Printen

De kerk van Christus is katholiek 1

 

Redactie een in waarheid

06-11-21

 

Naast eenheid, heiligheid en apostoliciteit is ook katholiciteit een belangrijk eigenschap van de kerk. Wat betekent die voor het leven van de kerk, ook vandaag de dag?
Ruim twee jaar geleden hield ds. E. Heres er een lezing over. Hij publiceerde die ook in een tweetal artikelen in De Bazuin (juli 2019, jaargang 13-12/13). Met zijn toestemming nemen we ze over in ons internetmagazine.   

Vandaag deel 1.

 


 

De kerk van Christus is katholiek 1

 

Ds. E. Heres

 

Wat gaat er schuil achter het woord ‘katholiek’? Er is veel verwarring als het gaat over het woord katholiek. Als iemand zegt: ‘Ik ben katholiek’, dan denken we haast automatisch: Die is lid van de Rooms-katholieke kerk. Maar iemand die lid is van de Gereformeerde Kerk, die zal zeggen: eigenlijk zijn wij pas echt ‘katholiek’.

Het thema van de ‘katholiciteit van de kerk’ wás actueel, ís actueel en zal dat blijven tot de Jongste Dag. In de brede christenheid wordt gesproken over de katholiciteit. Ik denk aan de Wereldraad van Kerken. Daar wordt voortdurend aandacht gegeven aan de verbondenheid van allerlei soorten kerken wereldwijd. In Nederland heeft de leer over de kerk vooral een impuls gekregen toen in 2004 de Protestantse Kerk Nederland (PKN) gevormd werd.

In 2017 is het boek ‘Katholiek vandaag’ van dr. W. van Vlastuin, uitgegeven.

Verder is de globalisering van belang. De wereld lijkt steeds meer één groot dorp te worden. Dus christenen uit verschillende landen komen steeds gemakkelijker in contact met elkaar. Voeg daarbij dat wij leven in een samenleving die steeds meer verwereldlijkt.

Alles wat kerkelijk is wordt steeds kleiner. En is bovendien erg verdeeld. Dat maakt het begrijpelijk dat er telkens weer aandacht gevraagd wordt voor: Hoe zit het nu met die ‘ene heilige algemene, christelijke kerk’?

Dat we hier aandacht geven aan het thema van de katholiciteit heeft ook als aanleiding dat ons kerkverband (DGK), er wel eens van beschuldigd wordt tekort te doen aan de katholiciteit van de kerk. Ons kerkverband bestaat voor het overgrote deel uit leden die de GKV verlaten hebben. Dus zij hebben zich afgescheiden. Maar, was die afscheiding wel een katholieke daad? Ook wordt in de contacten met de GKN over de katholiciteit van de kerk gesproken. Er is over de katholiciteit van de kerk veel geschreven. Van de literatuur die ik gebruik, wil ik met name noemen het boek van prof. C. Trimp, ‘Kerk in aanbouw’, 1998.

 

Het woord ‘katholiek’ komt van het Griekse woord ‘katholikos’. Dat betekent: ‘over het geheel’. ‘Katholiek’ betekent dan: op het geheel betrokken, universeel, totaal.

Wie belijdt dat de kerk katholiek is, zegt daarmee, dat de kerk van Christus, zich niet beperkt tot sommige mensen, of tot bepaalde landen, rassen en culturen in de wereld, die God geschapen heeft (Trimp, pg. 56). Elke zondag belijden wij, met de woorden van de apostolische geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk’.

In plaats van ‘algemene’ zouden we dus ook kunnen zeggen ‘katholieke’.

Van Vlastuin schrijft dat woord ‘algemeen’ eigenlijk veel te vlak is als het gaat over de kerk. Dat past wel als je het hebt over bijvoorbeeld de AOW. Maar niet bij de kerk. Die is ‘katholiek’. De kerk is universeel.

 

We hebben het hiermee over een eigenschap van de kerk.

Met de Geloofsbelijdenis van Nicea onderscheiden we vier eigenschappen van de kerk.

De kerk is één, heilig, katholiek en apostolisch.

Je zou kunnen zeggen dat het ‘de kwaliteiten’ van de kerk zijn. ‘Eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit’. Dat zijn kwaliteiten die door het Hoofd Christus aan de kerk geschónken zijn. Wezenskenmerken, die niet door de leden aan de kerk gegeven worden. Nee, deze eigenschappen ontvángt de kerk, door de gemeenschap met Christus. Ze geven een omschrijving van ‘het geheim’ van de kerk.

Maar, we spreken toch ook over de kénmerken van de kerk? Inderdaad, die staan geformuleerd in artikel 29 van de NGB. Het betreft de drie bekende kernmerken: 1. De zuivere prediking, 2. de Schriftuurlijke sacramentsbediening en 3. de echte tuchtoefening. Wat is het verschil tussen de eigenschappen van de kerk en de kenmerken van de kerk? Je zou het kort zo kunnen zeggen: De eigenschappen geven aan ‘hoe’ de kerk van Christus is. En de kenmerken geven aan ‘wáár’ je die kerk kunt vínden.

