Printen

Kerk en vergeving

 

D.J. Bolt

12-03-22

 

In het kerkblad Zicht op de kerk van de Hersteld Hervormde Kerk behandelt prof. dr. W. van Vlastuin[1] de catechismus van Calvijn. Inmiddels is hij in het kerkblad van 24-02-22 toe aan de vragen 102-105 die handelen over de vergeving van de zonden. Daarin legt Calvijn ook een relatie met de kerk en de zonde van het verbreken van haar eenheid.
We laten eerst de vier catechismusvragen volgen en geven daarna iets weer uit zijn bespreking ervan.

 

Catechismus van Calvijn

De vergeving der zonden

 

Vraag 102

Wat duidt u met het woord vergeving aan?

Antwoord: Dat God door Zijn onverdiende (gratuita) goedheid aan de gelovigen de zonden niet aanrekent (ignoscit) maar kwijtscheldt, opdat zij niet voor het gericht gedaagd worden, of de straf van hen geëist wordt.

 

Vraag 103

Hieruit volgt, dat wij door eigen genoegdoeningen geenszins de vergeving der zonden verdienen, die wij van den Heere verkrijgen.

Antwoord: Dat is waar. Want Christus alleen heeft door de straf te betalen, de genoegdoening volbracht. Wat ons betreft, er is bij ons niets geen vergoeding (compensatio) voorhanden, die wij God zouden toebrengen, maar uit Zijn loutere milddadigheid (liberalitas) ontvangen wij deze weldaad om niet.

 

Vraag 104

Waarom verbindt gij de vergeving der zonden met de Kerk?

Antwoord: Omdat niemand haar verkrijgt, tenzij hij ook tevoren verenigd is geweest met het volk van God, en de eenheid met het lichaam van Christus tot het einde toe volhardend onderhoudt, en op die wijze duidelijk maakt, dat hij een waar lid van de Kerk is.

 

Vraag 105

Op deze wijze stelt gij vast, dat er buiten de Kerk niets dan veroordeling en verderf is?

Antwoord: Zeker. Want die een scheiding maken van het lichaam van Christus, en door partijen haar eenheid splijten, voor die is alle hoop van zaligheid afgesneden, zolang zij in zulk een soort scheiding blijven.

 

Bespreking

 

Nadat de hoogleraar de vragen/antwoorden 102 en 103 heeft besproken gaat hij verder met de spannende vraag en antwoord 104 over de relatie kerk en zaligheid.

 

'Buiten de kerk geen zaligheid

 

De plaats van de vergeving van de zonden in de apostolische geloofsbelijdenis is opvallend. Het is onderscheiden van het werk van Christus. Dat betekent dat er een verschil is tussen de verzoening door Christus en de persoonlijke vergeving. Dat maakt heel sterk duidelijk dat we het werk van de Heere niet zo absoluut kunnen verstaan, alsof er geen toepassing van de Geest nodig zou zijn. Dat is een antinomiaanse dwaling die steeds weer opnieuw de kop opsteekt.

 

Het tweede dat ons opvalt aan de plaats van de vergeving, is dat het na de kerk wordt genoemd. Dat betekent dat we deel krijgen aan de vergeving van de zonden in de gemeenschap van de kerk, Dit punt stelt Calvijn aan de orde in vraag 104. Hij vraagt waarom vergeving verbonden is met de kerk. Het is opvallend dat hij antwoordt dat wij eerst verenigd worden met Gods volk en zo delen in de vergeving van de zonden. De vereniging met Christus en Zijn lichaam is het kader waarin we vergeving krijgen.

Opnieuw zien we hoe serieus de kerk wordt genomen. Het is alsof we Cyprianus horen getuigen dat er buiten de kerk geen zaligheid is. Zoals er buiten de ark van Noach geen redding was, zo is er geen redding buiten de ark van de kerk, zou deze kerkvader zeggen. Calvijn kan in positieve zin bij deze kerkvader aansluiten.

 

Het bepaalt ons er tegelijk bij hoe kostbaar het is dat wij (in het algemeen) op het erf van de kerk geboren zijn. We bevinden ons dan in het Lichaam van Christus waaraan de belofte van de vergeving van de zonden is gegeven. We worden daarin tot de hemel toe verhoogd, op de wijze van de kerk hebben we dan al deel aan de vergeving van de zonden. Als we op het erf van kerk geboren zijn en verloren gaan moeten we het bloed van Christus onrein achten. Dan zal het Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in de dag van het oordeel dan ons. Het duizelingwekkende privilege onze geboorte op het erf van de kerk brengt ook een duizelingwekkende verantwoordelijkheid deze onomkeerbare volgorde van privilege en verantwoordelijkheid met zich mee.'

 

Nadat Van Vlastuin zo de relatie tussen kerklidmaatschap en heil heeft duidelijk gemaakt is vraag en antwoord 105 aan de beurt dat de houding van gelovigen, hun eenheid én zaligheid raakt.

 

'Partijzucht

 

In vraag 105 gaat Calvijn door op het gegeven dat de vergeving in het kader van kerk wordt ontvangen. Hij onderstreept in deze dat er buiten de kerk alleen maar veroordeling en verderf is. Het is opvallend hoe hij hier in het antwoord een vervolg aan geeft. Wie Christus' lichaam scheidt en door partijvorming haar eenheid splijt, is van alle hoop op de zaligheid afgesneden…

Kijk, dat Calvijn met een vroom gezicht zou zeggen dat kerkelijke verdeeldheid zo erg is en dat hij de wens zou uitspreken dat we allen nog eens in de schuld zouden komen wegens de kerkelijke verdeeldheid, dat kunnen we ons wel voorstellen. Maar dit is veel radicaler! Zijn invalshoek is dat partijzucht de eenheid splijt en wie de eenheid van Christus' lichaam(!) splijt, heeft geen enkele hoop op de zaligheid.'

 

Deze indringende boodschap moet ons allemaal raken! Hoe kan onheilig vuur ons niet gemakkelijk van elkaar vervreemden, zelfs afscheid van elkaar laten nemen. Maar onze eeuwige zaligheid staat daarbij wél op het spel!

 

Dr. Van Vlastuin kijkt ook rond in zijn eigen kerkgemeenschap.

 

'Hoeveel partijzucht is er in de Hersteld Hervormde Kerk? Wij denken zo gemakkelijk in partijen en vleugels, links en rechts, behoudend en modern, en de gematigden. We maken van de kerk een sociale optelsom van richtingen en we voelen ons evenwichtig. Ook deze evenwichtigheid is gevangen in het partijdenken. Terwijl deze partijzucht ons buiten Christus' lichaam en koninkrijk plaatst. Wie zou niet bang zijn voor zichzelf? Ik bedoel in de eerste plaats dat we deze consequenties niet serieus nemen en in de tweede plaats dat we zelf meedoen aan dat partijdenken. Het is nodig dat we leven uit Christus, dat Hij ons leven is, ons eten en drinken, en dat we vanuit Hem oog hebben voor het geheel van Zijn lichaam, hoe verbrokkeld dat ook moge zijn in 2022.'

 

Laten we deze indringende boodschap en deze waarschuwingen in onze concrete kerkelijke situatie ter harte nemen, niet medeschuldig staan of worden aan 'de verbrokkeling' van Christus' kerk.

Opdat we de Koning van de kerk geen oneer aandoen,

en we onze zaligheid niet verspelen!

 

 

NOOT

[1] Dr. Van Vlastuin is rector van het Hersteld Hervormd Seminarie, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en predikant binnen de Hersteld Hervormde Kerk.