egypte moet zorgen voor Gods kinderen.
Jacobs familie groeit en wordt talrijk. Maar tegelijk groeit daardoor ook de haat tegen Israël. Het komt tot genocide, volkerenmoord.
Maar de Heere laat niet vallen wat zijn hand begon. Mozes krijgt de opdracht het volk weg te voeren uit Egypte en te brengen naar het beloofde land. Israël is uitgegroeid van een familieclan tot een groot volk. Om deze samenleving gericht te houden op het hoge doel van het genadeverbond - de komst van de Messias - geeft de Heere op de Sinaï het volk uitgebreide wetten, voorschriften en inzettingen. 

 

Andere verbonden

 

Het is een vergissing als gedacht wordt dat het in het Oude Testament slechts bij deze drie verbondsluitingen blijft. De Heere heeft veel vaker een verbond met zijn volk gesloten.[9] Om te beginnen is het verbond met Abraham gevolgd door een verbond met Izaak, zijn zoon[10]. Ook met Jacob, Izaaks zoon sluit de Heere een verbond[11]. De Bijbel spreekt meestal over het verbond met Abraham, Izaak en Jacob. Maar soms ook over het verbond met een specifieke aartsvader[12].

Daar blijft het niet bij. We vinden de volgende in de Bijbel, maar wellicht zijn er nog wel meer:

Steeds wordt er een nieuw verbond tussen het volk en de Heere gesloten. Vaak in termen die gelijkluidend zijn met de eerste verbondsluitingen. Ook wordt in de tekst van het verbond niet zelden gerefereerd aan het verbond met Abraham (eventueel uitgebreid als verbond met Abraham, Isaak en Jacob)[13].

 

Vernieuwing en bevestiging

 

Maar waarom vinden er dan toch steeds weer nieuwe verbondsluitingen plaats?
Omdat hetzelfde genadeverbond steeds vernieuwd en bevestigd moet worden. In een nieuwe situatie bevestigt de Heere steeds weer Zijn trouw aan Zijn beloften. Het volk belooft daarbij na afdwaling en afgoderij Hem opnieuw gehoorzaam te dienen.
Een aangrijpend voorbeeld daarvan zien we direct op het moment dat de Heere zijn wet geeft op de Horeb. Het volk had een plechtig verbond gesloten[14]. Maar nog geen veertig dagen later is het helemaal mis: het volk heeft zich een gouden kalf als god gekozen. Op het pleiten van Mozes sluit de Heere uit genade opnieuw een verbond met zijn volk[15]. Overigens wat inhoud betreft precies hetzelfde verbond.
 

De verbondssluitingen weerspiegelen de voortgang in de heilsgeschiedenis.
De 'moederbelofte' vormt de kern van Gods heilsplan. Dat plan ontvouwt zich, zo hebben we dat hierboven laten zien. Afhankelijk van de heilshistorische situatie geeft de Heere zijn wetten, geboden en inzettingen. De wetgeving op de Sinaï is nog niet nodig vóór de zondvloed. Maar later gaat God in de groeiende goddeloze volkerenwereld zijn kinderen beschermen door Israël een eigen land te geven en het af te zonderen van de heidenen.
En met de voortgang in de tijd worden de contouren van Gods verlossingswerk ook steeds duidelijker. In de moederbelofte is de Verlosser nog nauwelijks identificeerbaar. Maar met de wetgeving op de Sinaï wordt het volk al veel intensiever bepaald bij de verzoening door bloedstorting die nodig is. De profeten zullen door Gods Geest steeds meer mogen vertellen van de Verlosser en Zijn rijk.
 

Je zou het, wat simplistisch, kunnen vergelijken met een verzekeringspolis. Die moet regelmatig worden aangepast. B.v als het huis wordt verbouwd of als het gezin groeit en de inboedel toeneemt, de dekking verandert of de premie wordt verhoogd. Regelmatig moet er een 'aanhangsel' bij, eventueel met vervanging van het vorige, en opnieuw ondertekend door de verzekeraar en verzekerden. Echter in wezen blijft de polis dezelfde want het gaat om het huis en zijn inhoud dat blijvend moet zijn verzekerd.