Het is goed om wel het onderscheid te zien tussen de eigenschappen van de kerk en de kénmerken van de kerk. De kern van het kerk-zijn wordt constateerbaar voor het oog van de mensen. De kenmerken zijn gericht op de publieke herkenbaarheid.

Zó kan je de weg vinden náár de kerk en onderscheid maken tussen waar en vals.

 

Terwijl we dus onderscheid moeten maken tussen de eigenschappen van de kerk en de kénmerken van de kerk, moet wel duidelijk blijven dat er natuurlijk ook samenhang is tussen die beide. Je kan zomaar begripsverwarring krijgen.

Een voorbeeld.
Prof. K. Schilder noemde het ‘oecumenisch willen’ een ‘primair kénmerk’ van de kerk. Wat zeiden zijn critici? Schilder heeft er eigenlijk een vierde kenmerk voor de kerk bíj bedacht. Maar, dat is natuurlijk niet zo. Schilder sprak vanúit de eigenschappen. De eenheid en de katholiciteit van de kerk. Dáárom kon hij zeggen: Het ‘oecumenisch willen’ is zo belangrijk. Als je wél één behoort te zijn, maar je dóet het niet, dan tast je de kerk in haar éigenschappen aan. De eigenschappen geven aan ‘hoe de kerk wézenlijk is’!

Daarom kan je ook zeggen: als de kerk niet katholiek is, dan ís ze niet kerk van Christus! 

Dan wordt ook duidelijk, de eigenschappen van de kerk zijn niet alleen een gave, een geschénk van Christus. Ze zijn ook een ópdracht! ‘Eén-zijn’, is een gave én een opdracht!

‘Katholiek-zijn’ is een gave én een opdracht!

 

Als het gaat over de katholiciteit van de kerk wordt er altijd onderscheid gemaakt tussen het ‘kwantitatieve aspect’ en het ‘kwalitatieve aspect’ van de katholiciteit.

Met het ‘kwantitatieve aspect’ van de katholiciteit wordt bedoeld dat de kerk er is van het begin van de wereld tot aan het einde. Dus de kerk is er in heel de geschiedenis. Ze is over heel de wereld verspreid. Ze is er niet alleen voor bepaalde soorten mensen. Nee, de kerk is er voor Joden én Grieken, voor slaven én vrije mensen, voor mannen en vrouwen, voor mensen uit een Vinex-wijk, een villadorp én mensen uit een achterstandswijk. Voor blank én gekleurd, enzovoort.

Augustinus zei: ‘Van zonsopgang tot zonsondergang wordt des Heeren Naam geprezen’.

Dat is het kwantitatieve aspect.

 

Maar de katholiciteit van de kerk heeft ook een kwalitatief aspect. En dan gaat het over de inhoud van het katholiek kerk zijn. De katholieke kerk van Christus heeft de volle Schriftuurlijke inhoud van leer van de kerk. Vergelijk Ef. 3:14 e.v., over het ‘samen met alle heiligen’ en over de volheid, die in Christus gegeven is.

De katholieke kerk blijft in die volheid van Christus door het Woord te bewaren (Joh. 14:15vv.). De kerk pint zich niet vast op een deelwaarheid. Nee, zij laat zich door de Geest van Christus rondleiden in de volle waarheid van het Woord.

Het Woord bewaren, dat is kenmerkend voor de kerk! Het Woord bewaren doet de kerk in haar leer. Blijven in de leer van Christus. Dat is de katholieke leer!

Wie niet blijft in de leer van Christus die is een schismaticus (1 Joh. 2:19). In de vroegchristelijke kerk werd met de ‘katholiciteit van de kerk’ bedoeld: de ware kerk die tegelijk de universele kerk is, of de universele kerk, die tegelijk de ware kerk is. De katholiciteit heeft ook betrekking op ‘de hele waarheid en de volheid van het heil’. [1]

 

De katholiciteit van de kerk wordt voluit in het Woord van God geleerd en is dus Bijbels gefundeerd. In Genesis 1 lezen we al hoe heel de wereld door God geschapen en Zijn eigendom is. In Abraham en Zijn nageslacht heeft de HEERE alle volken van de wereld op het oog. Alleen al de naam ‘Abraham’ heeft een katholiek karakter: ‘Vader van vele volken’! Heel het Oude Testament draagt het Pinkstermotief in zich. Het getal 12 is een ‘katholiek getal’. [2] En Jesaja 49: De HEERE roept ook de natiën uit de verte.

En dan het Nieuwe Testament. Joh. 3:16: in het zenden van Zijn Zoon Jezus Christus, had God de wéreld op het oog! ‘Alzo lief had God de wéreld’! En het zendingsbevel van Christus in Matth. 28:19: ‘gaat dan heen, maakt ál de volken tot Mijn discipelen’. Neem vervolgens het bekende hoofdstuk over Pinksteren, Handelingen 2. Juist het Boek Handelingen laat zien, hoe de Heilige Geest de verre kustlanden weet te bereiken met het evangelie van Christus.

In dit kader mag niet ongenoemd blijven wat de apostel Paulus zegt in 1 Kor. 12:13:

 

 ’Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam, hetzij Joden hetzij Grieken. Hetzij slaven, hetzij vrijen en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.’

 

In Ef. 2:14-16 schrijft de apostel Paulus over de tussenmuur die is afgebroken tussen Jood en heiden. Zodat ook de vreemdelingen en bijwoners medeburgers kunnen worden en huisgenoten van God. In deze tekst zien we ook hoe nauw de katholiciteit en de eenheid aan elkaar verbonden zijn. Zie verder Col. 3:11; Rom. 3:29,30; Rom. 10:11-13; 1 Tim. 2:5,6; en verschillende teksten in Openbaring.

 

De katholiciteit van de kerk is in de geschiedenis door de kerk nagesproken vanuit de Bijbel.

C. Trimp wijst in zijn boek (pg. 56) op een prachtige omschrijving die Cyrillus van Jeruzalem (313-387) geeft in zijn ‘Catechesen voor de dopelingen’:

 

‘De kerk wordt katholiek genoemd, omdat zij over de gehele wereld bestaat van het ene einde van de aarde tot het andere: én omdat zij totaal en compleet alle leringen onderwijst, die ter kennis van de mensen moeten komen, over onzichtbare en zichtbare, over hemels en aardse zaken; én omdat zij alle soorten van zonden die door ziel en lichaam worden bedreven, te samen heelt en geneest, en in zichzelf alle soorten bezit van wat men deugd noemt, in werken en woorden en allerlei geestelijke gaven’. 

 

Helder is de formulering over de katholiciteit van de kerk in de belijdenisgeschriften.

Het meest bekend is wel vraag en antwoord 54 van de HC:

 

'Dat de Zoon van God uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente vergadert, van het begin van de wereld tot aan het einde (..), in de eenheid van het ware geloof.'

 

En dan Art. 27 NGB:

 

'Wij geloven en belijden één katholieke of algemene kerk. (..) Deze kerk is er geweest vanaf het begin van de wereld en zal er zijn tot het einde toe. (..) Deze heilige kerk is niet gevestigd in, gebonden aan, of beperkt tot een bepaalde plaats, of gebonden aan bepaalde personen. Maar zij is verbreid en verstrooid over de hele wereld. Toch is zij met hart en wil samengevoegd en verenigd in eenzelfde Geest, door de kracht van het geloof.'

 

De belijdenis van de katholiciteit, zoals geformuleerd in artikel 27 NGB, is een afwijzing van de Roomse visie op de katholiciteit. De Roomse wereldkerk noemt zich katholiek. Maar in werkelijkheid tast de kerk van Rome de katholiciteit van de kerk juist aan. Bij Rome is sprake van een wettische binding van de kerk aan pláátsen (Rome), personen (de paus) en instellingen (de hiërarchie). Tegelijk keren de eigenschappen van de eenheid en van de katholiciteit zich tegen alle sektarische opvattingen. Het werpt een dam op tegen het gemakkelijk bréken met de kerk in geval van een persoonlijk conflict, ongenoegen, verschil van ligging, smaakverschil of iets dergelijks. Waar haalt iemand het recht vandaan om op eigen titel ‘kerkjes op te richten’?! Niemand heeft immers het recht zich af te scheiden van Christus’ Kerk[3]. Wij zullen op onze hoede moeten zijn voor sektarische tendensen in het kerkelijke leven. Daarbij valt te denken aan groepsvorming. Vaak gaat dat gepaard met verabsolutering van (een) bepaalde opvatting(en), ten koste van het geheel van de Schriftuurlijke leer. Je zou als voorbeeld kunnen noemen ‘De zevende dag-adventisten’ .

Maar ik noem hier ook als voorbeeld van een sektarische opvatting over de kerk, de leer van ds. Joh. Hoorn over artikel 28 NGB. De Generale Synode van Heemse 1984 heeft de opvattingen van ds. Hoorn terecht afgewezen als in strijd met Schrift en belijdenis.

 

Wordt vervolgd

 

Dit artikel is het eerste deel van de enigszins bewerkte weergave van een in 2019 gehouden lezing.

 

NOTEN

[1] Van Genderen en Velema, Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, pg. 651

[2] J. Kamphuis, Verkenningen I, pg. 56

[3] C. Trimp, a.w. pg. 84, schrijvend over K. Schilder