Verbonden?

Een belangrijke vraag is nu natuurlijk: Als er zoveel verbondssluitingen zijn geweest, waarom wordt er in de Bijbel dan ook niet steeds gesproken over 'verbonden', meervoud, als het gaat om de relatie tussen God en zijn volk? God die zijn verbonden gestand doet?
Het antwoord is opmerkelijk: Er komt in de Schrift nooit de aanduiding 'verbonden', meervoud, voor.[16] Altijd wordt er gesproken over 'het verbond', enkelvoud.
De relatie van de HEERE met zijn volk wordt gekarakteriseerd door het verbond, Zijn verbond. Zo spreekt Hij er ook zelf over: Mijn verbond[17]. 
Daarom moeten wij er ook zo over spreken.

Volk van God

Dat is natuurlijk ook niet zo verbazingwekkend. Het gaat immers over de relatie tussen het ene volk met de enige God. Dat volk bestond in het paradijs nog maar uit twee mensen, was effectief na de zondvloed nog maar acht mensen groot. Maar Jacob trok al met vijfenzeventig zielen naar Egypte. En na vierhonderd jaar is Gods volk uitgegroeid tot vele duizendtallen. In de toekomst zal Gods volk in aantal exploderen: het zal worden als de sterren aan de hemel, als het zand aan de oever van de zee. [18] Abraham wordt de vader van vele volken![19] Kennelijk blijft Gods zegen niet beperkt tot Israël. Want er komt een groot Gezin van God waarin de Vader altijd voor ieder die bij Hem hoort blijft zorgen tot in eeuwigheid, als vastgelegd in het genadeverbond.

Relatie tussen verbond met Abraham en het Sinaï-verbond

Het getuigenis zegt dat de Sinaïtische verbondsluitingen helemaal losstaan van het verbond met Abraham, Izaäk en Jacob. En het lijkt er op dat men zich daarvoor op de Bijbel kan beroepen. Want in Deut. 5:2-4 staat toch maar dat de HEERE op de Horeb niet een verbond met de aartsvaders heeft gesloten maar met Israël. Daar komt dan ook nog weer bij het verbond dat in het land Moab wordt gesloten naast dat van de Horeb.

 

Maar juist het verbond met Abraham is een fundament voor deze (en andere) verbonden. Steeds grijpt de HEERE binnen deze nieuwe verbonden(verbondssluitingen) terug naar zijn verbond met Abraham. Een aantal voorbeelden:

 

Exodus 2:24[20]: …God gedacht aan zijn verbond met Abraham, Isaak en Jacob.
Exodus 5:  Ik ben de Heere. 3  Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met mijn naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest. 4  Niet alleen heb Ik mijn verbond met hen opgericht om hun het land Kanaan te geven, het land hunner vreemdelingschap, waar zij als vreemdelingen vertoefd hebben; 5 maar ook heb Ik de klacht der Israelieten gehoord, die door de Egyptenaren tot slaven gemaakt zijn, en Ik heb gedacht aan mijn verbond. 6 Zeg derhalve tot de Israelieten: Ik ben de Heere, Ik zal u onder de dwangarbeid der Egyptenaren uitleiden, u redden van hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en onder zware gerichten. 7 Ik zal Mij u tot een volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn, opdat gij weet, dat Ik, de Heere, uw God, het ben, die u onder de dwangarbeid der Egyptenaren uitleid. 8 En Ik zal u brengen naar het land, waarvan Ik gezworen heb het aan Abraham, Isaak en Jakob te zullen geven, en Ik zal het u geven tot een bezitting, Ik de HEERE.

 

Hier zie je dat de beloften van het verbond met Abraham tot een vervulling[21] komen:

Als het volk het nog maar net gesloten verbond verbreekt vraagt Mozes de HEERE Zijn verbond met Abraham, Izaak en Israël te gedenken![25] Dat is hier maar niet incidenteel maar behoort bij de grondstructuur in het verbond. Als Israël, zegt Mozes, in de toekomst opnieuw het verbond verbreekt en ontrouw wordt, zal, na belijdenis van schuld, de HEERE zijn verbond met Jacob, Isaak en Abraham gedenken. En zó het verbond met de voorvaderen die uit Egypte zijn geleid gedenken om hen tot een God te zijn. Want Hij is de HEERE, God van het verbond.[26]

 

De nauwe relatie tussen het verbond met Abraham en het leven naar de geboden die het volk kreeg op de Sinaï vinden we b.v. ook in Ez. 33:21-33. Het beloofde land was van Abraham en van zijn nageslacht Israël, zegt de tekst. Dat is immers een kernbelofte van het verbond met de aartsvaders. Maar als Israël de geboden van het Sinaï-verbond verbreekt, zoals het eten van vlees met bloed[27], het onteren van de vrouw van zijn naaste[28] etc., dan zal de Heere het land hun ontnemen, er een woestenij van maken en het volk in ballingschap sturen. Aan het leven in het aan Abraham beloofde land is dus wel de voorwaarde verbonden om te leven naar de wetten en geboden van het hele  Horeb-verbond.[29]
Zo wordt dat ook bezongen in Ps. 105:42-45:

'want Hij gedacht aan zijn heilig woord, aan Abraham, zijn knecht. Hij voerde zijn volk uit met blijdschap, zijn uitverkorenen met gejubel. Hij gaf hun de landen der volken, zodat zij de arbeid der natiën beërfden, opdat zij zijn inzettingen zouden onderhouden, en zijn wetten bewaren. Halleluja.' 

 

Wordt vervolgd

 

NOTEN



[1] Verdediging.

[2] Hier is b.v. een verschil met ds. O. Bottenbley die begint bij Gen 12, de verbondssluiting met Abraham.

[3] Hos 6:7.

[4] De geschiedenis van Gods handelen van schepping tot wederkomst.

[5] Ook wel verbond van Gods liefde genoemd, zo ds. Clarence Stam in zijn boek Het verbond van Gods liefde, Cahier 69, Uitgeverij Woord en Wereld.

[6] Rom 8:22.

[7] Gen 6:5.

[8] Heb 9:22.

[9] Er zijn ook meer specifieke verbonden zoals, het sabbatsverbond, Ex 31:16.

[10] Gen 17:19.

[11] Gen 28:13.

[12] Lev 26:42 geeft daarvan een prachtig voorbeeld.

[13] B.v. Deut 29:12,13; Neh 9:7,8,32,38.

[14] Ex 24:8.

[15] Ex 34:10.

[16] Alleen in Ef 2:12, zegt Paulus dat de heidenen uitgesloten zijn van de verbonden  met Israël. Maar duidelijk is dat het hier gaat over het betrokken zijn bij het sluiten van het verbond. De NBV vertaalt dan ook:bedenk dat u[heidenen] destijds niet verbonden was met Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God.

[17] Dat begint al in Gen 6:18 en komt verder in het Oude Testament nog 41 keer voor! In het Nieuwe Testament nog 4 keer.

[18] Gen 22:17; Heb 11:12.

[19] Gen 17: 4.

[20] Zie ook Ex 3:6, Ex 3:16.

[21] Deut 10:22.

[22] Gen 12: 3.

[23] Gen 17: 8, Deut 7: 12, 13; 8:1; 9:5; 10:12-22, en vele andere plaatsen.

[24] Zie ook Deut 29:13.

[25] Ex.32: 13.

[26] Lev 16: 45

[27] Lev 7:26, 27; 17: 10-14; 19:26; Deut 12:16,23; 15:23. Ook in 1Sam 14:33, Gen 9:4. De laatste tekst laat zien dat het gebod al stamt vanuit het verbond met Noach! Het onderstreept de eenheid van het verbond met zijn bepalingen en geboden.

[28] O.a. Ex 20: 14; Deut 22:24, 29.

[29] Vergelijk ook Jes 58: 13-14.